Engeland.
Duitschland.
Zwitserland.
Italië.
Amerika.
BINNENLAND.
en „Weg met den Judas, den spionden
verrader
Hierop hoorde men Dreyfus roepen- »Gè-
beleedigt een onschuldige! Leve Frankrijk!"
Drie minuten had dat afrukken geduurd
maar nu begon het tweede, pijnlijkste gedeelte
der executie, waarmede, in het geheeleen
half uur verliep.
In die gehavende kleedij en altijd tusschen
de vier kanonniers in, werd Dreyfus nu langs
het front van den troep geleid. „Rechtop
en kalm, als commandeerde hij nog de man
schappen, die hem begeleidden, zegt de
verslaggever van het Journal des Débats
schrijdt hij daarheen, noch rood, noch bleek,
en men moet zich wel afvragen: Hoe kan
een mensch. zonder er onder te bezwijken,
een dergelijke proef doorstaan Voelt hij
dan niets Is hij er zich niet van bewust
Als hij onschuldig is, gelijk hij zweert, waarom
onderwerpt hij zich dan aan dergelijke ver
nedering? Waarom komt hij niet met zijn
geheele wezen in verzet Waarom laat hij
zich niet met geweld slepen voor al deze
getuigen zijner schande O, dit persoonlijk
drama, waarin wij voor goed de eer van een
officier zien ondergaan, doet op even tragi
sche, schokkende wijze aan als de groote
rampen van overwonnen legers!"
„Ik ben onschuldig, leve Frankrijk!" was
het eenige, wat men hem soms hoorde zeggen
en, toen hij in de nabijheid van een troepje
verslaggevers kwam „Zegt gij ten minste
aan Frankrijk, dat ik onschuldig ben!" Maar
ook hier gewerd hem slechts het bescheid
van „verrader, Judas, spion!"
Eindelijk was het afgeloopen. Eene ver
ademing mocht het voor Dreyfus heeten, toen
men hem als een gewoon misdadiger, de
handboeien aandeed, in den celwagen stopte
en onder de kreten der menigte, die nu een
waar gebrul aanhief, wegvoerde. Hij gaat
naar Cayenne, Frausch Guyana, niet naar
Nieuw Caledonie, vanwaar het ontsnappen te
gemakkelijk schijnt.
Volgens Le Temps heelt Dreyfus in den
wagen tot zijne bewakers nog het volgende
gezegd „Ik ben onschuldig! Heb ik stukken
aan het buitenland uitgeleverd, dan was dit
om als lokaas te dienen en er nog gewich
tiger voor mijn vaderland in ruil voor terug
te krijgen. Binnen drie jaar zal men de
waarheid welen, en dan zal de minister van
oorlog zelf mijne zaak ter hand nemen
Raadselachtige slotwoorden in deze raad
selachtige zaak. Maar wanneer die werkelijk
dus eens werd ontraadseld, waar dan op aarde
de vergoeding voor deze schande, erger dan
de dood
De reizigers op de mailboot Empress,
varende van Dover naar Calaismet 148
passagiers en de Indische mail aan boord,
hadden Vrijdag eenen boozen schrik. Door
eene hevige noordooster bries onhandelbaar
gemaakt, liep het stoomschip te Calais tegen
een der havenhoofden met zóóveel geweld,
dat de brug en eene der raderkasten werden
weggeslagen en er een zwaar lek ontstond
Gelukkig wist de gezagvoerder het schip nog
los te krijgen en bij het Casino op den wal
te zetten. Daar zit nu de Empress ho >g en
droog. Al de passagiers zijn er ongedeeld
afgekomen.
Het ijs heeff in Engeland reeds ver
scheidene offers geeischt. Bij Penrith zijn
twee jongelui, miss Mabel Barker en mr. C.
Marten, verdronken, de anderen werden ge
red. Te Acton schoten twee jongens onder
Zeer goed/ 9prak Georges; nu den burgerlij
ken stand der bruid.'
,Mary Noëmi Harraant, dochter van Paul Har-
mant en Noëmi Mortimer, zijne overleden echtge-
noote, geboren te New-York, den 30 Juli 1864."
