BUITENLAND.
Frankrijk.
Engeland.
Duitschland.
Italië.
Korea.
Amerika.
BINNENLAND.
Het Veer te Drongelen.
veel attenter, toen Ribol op de tribune was.
Bij de eerste stemming, waaraan het minis
terie zich had te onderwerpen, die over den
voorrang toe te kennen aan de motie-Goblet,
onthielden zich een goede honderd leden. Bij
de stemming over de door de regeering aan
vaarde motie van Chaudey eu eenige collega's
werden slechts 405 stemmen uitgebracht
waarvan 329 ten gunste van Ribot. Het is niet
veel meer dan spelen geweest dat de kamer
heett gedaan. Zonder de minste moeite, de
meeste keeren met opsteken der handen
werd ook aangenomen het voorstel tot uit
vaardiging eener uitgebreide amnestie, waar
van Ribot de indiening in zijn antwoord had
aangekondigd en dat Trarieux met een paar
woorden ter inleiding op het bureau der
kamer pederlegde. De misdaden van aan
slagen en samenspanning tegen de inwendige
veiligheid van het rijk, het geval Rochefort
en de overtredingen en misdrijven, begaan
door middel der drukpers, bij voorbeeld het
geval Gérault Richard, bij gelegenheid van
verkiezingen en gedurende eene werkstaking,
vallen alle onder de amnestie.
De senaat schijnt minder ingeuomen met
dezen maatregel. Ten minste toen Poincaré
aan de eerste kamer mededeelde, dat mis
schien reeds heden het betrekkelijk voorstel
haar zou kunnen bereiken, besloot de senaat
in een bui van Oost Indische doofheid eerst
Donderdag weder bijeen te komen.
Id Duitschlan<J is de politieke gebeurtenis
van den dag, dat de centrumspartij, die zich
tot nog toe tegenover de Umsturzvorlage zoo
afwerend gedroeg, toeschietelijk wordt, zoodat
reeds van een „omvallen" van het centrum
gesproken wordt en de liberalen het verbond
tusschen centrum, conservatieven en nationaal-
liberalen reeds beklonken achten. Welke
prijs de regeering daarvoor aan het centrum
betalen zal, zweeft nog in het duister. Men
vermoedt o. a. concession op het stuk van
het onderwijs.
Toen in de rijksdagscommissie beraadslaagd
werd over een der zoogenaamde kaoetsjoek-
paragrafen van de Umsturzvorlage,handelende
over de bestraffing vau degenen, die zekere
misdrijven en misslagen aanprijzen of als
geoorloofd voorstellen, legden de leden van
het centrum zich neer bij de opvatting, door
de nationaal liberalen in den geest der re
geering voorgeslagen, zullende nl. strafbaar
zijn eene voorstellingdie geschikt is tot
navolging op te wekken. Het centrum de
nationaal liberalen en conservatieven namen
deze wijziging aan tegen de stemmen der
vrijzinnigen en sociaal democraten. Bovendien
stelde een centrumslid voor ook het aanprij
zen van duel en echtbreuk te straffen. Hier
over wilde de commissie zich nog eens be
slapen. Van conservatieve zijde werd ver
langd, dat de paragraaf zoo opgevat werd
dat zij b.v. ook de opvoering van Haupt-
mann's Weber zou verbieden.
Op het oogenblik worden de gemoederen
meer door dit omvallen van het centrum
bewogen dan door de bedreiging van Von
Levetzow om voorgoed het voorzitterschap
van den rijksdag neder te leggen en zelfs
eene herkiezing af te wijzen, als de rijksdag
de disciplinaire bevoegdheid van den voor
zitter niet uitbreidten hij niet toelaat dat
door een besluit der meerderheid weerbarstige
leden voor den duur der zitting van de ver
gaderingen uitgesloten kunnen worden.
rondloopt onder den naam van Lise Perrin, en
dat men zeker haar of haar spoor vinden kan
bij hare dochter Lucia op de Bourbonkade, no. 9.
