Italië.
Rusland.
Azie.
BINNENLAND.
Ingezonden stukken.
De Umsturz-Vorlage is thans bij den
Duitschen bondsraad ingekomen. Haar offi-
cieele naam is„Wetsontwerp betreffende
de wijziging van het wetboek van strafrecht,
de militaire wetten en de wetten op de
drukpers"en hiermede wordt voldoende
hare strekking aangeduidde socialisten-wet
weer ingevoerd onder een anderen vorm.
Volgens berichten uit Rome ontvangen
hebben aardbevingen schade veroorzaakt te
Messina en te Reggio. Te Messina heeft men
één gedoode en drie gewonden, in de ge
vangenis hebben de gevangenen van de ge
legenheid willen gebruik maken om geweid
te plegen en te ontvluchten. Te Reggio had
men tot 's ochtends acht uur zes schud
dingen gevoeld. De huizen te Pali, Seminara,
Sant Eufemia en nog andere oorden hebben
veel geleden. Men vreest dat menig mensch
onder het puin gebleven is. Een trein, die
van Pizzo kwam, is bij Bagnara moeten
blijven staan; de weg was zoo versperd dat
hij de reis naar Reggio onmogelijk kon voort
zetten.
Men vermoedt, dat de vermelde roof-
aanval op het Italiaansche stadje Tortoli
gepleegd is door de bewoners van den om
trek. Even buiten de stad heeft men het lijk
van een roover gevonden, die waarschijnlijk
in de stad gewond werd en dien zijne mak
kers onthoofdden, waarschijnlijk omdat men
als hij gevonden en herkend werd, zijne me
deplichtigen op het spoor zou komen.
Vijf iuwoners van Tortoli zijn in hechtenis
genomen, onder verdenking van medeplich
tigen der roovers te zijn.
Maandagmiddag om twaalf uur is het lijk
van den keizer bijgezet. Aanwezig waren
vertegenwoordigers van geheel Rusland en
van staten van EuropaAmerika en Azie
onder anderen drie koningen en de kroon -
prinsen van drie groote mogendheden, verder
alle Russische gezanten in 't buitenland, het
corps diplomatique alhier en de gouverneurs
der provinciën. De laatste eerewacht bij 't
lijk werd gevormd door personen uit binnen-
en buitenlandsche korpsen, waarvan de keizer
de chef was.
Na de lijkmis namen de keizer en de
vorstelijke personen afscheid van 't lijk. De
kist werd gesloten en ten grave gedragen en
met gebeden en onder salvo's van 't geschut
afgelaten.
Een hoogst ernstig feit, vooral in deze
voor Rusland zoo droevige dagen, wordt over
Weenen uit St. Petersburg aan Daily News
geseindaan de polytechnische school zou
een oproer zijn uitgebroken, wijl de studenten
weigerden den eed van trouw aan den nieuwen
czar af te leggen.
Er is besloten, dat het huwelijk van
keizer Nlcolaas en grootvorstin Alexandra
Feodorowna den 14/26 November, den jaar
dag van de keizerin-weduwe, zal plaats heb
ben. De souvereinen en prinsen, evenals de
leden van het buitengewone gezantschap in
Frankrijk zullen de inzegening van het kei
zerlijk huwelijk bijwonen- De 24en en 25en
zullen herauten de stad Petersburg doortrek
ken, om het volk het keizerlijk besluit mee
te deelen. De plechtigheid heeft plaats in
de groote kerk van het Winterpaleis; het
huwelijk zal ingezegend worden door de me
tropolieten van Petersburg en Moskou.
Volgens bericht uit Hiroshima, van Japan-
sche zijde dus, is Zaterdag door de Japauners
een begin gemaakt met de beschieting van
Port Arthur. Ook de vloot der Japanners
voor de haven maakte manoeuvres als van
aanval.
De generaal van het Chineesche leger in
Mantchourije zou er van hebben atgezien
Mukden te verdedigen en Zuidwestwaarts
optrekken, om eene poging te wagen tot
ontzet van Port Arthur.
Op Amerika's bemiddelings-voorstellen is
door Japan nog niet geantwoord.
Op Korea moeten de oproerige Tonghaks
thans met verlies van een kleine 200 man
door de Japanners zijn geslagen.
WAALWIJK, 21 November 1894.
