Mummer 35.
Donderdag 2 Mei 1895.
18ejaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
DE BltOODDliUGSTIiR.
uitgever""
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en LaBgslrulsthv Courant,
*PT—
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden i' 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., l'ranco te zenden
aan den Uitgever
Advertenties 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per regel
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden winaal berekend. Advertentiën voor Duitsch
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adole Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De vrede in 't verre oosten heeft nog altijd
dit punt van overeenkomst met den oorlog;
de onzekerheid en hoe langer die staat van
zaken voortduurtdes te gedurfder worden
de sensatie-berichten en te talrijker wordt
het aantal van hen, die geloof slaan aan de
vele on-dits. Met zekerheid weet men eigen
lijk alleen dat er op 't oogenblik nergens
meer wordt gekampt tusschen de krijgers van
China en Japan dat er een vredesverdrag
is gesloten door de wederzij dsche"ge vol mach
tigden te Simonosiki; dat de uiterste datum
voor de goedkeuring van dat verdrag in
hoogste instantieis 8 Mei en dat er tegen
bepalingen van datzelfde, door Japan zooveel
doenlijk geheim gehoudene tractaat, wordt
geageerd door Europeesche mogendheden
die onderling weer verschil van meening
hebben met die Europeesche staten, welke
de zaakjes in 't Oosten maar zouden willen
laten zooals ze zijn. En ondanks die be
trekkelijk weinige zekerheid bij een groote
mate van onvertrouwbaarheid, worden over
den toestand in het Oosten en de verhoudiug
in verband daarmede tusschen de mogend
heden in 't Westen, dagelijks vele kolommen
druks gevuld met korte mededeelingen en
breedsprakige beschouwingen.
Meesterstukjes van fantaseerend talent
worden er afgeleverd en getrouwelijk geloofd
ook. Zoo is er een officieel dementi uoodig
geweest naar aanleiding van het in allen
ernst verspreide nieuwtje, dat de Duitsche
zeemacht in 't verre Oosten, op nadrukkelijk
verzoek van keizer Wilhelm aan czaar Nico-
laas II, onder bevel zou komen van den
Russischen admiraal, vriend van Duitschlands
keizer. Daar deze bevelhebber tevens de
Fransche schepen onder zijn commando zou
krijgen, was, naar men meende, de nieuwe
triple-alliantie een feit! Te Shangai schijnen
heel handige nieuwrjesjagers gevestigd te zijn.
Van daaruit wordt, zonder nadere aanduiding
of motiveering, doodgewoon bericht, dat de
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierijsche Courant)
169
Hij ging het Europaplein over om de St. Pe
tersburgstraat te bereiken, die hem recht naar de
Clichylaan leidde.
Daar hij nog een uur tijd had, wandelde hij
met langzamen tred, en meer dan eens staarde
hij achter zich uit om te zien of hij niet gevolgd
werd.
Raoul Duchemin hield het trottoir aan de over
zijde en verloor den man geen oogenblik uitliet
gezicht.
Op het Clichyplein gekomen, raadpleegde de
millionair zijn horloge onder eene gaslantaarn.
't Was nog maar acht uur vijf en dertig.
Paul Ilarmant zette zich voor een koffiehuis
neder. Zoodra Duchemin dit zag, dacht hij:
„In dit kwartier moet Ovidius wonen.
De constructeur wacht op het uur der bijeenkomst.
Laat ik zijn voorbeeld volgen.'
Hij nam plaats voor een café aan den overkant
en bestelde een bock.
Vijf minuten voor negen uur betaalde Harmant
hetgeen hij gebruikt had, en vertrok.
Raoul volgde hem opnieuw.
Om negen uur juist stond Mary's vader stil
voor de kleine grijze deur, die wij kennen, en
schelde luid.
Duchemin stond aan de overzijde op den hoek
eener groote koetspoort.
„Daar is het," dacht hij. „Nu zullen wij spoe
dig zien ot baron Arnold de Reiss thuis is."
Enkele seconden gingen voorbij.
De deur bleef gesloten.
Harmant schelde nog eens, doch even vruchte
loos als den eersten keer, en nog een derdemaal,
op eene wijze thans, die duidelijk van zijn onge
duld getuigde. Doch de deur werd niet geopend.