T Is zelfs niet noodig dat dit briefje geteekend
wordt.'
♦Onmogelijk antwoordde Jacques Garaud. Dat
briefje zal ik niet schrijven.'
„En waarom niet?'
„Omdat men niet zou nalaten mij Jeanne's ar
restatie toe te schrijven.'
„Wie zou dat doen
„Georges DarierIk wilde haar in zijne wo
ning doen arresteeren, doch hij beschermt die
vrouw en heeft zich tusschen mij en haar gesteld.'
„Zoo, zoo Beschermt haar die ellendige advo-
kaat? Dat moet een zonderling toeneel geweest
zijn!Slel mij een6 op de hoogte."
Paul Harmant deelde hier mede wat onze lezers
reeds lang weten.
Ovidius toonde blijkbare teekenen van onge
duld, eu was niet op zijn gemak.
„Nu moet gij begrijpen," ging de millionair
voort, „dat wij niet kunnen doen wat gij van
]lan waart; dat zou al te onvoorzichtig zijn.
Georges Darier zou bij 't vernemen van Jeanne's
arrestatie, waarvan de bladen onmiddellijk gewag
zouden maken, op hetzelfde oogenblik begrijpen,
dat die van mij uitgaatReeds moet hij zeer
zonderling gevonden hebben wat ik bij hem wilde
doen. Zeker zou er argwaan in zijn geest rijzen.
En Jeanne zou aan alle nasporingen kunnen ont
snappen, want wellicht is zij nu op hare hoede,
en bij hem een toevluchtsoord en bescherming
gaan vragenLucia kan Lucien Labroue, haren
vroegeren verloofde, gaan opzoeken en zich met
hem naar den advokaat begevenIk weet niet
wat er gebeuren kan. Ik zie niet helder in deze
zaak, doch ik heb een voorgevoel, dat ik met
het grootste gevaar bedreigd wordt, en mijn voor
gevoel bedriegt mij gewoonlijk niet. 'tls alsof
rondom mij en tegen mij zich een verbond vormt,
dat van dag tot dag, van uur tot uur dreigender
wordtLucien Labroue gelooft aan Jeanne For-
tier's onschuld, hij twijfelt aan Jacques Garaud's
doodDe advokaat Georges Darier, de neef van
den pastoor, bij wien Jeanne gearresteerd werd,
is van hetzelfde gevoelen en de schilder Stephaan
Castel ook al. Zij allen achten Jacques Garaud
nog in 't leven en zijn overtuigd dat Jeanne For
tier onder de straf gebukt gaat, die hij zou moe
ten ondergaan."
„Maar waarmede bemoeien zij zich toch mom
pelde Soliveau.'
Wordt vervolgd.
De dood van Nicolaas Karlovltsch Von
GiersRuslands kanselier en opvolger van
Gortschakoff, zal betreurd worden door zijn
vrienden in de diplomatieke wereld; er zullen
biografieën aan hem worden gewijd, zooals
aan elk openbaar persoon, doch wijzigingen
in Ruslands politiek zullen niet het gevolg zijn
van zijn overlijden zelfs de mogelijkheid
daarop wordt niet eens besproken om de
eenvoudige reden, dat ze er niet is. Gedurende
de dertien jaren, dat Von Giers belast was
met de buitenlandsche aangelegenheden van
Rusland, is hij onafgebroken en onverander
lijk geweest de zeer getrouwe en zeer ge
hoorzame uitvoerder van 's czaren bevelen.
Zooals Von Giers geweest is voor Alexander
IIIzoo zou hij ook gebleven zijn voor
Nicolaas IIde getrouwe uitvoerder van den
wil des alleenheerschers en alle verhalen
over Von Giers antipathie tegen Frankrijk
en sympathie voor Duitschland, zijn door de
werkelijkheid gelogenstraft de sympathieën
van zijn meester waren evenzeer ook de zijne,
als diens antipathieën en dat kon ook ge
makkelijk zoo zijn orndat hij geen eerzuchtig
man was of ten minste geen persoonlijkheid.
