urn ui er
1895
Jaargang
Gemeenteraad van Waalwijk.
26,
en Gemeentebelangen.
iv
FEUILLETON.
ÜITGK V E R
ANTÖON TfÈLEN
Waalwijk.
■MKBMUNKII
35»
Dit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door liet geheele rijk f '1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Anvr.KTf.Niikx 1-7 regels f0^60daarboven 8 cent per regel,
«roote letter.-: naar plaaiM-r.i: A<1 vcrmntien 3 ra aal «er plaatsing^
opgegeven worden 2manl berekend. Advertentiën voor Duilsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steineii, Hamburg. Reclames K» cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
op 26 Maart 1895, nam. 7 uur.
Tegenwoordig alle leden, behalve den heer
Gragtraans en den burgemeester, die kennis
hebben gegeven verhinderd te zijn.
Voorzitter de wethouder J. Timmermans
Wz.
De voorzitter opent de vergadering.
De notulen der vorige worden gelezen en
vastgesteld.
Naar aanleiding van de vastgestelde voor
waarden voor den aanleg van een tramweg
in de straatvestigt de heer Verbunt de
aandacht van burgemeester en wethouders op
de groote noodzakelijkheid, dat geen enkele
rails worden gelegd, maar dubbele, of rails
met contrarailszoowel in 't belang van de
bestrating als van het rijtuigenverkeer.
De voorzitter zegt dat hierop gelet zal
worden; de concessie-voorwaarden geven
burgemeester en wethouders hiertoe de be
voegdheid.
Aan de orde
1. Benoeming van een stembureau voor
alle verkiezingen in 1895.
Gekozen worden
Tot leden de heeren Baijens en Qumjns;
tot plaatsvervangers de heeren Verbunt en
Van Dooren.
2. Af- en overschrijving dienst 1894. Ee-
nige af- en overschrijvingen, tot een bedrag
van f 174.12, worden goedgekeurd.
3. Vaststelling der algemeene plaatselijke
politieverordening.
De voorzitter „Uit hoofde van de af
wezigheid van den burgemeester, stel ik voor
dc vaststelling van de politieverordening aan
te houden tot een volgende vergadering.
Eigenaardig behoort de verordening de hand-
teekening van den burgemeester, hoofd der
gemeentepolitiete dragen, en het zou tot
groote uitzondering behooren wanneer dit
zonder noodzaak, anders ware. En daar nu
bij de vaststelling niet zoo veel haast is, komt
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant)
160
„Om twaalf uur za) het feestmaal beginnen. De
ontsnapte van Clermont zal er bij zijn.,,
/Jeanne Fortier!* riepen beide agenten hoogst
verwonderd uit.*
"zóu Lise Perin Jeanne Fortier zijn
/Misschien. Doch wat er ook van zij, gedurende
het maal zal er iets plaats hebben, dat dc ontvluchte
noodzaken zal bekend te maken wie zij is.'
„En hoe zal dat geschieden?"
„Dat weet ik ook niet. Alleen weet ik dat er
gebeuren zal wat ik u zeg. Gij moet daarvan partij
weten te trekken. Ge zult wel een middel vinden
om in het Rendez-vous der Bakkers binnen te
komen; dat kan niet moeilijk zijn, daar het eene
openbare inrichting is. Gij zult erop den uitkijk
zijn in afwachting, dat eene bijzondere omstan
digheid plaats heeft. Zoodra gij overtuigd zult
ziin dat Use Perrin, of wie het ook zijn moge
werkelijk Jeanne Fortier is, zult gij wel weten
te handelen. Begrepen?'
„Ja, mijnheer."
„Gij hebt geen bijzonder mandaat noodig, daar
't hier niet geldt eene misdadigster te arresteeren,
maar eene ontvluchte te grijpen. Gaaien weet
ditmaal mijne tevredenheid te verdienen.'
„Wij zullen ons best doen, mijnheer,"
De twee agenten verlieten het kabinet.
Brichard raadpleegde zijn horloge.
Het was nog slechts tien uur.
„Wij hebben nog twee uur tijd," zeide hij, „meer
dan noodig is om ons plan vast te stellen."
„Wij behoeven zelfs geen plan te beramen. Het
Rendez-vous der Bakkers is eene openbare in
richting, en al wordt cr vandaag een feestmaal
gehouden, toch kan men niet weigeren ons daar de
gelegenheid te geven om daar ons ontbijt te ge
bruiken. Wij zullen er dus dejeuneeren.'
aanhouding mij wenschelijk voor; intusschen
kunnen de heeren het concept, des verlangd,
nog komen inzien en zoo noodig wijziging
voorstellen.*
Zonder hoofdelijke stemming conform be
sloten.
