Frankrijk.
Engeland.
Duitschland.
Japan.
BINNENLAND.
Fuisseaux het woord zal voeren en de hou
ding van de werklieden tegenover het ontwerp
zal worden behandeld.
Te Verviers zijn de 1100 werklieden van
de weverijen van Simonis ontslagen, zoodat
niet alleen zij, die het werk staken wilden
maar ook zij, die daaraan niet dachten, thans
leegloopen.
De glasblazers van Binche en Mariemont
hebben besloten, den len April het werk te
staken, zoo ook die van Manage eu Famil-
lenreux. De meeste blazers uit het centrum
zullen dus de volgende maand leeg loopen.
Te Luik heeft Donderdagavond een botsing
plaats gehad tusschen de politie en de stakers;
er werd met steenen geworpen naar de politie,
terwijl wat later van weerskanten revolver
schoten gelost werden. Agenten zijn er niet
gewond van de stakers weet men het nog
niet. Twee personen zijn gearresteerd.
Aan het banket dat Maandagavond ter
gelegenheid van de inwijding van het Musée
Social werd gegeven, zeide Ribot dat het de
eer zal zijn van de regeering der republiek
de sociale wetten tc hebben doorgedreven.
Naast het gevoel van rechtvaardigheid is
noodig een gevoel van menschelijke solidari
teit dat alle geweld en haat uitsluit.
Twee zwarte Javaansche panters zijn
onlangs ontsnapt uit een menagerie te La
Tour du Pin (Fr. dep. Isère). Zij sprongen
midden onder de menigte kijkers \oor de
tent. De menschen vluchtten verschrikt naar
alle kanten. De grootste panter vervolgde
eerst een paar geestelijken, die hem slechts
met moeite ontkwamen door in een kar te
klimmen toen verscheurde hij een hond en
terwijl hij daarmee bezig was, werd hij door
een paar bedienden der menagerie weer gevat
en naar zijn hok gebracht. De tweede rende
eerst een aantal menschen omver en toen
viel hij een 12jarigen knaap aan, die door
den eigenaar der menagerie uit de klauwen
van het wilde dier gered werd, maar toch
ernstige wonden bekwam.
Een hevige storm uit het Z.VV. woedde
Zondag over het grootste deel van het Ver-
eenigde Koninkrijk. Vooral in het Zuiden
was zijn kracht groot. In Londen werden
drie personen op straat gewond en een ge
dood terwijl daken, schoorsteenen; telegraat-
lijnen enz. het moesten ontgelden.
Nog andere geval en van verwonding en
dood worden gemeld.
Het grootste deel van de St. Catherine's
tunnel, nabij Guelford in Engeland, is inge
stort, achter een passeerenden trein. Een
huis in de nabijheid stortte in, met koetshuis
en al. Paarden en rijtuigen bevonden zich
daarin en gingen mede naar de diepte.
Crisis in het schoenen- en laarzenvnk.
Men schiijft uit Londen
De crisis in de Britsche schoenen- en
laarzennijverheid duurt nog voort, en binnen
eenige dagen zullen 120000 personen werkloos
zÖn-
Zooals reeds is gezegd, is het gebruik van
machinerieën in deze industrie de indirecte
aanleiding van de geheele quaestie. Tot
ongeveer 4 jaren geleden werkten de werk
lieden in hun eigen huis. De werkman ge
bruikte geen machines, had jongens, die hem
hielpen, en werd per stuk betaald; maar het
scheen, dat hij goede zaken maakte, ofschoon
en uit de gevangenis van Clermont heeft weten
te ontsnappen.
„Wij houden het er voor dat de politie op t
spoor zou komen dezer boosdoenster, indien twee
of drie agenten der openbare veiligheid een feest
maal bijwoonden, dat Donderdag, om twaalt uur
iuist gehouden wordt in eene restauratie in de
Seinestraat, llendez-vous der Bakkers genaamd,
ter eere eener brooddraagster, die zich Lise Pernn
laat noemen.