/Uitstekend! Nu komt do bruidegom aan de
beurt.'
Lucien, die meende dat hij droomde, en nog
steeds aan den opgedrongen wil van Stephaan
gehoorzaamde nam het woord en dicteerde
/Jules Lucien Labroue, geboren te Alfortville
(Seine), den 9 October 1855, zoon van Jules Adri-
•an Labroue en Marie Bertier, zijne echtgenoote,
beiden overleden.'
„Dat is in orde/ sprak deadvokaat. /Deel mij
nu eens mede, welke de voorwaarden zijn van 't
huwelijkscontract, dat gij wenscht vast testellen.
En vooreerst hoe trouwt uwe dochter?"
/In volkomen gemeenschap van goederen. Dit
alleen is in 9taat den man een volkomen vertrou
wen in te boezemen. Ik schenk aan mijne dochter
een huwelijksgift van een millioen franken in
geld en geldswaarden en ken aan Lucien «en
inbrengend deel toe van een millioen, zonder de
terreinen van Alfortville mede te rekenen/
«Maar wat heb ik toch gedaan, mijnheer, om
de groote fortuin te verdienen, die gij mij aan
biedt riep Lucier. eensklaps uit.
/Wat gij gedaan hebt?" hernam Paul Har mant.
/Wel gij verzekert het geluk mijner teergeliefde
Mary 1 Is dat niet genoeg voor mij
£n dan voegde hij er nog bij
/Ook zullen wij beiden nog een contract slui
ten ter bevestiging van de vennootschap, die wij
aangaan, en de helft der voordeelen, die de zaken
afwerpen, is voor uZeg mii nietsTracht
niet te bewijzen, dat ik te veel tegenover u doe.
Doch zoo gij wilt kunt gij veronderstellen, dat
ik niets voor u verricht, maar alles voor mijne
dochter. Geef mij de hand, beste Lucien, nu is
alles in orde.'
De jonge inan drukte onwillekeurig de hand
van den grooten industrieel. Zij was ijskoud,
doch Lucien dacht er zelfs niet aan zich daar
over te verwonderen.
/Werkelijk, mijnheer/ sprak Stephaan Castel,
zgij weet u vorstelijk te gedragen. Dat verheugt
mij voor Lucien Labroue, wien gij edelmoedig
terugschenkt, wat een ellendeling hem met den
moord zijns vaders ontrukt heeft."
het ijs; een werd door den den koetsier Bum
ham met groot gevaar voor zijn eigen leren
gered.
Berlijn kan zich op het oogenblik wel be
roemen de eigenaardigste ijsbaan der wereld
te bezitten. Óp het groote terrein in het
uiterste Westen der stad, dicht bij Charlot-
tenburg, waar van de zomer de Italiaansche
tentoonstelling was, heeft men alle decoraties
eu panorama's van de schoonheden van Italië
laten staan en daartusschen eene kunstmatige
ijsbaan aangelegd. Op de kanalen van de
lagunenstad Venelie rijdt^ thans de Berlijn-
sche jeugd schaatsen, langs de Riva degli
Schiavonni, over de Piazetta en het Mar-
cusplein, draaiende om de zuil met de San
Marco-Leeuwer. en dan voorbij de ruïnes van
Rome, de trotsche zuil van Frajanus, om ten
slotte zich te mengen in het gewoel op de
dichtgevroren golf van Napels aan den voet
van den vuurspuwenden Vesuvius. Bij helder
winterweer bieden de contrasten van deze
Panorama-wereld inderdaad een zeer amusant
schouwspel, want de nabootsingen der archi
tectonische schoonheden en der natuur kleu
renpracht van het heerlijke Italië hebben het
ongunstige weder getrotseerd en de palmen-
boschjes en de bloemen aan de versierde
balcons kijken verbaasd op het gewemel der
schaatsenrijders neer, alsof zij pas uit hun
zonnig Zuiden waren overgeplant.
