kramer 102. Zoiidas 23 December 1894. IT" Jaargang, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen* liêiwjaMi-Mfiïteitiea, IV ANTOON TIELEN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. p BUITENLAND. Frankrijk. De Echo van het Zuiden, Dit blad verschijnt. Woensdag en Zaterdag avond. Abonnementsprijs per 3 maanden /l.OO. franco per poe: docr het geheeie rijk f 1,15 Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever. UITGEVER: Waaldijk. Advertentiën 17 regels J 0,60 daarboven 8 cent per regel* groote letters naar plaatsruimte. Advertenticn 3 maal ter plaatsing opgegeven, worden 2maal berekend. AdvertentiëD voor Duitscb- land worden alleen aangnomen ioorhet advertentiebureau van Adolf Steiger, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Evenals vorige jaren, zal ook nu wederom in ons nummer van 1 Januari aanstaande, gelegenheid bestaan tot het plaatsen van tegen den prijs van 30 cent. Vanaf HEDEN tot MAAN DAG 31 December, 's middags 12 uur, kan de inzending geschieden. DE REDACTIE. In verband met de vér- schillende feestdagen, zal de Echo van het Zuiden volgende week maar eenmaal verschijnen, en wel Vrijdagnamiddag op den gewonen tijd. Het daarop volgend nummer wordt uitgegeven in den ochtend van 1 Januari 1895. In de Fransche kamer heeft de heer Brisson zijn vöorzittersambt aanvaard. De opkomst der leden was buitengewoon groot. Brisson begon zijne inaugureele rede met eene lof spraak op zijn voorganger Burdeau. Toen richtte hij zich tot de kamerleden en zeide „Uwe voorgangers hebben de her vorming van het onderwijs ter harte genomen. Gij stelt de herziening van het belastingwezen op uw program. Gij zult trachten op een vasten financieelen grondslag de so ciale toestanden te hervormen door in de toekomst te zien en waar dit noodig is hulp te verleenep. Ik dank u mij te hebben ge kozen om aan zulk een arbeid voor te zitten." Brisson gaf voorts de verzekering dat hij onpartijdigheid zal betrachten in de leiding van het debat, en noodigde alle republikeinen uit de handen ineen te slaan niet alleen om Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Mcierijsche Courant 134 Negentiende Hoofdstuk. Er werd gescheld. Een oogenblik later werd Georges Darier aan gemeld. „Gij hier riep de jonge advocaat uit, Lucien tegemoettredend. „Ziedaar een lieve verrassing van mijn voogd „Ja," antwoordde de schilder, ik dacht dat gij beiden zeer tevreden zoudt zijn een dagje saam door te brengen." „Een uitstekend gedacht I' „Zijt gij tevreden over uwe reis?* vroeg Lu cien. „Zoo goed mogelijk. Ik had in twee zaken te pleiten en de eene. zoowel als de andere heb ik gewonnen. Toch ljeb ik een droevig geval gehad.' „Zeer ernstig?' „Nogal." //En van welken aard „Een verlies, dat mij verhinderd heeft een derde zaak tot een goed einde te brengen, waarvoor ik naar Tours geroepen was. 's Morgens, toen ik vertrokken ben, heb ik de processtukken dezer zaak verloren." «-Verloren z/Ja. Eerst dacht ik, dat ik ze thuis vergeten liad. Onmiddellijk telegrafeerde ik van Tours naar de oude Magdalena, haar verzoekend die onmiddellijk op te zenden; doch zij vond niets op mijn bureau. Dan is zij op mijn verlangen direct naar de prefectuur van politie gegaan, naar de zaal waar eerlijke lieden gevonden voor werpen depoceeren. Doch er was niets. Zoo heb ik niet in mijne derde zaak kunnen pleiten. Ik heb een uitstel gevraagd van veertien dagen, met het plan, zoodra ik te Parijs zou zijn teruggekeerd, zich te handhaven in de reeds verkregen positie maar om voort te gaan op den inge slagen weg. De spreker werd luide toegejuicht door de linkerzijde en de socialisten. Daarna werden de beraadslagingen geopend over het voorstel tot