4. Ingekomen stukken.
De voorzitter: >naar aanleiding van 's
raads opdracht aan burgemeester en wethou
ders, hebben dezen den heer Paijens, directeur
der gasfabriek te Nijmegen, verzocht de ten
behoeve van de uitbreiding der gasfabriek
alhier gedane leveringen te willen opnemen
in verband met de bepalingen van het bestek,
en dienaangaande rapport te willen uitbrengen.
Dit rapport is ingekomen en de secretaris
zal wel zoo goed zijn 't voor te lezen."
Uit het voorgelezene blijkt de tevredenheid
van den rapporteur over 't geleverde de
zuiveringstoestellen zijn over 't algemeen goed;
het verwarmingstoestel was buiten werking
er was een lek in hoe dit er in is gekomen
is volgens den directeur van Dijck onver
klaarbaar wat de gashouder aangaat, dezen
heeft de heer Paijens niet nauwkeurig kunnen
onderzoekenomdat hij in gebruik is; de
houder is aangenomen op een druk van 65
ir.M. en schijnt een druk te hebben var. 69
mM.; om dit te verhelpen zijn tegenwichten
aangebracht, die volgens bestek niet behoef
den geleverd te worden; er is dus meer ge
leverd dan beschreven is. Over 't geheel
meent de rapporteur dat de commissie mag
trotsch zijn op 't bezit van zoo'n netten,
degelijken gashouder.
De voorzitter: »u ziet, mijne heeren, dat
de heer Paijens tevreden is over de result:ten
van het door hem gehouden onderzoek. Bur
gemeester en wethouders stellen dus voor het
rapport goed te keuren en zich daaraan te
houden."
De heer Baijens dit rapport, mijnheer
de voorzitter, was mij bekend; ik weet zeker
dat de heer Paijens niet meer gedaan heeft,
dan antwoorden op de hem gestelde vragen
of er geleverd is, wat in 't bestek bepaald
was. Ik heb den heer Paijens zelf gesproken,
„Goed. Doch zoo men ons eene plaats aanwijst
in eene andere zaal, wat dan
„Er zijn slechts twee zalen, die met elkaar ir.
verbinding staan. Ik ken het huis."
dan heb ik geen bedenkingen meer."
„Wij moeten ons verkleeden. Ik ga naar huis
om een werkpak aan te trekken Doe ook zulks
„Waar zullen wij elkander wedervinden
„Voor het Instituut."
„Hoe laat?"
„Tien minuten voor twaalf."
„Accoord 1"
De agenten namen voor 't oogenblik afscheid.
Juist om tien uur kwam Stephaan Gastel bij
Raoul Duchemin aan.
De portier herkende hem onmiddellijk.
„Ik heb uw kaartje afgegeven, .mijnheer, zeide
hij. De heer Duchemin is boven en wacht u
Vierde verdieping, de deur links."
De schilder klom de trappen op.
De gewezen stadhuis-ambtenaar van Joigny
opende de deur.
„Treed binnen, mijnheer, treed binnen," sprak
hij op vroolijken toon. „Wellicht komt gij mij
mededeelen, dat gij de schuilplaats van Ovidius
Soliveau ontdekt hebt."
Stephaan schudde het hoofd.
„Neen, ik kom bij u om inlichtingen.'
„Helaas, mijnheer, ik weet niets. Drie dagen
heb ik Harm an t op den voet gevolgd, doch hij
is nergens anders geweest dan in de Mnrilloslraat
en in de fabriek te Oourbevoie."
„Niets dus. Niet het geringste-spoor I" hernam
Stephaan ontmoedigd.
„Neen, en ik vrees zeer, dal Ovidius opgemerkt
heeft, dat men hem op de hielen zit en daarom
Parijs heelt verlaten."
„Dan zou de duivel in 't spel zijnEn zou
er geen middel wezen om daaromtrent eenige
zekerheid te verkrijgen?"
„Daaraan dacht ik zooevenIk denk den
ganschen dag r.a over allerlei onmogelijke za
ken... Er is mij wel iets in 't gedacht gekomen
„Verklaar spoedig wat."
„Ik heb er over nagedacht Paul Harunnt een
telegram te zenden, Ovidius Soliveau getcokend."
„En wat zou dat telegram behelzen?"
„Eenvoudig deze woorden
nadat hij zijn rapport reeds had opgezonden
en gerust durf ik verklaren dat, als men hem
vraagt of hetgeen meer geleverd is dan in
het bestek is bepaald, naar den eisch is daar-
gesteld en werkt, hij volmondig zal antwoor
den „Neen."
