Nummer 18.
Zondag 3 Maart 1895,
18e Jaargang
ewijcf aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen»
II
ANTOON TIELEN,
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
FEUILLETON.
Spanje.
Engeland.
Duitschland.
UITGEVER:
"Waalwijk.
Dit blad verschijnt Woensdag en Zaterdag avond.
Abonnementsprijs per 3 maanden/1,00.
Franco per post door het geheele rijk f 1,15
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever.
Advertentiën 17 regels 0,60 daarboven 8 cent per regeL
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien3 maal ter plaatsing
opgegeven, worden Smaal berekend. Advertentiën voor Duitscb-
land worden alleen aangnomen door het advertentiebureau van
Adolï Steinbr, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Op de Schelde, bij Antwerpen, is Maandag
avond een treurig ongeluk gebeurd. Een
bootje waarin zes personen door twee roeiers
de rivier werden overgezet, is tegen een
stoomboot aangevaren en tusschen dat vaar-
i :n de ijsschotsen verbrijzeld. Van de
^Varenden wisten er twee op de stoomboot
te klimmen. De overigen vielen in het water,
maar zij werden door spoedige hulp gered
op i na, een zesjarig knaapje, dat verdronk.
Een nan, die op een ijsschots een toevlucht
had gezocht, dreef daarop rond, totdat hij
bij de Rijnkade door een beambte der douane
aan land werd gebracht.
„Wie heeft Carnot laten dooden is de
titel van een artikel van Jean De Bonnefon
in hef Journal, waarin zware beschuldigingen
uitgesproken worden tegen den vroegeren
premier Dupuy. Deze moet ongeveer 200
brieven, waarin het leven van Carnot bedreigd
werd ontvangen hebben. Hij heeft dus
btpaald geweten, dat de anarchisten iets tegen
Carnot in het schild voerden en had andere
maatregelen moeten nemen en vooral ook
Carnot niet onwetend moeten laten van het
gevaar, dat hem bedreigde. Verder doet de
schrijver nog deze vragen: Is het waar, dat
twee maanden vóór de misdaad honderden
dreigbrieven of waarschuwingen aan het adres
van mevrouw Carnot achtergehouden zijn? Is
het waar, dat de koningin regentes van Spanje
persoonlijk een telegram aan mevrouw Carnot
gezonden heeft, waarin voor het gevaar ge
waarschuwd werd, dat den president bedreig
de De koningin liet later onderzoeken, of
het t legram niet ontvangen was cn toen
verklaarde Dupuy, dat de mededeeliug niet
aan liet adres verzonden was, omdat men de
arme mevrouw Carnot niet wilde verontrusten.
Vaar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant
152
„Hebt gij onaangenaamheden opgedaan
«Ik ben zeer ontnuchterd. Doch 't was niet voor
mij persoonlijk, dat ik de wereld rondliep, maar
voor anderen. Het gold Lucien Labroue, Jeanne
Fortier, Lucia Fortier en Paul Harmant."
„Zoo 1 Gold 't Jeanne Fortier herhaalde Geor
ges zeer verwonderd. „Het is ook om over haar
te spreken, dat ik gedurende uwe afwezigheid
dagelijks bij u ben geweest.*
„Hebt gij iets nieuws ontdekt
„Ik heb Jeanne Fortier zelve gezien?' riep de
schilder, met de grootste verbazing.
„Ja."
„En waar dan toch
„Vijf dagen geleden is zij hier geweest, hier,
in dit vertrek, op de plaats waar gij thans ge
zeten zijt,"
„HierEn hoe is dat geschied Wie heeft u
gezegd, dat zij het was?"
A-llet toeval.'
//Ik kan dat raadsel niet ontcijferen. Verklaar
u nader."
Georges verhaalde zijn gewezen voogd het be
zoek der brooddraagster, toen zij hem door haar
gevonden papieren kwam terugbrengen, die hij
op straat verloren had, om tevens hem te raad
plegen over Harmnnt's en Mary's handelen ten
opzichte der arme Lucia.
„Weet zij dat Lucia hare dochter is?' onder
brak hem Stephaan.
„Ja, dat weet zij; ik verzeker het u."
„Heeft zij u gezegd, dat zij Jeanne Fortier is?"
„Neen, doch ik heb het geraden, even als Panl
Harmant het raadde.'
Stephaan Castel werd meer en meer ontsteld.
„Wat! Heeft Paul Harmant haar ook ontmoet?»
»/Ja."
^Heeft hij haar herkend? En hoe geschiedde dat?'