Sterke drank
De drinkgewoonte kost jaarlijksch aan ons
volk f 96.000.000 terwijl gansch Nederland
nog geen 7«r» millioen aan brood uitgeeft; 80
pCt. der vonnissen, door de rechtbank geveld,
zijn een gevolg Van sterken drank.
Te Schijndel is door het parket uit
's Hertogenbosch, vergezeld van den luitenant
der maréchaussée met zes manschappen, een
onderzoek ingesteld naar de daders van den
aldaar gepleegden aanslag op den sneltrein.
Verschillende personen werden in verhoor
genomen, hetgeen eerst te middernacht was
afgeloopen. Twee der in verhoor genomenen
zijn geboeid naar Den Bosch overgebracht
geworden.
Men meldt uit Raamsdonk
In den morgen van den 14 dezer ontdekte
men op 10 verschillende boerderijen, dat er
iemand in den paardenstal geweest was en
de paarden van hun staarten beroofd had.
Door de ijverige bemoeiingen van rijks- en
gemeentepolitie is het gelukt den dader te
vinden in den knecht van den landbouwer
J. Verschuren. Nadat het paardenhaar uit
zijne kist te voorschijn was gehaald, heeft
hij volledig bekend.
Te Bergenopzoom heeft Zaterdagavond
te ongeveer 7 uur in de onmiddellijke nabij
heid van de stad, buiten de voormalige
Steenbergsche poort, eene brutale aanranding
plaats gehad.
Een bakkersknecht, die bij de klanten
brood had rondgebracht en met eene wel
voorziene beurs huiswaarts keerde, was het
slachtoffer. Hij werd in bewusteluozen toe
stand door een voorbijganger aangetroffen en
zijn geld was verdwenen. De knecht was
later in staat aanwijzingen te doen.
Men meldt uit Vlissingen
Tot heden zijn de lijken van de Belgische
loodsen Van Fraijenhoven en Loevenick, die
Woensdag jl. bij het ongeluk der Belgische
loodssloep op de reede te Vlissingen zijn
omgekomen, nog niet gevonden. Volgens
verklaring van een der geredden zou een
dezer twee loodsen door de schroef van het
schip onmiddellijk zijn doodgeslagen.
Op bevel van den rechter commissaris
te 's Bosch is Zaterdag jl in voorloopige
hechtenis gesteld B. J. K., geboren en wonende
te Arnhem, reiziger van beroep en als zoo
danig werkzaam voor de Singer maatschappij.
Hij wordt beschuldigd van valschheid in ge
schrifte en oplichterij ten nadeele van die
maatschappij te hebben gepleegd.
Zaterdag jl. had een erustige daad van
insubordinatie plaats in de kazerne van het
algemeen depot van discipline te Vlissingen.
De sergeant Van den Boogaard, die als
sergeant van de week op de kamers surveil
leerde, werd op het onverwachtst van achteren
besprongen door den soldaat 2e klasse Van
R, die hem mét een stuk ijzer een slag op
het hoofd toebrachtwaardoor een sterk
bloedende wond ontstond. De sergeant, die
een oogenblik zijn bewustzijn verloor, deed
later den man arresteeren.
Hij zelf werd ter verbinding in 't militaire
hospitaal opgenomen.
Bij het vertrek van den sneltrein der
Staatsspoorwegen no. 41, van Amsterdam naar
Rotterdam en Den Haag (via Breukelen-
Harmelen), ontspoorde te 4 u. 10 m. na
middag te Amsterdam Centraalstation op
wissel no. 201 de achterste bagagewagen,
waardoor beide vertreksporen werden ver
sperd. Te 6 u. 15 m. waren de spoorweglijnen
wederom vrij.
Van den van Rotterdam (Delttsche poort)
vertrekkenden goederentrein no. 627 der
Staatsspoorwegen, zijn op wissel no. 2 te
IJselraonde de twee achterste wagens ont
spoord, waardoor de weg werd versperd.
Nabij Doetinchem is Zaterdag in den
vroegen morgen brand uitgebroken in eene
door drie huisgezinnen bewoonde woning, in
het zoogenaamde „Rozengaardsche veld." De
brand nam zeer spoedig in hevigheid toe,
en bij gebrek aan water op die plaats is alles
geheel uitgebrand. Er zijn geen persoonlijke
ongelukken; wel verbrandden er een paar
varkens. De woning was verzekerd.
Een der vermoedelijke daders van den
diefstal uit het pakhuis van den heer Rosman
te Breda, werd tot nu toe te vergeefs gezocht.
