Nummer 33. Donderdag 25 April 1895. X8e Jaargang. HE BROÖDDIUiGSTEIl. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Bekendmaking. ANTOON TIELEN, Industrieëelen Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Frankrijk. UITGEVER: Waalwijk. de De Echo van het Zuiden, Waalwijksoho en Lanjplraalsclie Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden l' 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Ad verten tién 1 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Arlvertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De kamer van koophandel en fabrieken te Waalwijk, houdt zich onledig met het opma ken van het verslag over 1894. Heeren industriëelen worden verzocht hunne opgaven voor het verslag zoo spoedig moge lijk aan den voorzitter in te zenden. De kamer van koophandel en fabrieken voornoemd Waalwijk, April 1895. Koningin in De Commissaris der provincie Noordbrabant Maakt bekend dat Hare Majesteit de koningin-regentes in het gouvernementsgebouw te 's-Hertogen- boschj gelegenheid zal geven, oin bij Hoogst- dezelve bunne opwachting te maken Aan heeren, inwoners van Noordbrabant, op Woensdag 15 Mei aanstaande, des na middags van 2 tot 4 uren; aan dames, op Donderdag 16 Mei daar aanvolgende des namiddags van 4,15 tot 5,15 uren. Degenen, die verlangen daartoe te worden toegelaten, worden uitgenoodigd zich in te schrijven op een der lijsten, welke ten huize der concierge van voormeld gebouw, in de Ververstraat, gereed zullen liggen, van af heden tot en met Zaterdag 27 April e.k., des avonds te 8 uren, op welken tijd die lijsten zullen worden gesloten. 's Hertogenbosch, 19 April 1895. De commissaris der koningin voorn. A. van Voorst tot Voorst. Blijkens een telegram uit Hiroshima is het vredes verdrag tusschen Japan en China reeds Zaterdag geratifiëerd. Naar het Fransch door W. v. R. Overgenomen uit de Meierijsche Courant 167 „Ik ben agent der openbare veiligheid.... Kunt gij mij zijn waren naam opgeven?" „Ovidius Soliveau.... Een ellendeling „Zal hij hiervan sterven „Neen zijn leven is niet in gevaar. Hij heeft eenvoudig een zeker Canadeesch vocht gebruikt, waarvan de gevolgen mij zeer goed bekend zijn. Licht, dat men nu ook spoedig iets ver nemen zal omtrent de tot nu toe, naar 't wel schijnt met opzet geheim gehouden voor- waardeu. Die voorwaarden geven voortdurend aan leiding tot veel gepraat en veel geschrijf. Zoo seint men uit Simonesiki, dat de volgende officieele mededeeling aan de buitenlandsche correspondenten is gedaan. De termen waarin van het vredesverdrag tusschen China en Japan bericht is gegeven, hebben de aanleiding tot misverstand kunnen zijn. Men heeft het doen voorkomen als had Japan zich een recht van 2 p. c. ad valorem op de Chineesche invoeren verzekerd, in plaats van een specifiek recht. De handelsvoor- waarden door Japan verkregen buiten die, waarvan alle mogendheden genieten die overeenkomsten met China hebben, omvatten het recht om de Yang Tse tot Thang Kiang te bevaren en hetzelfde recht op de rivieren die toegang geven tot Foetsjoe en Hangtsjoe; verder het recht van vrijen invoer van ma chinerieën en zekere soorten van andere koopwaren; en eindelijk het recht om fabrie ken op te richten in het Hemelsche Rijk. Deze rechten zijn geenszins uitsluitend aan Japan gegeven zij zijn natuurlijkerwijze uit gestrekt tot alle Europeesche natiën, uit kracht van de clausule van de meest begunstigde natie. In één woordJapan heeft voorrechten verkregen, niet om er alleen van te genieten, maar om ze met de Europeesche mogend heden te deeien. Mitsdien verwacht Japan dat het vredesverdrag algemeen goedgekeurd