Is het, eindelijk waar, dat de moeder van
den president een telegram ontvangen heeft
van den volgenden inhoud Waak over uw
zoon, mevrouw, indien gij niet wilt. dat hem
een ongeluk overkomtWas geteekend
Mauclerc.
Niet lang na Maandag middernacht
toen er nog slechts een tweehonderd toe
schouwers aanwezig waren om het dansen te
bewonderenis er brand ontstaan in het
welbekende Casino de Paris in de rue de
Clichy. De geoliede en geverniste walvisch,
op wiens rug een klein theater was opgericht,
vatte vuur en in een oogenblik stond de zaal
in brand. Zeer spoedig was de brandweer
aanwezig, zoodat de aangrenzende Pole Nord
en het Nouveau Thé&tre geheel ongedeerd
bleven. Vele artisten van het Casino verloren
hun meestal niet verzekerde werktuigen; van
den walvisch is niets overgebleven. Paniek
ontstond nergens; alleen even in het Nouveau-
Thé&tre, waar danseressen en Chineezen zich
in bonte verwarring langs de boomen van
den tuin naar beneden lieten glijden. On
gelukken van beteekenis hadden niet plaats;
alleen eenige verwondingen door het springen
van glasruiten.
Op Cuba is het tot ongeregeldheden ge
komen waarschijnlijk tengevolge van de
agitatie der separatisten, die wanhopig ge
worden zijn tengevolge van de koloniale
hervormingen, die door het Spaansche par
lement goedgekeurd zijn en waardoor de
banden, die de kolonie met het moederland
verbinden, hechter worden. De gouverneur-
generaal heeft de door de grondwet gewaar
borgde rechten geschorst en de krijgswet
afgekondigd, om zoo de separatistische ben
den te krachtiger te kunnen bestrijden. De
ministerraad heeft de genomen maatregelen
goedgekeurd.
Niettegenstaande het telegram over den
opstand op Cuba schijnt het daar nog lang
niet rustig te zijn. Van de twee afdeelingen
„Door de wijze, waarop zij Lucia's zaak be
pleitte. Eene moeder, die hare dochter verdedigt,
kan alleen dergelijk accent aanvoeren."
„Heeft Jeanne Fortier Paul Harmant herkend?'
„Dat kon moeilijk. Het was de eerstemaal dat
zij hem ontmoette."
De schilder greep met beide handen naar zijn
voorhoofd.
„Mijne verdenkingen brachten mij dan bepaald
op een dwaalspoor," riep hij uit. Wf-t gij mij
daar mededeelt is er een duidelijk bewijs van."
„Gij hadt verdenkingen En tegen wien
„Tegen Paul Harmant."
„Ik twijfelde er aan. Uwe geheimzinnige woor
den hadden het mij doen vermoeden. Wat ge-
loofdet gij dan
„Dat Paul Harmant Jacques Garaud was, Jules
Labroue'8 moordenaar!'
Zesendertigste Hoofdstuk.
„Hij, Jacques GaraudI Ilij Jules Labroue's
moordenaar!' herhaalde Georges door deze ver
klaring hoogst ontsteld.
En aan vroeg hij na enkele oogenblikken
„Maar wat deed u dat veronderstellen P"
„Alles en niets," antwoordde Stephaan. „Het
kwam mij voor dat de persoon van Paul Hermant
als in een geheimzinnig waas is gehuld. Zijne
reis naar New-York, zijn huwelijk, zijne zoo
spoedig verkregen fortuin, dank zij dit huwelijk
in Amerika, en vooral zijne plannen volkomen
gelijk aan die, waarop Jules Labroue alle hoop
voor de toekomst vestigde, en dan zekere bijzon
derheden zijns levens, zijn laf en tevens wreed
gedrag tegenover Lucia, zijn tot het uiterste door
gezet verlangen om Lucien Labroue zijne dochter
te doen huwen, het overleggen van het stuk dat
een smet werpt op Lucia's naam en een afgrond
graaft tusschen haar en Lucien, al die zaken
schenen mij het bewijs te leveren dat Paul Har
mant een ellendeling i3, en heden verdwijnt alles,
gaat alles in rook op! Ook moet ik erkennen, dat ik
niets tegen hem ontdekt heb. Uit mijne onder
zoeking volgt zelfs dat Paul Harmant wel de
ware naam van dien man is, dat na de school
van Chalons met uitstekende getuigschriften van
bekwaamheid verlaten te hebben, hij zeer goed
de uitvinder is kunnen worden, dien wij kennen,
en zoo pleiten mijne navorschingen vóór in plaats
van tegen hem. ik moet erkennen dat die mau
opstandelingen zon eene geheel verstrooid
zijn, terwijl de andere slechts geringe verliezen
moet hebben geleden. De stad Baira heeft
haar poorten voor de opstandelingen geopend.