Zaterdag vernam de politie dat de man was
thuis gekomen. Men begaf zich naar zijne
woning, zette deze af en trad er binnen; maar
sinjeur zat op den zolder en had de ladder
opgetrokken. Jawel, riep een der agenten,
wij hebben ook ladders
Fluks werd zoo'n ding gehaald en tegen
het zoldergat gezet, en een agent klom naar
boven; maar toen hij op zolder was, zag hij
niets dan het gezicht van den gezochte, die
op het dak was geklommen en nu door het
gat nog even de tong uitstak tegen den die
naar van Hermandad. Over daken en langs
goten en uitbouwen wist de man te ont
snappen. (N. Br. Ct.)
LOMBOK.
VEROVERING VAN TJAKRA NEGARA.
(Uit het N. v. d. D.)
Maandagmorgen elf uur ontvangen wij het
volgend telegram uit Batavia
Vijf bataljons deden den aanval en ver
overden Tjakra tot en met de Poeri (het
verblijf van den vorst). De Radja werd niet
gevonden.
Van den vijand zijn honderden gesneuveld.
Aan onze zijde vielen honderdvijftig dooden,
en gewonden.
De verdediging was grootsch; zelfs vrouwen
verleenden bijstand.
De schatkist is niet ontdekt.
De groote slag is dus geslagen
Ter nauwemood zijn de nieuwe bataljons
op het eiland aangekomen (ze zouden immers
Zaterdag den 17den daar kannen zijn) of de
aanval op het bolwerk van den vijand werd
geopend.
Inderdaad, de opperbevelhebber liet geen
tijd verloren gaan, maar heeft zijn dapperen
onmiddellijk ter overwinning geleid.
Het overwinningstelegram spreekt in zijn
kortheid van een krachtigen aanval en een
moedige verdediging. Vijf bataljons namen
deel aan dien aanval, zoodat dus van de zes
bataljons slechts één enkel met de Barisan
(Madureesche hulptroepen) in reserve is ge
bleven. We stellen ons voor dat het gevecht
als gewoonlijk door een krachtig artillerievuur
is ingeleid, waarna de troepen van alle zijden
tegelijk tegen de sterke stellingen des vijands
zijn opgerukt, met onweerstaanbare kracht.
De strijd in de ommuurde ruimten van
Tjakra zal zeker wel overeenkomen met dien
binnen Mataram, waar muur na muur moest
worden genomen. Het hevigste is dan hier
gestreden om de sterke Poeride groote
ruimte waarbinnen de vorstelijke verblijven
zijn gelegen. Die Poeri is volgens een uit
drukkelijke vermelding in het telegram (till
Poeri included) ook veroverd, waardoor dus
de stad, zoo niet geheel dan toch voor het
allergrootste deel iu onze macht is gekomen.
Uit een der vele beschrijvingen, geschreven
in den eersten tijd der expeditie, niet lang
voor den overval, brengen we het volgende
in herinnering
Op het voorplein ziet men een paar lood
sen met oude stukken geschut en eenige
paardenstallen. Achter dat voorplein volgen
nog diie pleintjes, alle met hooge kleimuren
en nauwe toegangen, afdaken en stalletjes.
In het achterste steenen hoofdgebouw vroeger
het tijdelijk verblijf van Djilantik (was toen)
het hoofdkwartier gevestigd. Hier achter
bevindt zich een schilderachtige vijver met
stroomend water, omgeven door rozen en
maletistruiken, en voorts een aantal vrucht-
boomen.
De eigenlijke poeri aan de overzijde van
een twintig el breeden weg is de woonplaats
van den ouden radja, omgeven door een
hoogen muur. Hier be\iadt zich de harem,
de schatkamer en het arsenaal, alsmede een
kolossale vijver. Eindelijk kregen we permissie
hier een kijkje te nemen, doch alleen van den
vijver, omgeven door een allee van de koste
lijkste vruchtboomen, met een steenen koepel
in het middenwaaronder de schatkamer
moet zijn, en van het arsenaal op een af
zonderlijk pleintje. Die vijver is 200 el lang
en 150 el breed. Een steenen draak met
uitslaande vleugels laat uit zijn bek een
breeden stroom van het helderste water
vloeien. De vijver zelf is keurig met steenen
geplaveid en ongeveer 4 el diep. De koepel,
uit rooden baksteen opgetrokken, is van bui
ten versierd met portretten van schier alle
Europeesche vorsten, zelfs van den Paus
maar ons vorstenhuis ontbreekt. De deuren
zijn keurig gebeeldhouwd en rond den steenen
omgang zijn aan de vier zijden beelden ge
plaatst. Het geheel maakt inderdaad een
betooverendeu indruk.
