Spanje.
Engeland.
Duitschland.
Italië.
Rusland.
Afrika.
BINNENLAND.
UITVOERINGEN.
ander. Hij zeide dat de Paus wel is waar
verboden had de republiek te bestrijden, maar
dit den Paus toch niet verhinderen zou
om hem zijn zegen te geven wanneer hij den
troon zou beklimmen. Omtrent het tijdstip,
waarop dit gebeuren zou, kon de hertog nog
geen bepaalde mededeelingen doen. Maar
gebeuren zal het „zegt de hertog."
Uit Dyon wordt medegedeeld, dat de
dooi in het departement Cóte-d'Or groote
overstroomingen heeft veroorzaakt. Het ri
viertje de Armongon en de zijstroompjes zijn
geweldig gezwollen. Het vee heeft overal
heen de vlucht genomen eu wordt met groote
moeite verzameld. Te Dorcey staan de straat
verdiepingen van alle huizen onder; uit som
mige zijn de vrouwen en kinderen met moeite
gered. Zoo erg is het sinds 1816 niet ge
weest.
Uit Nancy, Le Puy, Bordeaux en Carcas-
sanne komen dergelijke berichten
Maandag hebben de werklieden in de
luciterslabriek van Pantin te Parijs den arbeid
neergelegd. De oorzaak is de slechte kwa
liteit van het hun gegeven iniandsch hout
zij cischen dus weer Russisch hout of aan
zienlijke verhooging van loon.
De politie heeft huiszoeking gedaan bij
woekeraarsdie vooral spoorwegbeambten
exploiteerden. De lui hebben blijkbaar geen
gerust geweten gehadwant zij hebben de
vlucht genomen.
De Spaansche kruiser Reina Regente, die
Zondag van Tanger naar Cadix vertiokken
is, is waarschijnlijk met man en muis vergaan.
De kruiser had 420 man aan boord. Op de
kust te Ceuta en te Feriga zijn overblijfselen
van een sloep en seinvlaggen van dit schip
aangedreven.
Alweer zijn de insurgenten op Cuba
verslagen. Alweer het bericht dat de rust
nu spoedig op het eiland zal terugkeeren.
Het aantal werkloozen in de schoenmakerij
neemt hand over hand toe. Enkel reeds te
Leicester zullen ruim honderd fabrieken ge
sloten zijn zoowel voor niet-leden als voor
leden van den arbeidersbond. Men verzekert
dat er, met het oog op deze crisis, een groote
voorraad opgestapeld iszoodat men voor
gebrek aan schoeisel vooreerst niet beducht
behoeft te zijn.
In Fenchurch street-station te Londen
heeft een geweldige ontploffing een groote
paniek veroorzaakt onder het publiek, dat zich
op de perrons bevond. Een dynamietbom is
daar gesprongen en heeft den drager, ver
moedelijk een anarchist, doodelijk en ver
scheiden omstanders ernstig gewond. De over
kapping is zeer beschadigd. De naam van
den drager van de bom, die inmiddels over
leden is, is niet bekend. Deze gebeurtenis
herinnert ons aan het ongeval van den an
archist Bourdin, die op precies dezelfde wijze
in Februari 1894 te Greenwich om het leven
is gekomen.
De ellendige toestand van den landbouw
wordt in Duitschland zoo besproken en ge
commentarieerd dat er weldra geen boer
meer zal gevonden worden die, ondanks zijn
voorspoed, niet overtuigd zal zijn dat hij het
ellendigste schepsel op aarde is. Slechts in
een paar liberale bladen komt nu en dan
een enkele landbouwer verklaren dat de toe
stand nog niet zoo erg is. In het algemeen
verergert de ongunstige toestand der Duitsche
landbouwers door auto suggestie nog maar
voortdurend.
Nu zijn weer eenige wijnboeren aan den
Moezel overtuigd geworden, dat hun toestand
ellendig is; onmiddellijk wordt er een ver
zoekschrift aan den staatsraad gestuurd om
het voorstel Kanitz ook op den wijnhandel
toe le passen. Zoo zou dus de aan- en
verkoop van buitenlandsche wijnen voor
rekening van den staal geschieden en zou
deze den verkoopsprijs zoo hoog moeten
stellen dat de heeren aan den Moezel op
hun gemak wat meer geld zouden kunnen
verdienen.
En de Kölnische „Vivant Sequentes
Te Berlijn ziju alleen Maandag 71
menschen gestorven aan influenza.