Uit Florida moet binnenkort een expeditie
van fiibustiers naar Cuba vertrekken, zeker
niet met de bedoelingen den Spanjaarden ter
wille te zijn.
Boven de hoofdpoort van Fez, de
hoofdstad van Marokko, werden de 37 ar-
gehouwen hoofden tentoongesteld van rebellen
van den Rahama-stam, gevangen genomen
in een gevecht bij Marakesch, nu ongeveer
een maand geleden.
Door het nitsteken van vlaggen en ander
vreugdebetoon heeft de bevolking hare in
genomenheid met een en ander betoond.
De schrijvers, die ons verteld hebben, dat
in Marokko nog de toestanden heerschen van
den voor-oud-Testameutischen tijd, schijnen
het zoover nog niet mis te hebben gehad.
Hoezeer het slechte weer der laatste dagen
een vermeerdering van het pauperisme in de
hand werkt, blijkt uit een statistiek te Londen,
volgens welke in de tweede week te Londen
ruim 37000 armen meer ingeschreven waren
dan in de overeenkomstige week van 1894.
Op 's keizers uitnoodiging, om de aan
staande opening van het NoordOostzee kanaal
te komen bijwonen, is reeds door Engeland,
ItaliëSpanjeRusland en Oostenrijk met
eene aanneming daarvan geantwoord. Van
Frankrijk kwam nog geen bescheid.
Eeuen aaugenamen indruk maakt te Berlijn,
dat de Fransche kunstenaars besloten hebben
op de volgende tentoonstelling te Berlijn in
te zenden, voor het eerst sedert den oorlog
van 1870. Duitschland's deelnemen aan de
Parijsche wereldtentoonstelling van 1900 zal
nu ook wel zeker zijn.
Ook te Berlijn heerscht de influenza zeer
de slaaf is eener blinde en overdreven vadeilijke
liefde, en dat in alles wat de industrieel doet hij
steeds zijne dochter voor oogen heeft."
„Maar,' hernam Georges Darier, „wie heeft hem
dan dat authentiek stuk geleverd, waarvan li;j zich
tegen Lucia bediend heeft
„Mijn beste jongen,* antwoordde de schilder,
hier legt gij juist den vinger op het duistere punt.
Hier geraakt ook voor mij alles ia verwarring.
„Hebt gij niets ontdekt
„Luister
Hier verhaalde Stephaan Castel de bijzonder
den zijner onderzoekingen te Joigny en te Bois-
le-Roi.
„Wie mag toch die baron de Reiss zijn riep
Georges uit, na aandachtig te hebben toegeluisterd.
„Ziedaar eene vraag, die ik mij reeds zoo vaak
gesteld hebzonder in staat te zijn daarop te
antwoordenDa-ir begin ik vasten voet te
verliezen wanneer ik daaraan denk voel ik
in mijn binnenste nog een ernstigen twijfel, niet
tegenstaande de zekerheid, die ik omtrent Paul
Harmant's identiteit heb opgedaanDaar schijnt
het licht niet meer, daar loop ik angstvallig te
midden van dikke duisternissenWelke onbe
kende, onbegrijpelijke banden bestaan er tusschen
baron de Reiss en Paul Harmant, tusschen dien
man en Duchemin, den dief, en de zonderlinge
juffrouw Amanda?* dat zou ik moeten weten, en
ongelukkiglijk weet ik er niets van.'
„Maar welk belang hebt gij toch, als ik 't n
vragen mag, om deze sombere punten op te hel
deren in eene zaak, die u eigenlijk in't geheel niet
aangaat?'
Stephaan staarde den jongen advokaat op eene
zonderlinge wijze aan, doch antwoordde niet.
Na enkele oogenblikken hernam hij
„Gij veronderstelt dat Lise Perrin, de brood
draagster, niemand anders is dan Jeanne Fortier,
de ontsnapte van Clermont?*
„Alles noopt mij dit aan te nemen.*
„Weet gij, waar zij woont?*
„Neen, maar door bemiddeling van Lucia zal
hare woning gemakkelijk genoeg te vinden zijn.'
„Ja, daarin hebt gij gelijk.*
„Wenscht gij haar te ontmoeten
„Neen, antwoorde Stephaan Castel vastberaden.
