Bekendmaking. Engeland. Duitschland. Oostenrijk. Italië. Amerika. BINNENLAND. doen nemen. De Howa's, wier verliezen aanzienlijk waren, vluchtten naar het zuiden en naar het westen met achterlating van kanonnen mitrailleuses krijgsvoorraad en mondbehoelten. Van de Franschen werden slechts één ti- rail'eur gedood en vijf ge woud. Nu de sterkten genomen zijn en dus geen gevaar meer opleveren, zal de plaats uitste kend voor kampement geschikt zijn. De zeewind blaast over de vlakte tot aan de heuvelrij en verjaagt er de booze gassen die de moerasvlakten vooral in het zuiden verpesten. Er is veel hout en veel vee in den omtrek. In het Berliner Tageblatt bevestigt Eugen Wolf telegraphisch het reeds vroeger aan de Fransche regeering geseinde bericht omtrent het worgen en doodschieten van twee Fran schen op bevel van Rainilaiariwonyden „premier-gemaal". Bij die gelegenheid werdeu ook eenige Sakalawa's neergeveldwelke volksstam zich al meer en meer bij de Fran schen schijnt aan te sluiten. De Engelsche officieren zoo seint Wolf verderdie te Tananarive in Howadienst gestaan hebben, vertrekken naar Europa. Zij hebben verklaard, dat de Howa's thans be ginnen in te zien, hoe onverstandig zij han delden toen zij zich tegen het ultimatum der Franschen verzetten. Dat schijnen dan de Engelsche „officieren", die hen van den aanvang af in hun verzet gestijfd hébben, toch ook begrepen te hebben. Hun vertrek naar Europa valt ten minste op allermeikwaardigste wijze met de veranderde inzichten der Howa's samen. Wolf zendt goede berichten betredende den gezondstoestand der Fransche troepen. Een belangrijke bijdrage over de werking van hooge invoerrechten levert het voorbeeld van Algerie. De Brilsche consul-generaal in Algiers schrijft in zijn jaarverslag dat de invoer van katoenen stoffen uit Groot-Brit- tanie in die Fransche kolonie van 7 millioen francs waarde in 1891 is gedaald tot 1 mil lioen in 1893. De handel met Engeland, waarvan die artikelen de hoofdzaak waren, is dus nagenoeg vernietigd. Maar is nu daartegenover de invoer van die goederen uit Frankrijk zelf gestegen Integendeel; ook deze is van 189193 gedaald van 30 op 23 millioen francs waarde. Het gebruik is wegens de hoogere prijzen blijkbaar zeer afgenomen. En een gedeelte van die 23 millioen komt niet aan Frankrijk maar aan Engeland ten goede. Want met Engelsch kapitaal en En gelsche grondstoffen en werktuigen zijn in Frankrijk een aantal fabrieken opgericht waarvan de winst naar Engeland gaat. De beschermende rechten hebben dus zeker Frankrijk en Algiers niet bevoordeeld. Men verhaalt van Félix Faure een anecdote, die toont, hoezeer hij het prestige en het gezag van zijn hooge betrekking begrijpt. Gedurende een zijner laatste reizen stapt hij uit den trein om op de toespraak van den maire te antwoorden, Op het oogenblik dat hij het woord zal nemen, ziet hij aan zijn zijde den kolonel van het regiment, gezonden om hem de eer bewijzen te gevennatuurlijk trekt diens schitterende jas en golvende pluim aller aandacht. De president, met zijn somberen rok, gevoeltdat hij een tweede rol speelt. Hij wendt zich dus bedaard tot den kolonel en zegt dezen, in tegenwoordigheid van 15000 verblufte personen „Kolonel op vier pas afstand Zoo herinnerde Faure er aan, dat hij ook het hootd van het leger is. mij zeer belangrijke zaken hebt mede te deelen. ,Ja, zeker,, bevestigde Stephaan Castel. „Spreek dan spoedig." „Ik ken den