Zondagmiddag even voor vijven ontstond
brand in het Raadhuis te Zürich, een eer
waardig gebouw, dateereode van de jaren
1694 98. Het vuur schijntje zijn ontstaan
bij de stookplaatsen voor de centrale ver
warming op de tweede verdieping. De ver
warmingsbuizen zijn blijkbaar gaan gloeien
waardoor het hout van de publieke tribune
in de raadzaal in brand is geraakt. Te ver
geefs werden stroomen water in den gloed
gespoten het vuur breidde zich uit en be
dreigde de aangrenzende lokalen; een ver
stikkende rook vulde het gebouw. Er bleet
dus niets over, dan de tribune in elkander
te hakken, om verder smeulen tegen te gaan.
Zoo geschiedde het; met bijlen en houweelen
werd het ondergedeelte, door fraaie beschil
deringen en mooi stucadoorwerk versierd,
vernield. Toen sprongen de vlammen met
verdubbelde woede te voorschijn, doch nu
waren zij te bereiken en 't duurde niet lang
of alles was gedoofd. Het gepleisterd plafond
van de zaal werd door het water geheel
doorweekt. Een brandweerman kreeg een
ernstige wonde aan het hoofd, door een groot
stuk kalk, dat van de zoldering viel.
De vergadering van den kantonnalen groo
ten raad, die in de raadszaal zou worden
belegd, moest voor onbepaalden tijd worden
uitgesteld.
Te Monte Carlo beeft een Italiaansch
echtpaar, dat in vier dagen 260.000 francs
verloor, in een der speelzalen zich van het
leven beroofd.
Die dubbele zelfmoord maakte grooten
indruk en de speelzalen zijn tengevolge daar
van de laatste dagen slecht bezocht.
Noord-Italie en Zuid-Frankrijk worden
nog voortdurend door sneeuwstormen geteis
terd. Huizen en menschen worden onder de
lawinen bedolven en verpletterd. Het gehucht
Toen de vroegere Jacques Garaud deze woor
den hoorde, werd hij zeer bleek, doch eensklaps
boog hij zich over het papier van Georges en zoo
kwam het dat de schilder zijne bleekheid niet
bemerken kon.
//Nu is alles gereed/ sprak de advokaat, zijne
pen op tafel leggende, /indien gij althans geene
verdere beschikkingen meer te maken hebt."
//Nog eene."
/En dat is
/Lucien Labroue is uitsluitend erfgenaam van
de goederen zijner vrouw, indien ze zonder kinde
ren komt te sterven."
/Het is overbodig dit le schrijven, dat volgt
uit de gemeenschap van goederenNu zouden
wij, dunkt me, de terreinen van Alfortville
kunnen schatten."
/Twee honderd duizend franken," zeide de
millionair.
«Maar mijnheer," begon Lucien, /zij zijn niet
de helft waard.
/Wat geschreven is blijft geschreven," onderbrak
hem de industrieel. „Ik schat die terreinen min
stens op dien prijs en ik ben zeker mij niet te
vergissen."
Georges Darier legde opnieuw de pen neder
er. las dan met duidelijke stem een beknopt con
cept voor van een huwelijks contract.
Stephaan Castel luisterde, terwijl hij tevens
ter sluiks het oog op den millionair gevestigd
hield, doch het gelaat van dien man scheen thans
zoo kalm, zoo ongedwongen, dat hij onwillekeurig
andere gedachten van hem begon'te koesteren.
/Ik moet mij bedrogen hebben,* dacht hij.
«Zoo die man niet de ware Paul Harmant was,
zou hij zoo stoutmoedig niet durven optreden,
want op dergelijke wijze zou hij zich dan ai
heel licht in het verderf kannen storten. En
toch, wat er ook van zij, ik moet mijnen twijfel
trachten op te helderen.'
Van af dit oogenblik sprak men niet meer over
zaken, zoodat nu de samenspraak meer algemeen
werd.
Tegen half twaalf gaf de schilder het teeken
van vertrek.
/Mijne heeren," sprak Paul Harmant, „vergeet
niet dat de teekening van het contract hier zal
plaats hebben, heden over veertien dagen. Wij
rekenen op u voor het diner, een diner /en fa
milie," en later zal eene groote soiree gegeven
Lobache is zoodanig ingesneeuwd, dat men
de bewoners heeft moeten verlossen door
een pad te graven door de sneeuw, die soms
meer dan 10 voet hoog lag. Te Orlu liggen
nog verscheidene huizen onder eene lawine
begraven en men is bezig met pogingen om
de bewoners zoo mogelijk nog te redden. De
wegen zijn onbegaanbaar.