„De ellendeling is niet thuis," dacht Duchemin,
#wat zal Harmant nu doen
verhouding tusschen Rusland en Japan een
zeer ernstige wending begint te nemen. Te
Washington schijnt men voor een onjuistheid
meer ot minder ook niet terug te deinzen.
Van daaruit wordt bericht aan de Daily Te
legraph, dat in bijzonderen kabinetsraad
langdurig en breedvoerig gediscussieerd is
over Groot Brittannie's uitnoo.liging om met
Japan een handelsverdrag aan te gaan, welke
triple-alliantie in de oogen van de macht
hebbers. der Unie geen genade zou hebben
gevonden.
Duitschlands regeering schijnt 't noodig te
hebben geoordeeld langs diplomatieken weg
haar doen in zake Japan toe te lichten. Zij
heeft haar gezanten en gevolmachtigden laten
bekend maken, dat 't geenszins Duitschlands
streven is Japan, dat Duitschlands sympa -
thieón heeft, de vruchten van zijn overwin
ningen te ontnemen. Alleen om materieele
redenen heeft Duitschland zich genoopt gezien
in vereeniging met andere mogendheden
Japan s aandacht te vestigen op enkele punten
uit het vredestractaat. 'tZou namelijk voor
Europa's en voor Duitschlands belangen
hoogst nadeelig zijn als Japan door de ver
werving van vastelandsgebied in China, in de
gelegenheid kwam een muur tegen China op
te richten dit rijk af te sluiten voor den
invloed van Europa. Wel heeft ook de po
litiek en de vriendschappelijke gezindheid
voor Rusland in deze eenigen invloed gehad,
doch eerst in de tweede plaats.
Indien het résumé juist is, dat van het
optreden der gezanten van Rusland, Frankrijk
en Duitschland te Tokiowordt gegeven
zouden die gevolmachtigden allen even ge
matigd zijn geweest in hun betoogen. De
mogendheden, kennis genomen hebbende van
de vredesvoorwaarden aldus luidt het door
hen aangevoerde meenen, dat de afstand
van Liauo-tung een voortdurende bedreiging
is voor Peking en ook tegen de onafhanke-
kelijkheid van Korea, welke door dezen af
stand denkbeeldig zou worden. Bovendien
zou de afstand zijn een voortdurende be
dreiging tegen den vrede in 't uiterste Oosten.
Overwegende dit alles, raden de drie mo
gendheden Japan uit oprechte vriendschap
om van het blijvend bezit van dit schiereiland
afstand te doen. Nadrukkelijk wordt nog
eens betoogddat deze opmerkingen niets
anders zijn dan raadgevingen aan Japan en
dat er geen directe of indirecte bedreiging
mee bedoeld is.
Dat is inderdaad uiterst vriendelijk en
hoffelijk, innig bijna, doch 't is nog maar
een begin, 't grove geschut komt later, als
Japan aan den duidelijken wenk geen gehoor
gelieft te geven. Op antwoord wacht men
nu reeds eenige dagen, doch Japan haast zich
niet: van Europa heeft men nog iets anders
geleerd dan vechten te land en ter zee
vechten met het woord, schermutselen met
het woord en intrigeeren met het woord.
Onbeweeglijk, ten einde raad. vroeg deze zich
af wat die afwezigheid wel mocht beteekenen
Daar hij echter niet de minste reden had te ver
onderstellen, dat hem hier een valstrik gespannen
werd, besloot hij te wachten.
Wellicht werd Ovidius ergens tegen zijn wil
opgehouden.
De millionair wandelde een tijd lang op en
neer op het trottoir.
Raoul ontging dat niet. Van het licht eener lan
taarn zag hij zeer duidelijk, welke teekenen van
ongeduld de man tusschen beide gaf.
„Zal dat zoo tot morgen vroeg doorgaan
vroeg zich Raoul af. „Het plaatsje, dat ik hier
gekozen heb, is niet zeer geschikt om er den
nacht door te brengen. Harmant kan mij hier
elk oogenblik gewaar worden en dan begrijpen
dat hij bespied wordt.'
Terwijl hij daarover nadacht wierp hij een blik
in het rond.
Enkele huizen slechts van de woning, waar
Harmant zoo ongeduldig wachtte, bemerkte de
jongman een café.
„Dat is 't wat ik noodig heb,' dacht Raoul.
„Hoe minder men zich verborgen houdt, des te
minder ook komt men verdacht voor. Ik zal
daarbuiten plaats nemen aan een tafeltje en van
die plaats zal ik op mijn gemak de bewegingen
van Paul Harmant kunnen nagaan."