zal worden. Het misverstand is ontstaan door de on wetendheid, waarin het publiek verkeert ten opzichte van de bepalingen der verdragen die de mogendheden met China hebben. Wat het gerucht aaugaat van een of- en defensief verbonddat is van allen grond ontbloot. Intusschen schijut vast te staan, dat Duitsch- land, Rusland en Frankrijk zich hebben ver- eenigd om door gemeenschappelijke diplo- Weldra zal °de crisis ophouden: en dan kunt gj^ thSf/ h^^r^K^lr0Verb0dig-" d e'k a ra er die na ar f „hij is vaiT na De dukter groette en vertrok. Araanda herkende hemtoen hij het kabinet voorbijging. „De dokter van Bois-le-Roi I» sprak zij. Weldra werd Soliveau bedaarder en op zijne stuiptrekkingen volgde nu'een toestand van ver- dooving. Een der agenten ging een rijtuig halen ora den schurk te vervoeren. „Gij zult u te verantwoorden hebben, madame, voor de feiten, die hier zijn voorgevallen," zegde de andere. //Er is openlijk verzet gepleegd tegen de wet 1 Men heeft de ontvluchting eener beschul digde in de hand gewerktDat is ernstig, zeer ernstig1" „Wat zal ik er aan doen merkte de vrouw des huizes op. „De gerechtigheid zal oordeelen." Er werden bevelen gegeven en weldra vertrok het rijtuig met de agenten en Soliveau naar de prefectuur. Vijfenvijftigste Hoofdstuk. Zoodra zij vertrokken waren, haastte Marianne, de dienstraa gdzich naar het kabinet, waar Amanda dineerrde. Dit was ledig. ltaouls vriendin was verdwenen, maar liad een stuk van vijf franken voor haar verteer op tafel |aten liggen. Aan politie had de jonge vrouw in 't geheel niet gedacht en toen deze Soliveau in arrest nam, had zij eensklaps de mogelijke gevolgen daarvan ingezien. Men zou nu 't adres van den ellendeling leeren kennen, een onderzoek bij hem instellen en daar wellicht het verschrikkellijk papier vinden, dat de valsche baron de Reiss van de modiste te Joigny gekocht had. Zij oordeelde dat in de eerste plaats Stephaan Castel behoorde verwittigd te worden. Het meis je verliet haastig het huis en liet zich naar de Assasstraat brengen. Slechts den kamerdienaar trof zij aan, die het oog had op het werk van een paar arbeiders, die bezig waren het schilderstuk, dat wij reeds lang kennen, in eene withouten kist te bergen. Dit schilderstuk moest des anderendaags met het kar tonnen paardje bij Georges Darier bezorgd worden. is, madame," zeide morgen reeds uit gegaan." „En wanneer zal hij thuis komen?" „Ik weet het r.iet madame; mijnheer heeft er mij niets van gezegd." „Ziehier mijn kaartje. Gelief den heer Castel te zeggen, dat ik hier geweest ben, en dat mijn bezoek een zeer ernstig doel had. „Goed, madame. Zal madame nog terugkomen?" „Ik weet niet of het mogelijk zijn zal.* „Ik zal mijnheer de boodschap afgeven." De modiste haastte zich weer in te stappen en liet zich naar Raoul's woning brengen. Dien hoopte zij thans wel thuis te vinden, doch ook deze hoop bleek ijdel. Raoul was niet op zijne kamer en had ook geen boodschap achtergelaten. „Iloe laat is hij vertrokken?" vroeg zij aan den portier. „Tegen half elf." „Alleen „Neen, in gezelschap van een heer, die gisteren zijn kaartje had hiergelaten." „En heeft hij geene boodschap voor mij afge geven „Neen, mejuffrouw, geen enkel woord.' Amanda liet zich naar huis brengen, en wist niet wat te doen. Zou zij gaan zien of Raoul op den uitkijk stond, hetzij te Courbevoie, hetzij in MurrillostruatYVaartoe zou dat dienen? matieke stappen in Japan hunne belangen in Oost Azie te handhaven. Belangwekkend is bij die mededeeling de opmerking, dat eerst Duitschland en Rusland zich met elkaar schijnen te hebben verstaan, waarna Frankrijk zich bij hen