„Er zal iets plaats hebben dat de vluchtelinge
van Clermont er toe brengen zal hare identiteit
bekend te maken.'*
Deze schandelijke aanklacht stak Ovidius ineen
enveloppe en schreef er met dezelfde verwrongen
hand het volgend adres op
DRINGEND
^Aan het Hoofd der Openbare Veiligheid
Prefektuur van Politie, te Parijs.'
Buiten gekomen, riep hij een commissionnair.
„Wilt gij twee Irancs verdienen vroeg hij.
-Wat is er te doen
„Een brief te bezorgen bij de politie, aan liet
bureau der openbare veiligheid. Doch de brief
moet onmiddellijk bezorgd worden.'
-Goed, moet ik op antwoord wachten
„Neen. Ziedaar het geld en den brief.'
De commissionnair was een oude straatrat, die
overal bekend was. Haastig ging hij naar het
bureau van den ambtenaar, die voor de veiligheid
der hoofdstad waakt.
„Wat wilt gij?' vroeg een bediende.
„Een brief voor het hoofd der openbare veilig
heid Er is veel haast bij. Is mijnheer present.'
„Ja ik zal hem den brief wel ter har.d stellen,'
De'bediende ging met den brief naar binnen
en de commissionnair vertrok.
Zesenveertigste Hoofdstuk.
Ovidius was, een deuntje neuriend de kade op-
geloopen, terwijl het hoofd der openbare veilig
heid eene zeer gewichtige zaak naging.
De ambtenaar nam den briel aan, verscheurde
de enveloppe en wierp de oogen op den inhoud.
OIO!" mompelde hij dan. „Ziedaar eene aan
klacht, waarop ik waarachtig niet rekende
Doch 't komt goed te pas, want de agenten door
hunne vruchtelooze pogingen ontmoedigd, legden
in hunne navorschingen niet veel ijver meer aan
hij zelf voor werkplaats, licht, vuur en andere
benoodigdheden te betalen had. Waarschijnlijk
was dit omdat de jongens flink moesten wer
ken voor te weinig loon. In elk geval wilde
de unie der werklieden het niet langer toe
laten. De arbeid buiten de fabriek moest
gestaakt worden. De fabrikanten onderwierpen
zirh, breidden hunne werkplaatsen uit, om
plaats voor meer mannen te maken, en maak
ten daarvoor niet weinig kosten. Vandaar
dat ze op de kosten van productie al meer
en meer gingen besparen en meer en betere
machines gingen invoeren met loonen, die
nooit beneden zeker minimum mochten dalen,
doch in vele gevallen veel honger zijn. De
regeling daarvan heeft altijd tot veel wrijviug
aanleiding gegeven en is nu ook de oorzaak
van de werkstaking of lock out (gedaan geven),
zooals zij in sommige fabrieken moeten ge
noemd worden.
De geheele zaak is tot zulke kleine ver
houdingen teruggebracht, dat men nauwelijks
begrijpen kan hoe zij zoolang kan blijven
bestaan, zelfs nadat zoovele personen van
invloed hunne tusschenkomst aanboden. Beide
partijen gevoelen zich sterk, beide hebben
voorloopig middelen genoeg om de zaak nog
een poos aan te zien, en zoo wil geen van
beide toegeven.
Maar elke dag brengt voor de eene of
andere zijde nieuwe moeielijkheden mede.