Nu is weer eene nieuwe besmettelijke
ziekte naar men bericht in de hoofdstad
uitgebroken. Blaren in den mond zijn een
der kenmerkende verschijnselen daarvan. Het
moet een menschelijke vorm van mond- en
klauwzeer wezen, waarschijnlijk op menschen
overgebracht door het drinken van melk van
zieke koeien. De epidimie is tot dusverre
beperkt tot het zuidwestelijk gedeelte der
Duitsche hoofdstad. Men hoopt, dat zij daartoe
beperkt blijft.
De herziening der kiezerslijsten brengt vele
verrassingen mee. De provincie Bologna, die
tot nu toe 49000 kiezers had, blijkt er in
werkelijkheid slechts 43000 te hebben; Padua
25000 in plaats van 80000; Pa via 46000 in
plaats van 57000; Bergamo 35000 in plaats
van 47000; Treviso 21000 in plaats van
39000.
De kiezerslijsten zijn dus al heel slecht
gehouden, of het is der regeering niet
onwelgevallig het kiezerskorps wat te zien
slinken.
De Italia militare verwacht dat de
moeilijkheden in Afrika nog lang niet ten
einde zijn. De ras Mangascia verzamelt nieu
we troepen en heeft zijn legerhoofden den
steun van koning Menelek toegezegd, die hem
met tienduizenden ter hulp zou snellen. Ras
Aloela is met duizend geweren op weg om
zich bij hem te voegen.
Uit Petersburg verneemt men, dat prins
Lobanow volstrekt niet tevreden is over de
positie van Rusland tegenover de beide oor
logvoerenden in Azië; hij beklaagt cr zich
vooral o/er, dat de Russische regeering zoo
slecht op de hoogte gehouden is van hetgeen
Japan sedert jaren voorbereidde. Rusland is
door de gebeurtenissen overvallen; eerst door
de oorlogsverklaring, daarna door de uitste
kende organisatie van de Japansche strijd
macht en door het bewonderenswaardige élan
zijner troepen. Rusland kan slechts zijn sche
pen gebruiken, om zijn belangen te veide-
digen. Verder verwacht men, dat de vrede van
korten duur zal zijn: Japan kent zijne krachten
en zal ongetwijfeld weld a den aanval her
nieuwen.
In een spoorwagen is bij Mlawa (Rus
sisch Polen) een treurig ongeluk gebeurd.
Een der veertig daarin gezeten passagiers
had een groote flesch met ether bij zich
welke ongelukkig met een heetwaterstoof in
aanraking kwam en ontplofte. Drie men
schen werden gedood en zeventien anderen
bekwamen zoo erge wonden, dat men twijfelt
aan het behoud van hun leven.
Overstroomingen in den Transvaal!
Een groot gedeelte van het bovenwerk
der spoorbrug over de Kaaprivier bij Kaap-
muiden werd dezer dagen door den bruisenden
stroom meegevoerd. Nog even te voren was
een goederentrein der Nederl. Zuid Afrik.
Spoorwegmij. daar over gegaan. De pilaren
der brug hielden zich flink. Een tijdelijke
brug werd over de Krokodilrivier geslagen
doch ook deze wist aan de ongekend hooge
vloeden geen weerstand te bieden. De baan
tusschen Alkmaar en Nelspruit heeft mede
zeer ernstig geleden. Terstond is begonnen
met het herstellen van de brug over de Kaap
rivier, doch daarmede zouden eenige weken
gemoeid zijn. Om in de eerste behoefte te
voorzien, werd over de Kaaprivier een kabel
gespannen, waarlangs de reizigers en brieven
zakken in een groote mand heen en weer
werden getrokken.
Hoevelen den dood in de snel opkomen
de go'ven gevonden hebben, is nog niet be
kend. Bij de weggespoelde brug aan de
Krokodil rivier waagden de ingenieur Robb
en twee werklieden Guest en Mackenzie zich
in een rank bootje om de overzijde te be
reiken; het vaartuigje kantelde en alle drie
verdronken.
De mijn industrie heeft door de overstroo
mingen gevoelig geleden. De werken der
Shebamijn werden geheel ondei water gezet
en drie maauden zullen noodig zijn om alles
leeg te pompen; de schade bedraagt meer
dan f 600.000.
In de Oranje-Vrijstaat zijn ook zeer zware
regens gevallen. De spoorlijn bij Bloemfon
tein spoelde over een afstand vier mijlen
weg, zoodat het verkeer met Johannesburg
met groote moeielijkheden gepaard ging. Dat
is zeker: de regens van Februari van dit
jaar zullen de Ned. Zuid-Afrik. Spoorweg
maatschappij nog lang heugen,
Bij Lorenzo Marques (Delagoabai) is
een Engelsch zeeofficier, luit. Hickley, zoon
van den admiraal, die aan land was gegaan
om op eenden te jagen, in drijfzand geraakt
en daarin weggezonken. Een Kaffer, dien hij
bij zich had, trachte hem er uit te halen,
maar dit gelukte niet, en binnen weinige
oogenblikken was de ongelukkige officier
geheel verdwenen.