het toekennen van een pensioen aan mevrouw Burdeau. Poincaré minister van financiën ondersteunde het voorstel, waarvan de behandeling met over- gro >te meerderheid van stemmen „dringend" werd verklaard. Het Journal des Débats en andere gema tigde republikeinsche bladen zijn zeer teleur gesteld door den afloop der verkiezing voor het kamer-presidium. Men hoopt op revanche in 't volgend zittingjaar. De onpartijdige beoordeelaar gesteld te genover de gebeurtenissen der laatste dagen in Italië en gedwongen, na kennisneming van 't een zoowel als van 't ander, tot de conclusie te komen, dat hij eigenlijk geen weg weet in het amalgama van waarheid en logen, aan tijging en ontkenning, krijgt allicht den indruk dat Giolitti eenvoudig wordt doodgeredeneerd en doodgeschreven niet door de qualiteit van de redeneeringen of de degelijkheid der schriftelijke aanvallen, doch door de veelheid ervan. Dat Giolitti zich naar elders heeft begeven kan zijn een daad van lafheid, kan ook zijn een stilzwijgende schuldbelijdenis, doch zeker is 't een taktische fout: een paar hem toegedane bladen verdedigen hem en doen hun vertrouwen kond in de door hem gedane onthullingen, doch daartegenover staan een heir van partijbladen die öt den ex- minister beschuldigen van blinden haat tegen den persoon van Crispi en van de laagste schurkerijen, öf zonder partij te kiezen vóór of tegen hem, de gevolgen van zijn openba ringen (de verdaging der kamer voor onbe- paalden tijd) gebruiken als middel om het tegenwoordig bewind te bestrijden en zoo mogelijk toi heengaan te nopen. Zoo keert alles zich tegen Giolitti of onthoudt hem de hem van het standpunt der oppositie toeko- eenige bekendmakingen te doen aanplakken en eene goede beiooning uit te loven voor hem, die de verloren stukken terugbrengt, zonder welke het proces onmogelijk te winnen is. Er zijn brie ven bij deze stukken, die als heldere bewijzen gelden en het winner: der zaak verzekeren." „Hebt gij die bekendmakingen al besteld?" vroeg Stephaan Castel. Heden morgen. Wellicht is men reeds bezig die te drukken. Duizend franken belooning voor hem, die de papieren terugbezorgt.,, „Kunnen zij-iemand anders van dienst zijn „Niemand dan mij en mijn lastgever." „Dan is het bijna zeker, dat gij ze zult terug ontvangen." „Ik hoop het." Men kwam de schilder waarschuwen, dat het dejeuner was opgediend. De drie personen begaven zich naar de eetzaal. Het ontbijt was allervroolijkst en duurde tot twee uur. „Willen wij naar mijn atelier gaan sprak dan Stephaan. „In deze enge ruimte hebben wij maar last van den rook der sigaren." „Bravoantwoordden de jongelieden, den schil der volgend. Bij den ingang stond op een ezel het reeds eenigszins gevorderde portret van Mary Harroant. Het schilderstuk, dat de gevangeneming voorstelde van Jeanne Fortier, was als naar ge woonte met een doek bedekt. Georges en Lucien bewonderden het portret van het jonge meisje, dat eene treffende gelijkenis bood. „Is mejuffrouw Harmant hier komen poseeren?" vroeg Georges. „Vijf of zes maal. 't Is eene verrassing voor haar vader op zijn verjaardag." „Dan is er haast bij?" „O neen, 't is nog drie maanden.