heeft aangesloten. Nog belang rijker zou het waarlijk zijn, te weten hoe ver de overeenstemming tusschen Duitschland en Rusland reiktof er omtrent den omvang van diplomatieke vertoogen reeds iets is vastgesteld en eventueel ook eene gewapende interventie wordt beoogd, dan wel of er voor- loopig slechts op de kracht van diplomatieke vertoogen wordt gerekend. Men mag aan nemen, dat tot nog toe dit laatste het geval is, althans voor zoover Duitschland betreft. Volgens bericht uit Hirosima heeft een besluit van den Japanschen keizer het vre desverdrag met China bekrachtigd, hetgeen aan de Chineesche regeering beteekend is. De tekst van het verdrag wordt openbaar gemaakt zoodra China het heeft bekrachtigd. Lihoentsjang is te Tientsin aangekomen en gaat onmiddellijk door naar Peking, om bij den keizer in audiëntie te worden ontvangen. De volgende havens worden voor de geheele wereld opengesteld Peking, Kaifung, Sang- king Hoetsjou, Tsjentoe De tweede lezing der „Umsturzvorlage" in den rijksdag is weder uitgesteld, wegens na dere onderhandelingen achter de coulissen en kan eerst binnen een paar weken worden tegemoet gezien. Dat de verkiezingen voor de Skupchtina van Servie onder de gegeven omstandigheden beslist zouden uitvallen in 't voordeel der regeering, was natuurlijk te wachten. Als men nu de samenstelling geeft aldus: 140 a 150 progressisten plus 60 kroouafgevaardigden en dan de overige gekozenen heet liberaal of radicaal, doet men den aanhangers dezer beide laatste partijen groot onrechtgeen enkel lid dier partijen is gekozen de re geering heeft, om den schijn te redden, eenige der door haar verkozen verklaarden, gepro- Intusschen kon hij spoedig te huis komen. Zij wapende zich met geduld en wachtte. Tegen zeven uur des avonds werd en aan hare deur geklopt. Amanda haastte zich te openen en stond tegen over een commissionair, die haar een brief bracht, waarvan zij onmiddelijk het schrift herkende, niet tegenstaande het adres met potlood geschreven was. De brief was van Raoul. „Dat mijne afwezigheid u niet verontruste. Het zal wellicht diep in den nacht zijn eer ik naar huis kan gaan. Wij zijn Paul Harraant op de hielen. Zonder het zelf te weten zal hij ons naar Ovidius geleiden. Wanneer wij daar zijn, dan zal ik wel zorgen de zoo vurig ver langde papieren in handen te krijgen." „Raoul.» Eenigszins gerustgesteld door dien brief ging Amanda wat gebruiken in de buurt en keerde dan weer naar huis terug. Tegen een uur in den morgen ging zij geheel afgemat en bevend van de koorts naar bed, doch kon den slaap niet vatten. L tat ons thans naar de restauratie op het Havre- plein terugkeeren en een bezoek brengen in het kabinet, waar Paul Harraant, Lucien Labroueen Stephaan Castel plaats hadden genomen. Juist om hall negen stond de millionair op. „Beste mijnheer Gastel," zeide hij, „'t spijt mij zeer, dat ik u zoo vroeg moet verlaten, doch zaken kunnen dikwijls geen uitstel lijden. „O, wij betreuren het nog meer dierbare vriend," antwoordde de schilder. „Doch ga, zoo het niet anders kan; intusschen zullen de heer Labroue en ik een wandeling doen op de boulevards." De drie personen gingen naar beneden. De schilder ontwaarde in de benedenzaal Raoul, die reeds lang gedineerd had en thans in de avondeditie van een dagblad verdiept scheen. Hunne blikken ontmoetten elkander. Een welsprekende oogopslag van Raoul beant woordde den vragenden blik des schilders, en de jongman een pakje onder, den arm nemend, dat op een stoel naast hem lag maakte zich gereed om de drie personen op den voet te volgen. Harraant drukte Luciens en Stephaans hand en richtte de schreden