Zoo liep Dinsdag te Leicester het gerucht
onder de werklieden, dat in vier groote fa
brieken in Londen het werk hervat is. Over
dit bericht heerschte zeer groote vreugde
omdat het vooruitzichten opleverde voor een
breuk in de eenheid der fabrikanten, die,
zooals net in alle dergelijke zaken gaat, niet
altijd zoo geheel eenstemmig zijn. Het gerucht
schijnt echter voorbarig. Alleen is gebleken,
dat drie Londensche firma's zich bereid ver
klaarden met de vertegenwoordrgers der
werklieden te confereeren en tot een vergelijk
te komen
Intus~chen ontbreken de daden van geweld,
waarvan werkstakingen gewoonlijk vergezeld
gaan, ook nu weder niet. Een vrachtrijder,
die te Northampton een bezending afgewerkte
schoenen van een der omliggende dorpen
aanbracht, werd aangevallen. Al de schoenen
werden over de straat geworpen. De politie
verdreef het gepeupel en bracht dc natuurlijk
zeer gehavende schoenen terug. Een ander
vrachtrijder, die zich aan hetzeltde vervoer
had schuldig gemaakt, werd met kalk en
menie zoodanig beworpen, dat hij er als een
Indiaan uitzag. Dergelijke berichten komen
ook uit Leicester, Oostelijk Londen, Leeds,
Birmingham BristolColchester en andere
plaatsen.
Nadat in den rijksdag met 163 tegen 146
stemmen het voorstel om Bismarck geluk te
wenschen was verworpen verklaarde von
Levetzow dat hij zijn ambt van voorzitter
neerlegde. Stormachtige langdurige toejui
chingen en handgeklap van de rechterzij en
op de tribunes begroetten die verklaring.
Von Levetzow droeg het voorzitterschap
over aan Buol, en Bennigsen verklaarde dat
de ondervoorzitter Btlrcklin, die op 't oogeu-
blik in Zwitserland vertoeft, zonder eenigen
twijfel het voorbeeld van von Levetzow zal
volgen. Opnieuw weerklonk rechts stormach
tige toejuiching en herhaald handgeklap.
Richter verklaarde dat de rijksdag ook
zonder die twee zijn werkzaamheden zal
kunnen voortzetten, wat rechts tegenspraak
en links gelach veroorzaakte.
den dag.... Die dit schrijft schijnt zeker van zijn
zaak te zijn. Wellicht 'is 't eene vrouw, vroeger
te Clermont opgesloten, die thans hare vroegere
gezellin herkend heeft en nu verheugd is de
vluchtelinge weer achter slot en grendel te kun
nen brengenWal er ook zij, ik zal van die
inlichting gebruik maken."
De magistraat schelde en op hetzelfde oogen-
blik verscheen de bediende.
„Zend onmiddellijk de agenten Brichard en Mon-
tel hierl Zij moeten in de politiewacht zijn terug
gekeerd.'
Er gingen enkele oogenblikken voorbij de
deur werd opnieuw geopend en de twee aange
duide agenten stonden op den drempel.
„Hoe staat het met de navorschingen te Parijs
gedaan om Jeanne Fortier, de vluchtelinge van
Clermont, op te sporen?"
„Heeft mijnheer ons rapport van heden morgen
gelezen?' vioeg Brichard.
„Nog niet. Behelst dit eenig nieuws?"
„Helaas neen. De ontvluchte is niet te vinden."
„Geen spoor dus?'
„Geen enkel. Montel en ik zijn overtuigd, dat...'
„Waarvan zijt gij overtuigd
„Dat Jeanne Fortier niet te Parijs is, maar zich
elders schuil houdt."
„Jeanne Fortier is te Parijs,' antwoordde het
hoofd op drogen toon.
De twee agenten durfden niet zeggen dat zij
er niet aan geloofden, doch wisselden een blik,
die van de grootste ungeloovigheid getuigde.
„Gij twijfelt aan de waarheid van hetgeen ik
zeg,' ging de magistraat voort. „Doch in enkele
oogenblikken zult gij het bewijs hebben hoe juist
ik ben ingelicht.'
„Het bewijs?' herhaalde Brichard.
„Ja, het bewijs. Kent gij eene restauratie, het
Rendez-vous der Bakkers genaamd
„Ja, mijnheer. In de Seinestraat."