WAALWIJK.
Zondag 17 dezer, 'smidd. 12 uur, zal door
de liedertafel „Oefening en Vermaak" van
Waalwijk en Bezooien op de zaal Musis
Sacrum worden uitgevoerd
1. Nachtzauber. Storch.
2. Die Bethende. Diabelli.
3. De doodgraver, lied voor bas.
4. Neerlands Mannenzang. De Vliegh.
WAALWIJK, 16 Maart 1895.
Door de kamer van koophandel en fabrie
ken te Waalwijk is het navolgende adres ge
richt tot den directeur generaal der maatsch.
tot exploitatie van staatsspoorwegen, terwijl
van dit adres afschrift is gezonden aan de
burgemeesters van Oudenbosch, Zevenbergen
en Zwaluwe, met verzoek van adhaesie:
Den heer directeur-generaal
der maatschappij tot exploitatie van
staatsspoorwegen te Utrecht.
Wij nemen de vrijheid u beleefd te ver
zoeken den goederentrein No 511, vertrek
kende te 7 45 ure voormiddag van Zwaluwe
in de richting Rosendaal en aldaar om 8 30
ure aankomende, voor dat traject ook dienst
baar te maken voor het passagiersverkeer,
door aan dien trein van eerstgenoemde plaats
af een of meer personenwagens te verbinden.
Daardoor zou voor de Langstraat ten opzichte
van het verkeer met Antwerpen een zeer
groot gerief worden verkregen; wijl er dan
gelegenheid bestaat om te ruim 10 uur aldaar
aan te komen, hetgeen vooral dit voordeel
oplevert, dat men de zaken voor twaalf uur,
wanneer de schafttijd begint en de groote
huidenmagazijnen tot 2 uur worden gesloten,
kan afdoen.
De heen- en weerreis zal door dezen
maatregel zeer worden bevorderd en zou ook
ten goede komen aan de bezoekers der mark
ten te Antwerpen en te Rosendaal, uit Zwa
luwe, Zevenbergen en Oudenbosch.
Nog zij opgemerkf, dal alsdan tevens voor
de ingezetenen, inzonderheid voor de boom
kweekers uit laatstgenoemde gemeente, het
verkeer met Oostelijk Noordbrabant meer
aansluitend wordt, wijl er om 8.32 's morgens
een sneltrein vertrekt van Rosendaal naar
Breda. Onze kamer veitrouwt dat eene
aandachtige overweging van haar verzoek
UWelEd.Gestrenge zal leiden tot de overtui
ging, dat door inwilliging er van aan den
handel en de nijverheid inderdaad een be
langrijke verbetering in het verkeer van en
naar Antwerpen en Rosindaal zal worden
bezorgd.
Waalwijk, 14 Maart 1895.
De remonte-commissie, bestaande uit de
heeren kapitein Kromhout, voorzitter, kapi
tein Greve en majoor paardenarts Schroder,
is deze week hier en in de omstreken werk
zaam geweest. Zeven paarden zijn voor 't
leger aangekocht.
Bij de gisteren alhier gehouden stieren
keuring waren 8 stuks aangevoerd. Een is
afgekeurd.
De le prijs is toegekend aan den stier
van D. C. van Tilborgh te Sprang de 2e
aan dien van Adr. Sneeuw, te Waspik; de
3e aan dien van J. Vissers, te Drunen. De
keurings-commissie bestond uit de heeren
Branderhorst, J. Straver en Van Bokhoven.
De grond van de veldtent in den Bui
tenpolder is v< or 6 jaar gepacht door W.
Brok, voor f 103 's jaars.
Sedert Dinsdagnamiddag wordt aan het
veer te Drongelen niet meer met de pont
overgezet; de communicatie is daar dus al
dien tijd geheel gestremd geweest voor paar
den, voertuigen en vee. Passagiers worden
met de veerboot overgezet; daar er elke reis
maar vier kunnen worden overgebracht spreekt
het van zelf, dat de gemeenschap van de
Langstraat met het Overland allergebrekkigst
is.
Ged. staten van Noordbrabant hebben
bevolen, dat het getal openbare scholen in de
gemeente Drongelen met een vermeerderd zal
worden. Blijkbaar moet de nieuwe school
voorzien in de behoefte aan onderwijs op
het gehucht Doeveren, welk gehucht tenge
volge van de verlegging der uitmonding van
de Maas, door een breeden rivierarm van
Drongelen gescheiden is.