Hij kon moeielijk vallen voor een meening,
waarvoor h'j nimmer gestaan had; diplomaat
was hij meer dan staatsman. In het begin
van het achtste decennium dezer eeuw (1881
en 1883) werden in verband met zijn reizen
naar Berlijn, Weenen en Friedrichsruhe, al
lerlei geruchten verspreid over zijn voorliefde
voor Duitschland en men begon te fantaseeren
over een nieuw drievoudig verbond en over
Frankrijks isolement, terwijl het juist tien jaar
later tusschen Frankrijk en Rusland tot een
toenadering kwam, welke geleid heeft tot
een coalitie tusschen deze beide rijken, waar
mee de triple-alliantie alleszins rekening heeft
te houden.
Ware Von Giers nu de tegenstander van
Frankrijk geweest, dien sommige Duitsche
bladen wel eens in hem hebben gezien, dan
zou immers die toenadering tusschen de Repu
bliek in het Westen en het Czarenrijk in het
Oosten, het eind zijn geweest van Von Giers
regime, want een keizer van Rusland, een
potentaat als Alexander III was, duldt geen
tegenspraak en geen verschil van meening
bij zijn eerste dienaren.
Von Giers is een heel zeldzaam feit in
Rusland gestorven als minister, na 57
jaren rijksdienst en wat eigenlijk nog meer
is en getuigt voor den raensch Von Giers
hij is arm gestorven
Maandag meldde de telegraaf het overlijden
van den laatsten Maarschalk van Frankrijk
Francois Certain Canrobert, lid van den se
naat. De eerste opleiding voor zijne mili
taire loopbaan ontving hij op de militaire
academie te Saint Cyr, die hij in 1828 verliet
met den rang van tweeden luitenant. In 1835
ging hij scheep naar Algiers waar hij deel
nam aan de expeditie van Mascara, verschei
dene gevechten medemaakte, gewond werd,
om als kapitein, met het roode lint van het
Legioen van Eer op de borst, in 1839 naar
Frankrijk terug te keeren. Daar werd hem
de opdracht gegeven, uit de overblijfselen der
Carlistische benden een bataljon te vormen
voor het vreemdenlegioen. In 1841 was hij
wederom in Afrika terug en onderscheidde
zich door zijne koelbloedigheid en energiek
optreden in de gevaarvolle expedities die
hem werden toevertrouwd toen hij in 1849
naar Frankrijk werd teruggeroepen benoemde
Lodewijk Napoleon hem dadelijk tot generaal
en verbond hem als ordonnans aan zijn per
soon. Te Parijs onderscheidde Canrobert
zich door de energieke wijze waarop hij alle
pogingen tot verzet na den staatsgreep wist
te onderdrukken. Toen in 1854 de oorlog
met Rusland uitbrak, kreeg Canrobert het
commando over de 1ste divisie van het Orient-
leger. In den Krimoorlog voerde hij bij het
beleg van Sewastopol een tijdlang het opper
bevel en spoedig daarop, 18 Maart 1856
volgde zijde benoeming tot maarschalk van
Frankrijk.
In deze hoedanigheid maakte hij den veld
tocht naar Italië mede; heldhaftig was zijn
gedrag in den slag bij Magenta en bij Sol-
ferino was de overwinning aan eene door
hem uitgevoerde manoeuvre te danken.
In den Fransch—Duitschen oorlog stelde
hij zich onder de bevelen van maarschalk
Bazaiue en vocht de veldslagen bij Metz
mede. De capitulatie van 29 October maakte
hem krijgsgevangene en eerst na het sluiten
van den vrede betrad hij weder den vader-
landschen bodem.