't Zelfde is 't geval met de zuiveringskisten.
Geleverd is wat is voorgeschreven, maar
zooals ze nu werken zijn ze uiterst onprac-
tisch. De deksels worden omhoog getrokken
door middel van 4 oogen; reeds 3 zijn eraf.
Ik heb mij de moeite getroost om alles
zoo nauwkeurig mogelijk te onderzoeken en
mijn bevinding aan den raad medegedeeld
ik stel nu voor dat de heer Paijens nogmaals
gehoord worde en hem gevraagd, zooals ik
'boven zeide, of het meerdere geleverde naar
den eisch is daargesteld en werkt."
De heer Timmermans-Van Turenhout: „ik
steun het voorstel van den heer Baijens. Zijue
vroeger gemaakte opmerkingen zijn door na
dere information bevestigd. Ik geloof dat
het een heele geruststelling voor den raad
zou zijn het voorstel goed te keuren."
De heer Baijens „mag ik de zaak nog
eenigszins nader toelichten. Ik heb hier en
daar een kijkje gaan nemen in gasfabrieken.
De nieuwste hebben alle gashouders zonder
tegenwichten maar waar die verouderde
constructie nog bestaat, loopen de tegenwic'n
ten alle buiten de kolommen en over 2 schij
ven. (Spreker noemde een zestal plaatsen
op waar dit het geval is).
De voorzitter „het rapport van den heer
Paijens is gunstig, zoodat we gerust kunnen
exploiteeren; hij zegt zelfs dat de commissie
tiolsch mag zijn zoo'n gashouder te bezitten.
Dat aan 't bestek voldaan is zal zeker nie
mand betwisten. We hebben een onderzoek
laten instellen, en daar dit nu goed is uit
gevallen, is 't toch onnoodig verdere infor
maties te nemen. Ik stel dus voor te blijven
bij 't voorstel van burgemeester en weth."
De heer Baijens „ik ben begonnen met
te zeggen, d^t de heer Paijens enkel geant
woord heeft op de hem gestelde vragen
maar er is meer geleverd dan bij bestek
„Kom heden avond bij mij. Dringend."
„Na dit lakonisch telegram ontvangen te heb
ben, zon Paul Harmant zeker niet gerust zijn cn
zich onmiddellijk naar zijn medeplichtige begeven.
Ik zal de oogen in 't zeil hebben en dan wel
de woning van dien ellendigen Soliveau weten
te ontdekken. Hoe vindt gij mijn idee
-Zeer goed in zekeren zin; doch er zijn moei
lijkheden en gevaren aan verbonden."
vWelk
„Zoo Soliveau, naar gij zooeven verondersteldet,
de vlucht genomen heel'l. Dan zou Harmant wel
op zijn hoede zijn en het huis niet verlaten."
„Dat is waar. Doch hij kan niet op de hoogte
zijn, en ook veronderstellen, dat hij terug is ge
komen. In alle geval, mij dunkt., dat wij 't zouden
kunnen beproeven."
„Dat is waar. Doch er is nog iets anders."
//Spreek, mijnheer."
„Aangenomen dat Ovidius te Parijs is, en dat
Paul Harmant tot hem gaat met de woorden: Ik
heb uw telegram ontvangen. Hier ben ik. Wat
wenscht gij
„Wat zal dat geven
„Ovidius, die niets verzonden heeft, zal dan
opmerken, dat er iets bijzonders te doen is en
gewaarschuwd zijn."
„Hij zal 't valschc telegram op rekening stellen
van Amanda. En bovendien hebben wij ons niet
daarover te bekommeren. Terwijl zij in Ovidius
schuilplaats bijeen zijn, sta ik gereed om te
handelen."
„En wat zult gij doen?»
„Ik zal Harmants vertrek afwachten en dan aan
Ovidius deur schellen. Die zal mij wel geopend
worden. Dc man zal zeker hoogst verbaasd staan
mij te zien, doch zonder wantrouwen mij binnen
laten komen. En ben ik eenmaal met hem alleen
dan zul ik, gewapend met al hetgeen ik weet,
hem de waarheid wel weten te ontrukken. Wan
neer men angst heelt voor de gerechtigheid en
steeds dc hand van een agent op den schouder
meent te voelen, wordt men laf. Ik heb cr een
droevig bewijs van geleverd. Die man zal zich
even lafhartig aanstellen als ik."
„Doch in eene uiterste uitbarsting van woede
kun Ovidius u licht vermoorden.»