Te Eindhoven is tot lid der prov. stateu
van Noordbrabant in plaats van wijlen
den heer W. v. d. Heuvel gekozen den
heer Vincent van den Heuvel, te Geldrop
met 1173 van de 1240 geldige stemmen.
Te Tilburg kwam Woensdag middag
aan, in gezelschap van den heer mr. A. baron
van Voorst tot Voorst, commissaris der ko
ningin in deze provincie, de particuliere
secretaris van H. M. de koningin-regentes,
jhr. De Ranitz. De heeren werden aan het
station opgewacht door den oudsten wethouder
den heer A. Mutsaers. Het eerste bezoek
gold den burgemeester, die sedert eenigen
tijd ongesteld is. Verder brachten z'j een
bezoek aan het raadhuis en werd het mo
nument van wijlen Z. M. Willem II bezichtigd
Deze komst staat in verband met het aan
staande bezoek der koninginnen aan deze
stad, bepaald op 18 Mei.
Volgens de Nijm. Ct. zouden HH.
MM. de koninginnen bij Haar bezoek aan
Noordbrabant te Nijmegen logeeren, waar
zij appartementen zouden nemen in het
„Keizer-Karel- Hotel."
Onder een der vaste spoorwegbruggen
tusschen BredaLangeweg, zijn Donderdag
uit het water opgehaald de lijken van twee
landbouwers uit Beek nabij Prinsenhage.
Men vermoedt dat zij zonder permissie
Woensdag avond langs de spoorlijn zich naar
huis hebben willen begeven, en onbekend
zijnde met de openingen voor de vaste
bruggen, te water zijn geraakt en verdronken.
Woensdag is door der maréchaussée te
Roermond gevankelijk binnengebracht de 17
jarige J. R., uit Thorn, verdacht van poging
tot doodslag, gepleegd op den 20jarigen
dienstknecht J. S. aldaar.
r*Woensdagavond vervoegde zich zekere
M. ten huize van den heer S. te Zeist, en
verzocht genoemden heer te spreken. Na
even met dezen gesproken te hebben, haalde
M. onverwachts een revolver voor den dag
en loste op den heer S. drie schoten, waar
van een op de horlogeketting afstuitte en de
andere twee door de kleeren heen drongen,
en in de borst twee onbeduidende wonden
veroorzaakten, waarna hij het wapen tegen
zich keerde, en een schot in den mond loste.
De politie, die onmiddellijk ter plaatse
verscheen, vervoerde M. naar het bureau van
politie, alwaar dr. S. geneeskundige hulp
verleende; op diens last werd M. naar het
ziekenhuis te Utrecht vervoerd. Gelukkig was
het wapen hetwelk hij had geleend (natuurlijk
voor een ander cRe!) een klein kaliber en
van zeer slechte constructie. Door de politie,
die terstond een nauwkeurig onderzoek heeft
ingesteld, is van een en ander procesverbaal
opgemaakt Naar men verneemt, is de toe
stand van M. niet buiten gevaar.
Men meldt uit Terneuzen
Aan boord van de Russische bark „Eltel,"
kapitein Erikson, liggende op de reede alhier,
is muiterij ontstaan. De equipage was onwillig
aan de bevelen van den kapitein te gehoor
zamen en nam zelf een dreigende houding
aan, zoodat de kapitein de hulp der politie
inriep. De gemeentepolitie, die daarna aan
boord verscheen, mocht het na veel moeite
gelukken de orde te herstellen. De booisman
die de aanvoerder was, werd evenwel naar
het huis van arrest overgebracht.
Inbraak te Rijsoord 1
Woensdagnacht werd bij den koopman A.
Noorlander te Rijsoord (gemeente Ridderkerk)
een brutale diefstal gepleegd.
De dief, die door het wel gesloten, doch
niet gegrendelde venster naar binnen klom,
begaf zich naar de slaapkamer van het in
wonend nichtje, deed de bedsteedeuren dicht,
haalde een sleuteltje uit een rokzak, welke
voor de bedstede hing, en begaf zich, na de
kamerdeur aan een kiertje te hebben gezet,
naar de keuken waar hij de lamp aanstak.
Het nichtje, door het sluiten van de deuren
harer bedstede wakker geworden, durfde zich
niet verroeren, op een anderen keer houde
zij zich wat moediger! doch kon duidelijk
hooren dat de dief de verschillende meubelen
opende en deze medenam naar de keuken
om ze daar te onderzoeken.