Op aandrang zijner Bonapartistische vrien
den stelde hij zich toen candidaat in het
departement Lotdat hij gedurende eene
reeks van jaren vertegenwoordigde.
In den trein tusschen Fontainebleau en
Thomery werd plotseling een der reizigers
door een vlaag van waanzin overvallen. Hij
trok een revolver en vuurde zes maal op zijne
medepassagiers, waarvan hij er drie verwoud-
de, terwijl eene dame onmiddellijk gedood
werd. Aan het eerstvolgend station werd de
krankzinnige door de politie onschadelijk ge
maakt.
Het stormweder veroorzaakte weder vele
zeerampen. Een ernstige aanvaring vond
plaats nabij Dungeness tusschen de Trans
atlantische mailstoomers Schiedam en Michi
gan. De eerstgenoemde verliet op 8 dezer
New York naar Amsterdam met zeventig pas
sagiers. Hare reis werd vertraagd door noord
oosten stormen, De Schiedam wachtte op
de Hollandsche, tc Dungeness hoofdkwartier
houdende loodsen, toen de Michigan tusschen
de Schiedam en de kust wilde doorvaren,
hefgeen de Schiedam te laat bespeurde. Haar
kapitein liet achteruitstoomen, maar dit voor-
'kwam de botsing niet. De Michigan voer
met volle kracht tegen bakboordzijde der
Schiedam aan, makende enorme gaten tot
aan de waterlijn, waardoor het voorschip vol
liep. Een van de Schiedam's ankers werd
tieu voet naar binnen gedrukt. De kapitein
der Michigan bood bijstand aan, waarvoor de
Schiedam bedankte. De kapitein der Schiedam
liet de scheepssloepen klaarmaken, maar dit
bleek onnoodigdaar de bemanning er in
slaagde de gaten te dichten, terwijl de wa
terdichte beschotten gesloten bleven. De
passagiers bleven vrij van paniek. De Schie
dam stevende naar Boulogne, waar zij Zondag
ochtend aankwamzullende zij Maandag
dokken en gedeeltelijk lossen, waarna zij naar
Amsterdam gaat tot verdere reparatie. De
weersgesteldheid was helder, terwijl beide
stoomers hunne lichten vertoonden. De aan
varing wordt aan de, met de voorschriften
strijdige, tusschendoorvaring van de Michigan
geweten, wier schadebeloop onbekend is.
De Times verneemt uit Teheran, dd.
25 dezerDe eerste schok van aardbeving
werd 's middags van den I7n te Koesjan
gevoeld. In drie minuten lag de stad omver.
Zeshonderd menschen lagen onder de puin-
hoopen der moskee bedolven; nog eens zes
honderd in verschillende badinrichtingen. Drie
dagen lang was er geen eten te krijgen. De
overlevenden leden onbeschrijfelijk. Velen
kwamen van ontbering om. Sedert den 17n
herhaalden de schokken zich dagelijks. Daarbij
was het vinnig koud. Russische doctoren zijn
van Askabad onder weg.
Keizer Wilhelm heeft Zondag zijn 36sten
verjaardag gevierd, waartoe, naar men weet,
bijna alle regeerende Duitsche vorsten waren
overgekomen.
Von Bismarck echter kwam niet over. Voor
later heeft hij zijn bezoek weer eens toegezegd
en de keizer stelt zich ook voor nogmaals
naar Friedrichsruhe te komen.
Als verjaarsgeschenk is den keizer o. a
namens den Japanschen Mikado overhandigd
de keten bij de ridderorde van den Chry
santhemum. Bijzondere waarde wordt aan
deze onderscheiding toegekend, daar tot nog
toe deze keten alleen door den keizer van
Japan gedragen werd en keizer Wilhelm de
eerste is, die haar ontvangt.
Op eigenaardige wijze heett de keizer zelf
zijn feest vastgeknoopt aan de in dit jaar
vallende gedachtenisviering der roemrijke
feiten van voor 25 jaren, in 1870, toenZ.M.
nog maar een elfjarige knaap was.