Hij bestelde een glaasje rhuin, rolde een siga-
rette en wachtte.
Harmant zette zijne wandeling voort.
„En ik heb mij toch niet vergist," dacht hij,
bij het lezen van het telegram.
Het café naderend, waar Raoul gezeten was,
las hij het telegraphisch bericht nog eens na.
„Negen uur, staat er toch," sprak hij, negen uur.
En het telegram tusschen zijne vingers ver
frommelend, zette hij zijne wandeling voort.
Het sloeg tien uur.
Ilarmant naderde opnieuw de deur, schelde her
haalde keeren en dan begon hij weer met onge-
lijken tred op en neer te loopen.
Achtenvijftigste Hoofdstak
De winkels werden een voor een gesloten.
Duchemin lachte met de woede des constructeurs.
De voorbijgangers werden zeldzaam.
De habitués uit het café vertrokken de een na
den andere.
De Belgische regeering eu het gemeente
bestuur van Antwerpen zijn het eens geworden
over een plan tot het aanleggen van nieuwe
kaden aan den Zuidkant van de Antwerpsche
reede.
Het ontwerp van overeenkomst beoogt een
verlenging van de kaden naar het Zuiden
met een stuk van twee kilometer. Men be
rekent dat de nieuwe kaden aan twintig
stoomschepen gelegenheid tot ankeren zullen
aanbieden. Ten Zuiden ervan zal een nieuwe
walsteiger worden aangelegd.
Door de nieuwe kaden zullen de tegen
woordige verbonden worden met het toe
komstige Zuiderstation.
Van het reizen van den koning van
Belgie geeft de Indépendance verslag in dezen
eigenaardigen vorm „De koning is nog niet
in Belgie terug. Zondag ochtend pas heeit
hij Veneiie verlaten en zich naar Beieren
naar München, begeven."
Nog verliep er een geruime tijd. 't Sloeg elf
uur op den toren van Batignolles.
Paul Harmant uitte een doffen vloek en vertrok.
„Goede reis!" mompelde Raoul. „Uw beste vriend
Soliveau is wellicht op fortuin uit.... Hij zal mij
den tijd laten bij hem eene huiszoeking: in te
stellen."
De iongman vroeg nog een glaasje rhum, doch dc
kellner, die hem bediende, zeide op vriendelijken
toon
„Gelief u te haasten, mijnheer, w nt wij zullen
dadelijk sluiten."
Raoul dronk zijn glas uit, betaalde en stapte
verder de Clichylaan in.
Toen hij de grijze deur voorbijging, wierp hij
een vorschenden blik op den muur.
Nauwelijks was deze twee meter hoog.
Neven de deur stond een hardsteenen paal.
„Dat zal gemakkelijk genoeg zijn," dacht Raoul.
Het koffiehuis werd gesloten.
Geen volk was er meer te zien.
Duchemin naderde den muur, wierp het pakje
dat hij onder den arm droeg, er over heen en
wachtte tot twaalf uur.
„De kerel is wellicht aan 't feestvieren", dacht
Raoul, „en zal waarschijnlijk den nacht in de
stad doorbrengen."
„Doch wat daarvan ook moge zijn, er moet on
middellijk gehandeld worden."
Na zich nogmaals verzekerd te hebben, dat er
niemand in de nabijheid was, klom de jongman
op den paal aan de deur en zat met een enkelen
sprong boven op den muur.
Een oogenblik later stond hij in den tuin.
Raoul onderzocht de deur, die goed gesloten
was, en vond bovendien nog een paar grendels,
die hij dichtschoof.
„Uitstekend I Zoo zal ik niet licht verrast wor
den,* dacht hij. „Doch hoe zal ik hier uitkomen,
zoo Soliveau intusscher» arriveert?Men moet
alles voorzien"
Hij liep den tuin rond. Achter het kleine pa
viljoen stonden de magazijnen van een houthan
delaar.
„Daarlangs zou ik mij kunnen verwijderen
sprak hij, en tevens bereikte hij een tuinhuisje,
waarin de vroegere bewoner konijnen hield.
„Daar spring ik op," dacht Raoul, „zoo ik de
vlucht moet nemen, en vind zoo gemakkelijk mijn
weg over het magazijn heen."