* „Zal 't het meisje zoover brengen vroeg Lu cien. „Sinds eenigen tijd verandert zij op eene wijze, die mij zeer ongelukkig zou maken, zoo ik haar vader was „Teringlijders klampen zich dikwijls veel lan ger aan het leven vast dan men wel denken zou," merkte Georges op. Het onderhoud zou wellicht nog geruimen tijd op dien voet zijn voortgezet, zoo de Kamerdienaar niet de komst van mejuffrouw Mary Harmanj. mende erkenning, terwijl hij, volgens de laatste mededeelingen, te Berlijn zal worden bewaakt door de politie. Doordien er nauwelijks honderd afgevaar digden te Rome zijn gebleven, is 't er in de politieke centra heel kalm er. dat hoewel men het verdagingsdecreet des konings met steeds toenemende zekerheid kan heeten cDn voorlooper van de sluiting der kamerzitting, welke koninklijke beslissing onverwijld zou worden gevolgd door het ontbindingsmanifest. Met dezen ioop der zaken maakt men zich meer en meer veitrouwd zóó zelfs dat er van alle zijde geraden en gegist wordt naar den datum der algemeene verkiezingen, welke de een verwacht in Febr. reeds, de ander eerst veel later, in verband met de voorbe reiding van deze raadpleging der natie. De oppositie, welke in den laatsten tijd tot bijna volslagen werkloosheid was gedoemd, laat de haar geboden gelegenheid tot bestrijding van het bewind natuurlijk niet ongebruikt. Evenals di Rudini hebben nu ook Brin en Cavallotti geprotesteerd tegen de verdaging der kamer, doch zij beiden hebben 't mondeling gedaan en zoo zal Zanardelli 't ook doen, aldus de agitatie levendig houdend en protestmeetings op groote schaal voorbereidend, welker toe lating vrij onzeker is. De oppositie heeft ook reeds, met alle haar ten dienste staande middelen, getracht de jongere ministers tot afval te bewegen, Crispi alleen te laten in deze dagen van beproeving en strijd, en den aldus in verzoeking gebrach- ten is als prijs voor het hun voorgestelde verraad, een beter positie toegezegd in een nieuwe formatie, 't Schijnt dat geen der kabinetsleden, Maggiorino, zoomin alsSonnino of Ferrarisgehoor heelt gegeven aan de verlokkingen, want Crispi's formatie handhaaft zich in haar geheel, ja zelfs neemt de open bare meening 't meer eu meer voor haar op. Van vertrouwbare zijde te Rome wordt Crispi's positie en zijn meerderheid niet van beteekenis verzwakt geheeten en men ducht niets van een combinatie BrinZanardelli Rudini Cavallotti. was komen melden, die den schilder verlangde te spreken. „Mejuffrouw Harmant hier, op een Zondag,dat er niet geposeerd wordt! Dat is zonderling I" riep de schilder uit. „Wat mag zij wel komen doen?.. Ik kom." Hij spoedde zich naar de zaal, waar Mary was binnengelaten. Het meisje stond op en ging den schilder tege moet, dien zij de hand bood. „Mijnheer," sprak zij, „gelief het mij niet ten kwade te duiden, dat ik u op vrij onbescheiden wijze en op een Zondag kom bezoeken. Ik weet zeer goed, dat het niet is, zooals het behoort, doch ik heb eene verschooning in de brengen. Er is haast bij." „Gij zijt altijd welkom bij mij, mejuffrouw," antwoordde Stephaan neigend. „Er is haast bij, mejuffrouw, zeidet gij?' „Ja." „Eu wat voert u dan hierheen?' „Mijn vader is van plan hier te komen om een verzoek tot u te richten. Hij kan elk oogenblik hier zijn; en daar hij zeker zal vragen uw atelier te zien, zou ik graag hebben, dat mijn portret verwijderd werd, anders toch was het uit met mijne verrassing „O ja, dat is zoo. Ik zal onmiddellijk aan uw verlangen voldoen," zeide de schilder, die niet zender huivering het bezoek van den grooten industrieel vernam. „Mijnheer uw vader kan elk oogenblik komen?" vroeg hij. „Jn, hij heelt zich onderweg opgehouden bij een fabrikant, met wien hij in handelsverbinding staat en ik heb mij gehaast hierheen te komen om u te verwittigen." „Wilt gij hier mijnheer uw vader afwachten P" „Ja, zoo ik er zeker van zijn kau, dat mijne tegenwoordigheid u niet tot last verstrekt." „O neen, in het geheel niet. Het verheugt mij integendeel u hier te zien, en ik geloof ook dat het u aangenaam zal zijn iri mijn atelier twee personen te ontmoeten, met wie ik zooeven over u sprak." „Over mij?" vroeg Mary verwonderd. „Ja, over u, mejuffrouw. En wij spraken zelfs veel kwaad van u." „O, dat geloof ik niet!" antwoordde