Oostenrijk.
Rusland.
Korea.
BINNENLAND.
inziet; hij vreest, dat zij zich op het gevaar
lijkst ontwikkelen kan. En indien het tot een
openlijke breuk kwam, was koning Oscar's
troonafstand zeer waarschijnlijk. Hij die tot
lijfspreuk heeft«het welzijn der broeder-
volkeren» zou de verantwoordelijkheid van
een gewapend conflict niet dragen willen.
De kroonprins, die in dat geval aan de re
geering zou komen, is Noorwegen echter zeer
weinig gunstig gezind en zou zekerlijk tot
geen prijs toegeven.
De Zweedsche generale staf beweert, dat
eene gewapende bezetting van Noorwegen
zonder bezwaar zou kunnen geschieden. Kris-
tiania en Drontheim konden in een oogen-
blik bezet worden. Men ziet echter te Stock
holm wel in, dat de moeilijkheden na de
occupatie eerst recht zouden| aanvangen.
Juist omdat men dit in het sterkere land zoo
goed begrijpt, meent de Fraukf., is de mo
gelijkheid op een vreedzaame oplossing van
het geschil niet uitgesloten, al moet men ook
erkennen dat dit door de afreis des konings
en zijn demonstratieve ontvangst te Stockholm
zeer verscherpt werd.
Vrijdag verloor een jongmensch, die met
den sneltrein van Parijs te Weenen aankwam,
aan het station een glazen koker, die schijn
baar met roode bonbons was gevuld. De koker
brak, en een politieagent, dien de roode dingen
verdacht voorkwamenraapte deze op en
liet ze onderzoeken. Het bleek dat het su
blimaat pillen waren, zoo sterk dat een ervan
genoeg was om tien menschen te vergiftigen.
De geheimzinnige reiziger is nog niet terug
gevonden.
De keizer heeft den bekenden aartsbisschop
van Warschau, Popiel. verlof verleend, een
reis naar Rome te doen, om den Paus in te
lichten over den toestand en de behoeften,
van de Russisch-Poolsche katholieken.
De Poolsche bladen beschouwen die ver
gunning als een gewichtige gebeurtenis, omdat
voor dezen geestelijken, die over de grenzen
gingen, schriftelijk beloven moesten Rome
niet aan te doen.
Voor de eerste maal is dit jaar een
deel van de marinereserve opgeroepen om
te oefenen. 135 schippers, stuurlui en loodsen
die met 1 Januari 1891 of '92 in de marine
reserve zijn geplaatst, zijn tegen 1 November
opgeroepen voor een oefening van zes weken
te Libau of Sewastopol.
De Berlijnsche correspondent der „Daily
News" seint aan zijn blad dat de politie te
Warschau een complot ontdekt moet hebben
tegen het leven van den gouverneur van Polen,
generaal Scbouwaloff. Er zouden geheime
drukkerijen ontdekt zijn in verscheiden Pool
sche steden. Nihilistische manifesten zouden
verspreid zijn. Verschillende personen, waarb-j
2 dames, moeten er gearresteerd zijn.
Al deze berichten heeft men echter onder
groote reserve te aanvaarden.
Het groote nieuws is, dat de vrede Zater
dag te Simonoseki gesloten zou zijn. Beslister
kunnen wij nog niet spreken. Tegen het eind
der vorige week werd een spoedig afloopen
der onderhandelingen in het teekenen van
den vrede wel in het vooruitzicht gesteld
maar er bleef nog de afstand van grondge-
hied in Mantsjoerije, waarin China niet wilde
w——a—i
Zij liet de nieuw aangekomenen aan hetzelfde
tafeltje plaats nemen, waar Ovidius voor hen ge
zeten had.
#Gij zit goed, niet waar vroep Marianne.
Uitstkend 1* antwoordde Brichard.
,Hebt gij veel haast
#In het geheel niet. Wij wachten op den trein
van vijf uur,' zeide de onderofficier.
rGoed, dan kunt gij hier nog plezier hebben.
Wat zal ik u opdienen?"
✓Eerst voor ieder een absinth, en dan zullen wij
eens zien."