Toen de dief vertrokken was, maakte het
meisje haar oom en tante wakker en bevond
men dat behalve ruim 10 aan zilvergeld
nog gestolen waren, 3 gouden dainesringen,
waarvan 2 gladde en 1 met granaten steen,
I gouden heerenring, glad, gemerkt V. V. N..
1 gouden reukflacon met glad gouden plaatje,
1 gouden, ovaalrond medaillon, met dwarse
streepjes, waarin een mansportret, benevens
een vlechtje van donkerblond haar, 1 granaten
halsketting met gouden tonnetje, l kerkboekje
met zilveren sluiting in den vorm van een
bijbeltje, 1 zilveren suikerlepel in den vorm
van een blad, gemerkt R.1 paar gouden
oorbellen (door elkander geslingerd), l gou
den broche (opengewerkt), 1 zilveren peper
muntdoos, 1 paar gouden oorknopjes met
witte steenen, voorstellende vrouwenkopjes
en 1 gouden damesring (geribd.)
Brand te Amsterdam.
Uit Amsterdam meldt men:
Woensdagnacht heefteen binnenbrand, ontstaan
in perceel 34 aan de De Witten-K"de buiten de
Haarlemmerpoort, het treurig gevolg na zich
gesleept, dat eene vionw en drie kinderen, het
gezin van den nachtwaker Kloppers, door den rook
verstikt werden en het leven verloren.
De brand was aan een ongeluk te wijten; men
weet echter nog niet met zekerheid hoe de zaak
zich heeft toegedragen. Op het eersle bovenhuis
woonde het gezin Busch. Vaderen moeder waren
buitenshuis en hadden hun vier kleine kinderen
overgelaten aan de zorg van een ouder zusje,
zekere Johanna.
De kleine kinderen waren in een alkoof te
slapen gelegd en Johanna had op een stoel bij
het bed een petroleumlampje geplaatst. Dit lampje
nu is omgevallen en heelt het onheil gesticht;
door welke oorzaak het gevallen is, weet Johanna
echter niet te vertellen. Zij zag, zich omkeerende,
plotseling de vlam, greep onmiddellijk twee der
kinderen en rende de trap af, «Brand!' roepende.
Op dit geroep wist het talrijk gezin, dat de
achterkamer der eerste verdieping bewoonde
zekere De Jong met vrouw en vijf kinderen, het
lijf te bergen echter niet zonder de hulp van
drie heeren, behoorende tot een gezel chap dat in
het benedenhuis eene repetitie voorde opvoering
van een tooneelstuk hield. Deze drie, met name
Vrees, Wagenaar en Valk, hebben gedaan wat zij
konden. Vrees drong tot driemalen in het bran
dende perceel door; do, eerste maal redde hij een
der kinderen van De Jong; de tweede maal bracht
hij eene kat, die op de beddeplank ineengedoken
zat, in veiligheid en de derde maal vond hij
niets meer en kreeg ook op zijne vraag, of er nog
meer menschen in huis waren, een ontkennend
antwoord. De heeren VVagenaar en Valk onder
scheidden zich evenzeer en hielpenden rook
trotseerende, de overige kinderen van Busch en
De Jong in veiligheid brengen.
Toen deze allen in de tapperij, op den hoek
der kade, bij den heer Sleeswijk bijeen en onder
liefderijke verpleging waren, meende men dat alle
bewoners van het brandende perceel in veiligheid
waren. Immers men kon niet anders denken, of
vrouw Kloppers, de bewoonster van de achter
kamer der tweede verdieping, was met hare drie
kinderen evenzeer aan het gevaar ontkomen
en had een dak gevonden bij buren en verwanten.
Echter, toen de brandweer, welke nog laat ge
waarschuwd wasonder de leiding van haren
commandant het blusschingswerk ten einde had
gebracht en het huis doorzucht, vond zij op den
zolder de lijken van vrouw Kloppersen hare drie
kinderen, door den rook verstikt.
Het vuur had zich reeds in den aanvang aan
de trappen medegedeeld, zoodat vrouw Kloppers
geen uitweg naar beneden vindendemet hare
kinderen naar boven, naar den zolder was gevlucht.
Had zij zich toen naar het dakraam aan de voor
zijde van het huis begeven, zoo zou zij zich
hoogstwaarschijnlijk met hare kinderen in de
breede goot hebben kunnen redden of althans
opgemerkt zijn. Zij koos echter in hare onstel-
tenis den verkeerden weg en liep naar het dak
raam in den achtergevel, dat gesloten was. Dit
alles kon opgemaakt worden uit de houding
waarin men ae slachtoffers vond. Het oudste kind