Het was dus in dien steenen koepel dat
men hoopte de schatten van den vorst te
vinden. Men weet echter uit andere brieven,
dat de juiste plaats nooit met zekerheid
bekend is geweest, zelfs hebben anderen
vermoed dat diezelfde koepel met dynamiet
was volgeladen. Het zal dus mogelijk wel
blijken dat de schatten reeds in veiligheid
zijn gebracht of dat zij, wat nog waarschijn
lijker is, reeds veel vroeger waren opgeborgen
in de andere lustverblijven des vorsten te
Lingsar (Noord Oostelijk) of te Narmada
(Oostelijk van Tjakra) twee plaatsen waar
heen thans zeker reeds een groot aantal der
Baliers de wijk genomen hebben. Een ander
lustoord van den vorst, dat te Goenoeng Sari
(Noordelijk van Tjakra) werd, zooals men
zich herinnert, door de Sasaks uitgebrand.
De verovering van Tjakra Negara, waarbij
de onzen, blijkens het telegram zulk een
krachtigen tegenstand ondervondenheeft
helaas weder nieuwe offers gekost, niet min
der dan 150 dooden en gewonden. De
overwinning is dus duur gekocht, maar de
gevolgen zullen niet uitblijven. Thans heeft
de vijand, wiens moedige tegenstand be
wondering afdwingt, de kracht van onze
wapenen leeren kennen, zoodat het einde van
den strijd niet ver meer kan ziju.
Men seint ons nader
Gesneuveld kapt. W. N. Scheib, 2e luits.
J. G. A. d'Ankona, J. W. Schiff en H. A. C.
van der Heijden.
Zwaar gewondkapt. D. M. Slangen, le
luit. J. L. L. M. Wittigh.
Licht gewondofficier der marine Van
Wessem, 2e luit. der inf. Halkema.
Gesneuveld 25, gewond 118 soldaten.
Later in den middag ontvingen we het
volgend bericht uit Den Haag
Van den .gouverneur generaal van Nederl.
Indie is heden bij het dep. van koloniën het
navolgend telegram ontvangen:
Gisteren aanval op Tjakra Negara, met 4
kolonnes, waarvan 1 als reserve. Zeer hevige
tegenstand. Doorgedrongen tot Poeri, be
staande uit 16 vakken, waarvan 15 voet voor
voet genomen. Twee posities tegenover poeri
ingenomen door een deel der troepen. De
rest keerde in bivakken terug.
Heden operaties vervolgd. Vijand leed
zware verliezen. Van ons gesneuveld 4 offi
cieren; gewond 4. Namen volgen later. Min
deren, voor zoover bekend, gesneuveld 25;
gew. 108; namen zoo spoedig mogelijk.
De correspondent van de N. R. Ct. te
Batavia seint onder dagteekening van gisteren:
Het laatste gedeelte van het paleis van
den radja te Tjakranegara is veroverd.
Onze correspondent te Batavia seint ons
nader onder dagteekening van gisteren
Tjakranegara is geheel veroverd. Wij on
dervonden geen tegenstand. Het paleis werd
door ons bezet.
De bevolking is rustig, helpt aan het ver
nielen der muren en gaf ons drie#kanonuen
terug.
Narmada biedt onderwerping aan.
Er loopt een gerucht, dat de oude radja
gewond en naar de noordelijke bergen ont
snapt zou zijn.
Kapitein Tuinenburg en luitenant Campioni
werden gewond door eene kruitontploffing.
De operaties duren voort. Het weder is
gunstig.
Wij maakten 800000 gulden buit.
Van den gouverneur-generaal van Ned.
Indie is gisteren bij het departement van
koloniën het navolgende telegram ontvangen:
Gisteren verkenning oostrand Soeik, (1)
zonder tegenstand bevolking. Aldaar begon
nen met opruiming muren. Weg west Tja
kranegara veilig gemaakt. Oude radjah zou
in poeri gewond en naar het noorden ge
vlucht zijn. Bevolking bracht beide nog
verloren veldkanons eu een bergkanon terug.