„Welken roep heeft dat huis?'
„Een zeer goeden roep, mijnheer. Het is eene
rustige inrichting, waar de b ikkersgasten gere
geld bijeenkomen, de brooddragers en draagsters.'
„Er wordt daar heden een feestmaal gegeven
ter eere eener brooddraagster, die Lise Perrin
heet, of althans zich zoo laat noemen. Vergeet
dat niet*
„Goed, mijnheer.'
Wordt vervolgd.
Zoodra de keizer den uitslag vernorre i
had van de stemming in den rijksdag heelt
hij een telegram verzonden van dezen inhoud:
„Aan prins Bismarck, hertog van Lauenburg,
Friedrichsruh. Ik betuig uw doorluchtigheid
mijn diepe verontwaardiging over het besluit
zoo even door den rijksdag genomen. Dat
besluit is lijnrecht in tegenspraak met de
gevoelens van alle Duitsche vorsten en vol
keren. Wilhelm."
De keizer heeft het volgende telegram
ontvangen uit Friedrichsruh! Aan zijn ma
jesteit den keizer en koning Berlijn. Ik
verzoek uw majesteit mijn eerbiedige dank
betuiging te aanvaarden voor zijn hooge
manifestatie, door welke uw majesteit elke
mij nog onbekende onaangenaamheid mij
door mijn oude politieke tegenstanders aan
gedaan, verandert in een heerlijke voldoening
voor mij. Bismarck.»
De keizer houdt van verrassingen.
Nu heeft hij ons echter wel de grootste
verrassing bezorgd, die een niet absoluut re-
geerend vorst bezorgen kan. In alle Duitsche
cou-anten vinden we dat korte, krachtige
telegtam, en alle redacties hebben er met
verbijstering op getuurd en nog niet den tijd
gevonden om er veel over te zeggen.
De houding vau den Rijksdag was klein
ziedaar iets, waarover de meeste, zelfs
vrijzinnige b'aden, het eens zijn. De daad
van den keizer is groot, een weldadige reac
tiebeweging uit een dramatisch oogpunt.
Of de daad echter uit een politiek oogpunt
verstandig en goed is weinigen zouden
dit durven bevestigen. De keizer verklaart
openlijk den oorlog aan de volksvertegen
woordiging en beweert dat hij in dien oorlog
aan de zij.Ie van het volk staat. Logisch
volgt uit deze verklaring de noodzakelijkheid
van Rijksdag ontbinding. Zoodra de keizer,
die geweldige macht in den Duitschen Staat,
verklaard heeft dat de volksvertegenwoordi
ging het volk niet meer vertegenwoordigt,
moet er natuurlijk een nieuwe vertegenwoor
diging gekozen worden.
„Men kan toch om een geschil over een
felicitatie den Rijksdag niet ontbinden," wordt
nu beweerd.
Het komt intusschen niet aan op de aan
leiding lot hel conflict maar het is o. i. vol
doende dat een principieel conflict bestaat.
En dat dit hier het geval is, wie zal het
ontkennen
FRIEDRICHSRUHE, 25 Maart. Leden
van het huis van afgevaardigden, van het
heerenhuis en van den rijksdag zijn hier heden
namiddag aangekomen. Er werden toespraken
gehouden, op welke Bismarck antwoordde,
dat het eerbetoon niet zijn persoon gold, maar
de resultaten door zijne politiek verkregen,
resultaten voor welke men in de eerste plaats
dankbaar moet zijn aan keizer Wilhelm I.
De verschillende Duitsche dynastieën zijn
thans nauw verbonden. Bismarck hoopte dat
de nationale gedachte, zooals die nu in de
dynastieën vast is ingeprent, ook in de land
dagen der verschillende landen vasten steun
mocht vinden. „Houdt u aan de gedachte
van het ééne Dui'sche Rijk en leve de Keizer!"