De kellner bracht het gevraagde.
Op dit oogenblik kwam eene brooddraagster
haastig binnengeloopen.
/Vriendenl daar is mama Lison!" riep zij.
«Attentie dan zeide een gast. #De oudste van
ons hier aanwezig zal het bouquet aanbieden."
Een bakkersknecht van ruim zestig jaar kreeg
den bloemtuil van zeer ruimen omvang in de
hand en nam plaats in de eerste rij der gasten.
Brichard en Montel hielden het oog op ae deur.
Jeanne Fortier verscheen.
✓Leve Lise Perrin riep men als uit een mond
en de man met de bouquet ging de draagster
tegemoet.
«Mama Lison," sprak hij op bewogen toon,
✓gelief dit bouquet, dat uwe vrienden u heden
als een blijk hunner genegenheid aanbieden, te
aanvaarden.'
Wederom klonk het door de gansche zaal
✓Leve Lise Perin
Jeanne pinkte een traan uit de oogen.
De gewaande boer fluisterde den onderofficier
in het oor
Het is niet mogelijk, dat die goede vrouw de
onsnapte van Clermont is."
✓Laten wij ons oordeel voorloopig opschorten.'
Get ziet er zoo een eerlijke vrouw uit.'
✓Schijn bedriegt vaak, en het duidelijkst bewijs
daarvan leveren wij beiden op dit oogenblik."
Jeanne was de hoogste ontroering ter prooi.
Een bakkersknecht bood haar een glaasje aan.
Met bevende hand nam zij het aan en alvorens
het aan de lippen te brengen, sprak zij op bijna
onverstaanbaren toon
✓Vrienden,dierbare vrienden,ik drink
op uwe gezondheid
✓Er is opgediend Aan tafelbeval de waar
din op koogen toon.
toegeven en waarmede Rusland en Frankrijk
geen genoegen heetten te nemen. Dan sou
Japan toch nogeeu protectoraat over Korta
willen uitoefenen. Zoodat de vrede no* niet
beklonken scheen. Intusschen wij zullen
nader bericht moeten afwachten. Uit Joko-
hama werd Vrijdag nog geseind, dat indien
de wapenstilstand den 20en dezer eindigen
zou zondet dat de vrede gesloteu was, de
Japansche troepen oogenblikkelijk tegen Pe
king zouden oprukken. Of dit iets anders
dan vreesaaujaging beduidt, is niet zeker.
WAALWIJK, 17 April 1895.
Bij kon. besluit is, met ingang van 1 Mei,
benoemd tot directeur van het post- en tele
graafkantoor te Waspik, J. Schaafsma, thans
commies der telegraphie van de 3de klasse.
Uit Tilburg wordt gemeld
De voorbereidende werkzaamheden voor
de ontvangst der vorstinnen zijn reeds in
vollen gang. Op het stadhuis is men bezig
de raadzaalwaar het déjeuner zal 'plaats
hebben, te vergrooten, terwijl de aangrenzende
vertrekken tot salon en boudoir worden in
gericht. Tegenover het station zal eene mo
numentale eerepoort in Romaanschen stijl
verrijzen, welke ongerekend de vlaggentro-
peeën eene hoogte van 12 en eene breedte
van 11,80 M. zal hebben; aan weerszijden
worden eerebogeu geplaatst. Voor den ingang
van het stadhuis wordt een marquise van rood
fluweel en satijn aangebracht. Ook hebben
zich reeds in enkele straten commissies voor
versiering gevormd, welke weldra door meer
dere zullen gevolgd wordenzoodat wij alle
hoop hebben dat de geheele stad in zoo-
danigen feestdos zal prijkendat zij de
koninginnen waardiglijk zal kunnen ontvangen.
Men schrijft uit Hengeloo
Een eigenaardig Twentsch gebruik is, dat
op den avond van den eersten Paaschdag op
sommige plaatsen paaschvuren ontstoken wor
den tien, twintig soms om eene gemeente.