De keizer richtte namelijk eene kabinets
order tot het leger, waarin er aan herinnerd
wordt, dat het dit jaar de 25ste viering zal
wezen van de gedenkdagen uit den onver
gelijkelijk roemvollen oorlog, die aan het
vaderland opgedrongen, in bondgenootschap
van alle Duitsche vorsten en stammen ge
streden is, en die den onwrikbaren grondslag
gelegd heeft voor Duitschland's grootheid en
welvaart.
Ter gelegenheid daarvan verordent nu de
keizer, dat, zoo dikwijls van 15 Juli 1895
tot 10 Mei 1896 de vaandels en standaards
worden ontplooid, waaraan keizer Wilhelm I
naar aanleiding van roemrijke feiten uit den
oorlog onderscheidingen verleend heeft, gelijk
mede de eerste stukken van de betreffende
batterijen versierd moeten worden met ei
kenloof. De keizer neemt voorts de gelegen
heid waar de soldaten er aan te herinneren,
dat tot dergelijke daden slechts de vreeze
Godstrouw en gehoorzaamheid in staat
stellen.
Eene tweede kabinets-order, in eene extra-
uitgave van den Reichsanzeiger opgenomen,
en gericht tot den magistraat en den raad
van Berlijn, houdt iu, dat de keizer, ter ge
legenheid van het 25jarig feest, als teeken
zijner genegenheid voor de stad en ter ge
dachtenis aan het roemrijk verleden des va
derlands, der stad een Ehrenschmuck wenscht
te stiften.
Dat eere geschenk zal bestaan in eene reeks
van marmeren standbeelden, op te richten in
de Siegesallee van den Thiergarten, van al
de vorsten van Brandenburg en Pruisen tot
keizer Wilhelm I, met daartusschen beelte
nissen der mannen, die zich in die tijden
bijzonder onderscheiden hebben soldaten
zoowel als staatslieden of ook eenvoudige
burgers. De kosten daarvan neemt de keizer
geheel voor zijne rekening.
In Italië moet men op konings verjaardag
(14 Maart a.s.) een algemeene amnestie voor
de veroordeelden wegens de jongste onge
regeldheden op Sicilië te wachten hebben.
In Calabrie, waar men nog zucht onder
de gevolgen der jongste aardbeving, heeft
men nu grooten last van de wolven, die bij
de eerste sneeuw uit de bosschen kwamen
en zich lot in de dorpen vertoonen. Te
Bruzzano o. a. zijn een aantal schapen door
wolven verslonden.
Door Z. H. den Paus is eene Encyclica
gericht, meer bepaaldelijk tot het Episco
paat en de geloovigen der Vereenigde Staten
van Amerika.
De Paus geeft daarin een overzicht van
de wijze, waarop de Nieuwe Wereld werd
geëvangeliseerd en hoe dit een der eerste
zorgen van Columbus geweest is. De zending
onder de Indianen wordt vervolgens aanbe
volen, terw jl het stuk eindigt met eene aan
sporing tot eendracht onder de katholieken
der geheele wereld.
Uit Sjanghai wordt gemeld dat men eene
volledige insluiting van Wei-Hai-Wei verwacht
tegen het einde dezer week. Tot dusver
hadden alleen schermutselingen plaats. De
Japansche vloot in de Sjantsengbaai omvat
twintig, alle tot landing van geschut bekwame
oorlogschepen, negentien transportschepen en
twintig torpedobooten. Vele vreemde oorlogs
bodems zijn aldaar, alsook te Tsjèfoe, hetwelk
de Japanners thans niet voornemens heeten
te bezetten. Zij zouden alleen de achter de
stad gelegen hoogten willen bezetten, teneinde
de Chineezen een uitval tegen de Japansche
gemeenschapslijnen te beletten.