het meisje glimlachend. „En daarin hebt gij ook volkomen gelijk Mag Woensdagmiddag is de premier van Hon garije, Wekerle, met den minister van handel Lukacs op reis gegaan naar Weenen, waar zij Donderdag zijn aangekomenWekerle heeft zijn omslag ingediend en gekregen. Het ministerie zal de loopende zaken afdoen tot na Kerstmis. De kabinetscrisis in Bulgarije is reeds op gelost Sloiloff blijft premier, doch Radosla- voff's portefeuille van justitie zal overgaan in handen van DarneffMadjaroff, die mede betrokken was in de onttroning van vorst Alexander, wordt minister van landbouw in Paschoff's plaats en titularis van openbare werken wordt Grossef. 't Zijn allen Russisch - gezinden. De minister van maiine heeft inde kamer formeel tegengesproken, dat de koningin van Madagascar de haar door Frankrijk gestelde voorwaarden zou aannemen. Donderdagmorgen is kapitein Dreyfus uit de militaire gevangenis gehaald en naar het hotel overgebracht, waar de krijgsraad zetelt. Slechts enkele nieuwsgierigen stonden bij de gevangenis, maar konden hun nieuws gierigheid maar weinig bevredigen, te minder daar politieagenten hun verzochten door te loopen. Om in het gerechtsgebouw te mogen komen moest men herhaaldelijk zijn kaart toonen. Een vijftigtal journalisten werd toe gelaten. Officieren van alle wapens, als ge tuigen Èt charge of A decharge opgeroepen, vulden hel overige van de zaal. Enkele dames waren ook toegelaten. Om één uur precies klonken de commando's: „Geeft achi! Op schoudergeweer Presenteert, geweer!" De leden van den krijgsraad kwamen binnen. Luide weerklonk het bevel van den voorzitter, kolonel Maurel„Bode, laat den gevangene binnenkomen 1" Een diepe stilte ontstond ik de eer hebben u aan die personen voor te stellen „Volgaarne I Ik bid er u zelfs om. Doch ver geet niet mijn portret weg te bergen." „Dat zal onder uw eigen oogen geschieden, zoo gij met mij mede wilt gaan naar mijn atelier. Daar waren wij in gesprek.* Hij bood Mary den arm, dien het meisje met genoegen aannam. Op het oogenblik dat de deur geopend werd, stiet het jonge meisje, toen zij daarbinnen Gaor- ges Darier en Lucien Labroue ontdekte, een kreet van verbazing uit. Zij bracht ae hand aan het hart om het hevig geklop in haar binnenste te bedwingen. De beide jongelieden waren opgestaan om haar te ontvangen. Lucien, die niet goed wist hoe zich te houden, wierp een ondervragenden blik op Stephaan. „Moed 1 moed 1" scheen diens helder oog hem te antwoorden. „Gij moet nu reeds beginnen de raadgevingen in uitvoering te brengen, die ik u heden morgen gegeven heb!" Georges Darier stapte op het jonge meisje toe. „Uw bezoek bij mijn voogd is ons eene aller aangenaamste verrassing, mejuffrouw zegde hij. „O, gij kant niet zoo aangenaam verrast zijn als ik ben," antwoordde het meisje. „Om u bei den te ontmoeten, moet men van de Murillostraat hierheen komen. Gij schijnt den weg vergeten te hebben." Deze woorden gingen begeleid met een verwij tenden blik, op Lucien geworpen.. Jules Labroue's zoon neeg het hoofd en zweeg. „Wij dachten juist aan u, mejuffrouw," sprak Georgeshet woord opnemend„en het bewijs daarvan is, dat wij van u spraken." „Uw voogd heeft het mij reeds gezegd, en er zelfs bijgevoegd, d t er veel kwaads van mij ge zegd werd." „Dan heeft hij een oogenblik het pad der waar heid verlaten. Terwijl deze woorden gewisseld werden, had Stephaan Mary's portret met een doek bedekt en den ezel, waarop het rustte, in een hoek geschoven. „Zoo weinig kwaad, mejuffrouw, spraken wij van u, dat wij onzen vriend Lueien Labroue van harte gelukwenschten met het nieuws, dat hij ons medebracht.* Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1894 | | pagina 1