Het komt voor, dat de opgerichte brandstapel
een omvang heeft van ettelijke kub. meters
en daaraan tonnen gevuld met teer toege
voegd worden zoo'n brandstapel levert, na
aangestoken te zijn met intreden van het
donker, een phantastisch gezicht op en trekt
vele toeschouwers.
Een ander gebruik, dat bij tal van fabrieken
in Twente in zwang is, bestaat daarin, dat
aan de jongens en meisjes, die in de fabriek
werken, eenige paascheieren ten geschenke
worden gegeven. Vooraf worden deze eieren
dan bij honderdtallen in de ververijen in
verschillende kleuren geverfdhetgeen het
geschenk des te welkomer maakt.
Men schrijft uit Sliedrecht
De eerste ambtenaar ter secretarie alhier
die vóór 5 weken in zijne betrekking was
geschorst, is in de afgeloopen week, nu het
college van B. en VV. weder voltallig is, door
het dagelijksch bestuur ontslagen. Overigens
schijnt de zaak het stadium van rust te zijn
ingetreden, dat gewoonlijk aan de verwijzing
naar de openbare terechtzitting voorafgaat;
althans wij vernemen, dat de instructie tegen
bevenbedoelden ambtenaar gesloten was. Toch
schijnt nog niet alles opgehelderd en hoort
men vele geruchten omtrent een onderzoek
naar allerlei zaken, die in verband staan met
de hier geheerscht hebbende veeziekte het
mond- en klauwzeer.
Uit Dongen wordt van 14 April ge
meld
Heden nacht omstreeks 3 uur werd de
woning van den bakker en herbergier v. R.
alhier, met het achterhuis bewoond door 2
gezinnen, door brand vernield. De bewoners
der voorhuizing, waar de brand in de bakkerij
ontstond hadden ter nauwernood tijd oio
zich te redden Hun inboedel ging nagenoeg
gtheel verloren. Alles was tegen brandschade
verzekerd.
Toen Zondagochtend eene woning in
de Vlissingsche straat te Middelburg gesloten
bleef, kregen de buren vermoeden dat er iets
niet in den haak was en riepen zij de hulp
in van een timmerman. Deze opende de
woning en bemerkte dat het huis vol rook
stond en dat er goederen smeulden. Verder
vond hij de bewoonster, een drie en tachtig-
jaiige weduwe, doof en blind, dood op den
vloer liggen. De weldra bij het lijk geroepen
geneeskundige constateerde dat de dood door
verstikking was veroorzaakt. Vermoedellijk is
een petroleumlampje dat op een tafeltje
voor het bed der oude vrouw stond, omge
vallen en heeft dat biand veroorzaakt in het
beddegoed. De oude vrouw schijnt toen het
bed te hebben verlaten, maar door den rook
te zijn bedwelmd.
Een bovenbevvoonster van het huis bleek
ook door den rook bewusteloos te zijn ge
worden, doch werd door tijdige hulp voor
erger ongeval behoed.
Men schrijft uit Beek bij Nijmegen van
11 April
In den afgeloopen nacht hebben inbrekers
zich toegang weten te verschaften tot de
tijdelijk oubewo >nde villa van den heer L.
de Bruijn aan den Berg- en Dalschen Weg
onder de gemeente Groesbeek.
Door middel van afgehakte dennenboomen
schijnt men het keukenraam en daarvan de
ruiten en het houtwerk verbrijzeld te hebben.
Ditmaal scheen men het hoofdzakelijk voor
zien te hebben op het donzen vulsel van
kussens, waarvan men de overtrekken heeft
achtergelaten. Verder schijut er niets van
waarde ontvreemd te zijn. Eene gedeeltelijk
geledigde flesch champagne bewees, dat men
ook den wijnkelder bezocht had.
Dit is reeds de vijfde maal, dat in korten
tijd ledig staande huizen in deze buurt der
gelijk nachtelijk bezoek hebben ontvangen.
Zondagavond ontstond er te Hillegers-
berg een hevige brand op de bouwhoeve
van den landbouwer P. van den Berg in een
hooiberg.
Het hoofd der gemeente, alsmede de
dorpsspuit waren spoedig ter plaatse.