Over den strijd, die thans te Brooklijn ge
voerd wordt, kunnen wij nog het volgende
mededeelen In 1889 deed een consortium
van financiemannen alle mogelijke moeite,
om concessie te verkrijgen voor electrische
trams en ondanks de hartstochtelijke oppo
sitie van de groote meerderheid der bevolking,
behaalde het de overwinning, en kreeg het
de voorsteden. Den 22 December 1891 gelukte
het, ook de binnenstad van den gemeenteraad
te verkrijgen. De mayor sprak eerst zijn veto
uit, doch na zes maanden, wist de raad door
een tweede besluit dit veto krachteloos te
maken. Sedert dien tijd heerschte het tram
consortium oppermachtig; de wagens gingen
in volle vaart door de drukke straten, zoodat
in 1893 85 menschen gedood en 500 gewond
werden waardoor de haat der bevolking na
tuurlijk steeds toenam. Toen dus de beambten
staakten, stond de bevolking dadelijk op hun
zijde en zoo ontstond een hevige strijd
tusschen het grootkapitaal en de bevolking.
De raad is op de zijde der werkstakers; den
22 werd een besluit genomen, waarbij der
maatschappij verboden werd arbeiders aan
te nemen, die niet sedert een maand in de
stad woonden, terwijl acht dagen vroeger
bepaald was, dat de nieuwe geëmployeerden
althans drie maanden in het graafschap New-
York moeten gewoond hebben.
WAALWIJK, 30 Januari 1895.
Pas één nachtje had het gevroren, bieren
daar vertoonde zich wat ijs op de nieuwe
rivier, en de dienst met de pont op het veer
te Drongelen werd gestaakt. Dit was Zondag
ochtend. Rij- en voertuigen, die naar de
overzijde wilden, moesten den omweg langs
Heusden maken. Dit veroorzaakt niet alleen
veel tijdverlies maar ook is er soms geldelijke
schade aan verbonden. Dit ondervond Maan
dag Dirk Millenaar, landbouwer, Baan,Dussen.
Hij kwam met een vracht erwtenwelke hij
aan een handelaar te Waalwijk op een be
paalden tijd moest leveren, aan 't veer. Daar
werd hem gezegd, dat met de pont niet geva
ren werd. Misschien zou men de vracht wel
bij gedeelten met het bootje overzetten maar
dat kon den heelen dag wel duren. Millenaar
kon zoo lang niet wachten hem bleef dus
niets anders over dan de route over Heusden.
Hiermede was echter een uur of vier ge
moeid en dit kon of wilde hij van zijn paard
niet vergen. Hij zette het op stai|en huurde een
ander om zijne vracht verder te vervoeren.
Hierdoor is dus de eventueele winst op zijne
levering zeker in beduidende mate afgenomen.
Veroorzaakt het staken van den dienst met
de pont veel ongerief en nadeel, zeker zou dit
eenigermate verminderd worden als de
veerlui zieh beijverden om de toch reeds zoo
teleurgestelde passagiers voorkomend en met
deu grootst mogelijken spoed voort te helpen.
Dit schijnt echter niet het geval te zijn, veeleer
het tegendeel.
Zoo kwam Zondag ochtend omstreeks 8
uur Willem Wijmbelt,woonachtig te Drongelen,
met zijn maat aan 't veer om overgezet te
worden. Zij wilden reeds in 't bootje stappen
toen de kapitein (we wisten niet dat er iemand
met dien rang aan 't veer verbonden was)
hun vertelde, dat er nog niet gevaren werd
want hij moest eerst een boterham gaan eten,
wat dan ook gebeurde, terwijl genoemde per
sonen konden blijven wachten; hoelang dat
geduurd heett, wisten zij met geen mogelijk
heid te bepalen.
Dien zelfden dag stond iemand aan de
eene zijde al een twintig minuten te wachten
als eindelijk het bootje van de overzijde
afstak. Toen hec een gedeelte van den weg