Er zijn uitvoerige berichten gekomen
omtrent het drukke bezoek dat Birmarck
heden kreeg. Drie extra-treinen brachten 418
leden van den rijksdag, het huis van afge
vaardigden en het heerenhuis naar Fried
richsruhe. Uit die berichten blijkt dat Bismarck
lichamelijk heel frisch en geestelijk zeer op
geruimd was. Licht leunend op een stok,
kwam hij, in kurassiers uniform, door de
minnelijke leden van zijn gezin begeleid,
naar het station om de gasten te ontvangen.
In druk gesprek, bracht hij al de parlements
leden naar zijn woning. Eenigen beweren dat
hij bij officieele toespraken zeer geroerd was
en zelfs, toen hij in zijn korte antwoord aan
den ouden onvergetelijken keizer Wilhelm
herinnerde, eenige tranen wegkneep en door
zijne herinneringen overmand een oogenblik
moest ophouden te spreken.
Later aan tafel was hij echter weer geheel
monter en levendig, en vertelde hij ia dit
jaar zijn 50jarig jubileum als parlementslid te
kunnen vieren, „wenn er noch drin ware."
Opmerkingen van bijzonder belang, hetzij
in het algemeen over de politiek, hetzij over
het besluit van den rijksdag, schijnt hij stel
selmatig te hebben vermeden.
De lijfarts Schweninger verzekerde dat
Bismarck's gezondheid van dien aard is, dat
hij geacht mag worden tegen alle vermoeie
nissen van de feestweek opgewassen te zijn.
BERLIJN, 25 Maart. Te 8.20 is de keizer
met den kroonprins naar Friedrichsruh afge
reisd. Men verwacht hen te 7 uur in den
avond in Berlijn terug.
FRIEDRICHSRUH, 26 Maart. De keizer
is hedenmorgen te Aumtlhle aangekomen. Hij
is daar te paard gestegen en aan het hoofd
der troepen naar het park gereden, waar de
soldaten voor een parade werden opgesteld.
Daarop is Bismarck in het Kurassiers-uniform
in een open rijtuig aangekomen de troepen
presenteerden het geweer terwijl de muziek
speelde. De keizer wenschte Bismarck geluk
namens het leger en reikte hem een eere-
sabel over. Toen reed hij mei den vorst
langs het front der troepen. Dq kurassiers
defileerden nogmaals voor het slot van Bis
marck. Toen volgde een ontbijtbij den
toost op Bismarck werden saluut-schoten af
gevuurd.
Bij de aanbieding van het lange kuras-
sierszwaard zeide de keizer, ten aanhoore van
de aanwezige kurassiers van wie Bismarck
het hoofd is,, dat hij, keizer, hiermede aan
Bismarck het beste geschenk aanbood dat hij
had kunnen bedenken, daar het zwaard, het
Germaansche wapen, een symbool kan geacht
worden van het doen dergenen die niet ver
sagen. Op het wapen had de keizer de wa
pens van Elzas cn Lotharingen doen graveeren,
daarin mocht Bismarck een blijk van dank
baarheid zien voor zijne daden die geboekt
zijn in het Boek der geschiedenis, zijne da
den die voor vijf en twintig jaren hun be
kroning hebben gevonden.
„Wij echter de kameraden wij roepen
Seine Durchlacht Fürst Bismarck Herzog von
Lauenburg. Hurrah
Aan het middagmaal bood de keizer aan
Bismarck nog een tweede geschenk aan, na
melijk den zegeldrukker, dien Wilhelm I op
zijn schrijftafel had staan.
De Japansch-Chineesche vredesonderhan
delingen te Simonoseki zijn plotseling onder
broken door een onverwacht en afkeurens
waardig incident, maar dat misschien in zijne
gevolgen aan China zal ten bate komen.
Op den Chineeschen onderhandelaar Li-
Hung Chang is namelijk, toen hij van eene
conferentie met den Japansche zaakgelastigden
naar zijn hotel terugkeerde, door een fana-
tieken jongen Japanner een pistoolschot gelost,
waardoor hij in het aangezicht gewond werd.