naar de Romestraat, die naar het Europaplein voert. moveerd tot liberalen en eenige tot radicalen. Het officieele rapport der verkiezingen zegt, dat de orde voorbeeldig is geweest en de kalmte buitengewoon, terwijl op vele plaatsen kiezers der oppositie door de gendarmen naar het stembureau zijn gesleept en onthouding van deelneming is gestraft met hooge boete! Deze Skupchtina moet beraadslagen over het voorstel der regeering om den braven en hoogst verdienstelijken ex koning Milan een vrij aanzienlijk pensioen toe te kennen, als loon voor zijn daden. Met de grootste geestdrift heeft Havre het bezoek van zijn burger, den eersten der re publiek, gevierd. Receptien, tochten te water en te land regatta's, voorstellingen in den schouwburg en vooral redevoeringen, altijd redevoeringen, door Faure op bewonderens waardige wijze beantwoord. Overal leve Faure! en leve de republiek te Graville riep er een zeer luid boven het tumult uit„Vive l'hon- nête -homme De regenbuien hebben helaas ook niet ontbroken maar de president liet zich rustig natregenen. Zoudag middag keerde hij naar Parijs terug. De werkstaking van het omnibusperso- neei, welke lang gedreigd heeft, is Zondag nacht op eene algemeene en woelige ver gadering der beambten aangenomen geworden. Er reden Maandag geen andere omnibussen dan de weinige welke van een andere maat schappij dan de Compagnie Générale op de gare St. Lazare rijden en de trams en om nibussen welke de Compagnie aan den gang heeft kunnen houden en welke met drie po litieagenten bezet zijn, één achter den koetsier op de impériale en twee op het balkon. Zelfs op de lijn Madeleine—Bastille is de dienst gestaakt. Het stratenbeeld geeft een geheel anderen indruk, nu op een enkele uitzondering Nauwelijks had hij eenige passen gedaan, toen ook Raoul buitenkwam en hem volgde. Stephaan en Lucien bleven even voor de restau ratie staan om eene sigarette te ontsteken. „Lucien* zeide de schilder, „hebt gij den jong man gezien, die ons hier is voorbijgegaan en Jhans Harmant op de hielen volgt „Ja, ik heb hem gezien. Ginds gaat hij heen." „Wel, dierbare vriend, misschien komt die jong man mij morgen wel mededeelen, dat de ware moordenaar uws vaders gevonden is." „Wat zegt gij?" riep Lucien hoogst verbaasd bij het hooren dezer woorden uit. „De waarheid, anders niets.' „Is het mogelijk „Waarschijnlijk zelfs; dat verzeker ik u." „Maar hoe dan toch?" „Vreezcnde u door eene valsche hoop moed in 't hart te spreken, heb ik alleen gehandeld doch nu zijn wij op 't goede spoor en morgen wellicht zal ik u kunnen zeggenNiets staat u meer in den weg Lucia Fortier te beminnen en te huwen „O, mijnheer, mijnheer!» stamelde Lucien ten prooi aan eene onbeschrijfelijke ontroering, terwijl hij tevens Stephaans handen greep en die in de zijne drukte. „Zoo het maar uitkomt, gelijk gij hoopt I" „Er is geene vergissing te vreezeu." „Maar zeg mij dan „Geen woord meer op dit oogenblik. Vraag mij thans niets; ik zou niet antwoorden. Kom, wij zullen een bock gaan drinken in het Café de la Paix." Door de Auberstraat bereikten beide vrienden den boulevard. Het was elf uur toen zij afscheid namen. Stephaan ging naar de Assasstraat om op Raoul te wachten, Lucien naar huis, vol van zijn aan staand geluk. De twee agenten hadden Ovidius naar de pre fectuur van politie gebracht, waar hij in de in firmerie werd opgenomen. De slaap, die op de zenuwcrisis volgde, duurde nog steeds voort. „Dat kan geen kwaad," zeiden de agenten, „wij zullen hem maar laten rusten." Daarop gingen zij naar het hoofd der openbare veiligheid.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 1