TORONTO, 6 Januaii. Eene groote brand
brak hedenochtend in het handelskwartier uit.
Een geheel stuk van de voornaamste straat
is vernield: daarmede ook het gebouw van
het blad de Globe. Twee spuitgasten werden
onder de puinhoopen bedolven. De schade
wordt op een millioen dollar geschat.
WAALWIJK, 9 Januari 1895.
Van heinde en verre, uit alle deelen en
uit alle hoeken van Noordbrabant, uit de
steden, de vlekken en de gehuchten, uit Budel
in het Oosten en uit Ossendrecht in het
Westen kwamen zij j.l. Zondag te Tilburg te
zamen in de N. K. Harmoniezaal. Vijf en
veertig harmoniekorpsen waren vertegenwoor
digd en dertien hadden schriftelijk bewijs van
instemming gezonden aan het comité van
initiatief, de H.H. Bressers van Dongen, de
Beer van Tilburg en Redelé van Eindhoven,
die de verschillende Fanfare- en Harmonie
gezelschappen in ons provinciaal gewest had
den opgeroepen ten einde bespreking te
houden en voorbereidende maatregelen te
nemen voor een echt Brabantsch huldebetoon
aan H. M. de koningin bij een eventueel en
zeer waarschijnlijk bezoek aan onze provincie
in den loop van dit jaar. Een bonte
verzameling van menschen was het. Daar
waren deftige, oude, bleeke heeren in stemmig
zwart costuum met hooge doppen op de kale,
glimmende koppen de jongeren in meer
moderne fantaisie pakjes met rottinkjes in de
hand en sigaartjes in den mond en blozende
boeren uit de hei, met een klak op het hoofd.
Maar bij zóóveel verschil in uiterlijk, één
gelijkheid in het hartbij allen één niet te
overtreffen liefde voor ons koningshuis en één
ongeduldig, gespannen verlangen om, al was
het dan slechts éénmaal in hun leven, gele
genheid te hebben aan die liefde voor Oranje
uiting te geven in den vorm van een open
baar huldebetoon, en liefst wel een huldebe
toon, dat een karakterestiek Noordbrabant-
schen stempel draagt. Tegen de koude van
den dag en de moeilijkheid der reis hadden
zij niet opgezien; zil waren gekomen blij en
verlangend iets, ietsjes te kunnen doen tot
het goed gelukken van het geopperde plan.
De H.H. de Beer, Bressers en Redelé zaïeu
als voorloopig comité aan de groene tafel en
de eerste riep de aanwezigen het welkom toe,
wees hun het doel eu het program van werk
zaamheid voor deze vergadering aan eu be
tuigde zijn vreugde en zijn dank er over, dat
de verwachting van het comité voor de bij
eenroeping van de verschillende korpsen niet
was beschaamd geworden.
En nu kwamen de discussie's, de vragen
en antwoorden, de beweringen en de replie
ken over de plaats, waar het leest zou ge
houden worden, over de samenstelling van
de uitvoerende en regelende commissie, over
de kosten, over het program van de feesten
enz. enz. Het was een hcele toer voor den
leider de verschillende sprekers bij de orde
te houden. Sommigen waren wel aardige
dilettanten in een zeker soort van gelegen-
wórden. Ik zal u uitnoodigingen in blanco voor
uwe vrienden toezenden."
Mary stale Lucien de hand toe, terwijl zij zeide:
/Tot morgen aan het ontbijt, niet waar?"
«Ja, mejuffrouw," antwoordde de jongman,
Mary's hand aan de lippen drukkend.
Onder dieu kus voelde juffrouw Harmant haar
hartin den boezem omspringen. Het bloed stroom
de haar naar de wangen. De oogen schitterden,
doch levens kwam er een droge hoest hare borst
verscheuren en een smartelijken zucht aan hare
lippen ontrukken.
Stephaan, Georges en Lucien staarden haar met
diepen weemoed aan.