Gelukkig is de wond niet ernstig.
De dader werd aanstonds gearresteerd, en
bleek zekere Hoyama Rokunosuki te wezen,
21 jaar oud, die uit overdreven vaderlands
liefde dus had gehandeld.
Graaf Ito, de Japansche zaakgelastigde,
seinde onmiddellijk naar Hiroshima, om den
lijfarts van den Mikado. Vanwege Z. M., de
keizerin en de regeering werd voorts dade
lijk aan Li verontwaardiging over het voor
gevallene betuigd, onder verzekering hunner
sympathie.
Het blijkt het eiland Makung van de Pes-
cadores-groep te wezen, waarop de Japanners
eenen aanval ondernamen, die mislukt is. De
handel in die streken staat geheel stil.
WAALWIJK, 27 Maart 1895.
Gisteren avond ten 7 ure is eene openbare
vergadering gehouden van den gemeenteraad,
ter behandeling van de volgende aan de orde
gestelde zaken
1. Ingekomen stukken;
2. Benoeming van een stembureau voor alle
verkiezingen in 1895.
3. Af en overschrijving dienst 1894.
4. Vaststelling algemeene plaatselijke poli
tieverordening.
5. Behandeling reclames hoofdelijken omslag
Tot leden van het stembureau voor alle
vetkiezingen in 1895 werden benoemd de
heeren Baijens en Qairijns; tot hunne plaats
vervangers de heeren Verbunt eu van Dooren.
Het vaststellen der algemeene plaatselijke
politieverordening werd aangehouden tot dat
de burgemeesterdie de vergadering niet
presideerde, tegenwoordig zou zijn.
Eveneens werd aangehouden de beslissing
omtrent een rapport van den heer Paijens
directeur der gasfabriek te Nijmegen, be
treffende eenige vragen hem door burgemees
ter en wethouders gesteld nopens leveranties
gedaan ten behoeve der uitbreiding van de
gasbriek alhier. De raad wenscht dat eerst,
overeenkomstig een voorstel van den heer
Baijensnog nadere inlichtingen aan den
heer Paijens worden gevraagd.
Het uitvoerig verslag in het volgend
nummer.
De harmonie l'Espérance alhier heeft
reeds eene uitnoodiging ontvangen, ora aan
staanden zomer een concert te geven te
Oosterhoutin den tuin van het hotel de
Koppelpaarden. Weder een nieuw bewijs, dat
haar goede naam ook elders gevestigd is en
blijft en zij gerangschikt wordt onder de
beste muziekgezelschappen van Noordbrabant.
Zondag avond ontstond brand bij den
landbouwer Martens te Stiphout. Aangewak
kerd door den hevigen wind, deelde het vuur
zich al spoedig mede aan den aangrenzenden
stal, die met het huis geheel afbrandde.
Behalve de inboedel, waaronder f350 aan
bankpapier, werd ook het opgestalde vee
drie koeien en een varken een prooi der
vlammen.
Huis, vee en inboedel waren verzekerd.
Zondagavond omstrerks 10 uur brak
een hevige brand uit bij een landbouwer aan
den Groenendijk, gemeente Lage Zwaluwe.
Huis en inboedel brandden tot den grond af.
Het vee, 2 paarden en 13 stuks hoornvee,
is mede verbrand. Van meubelen is in het
geheel niets kunnen gered worden. De be
woners zelf zijn met veel moeite aan de
vlammen ontkomen.
Naar men verneemt, is alles tegtn brand
schade verzekerd. Oorzaak onbekend.
Maandagochtend werd op den spoorweg
bij het station Varseveld het lijk gevonden
van een boerenknecht uit Linteloo bij Aalten.
De man is vermoedelijk door den laatsten
trein van Deulichem naar Winterswijk over
reden.