De toestand in en om Charleroi is in
den laatsten tijd weinig veranderd, wat be
treft de kans op hervatting van het werk
maar er begint toch een beetje meer neiging
te komen. Het gebrek sluipt hoe langer hoe
meer de woningen binnen en zelfs de blazers
moeten al allerlei tijdelijke geldwinningen
zoeken. Verscheiden ovens zijn echter ge-
bluschten zullen vóór October niet weer
worden aangestoken, zoodat niet alle glas
werkers bezigheid zullen vinden als zij toe
geven.
Bij het bouwen van Venetie in BrusseU
is Zaterdag middag een vreeselijk ongeluk
gebeurd. Vijftien timmerlui waren bezig aan
het koepeldak van de feestzaal voor 2500
menschen. Plotseling viel het dak in
en de werklui tuimelden van een hoogte van
zes meter naar beneden en werden onder
het puin bedolven. Elf menschen werden
gewond en inwendig gekneusd, één is in on
middellijk gevaar.
Te Brussel is de prins van Loots Cors-
warem in hechtenis ge ïomen, beschuldigd van
ettelijke oplichterijen.
Eene dergelijke ramp, als voor eenige jaren
de Amerikaansche stad Jonhsonville ver
woestte, trof Zaterdagmorgen vroeg, in het
Fransche departement de Vogeezen, Bouzey
bij Epinal. De dijk, die daar het uitgestrekte
water-reservoir van het Ooster Kanaal omvat,
bezweek en een watervoorraad van ongeveer
7 millioeu kubieke meters ontlastte zich over
den omtrek, alles neerwerpend, meesleurend
en vernielend. Ook een aantal menschen
werden gedood.
De dijk, ot muur eigenlijk, die het reser
voir omvatte, was 500 meter lang en twiutig
meter hoog, gemetseld op rotsachtigen grond
en met eene fundeering van acht ff negen
meter onder den grond. Nog in 1839 waren
er omvangrijke herstellingen aan geschied.
Toch blijkt de waterlast te sterk te zijn ge
weest.
Dan ging hij zijn instrumenten halen en weldra
bezweek het slot der deur voor zijne krachtige
aanvallen.
Met zijne werktuigen gewapend, trad Raoul het
paviljoen binnen haalde een doosje lucifers uit
den zaK en stak een stukje bougie aandat hij
had meegebracht.
Eerst kwam hij in een vertrek, waar groote
koffers stonden ingepakt.
„De bandiet vyas gereed de vlucht te nemen
Dat is is duidelijk I' dacht hij een blik werpend
op de verschillende koffers waarvan verscheidene
het opschrift droegen: Amerika. Buenos Ayres.
„Er is geen tijd te verliezen. Als ik dat alles
maar niet moet doorsnuffelen om te vinden, waar
naar ik zoek. Eerst de meubels!»
De sleutels staken overal in het sleutelgat.
De eerste lade die Duchemin opende hield niets
belangrijks inde tweede ook niet en de derde
evenmin.
De jongman trad een ander vertrek Linnen, waar
een secretaire zijne aandacht trok.
„Daar zullen de papieren in liggen!» mompel
de hij.
Dit meubelstuk was gesloten, doch Raoul had
het spoedig geopend.
Eerst ontmoetten zijne oogen eene zekere hoe
veelheid bankbriefjes en verscheidene hoopjes
opgestapelde goudstukken.
„Ho! Ho! Hij zat er goed bij, die mijnheer,'
dacht Duchemin„Doch dat is 't niet, waarnaar
ik zoek 1*
Raoul trok een der kasten open.
Eene portefeuille en twee bundels papieren
trokken zijne aandacht.
Duchemin ging nauwkeurig ha wat de porte
feuille bevatte en ontdekte weldra de twee wis
sels, door hem met een valsche handteekening
voorzien.
„Eindelijk! Eindelijk!» dacht hij met een zucht
van verlichting.
Een oogenblik daarna iel zijn oog op de schuld
bekentenis door Amanda aan madame Delion te
Joigny afgegeven. Ook van dit stuk maakte hij
zien meester, gelukkig op deze wijze 't zwaard
van Damocles te kunnen verwijderen, dat boven
Amanda's hootd hing.
Een derde stuk met het zegel der Zwilsersche
republiek trok daarop zijne aandacht. Nieuws
gierig doorliep hij het, en stiet een zegekreet uit.