Bij werpen kruit in vijver uit magazijn be
oosten poeri ontstond ontploffingwaarbij
kapitein Tuinenburg, luitenant Campioni en
dertien gestraften ernstige brandwonden be
kwamen. Officieren buiten gevaar. Drie
compagnieën gelegerd in gedeelte poeri, ook
tot bewaring geld. Naar Ampenan vervoerd:
230 kilogram goudgeld en 3810 kilogram
zilvergeld. Hoeveel meer niet te bepalen
daar in grond verborgen is en moet gezocht
worden. Heden operaties vervolgd. Weder
blijft gunstig.
(1) Op de bekende topographische kaart
vau Ampenan, Mataram en Tjakranegara met
aangrenzend terrein vindt men bij den uiter
sten kampong aan den Oostrand van Tja
kranegara den naam Soeite. Vermoedelijk
wordt hiermede hetzelfde aangeduid als met
den naam Soeik in het regeeringstelegrara.
(Redactie).
Het Nieuws van den Dag ontving het
volgende telegram
Het gebouw, binnen de poeri, gisteren
bezet en verdedigd, werd heden verlaten
bevonden. De bevolking is geneigd tot on
derwerping. De genaraal ontving afgezanten
van de poenggawa's. Vele schatten zijn ge
vonden. Een kruitmagazijn is door onvoor
zichtigheid in de lucht gesprongen; kapitein
Tuinenburg,luitenant Campioni en 19 soldalen
zijn daarbij gewond.
De toestand van den zwaar gewonden
kapitein Slangen is bevredigend.
De thans ontvangen berichten zetten de
kroon op die van gisteren. Zonder vedere
verliezen is Tjakranegara thans geheel in
onze macht gevallen. Dit heuglijk feit ver
vult ons met hartelijke blijdschap. Eere nog
maals aan onze dapperen, die zich zoo kranig
hielden; eere ook in het bijzonder aan den
opperbevelhebber en zijn staf!
Hopen wij, dat de thans voltooide schitte
rende overwinning het begin van het einde
van den oorlog zij. Daarvoor schijnen de
teekenen niet te ontbreken, indien op de
juistheid der particuliere telegrammen mag
worden afgegaan, wat de stemming der be
volking en der poenggawa's (districtshoofden)
betreft. Ook de aangeboden onderwerping
van Narmada, ten Oosten van Tjakranegara,
waar zich het lustverblijf van den ouden
vorst bevindt, is eene aanduiding in den
zelfden zin.
(Buiten verantwoordelijkheid der redactie).
Mijnheer de Redacteur
Vertrouwende op uwe bereidwilligheid en
tevens u daarvoor reeds dankend bied ik u
onderstaande regelen in hw blad ter plaatsing.
Schoon het Diet in miju plan lag de rede
rijkersuitvoering van„V olhardingin den Strijd"
door middel uwer courant, in wij deren kring
bekend te maken, ben ik daartoe toch over
gegaan, omdat de flink bezette zaal van den
heer A. Gerris getuigde van de belangstelling
van het publiek, en de flink ten uitvoer ge
brachte stukken „Twee Broeders" en „Ser
geant Kwelgeest" de beste bewijzen leverden
van den ijver en de kunde der dilettanten.
Men zal wel billijk genoeg zijn van mij
niet te vergen eene beschrijving van ieders
werkzaamheden
De lof van ieder lid persoonlijk, ligt op
gesloten in den lof, het gansche gezelschap
toegezwaaid. En dat werkelijk „Volharding
in den Strijd" om zijn werkzaamheden dient
geprezen te worden, dat bewezen de toejui
chingen van het zeer talrijk publiek na elk
bedrijf, maar vooral na de vriendelijke uit-
noodiging van den heer A. E., die allen een
volgende maal een hartelijk welkom hoopte
te kunnen toeroepen. Moge dan ook een nog
talrijker opkomst van belangstellenden het
loon zijn van „Volharding in den Strijd", dat
getoond heeft door het aanschaffen van zulke
fraaie costumes voor geen kosten terug te
schrikken en schitterende blijken gegeven
dat Waalwijk ook op het tooneel over de
gelijke krachten kan beschikken.
Mij aansluitende bij den heer A. E
hoop ik spoedig in de gelegenheid te worden
gesteld, „Volharding in den Strijd" nogmaals
ten tooneele te zien verschijnen.
Een oud—rederijker.