.Ja, dat is mogelijk, doch dit kan geen reden
zijn om niet te handelen. Ik moett mijn verleden
weer goed maken door dien kerel in handen der
bepaald is en juist dat meerdere werkt on-
praclisch; maar dit is hem 'niet gevraagd
daarom heeft hij er zich ook niet over uit
gelaten. Men spreekt vatt een druk van 69
mM. maar hij is wel 85 in plaats van 65;
dit weet ook de heer van Mieno. uit Tilburg en
verschillende anderen. De klok heeft de heer
Paijens, zooals hij zelt in zijn rapport zégt,
niet kunnen onderzoeken en juist daarin zit
het groote euvel.' De koepel bleek te klein
te zijn. Men heeft die moeten vergrooten en
dus zwaarder maken.
Tengevolge hiervan werd de klok ongelijk
matig verzwaard, waarom men haar op andere
punten heeft moeten ballasten. Door dit alles
kreeg men meer gewicht en dus meer drukking
dan waarop men had gerekend. Ik erken,
dat onder de gegeven omstandigheden de
houder niet kan werken zonder tegenwichten,
maar dan behooren zij te loopen over twee
schijven, buiten de kolommen en liefst onder
de gaanderij.»
De voorzitter: »de bedoeling is dus den
heer Paijens te vragen of de tegenwichten
naar behooren zijn aangebracht en werken?"
De heer Mombersik zou veel verder
wenschen te gaan en alles goed laten onder
zoeken. Als toch een deskundige gevraagd
wordt zou ik wenschen een volledig onderzoek
ook betreffende inrichting en werking
De voorzitter„als men dit alles hoort,
zou ik meenen dat dit behoort tot de taak
der gascommissie; ik zal niet zeggen wat
zij te doen heeftmaar zeker hebben de
leden toch het recht te vragen dat een verga-*
dering worden belegd."
De heer Quirijns „de gascommissie zal
dit zeker niet doen voordat alles is goedge
keurd."
De heer Mombers: „'t is steeds het ge
voelen van den raad geweest dat de gas
commissie altijd zou gehoord worden, maar
dit heeft veelte wenschen overgelaten."
De voorzitter „de gascommissie kan, zoo
als ik gezegd heb, elkeu dag een vergadering
vragen en dan zal de voorzitter ze wel
beleggen."
rechters te leveren, dien wij van moord verdenken.
Ik zal er mijn leven voor opofferen, zoo 't noodig
is. Wijken, nooit 1 lk zal alle pogingen in het
werk stellen zonder mij echter aan al te groote
onvoorzichtigheid bloot te stellen. Geloof mij vrij
mijnheer, liet middel dat ik u voorstel is niet
slecht; ik ben overtuigd, dat ik slagen zal."
„Ik geloof het met u, doch laat ons het plan
eerst nog van alle zijden beschouwen. Veronder
stellen wij eens dat Ovidius te Parijs is, doch
niet thuis op het oogenblik dat Paul Harmant
bij hem komt."
„Dat geval heb ik voorzien."
„En wat zult gij dan doen
„Ik zal van zijne afwezigheid gebruik maken
om zijne woning binnen te dringen, alles door
snuffelen en mij van de papieren meester maken,
die ik zoek."
„Ongelukkige I Dat is eene misdaad, waarvoor
gij zwaar gestraft zondt worden."
„Tegenover een ellendeling van zijn soort is
alles toegestaan."
„De rechters zullen niet van dat gedacht zijn."
„Des te erger voor de rechters! VVater ook ge
beuren moge, ik ben vast beslo en te handelen.'
„Nu, daar gij zoo vast in uw schoenen staat,
zal ik uw plan'niet langer bestrijden. Waar zult
gij liet telegram heenzenden, naar de Murillo-
straat of naar Courbevoie?"
„Ja, dat weet ik nog zoo juist niet. Ik zou
eerst moeten weten waar Paul Harmant is.'
„Dat zullen wij gemakkelijk vernemen."
„Hoe dan?"
„Ik zal zelf naar de Murillostraat gaan en naar
Harmant vragen."
„Vreest gij niet?" vroeg Duchemin.
„lk heb in 't geheel niets te vreezen. Zoo ik
den industrieel aantref, zal ik zeer vriendelijk
door hem ontvangen worden, en in dat geval zal
ik wel een gezicht weten te toonen, dat hem
niets vermoeden laat. Paul Harmant kent mij.
Dit bezoek zal hem in 't geheel niet verwonderen."
„Ga dan, mijheerZal ik u hier wachten
„Neen, kom met mij medeWij mogen geen
afscheid nemen alvorens wij alle bijzonderheden
te hebben vastgesteld. Gij zult mij wachten in een
koffiehuis van den boulevard Malesherbes, waar
gij ons ontbijt zult bestellen. Daar zal ik u weer
treffen."
Wordt vervolgd.