Twee hooibergen brandden totaal af, doch
dank zij de krachtige en doelmatige werking
van de dorpsspuit, later geholpen door de
spuit van Terbregge, bleef de woning of
schoon er dicht bij staande, behouden.
Alles was, hoewel laag, verzekerd.
Zondagmorgen is brand ontstaan op de
boerenplaats vau J. Janknegt aan de Zwet
onder Wateringen. De kleine stal met vee
(15 koeien, 2 kalveren en een zeug met
biggen) is geheel verbrand. Uit den grooten
stal, die uitbrandde, zoodat de muren bleven
staan, kon het vee nog bijtijds worden gered.
Ook twee hooibergen werden eene prooi
der vlammen; het woonhuis bleef behouden.
Alles was verzekerd.
Brand te Dwingelo.
Betreffende een brand te Dvvingelo meldt
men het volgende
Eene ontzettende ramp heeft dit welva
rende Drentsche dorp getroffen en in een
der flinkste gedeelten aangetast. Op eene
nog onbekende wijze ontstond er in den nacht
van Woensdag op Donderdag jl. even voor
twaalven, brand in de behuizinge van den
grofsmid B. Smit, welke door de bewoners,
die allen te bed waren, niet eerder werd
ontdekt, dan toen zij door den rook bijna
hadden kunnen stikken. Het mag een wonder
heeten, dat zij het gevaar van levend te ver
branden ontkomen zijn, zij het dan ook in
nachtgewaad en zouder kousen of schoeisel
aan de voeten.
Spoedig schoten anderen, die het onheil
bemerkten toe, doch aan blusschen van het
woedende element, dal in hooi en stroo en
ook vooral in de rieten bedekking ruim voedsel
vond, viel niet te denken. Men ston 1 mach
teloos, misschien zelfs verlamd van ontsteltenis
zoodat niets gered werd, en zelfs de levende
have, bestaande in twee koeien, eenige var
kens en ander klein vee, moest men den
vlammen ten prooi laten.
Door brandklok en hulpgeschreeuw opge
schrikt, was spoedig het gansche dorp op de
been en spoedde zich naar de plaats des
onheils. Met ontzetting zag men de verwoes
ting van het vuur. De brand was inmiddels
reeds overgeslagen naar het belendend perceel
van den winkelier A. Brunsting Rz., waarvan
de bewoners hetzelfde lot moesten deelen
van het eerste. Handen wringend stond toen
reeds eene groote menigte, die, hoe gaarne
ook hulp willende verleenen, niets vermocht
tegen de alles verteerende vlammen, welke
als gloeiende tongen zich lekkend uitstrekten
naar de rieten of strooien bedekking van de
aangrenzende gebouwen. Een oogenblik slechts
en weder steeg een nieuwe vuurzuil hemel
hoog op, en een andere behuizing was aan
getast en deelde eenzelfde lot. Zoo ging het
door tot niet minder dan tien, meest alle
flinke boerenhuizen, waarin 15 gezinnen nog
voor enkele oogenblikken in diepe rust waren
verzonken, in lichte laaie stonden, waarvan
de helle gloed uren ver in den omtrek kon
worden waargenomen. De riet- en stroobe-
dekking van de woningen was oorzaak, dat
het vuur zich wondersnel verspreidde, zoodat
de Brink een vuurzee geleek.
Bij al de ontsteltenis heeft men van de
inboedels niet veel kunnen redden. Rundvee
en paarden zijn, met uitzondering van die
bij B. Smit, meest gered; hoe groot 't aantal
omgekomen varkens en ander klein vee is,
kan niet juist opgegeven worden. De schade
beloopt echter duizende guldens. Gelukkig
is deze bij bijna alle door assurantiezij
het dan ook bij enkele laag, gedekt.
Hoe het einde van de ramp zou geweest
zijn, indien men niet met inspanning van alle
krachten en dikwijls met levensgevaar het
vuur had bestreden, is niet te overzien. Her
haaldelijk tastte het vuur andere aan de
overzijde van den Brink en op verren afstand
staande gebouwen aan, terw 1 het blussching-
werk zeer moeilijk was, doordien men met de
spuiten, die te licht van werk en van ver
ouderde constructie zijn, geen water genoeg
kon aanvoeren. Bij eenigszins meer wind
zou het grootste gedeelte van het dorp gevaar
hebben geloopen.