'tWas droevig deze jonge dame aan te zien,
die het geluk thans voor 't grijpen meende te
hebben en niet den verschrikkelijken hinderpaal
ontwaarde, die er tusschen haar en dit geluk lag:
den dood.
Men nam afscheid.
Paul Harmant, die thans alleen met Mary wa9
overgebleven, stak haar de armen toe.
«Eindelijk zijt gij dan toch gelukkig, niet waar,
vroeg hij.
,Ja, vader, zeer gelukkig, eindeloos gelukkig.'
antwoordde het kind, dat nu niet meer hoestte,
„Mijne vreugde is al te groot, al te levendig!.
Zij begint mij te pijnigen. Ik heb behoefte aan
rust."
/Ga rusten, liefste kind. De slaap zal u goed
doen. Al die hevige ontroeringen zijn niet goed
voor u. Doch aan dat alles is thans een einde
gebracht en het oogenblik van een rustig geluk
nadertdaar Lucien nu spoedig uw man zal zijn...
Ga, liefste, ga wat slapen."
De millionair omhelsde zijne dochter, stak het
concept-co tract in den zak, dat Georges Darier
had opgeschreven en trad zijn kantoor binnen.
Zoodra hij de deur achter zich gesloten had,
veranderde eensklaps de uitdrukking van zijn
gelaat, alsof op dit oogenblik hem een masker
van de oogen viel.
Hij liet zich op een zetel nedervallen.
/Wat heb ik dan nog te vreezen en welk nieuw
gevaar kan mij bedreigen mompelde hij met
ontmoediging. /Op 't oogenblik, dat Lucien La
broue in mijne familie treedt, op 't oogenblik
dat ik in zijn hart alle liefde gedood heb voor
Lucia Fortier en tusschen haar en hem een on-
overkombaren afgrond gegraven hebop het
heids-welsprekendheid: gladjes en netjes rijg-
den zij hunne banale phrasetjes aaneen en
stieten die dan met klem en kracht uit hunne
longen. Natuurlijk, er waren ook vervelende
zeurkousen, wier lamlendige zinnen struikelend
et strompelend tot de 'ooren kwamen van de
ongeduldige toehoorders, en die ieder oogen
blik het woord vroegen om nog een „be-
hartenswaardigen wenk" te mogen geven
a.an het bestuur.
Eén scheen gekomen, mede om het moe
derschap op te eischen voor het denkbeeld
der feestviering: uit hem onder den pseu
doniem Pugno, naar ik verstond -- was
in een plaatselijk blad het idéé geboren van
de wijze, waarop Noordbrabant Hare Ma
jesteit moest huldigen. Het verbaasde hem,
dat het voorloopig comité daarvan bij zijn
oproeping geen melding had gemaakt. En
zoo ging het uit den treure. Maar het moet
tevens gezegd in al dat manke en ridicule
en saaie, dat men te hooren kreeg, lachte de
belangstelling en de lietde voor het welslagen
van het feest. En dit maakte alles goed.
Eindelijk was het bestuur voor de regeling
geformeerd. Het bestaat uit de H.H.
De Beerpres. van de N. K. Harmonie te
Tilburg, voorzitter
Bressers, pres. ecner Harmonie te Dongen
comms.
Redelé, pres. eener Harmonie te Eindhoven,
comms.
Timmermans-Van Turenhout, p-es. eener
Harmonie te Waalwijk, comms.
Smeels, pres. eener 1 larmonie te Oosterhout,
comms., terwijl als secr. en penningmr. van
dit comité zuilen fungeeren twee bestuursle
den van eerstgenoemde harmonie. De kosten
voor het feest worden geraamd op 3000
gulden waarvan men trachten zal de eene
helft te verkrijgen van wege de gedeputeerde
staten van Noordbrabant en de andere helft
van het gemeentebestuur te Tilburg, de plaats,
door de overgroote meerderheid der gezel
schappen aangewezen voor het feest. Het
terrein, waar de eigenlijke huldebetooging zal
plaats hebben, is het plein op de „Veldhoven,"
waarvolgens overgelegde teekening, een
fraaie koninklijke loge zal worden opgesteld.