„Waartoe zou het dienen
„Wellicht is zij in staat inlichtingen te ver
schaffen.*
hevig. Sinds 1889 had men er niet zulk een
ernstige epidemie. Geheele gezinnen liggen
ziek. In alle kantoren en officieele bureaux
zijn een aantal klerken afwezig en ook de
tram- en omnibusdiensten lijden er onder
door ziekte van hun personeel.
Onlangs moesten twee diners worden uit
gesteld, omdat in het eene geval 24 en in
het andere 35 der genoodigden door influenza
waren aangetast.
Gelukkig is de ziekte niet zoo kwaadaardig
als zes jaren geleden, ofschoon zij ook thans
meermalen gepaard gaat met longaandoenin
gen. Ook worden er minder kinderen door
aangetast.
Door ondervinding bij vorige epidemeiën
geleerd zijn de dokters nu er op uit, de
nadeelige gevolgen van de ziekte te voor
komen, welke dikwijls erger zijn dan de ziekte
zelf.
De gezant van Japan te Berlijn heeft
aan een redacteur vau den Lokalanzeiger
verklaard, dat Japan slechts vrede wil sluiten
op voorwaarde, dat China een groot gebied
afstaat en een belangrijke oorlogsschatting
betaalt. Vogens den gezant brengt Japan in
toepassing de bekende Munroe-theorie: Oost-
Azie voor de Oost-Aziatenm. a. w. de
Europeesche mogendheden hebben met den
toestand in het verre Oosten niets te maken.
Toch zou Japan nooit a tout prix den oorlog
gewild hebben en ook nu bereid zijn, een
aannemelijken vrede te sluiten.
Iu het paleis van den kroonprins van
Saksen te Dresden heeft een braud aanzien
lijke schade aangericht. De vlammen ver
spreidden zich zeer snel door een dertigtal
kamers der eerste en tweede verdieping
zoodat het vorstelijk paaruil den slaap
opgeschrikt 't was vroeg in den morgen
in allerijl op de redding van de kinderen
bedacht moest zijn.
Geen mensch bekwam letsel. Maar er is
veel kostbaars verbrand fraaie meubelen
tapijten, kuntvoorwerpen enz., o. a. ook de
zeldzame en kostbare geschenken, welke prins
„Welke inlichtingen?' Den dag harer veroor
deeling is zij niet in staat geweest hare onschuld
te bewijzenHeden zal dat zeker niet beter
gaanDenken wij er niet meer aan. Ik meende
een bewijs gevonden te hebben, en thans ont
snapt mij dit op het oogenblik, dat ik meende
slechts tc hebben toe te grijpen.... Alles is thans
gedaan 1"
„Gij zet uwe navorschingen dan niet voort?'
„Hoe zou ik het doen
„Zult,, gij niet trachten de hand te leggen op
dien baron de Reiss, die wellicht in staat is het
raadsel op te lossen
„Voor 't oogenblik niet.'
Zoo sprekend verheelde Stephaan de waarheid
doch hij had redenen om zijne plannen thans niet
bekend te maken.
ToeD hij Georges verliet werd zijn geest slechts
door een enkele zaak bezig gehouden, door een
soort van idéé fxxeBaron de Reiss moest ge
vonden worden. Doch waar
Laat ons nu Raoul Duchemin gaan opzoeken.
Zijn vertrek naar Parijs hebben wij reeds ver
nomen.
Hij was volkomen hersteld en in 't bezit van
het niet onaardig sommetje, hem door de maat
schappij uitbetaald.
De jongman had kamers gehuurd in de nabijheid
van de Damesstraat, waar Amanda woonde, in
het kwartier van Batignolles.
Noch Duchemin noch Amanda hadden de wraak
zuchtige plannen vergeten tegen Ovidius Soliveau,
den valschen baron de Reiss, gesmeed.
Duchemin en Amanda brandden van verlangen
om te weten, wie eigenlijk baron de Reiss was,
en vooral om de voor hen zoo gevaarlijke stukken
uit zijne handen te krijgen, die hij met zijn geld.
had weten meester te worden.
De vroegere ambtenaar begreep thans, doch wel
wat luat, hoe hij door den diefstal, in het archief
gepleegd, bedreigd werd. Wat zou hij de wissels
en het ontvreemde proces-verbaal gaarne terug
hebben gehad.
Even vurig verlangde Amanda naar het bezit
der schuldbekendtenis, die zij voor madame Delion
te Joigny geteekend had.
Wordt vervolgd.