Behalve de reeds gemelde gebouwen zijn
nog verbrand de behuizingen vanA. ten
Oever, (mede bewoond door J. Wolters,) de
Erven Blein, A. Buitenhof (mede bewoond
door E. Nijland,) J. Mulder Czn., F. J. Zan-
tinge (mede bewoond door W. Zaligman en
gezin en H. Harms en gezin,) H Zwiers, E.
Prent, Th. Greveling en J. E. Mulder.
De oorzaak van den brand ofschoon
nog onbekend tot heden wordt algemeen
aan roekeloosheid of kwaadwilligheid toege
schreven. Het is te hopen, dal de politie en
de maréchaussée, die de zaak onderzoeken,
11
Amanda stonden groote zweetdroppelen op het
voorhoofd. Met de oogen op Ovidius, Jeanne For
tier en Marianne had zij onder het gordijntje
door geen enkele beweging van deze drie personen
verloren.
Toen zij Soliveau zijn glus zag ledigen, schit
terden hare oogen woest als die eener tijgerin.
„Nu zijt gij verloren, bandietmompelde zij.
✓Daar ben ik zeker van; een innig voorgevoel
dat niet bedriegt, zegt het mij."
De waardin naderde thans de brooddraagster
en sprak
,Nu is 't mijne beurt, mama LisonNiet
slechts de gasten hier zijn uwe vrienden en stel
len een groot belang in uook zijdie gij be
dient, houden zeer veel van u. Ziehier wat een
van hen mij verzocht heeft u ter hand te stellen."
Met deze woorden legde zij op Jeanne's bord
de tweehonderd franken neder, haar door Mari -
anne ter hand gesteld, maar thans in blinkende
goudstukken omgezet.
Algemeene toejuichingen begroetten deze woor
den.
Jeanne omhelsde de waardin.
✓Nu hebben we genoeg van al die teedere ge
voelens zegde een der gasten. „Thans is het
oogenblik gekomen der vreugd en der pret
Kom, laat ons zingen en vroolijk zijn. Ieder op
zijne beurt; ik begin."
Op hetzelfde oogenblik heerschte er stilte.
Ovidius wachtte, de oogen op Jeanne Fortier
gericht,de uitwerking vanhelCaoadeesche vocht af.
Den zanger vielen donderende toejuichingen teu
deel.
Op nieuw werd er geklonken en gedronken.
De nieuwe compagnon is aan de beurt 1* riepen
verscheidene stemmen.
Ovidius stond op, nog steeds de oogen op mama
Lison gevestigd houdend, en zong een aardigheid,
aan het repertoir van een of ander café-chantant
ontleend.
In 't midden van het tweede couplet zweeg hij
eensklaps en bracht de hand aan het voorhoofd.
Zijn geheugen liet hem in den steek.
,\Vat nu?' riep een der gasten meteen lach uit.
Drink eens; dan zult gij 't u wel herinneren."
Doch 't was het geheugen niet dat Ovidius ver
liet; zijne gedachten waren geheel beneveld.
Het Canadeesche vocht begon te werken.
Wordt vervolgd.
Jeanne werd de eereplaats aangewezen, en het
haar geboden bouquet op tafel geplaatst tegenover
de heldin van het feest.
Het feestmaal nam een aanvang.
Ovidiu9 zat in de nabijheid van Jeanne, in
dezelfde rij, en vermaakte de gasten door zijn
luid en vroolijk gesprek.
Het menu der tafel zullen wij niet opgeven,
zooals de dagbladen doen, wanneer't een officieel
diner geldt. Men houde zich tevreden met de
verzexering dat er niets ontbrak en de waardin
voor het bestede inleggeld werkelijk wonderen
gewrocht had.
De twee agenten profiteerdeu op bijzondere wijze
van het feest. Het ontbijt dat men hun opdiende
scheen uitstekend.