Het programma der festiviteiten luidt
1. Optocht van alle deelnemende harmo
niekorpsen van den Heuvel naar het feest
terrein.
2. Gezamenlijke uitvoering van het Wil
helmus" op de oude toonzetting.
3. Uitvoering vau het feestnummer ge
componeerd door den heer Jos. Kessels.
4. Défilé voor de koningin, wanneer elk
gezelschap op tien schreden vóór de konink
lijke loge, een eigen gekozen nummer begiut.
5. Uitreiking der verguld bronzen herin-
nerings-medailles, die aan de eene zijde den
beeldenaar zullen toonen van H. M. de
koningin.
Bij het sluiten der vergadering noodigde
de heer De Beer de aanwezigen uit tot
bijwoning van het armenconcer:, dat's avonds
door de N. K. Harmonie gegeven zou worden.
Van die welwillende uitnoodiging werd door
verschillenden gebruikt gemaakt.
Hoe het met het pontveer te Dron-
gelen gaat
»'t Is ellende zonder ende." Verbeeldt u,
np.dat de petroleuin-motor van zijne alledaag-
scheanderendaagsche of derdendaagsche
koorts zoowal genezen was, volgens verzeke
ring van deskundigen »komt een andere
macht de geregelde overtocht verstoren n.l.
de ingevallen vorst. De kabel met sneeuw
en ijs omschorst verdraait het om de draai
schijven te doen draaien. Van de draaierij
oogenblik dat zijn huwelijk met mijne dochter
mij weer alle macht in handen geeft," ben ik nog
niet gerust! Waarom komt mij nu nog het ijse-
lijk spook bedreigen, dat Jeanne Fortier heet....
Die schilder kent Jeanne zeer goed. Hoe zou hij
anders zulk welgelijkend portret van haar gemaakt
hebben Jeanne Fortier uit de gevangenis ont
snapt, zou hem kunnen ontmoeten! Hij zou haar
kunnen herkennen!... Door zijne bemiddeling
zou zij met Lucien in betrekking kunnen treden
en wie weet of deze haar niet reeds gezien heelt.?..
Die vrouw, waarvan hij gesproken heeft, die
brooddraagster, die Lise Perrinwelke zulke
bijzondere gelijkenis toont met Jeanne, wie weet
of zij niet werkelijk Fortier's weduwe is, die zich
onder een valschen naam verbergt Wat 1 Zou
Jeanne zoo dicht in mijne nabijheid leven! Dan
kan zij elk oogenblik van den dag een groot
gevaar voor mij worden... Zal ik dan nooit meer
eene volkomen rust genieten Zal angst en schrik
steeds mijnen slaap blijven storen?"
Paul Harmant stood van zijn zetel op.
„Angst?" herhaalde hij. „Maar dat is dvvaasheidl
Waarom zou ik angst hebben? Ik heet Paul Har
mant, en ik heb papieren, die volkomen in orde
zijn, welke ik eenieder kan voorleggen, die zich
vermeten durft mij toe te voegen: Gij zijt Jacques
GaraudJacques Garaud is dood.,. Slechts
een enkel persoon is op de hoogte van den toe
stand, en dat is Ovidius, en OviJius is door mis
daad en eigenbelang te nauw aan mij verbonden
om ooit tegen mij te kunnen getuigen Kooi
kom! 'tZou al te dwaas zijn iets te vreezen I
Voor niemand heb ik eenigen angst te koesteren!"
Drie en twintigste hoofdstuk.
Toen Lucien Labroue de Murillostraat verliet,
leunde hij op den arm van Stephaan Castel.
„Ach, mijnheer/ vroeg hij op ontstelden toon,
„wat hebt gij toch gedaan? Waar hebt gij mij
heengeleid
„Waar gij weigerdet heen te gaan, dierbare
vriend, waar de fortuin u wacht," antwoordde
de schilder zoo eenvoudig mogelijk.
„Ik kan toch dat stervend kind niet huwen?"
„Geen overdrijving, goede jongen I Mejuffrouw
Harmant kan genezen."
/Gij weet wel, dat dit niet mogelijk is."
Wordt vervolgd.