Amanda, vol angsten ongeduld, wachtte koorts
achtig de ontknooping van dit stuk af, dat als
een vaudeville begonnen wellicht al9 een drama
zou eindigen
Zij alleen vond dat de tijd zoo langzaam voor
bij ging.
Het was half vier, toen de koffie op tafel werd
gebracht.
De dienstmeid wachtte zeer zenuwachtig het
teeken af, waarvan Ovidius gesproken had.
Zij stond aan het tafeltje, waarop de verschil
lende likeuren geplaatst waren.
✓Jacques, voor mij de chartreuse,' zeide zij tot
den kellner, ,die zal ik inschenken."
✓Goed, Marianne.'
De dienstmeid haalde een kraftje uit den zak,
dat zij ongemerkt in de eerste rij plaatste.
Ovidius, die haar sinds eenige oogenblikken
met het oog volgde, wa9 dit niet ontgaan.
Uitstekend!" dacht hij. „Zij vergeet niets.Wat
zullen wij lachen eer een halfuur verloopen is."
Daarop stond hij op.
✓Bravo!' liep hem een bakkersknecht toe. ,De
nieuwe compagnon zal ons een aardig liedje zin
gen. BravoBravoIndien er een refrein is,
zingen wij allen raedel*
,Ja, ja," stemde men van alle zijden in. ✓Voor-
Hit met een vroolijk lied
Ovidius legde de rechterhand op de linkerzijde
van de borst en groette rechts en links.
✓Zeker, vrienden, zeker zal ik zingen," sprak
hij, „daar ik er zoo vriendelijk toe wordt uitgo-
noodigd; ik zal alles zingen wat gij wilt, doch
eerst vraag ik het woord."
Dat wordt u gegeven," antwoordde een der
gasten. ✓Wij luisteren!"
Alvorens ik in het Rendez-vous der Bakkers
kwam," begon Ovidiu9, kende ik mama Lison
niet, doch met u beste kameraden, heb ik haar
leeren kennen, hoogachten en beminnen. Zij is eene
brave, waardige vrouw, en ik acht mij gelukkig
in staat te zijn haar een klein cadeautje aan te
bieden, dat mama Lison naar ik hoop, wel zoo
goed zal zijn uit mijne handen aan te nemen."
✓Bravo! Bravo! Wat een heerlijk idéé!' riep
men rechts en links uit.
Ovidius verliet zijne plaats en nadere Jeanne
Fortier, die onmiddellijk opstond en zich tot
hem wendde.
„Madame Perrin,' sprak de ellendeling, het
kostbaar doosje toereikend, doe mij het genoegen
deze kleinigheid van mij te aanvaarden."
Jeanne nam het aan en bedankte hem hartelijk.
Vol geestdrift werd er toegejuicht en er werd
algemeen verlangd het cadeau te zien.
Jeanne Fortier opende het lieve doosje van
rood marokijn en stiet een luiden kreet van ver
wondering uil.
Het doosje ging van gast tot gast en de inhoud
werd vol belangstelling bewonderd.
Proficiat, mijn jongen zeide de waardin tot
Ovidius; „gij weet wat de dame9 toekomtEen
prachtig cadeau. Dat verzeker ik u. Maar daarop
moet eens flink gedronken worden
✓O, madame, dat heb ik ook al voorzien. Ik
geef tevens van daag mijn entré?, er is reeds een
rondje chartreuse besteld.*
„Leve de nieuwe compagnonklonk het uit
aller monden.
Zoodra Marianne de woorden van Ovidius hoor
de, kw m zij haastig toegeloopen met twee ca-
rafen groene chartreuse in de handen.
✓Eerst mama Lison zegde zij.
Jeanne bood haar glas.
En dan de goede vriend
Met de behendigheid van een goochelaar had
Marianne de kraftjes verwisseld, en toen Ovidius
op zijne beurt zijn glas bood schonk zij hem de
door hem zelf bereide chartreuse in.
✓Op uwe gezondheid, mama Lison!" riep de
ellendeling uit. „Kom laat ons eens klinken
Van ganscher harte."
De glaasjes werden aangestooten en dan in een
teug geledigd.