moordenaar hws vaders.' Lucien werd doodsbleek'. Zijne lippen bewogen zich, doch hij kon geen enkel woord uitbrengen. De ontroering benam hem het woord. „Ik ken hem," ging Stephaan voort, „en aan dien heer," zeide hij, op Raoul wijzend, „is het te danken, dat die ellendeling ontmaskerd is.' Lucien kreeg thans weer zijn zelfbeheersching. „Hoe is de naam van den muordenaar?" vroeg hij. „Dat zult gij vernemen, zoodra de tijd aange broken is," antwoordde Stephaan. „Hebt gij den moed mijnheer Raoul, ons te vergezellen Op onze schouders kunt gij rusten.' „Zeker, mijnheer.' „Welaan dan kom.' „Waar gaan wij heen vroeg Lucien. „Naar uw vriend Georges Darier." Stephaan kreeg zijn hoed en de drie personen stegen in het rijtuig dat op straat wachtte, om zich naar de Bonapartestraat te begeven. Lucia Fortier had den ganschen avond op mama Lison gewacht, eerst zeer ongeduldig, maar latei- toen het tien uur geslagen was, met eene onge rustheid, waarvan men zich geen denkbeeld vormen kan. „Waarom keert de vrouw niet terug, die steeds zoo regelmatig was in al hare gewoonten?" vroeg zij zich af. „Wat mag er wel gebeurd zijn „Mama Lison had mij verzekerd, dat 't feestje slechts tot tien uur duien zou. Reeds lang moest zij hier zijn. Er moet zeker iets ongewoons ge beurd zijn, een ongeluk misschien." Van lieverlede ging Lucia's ongeduld tot ont steltenis over. Het sloeg middernacht. De brooddraagster was nog niet terug. Lucia, die naar wij weten, nog zeer lijdend was, en thans door vermoeienis uitgeput, legde zich te bed, doch het was haar onmogelijk een oog te sluiten. Zeer dikwijls richtte het meisje zich op en leende het oor bij het minste gerucht, dat zich vernemen liet. De tijd ging zeer langzaam voorbij. Oemra Chan zal in geen geval onmiddellijk aan de Engelschen worden uitgeleverd. Hij gaat eerst naar Kaboelwaar de Emir van Atganisten hem spreken wil. De correspondent der Times te Tsjitral heett van den opstand der Tsjitraleezen deze voorstelling gekregen Oemra Chan viel de Tsjitraleezen aan. Hij was dicht bij. de Engelschen waren veraf. Hij scheen de win nende partij en de Engelschen leken onmach tig tegen hem. Toen gingen de Tsjitraleezen met Oemra Chan meedoeneerst die van Neder-Tsjitral, en toen Sjer Afzoel op het tooneel verscheen al meertotdat eindelijk de geheele bevolking in opstand was. De correspondent der Pall Mall Gazette seint uit Allahabad, dat in het gevecht in den Malakand-pas de voortreffelijkheid van het Lee Metford-magazijngeweer gebleken is. Ook toonden de manschappen genoeg zelfbeheer sching om hun kruit niet in het wilde te verschieten. De 3000 man, die met het ge weer bewapend waren verschoten slechts 20000 patronen. Of al die 3000 echter in het vuur zi n geweest weten wij niet. Door de Pruisische regeering worden plan nen overwogen tot het aanleggen van een groot kanaal dat zich te Bevergern bij het Doitmund- Eemskanaal zou aansluiten, om over Bramsche, Hannover, Meincrsen en Wol- mirstedt naar de uitmonding van het Ihle- kanaal in de Elbe doorgetrokken te worden. Lengte: 323 KM., ongerekend vertakkingen naar Osnabrück, Minden, Hildesheim, Bruns- wijk en Maagdeburg. Naar gemeld wordt hebben marine officieren de vrees geopperd of het pantser schip Wörth, dat bij dc aanstaande Noord- Oostzeekanaalfeesten eene groote rol moet vervullen en onmiddellijk achter het keizer- jacht Hohenzollern aankomt, voor het kanaal niet te breed is en te veel diepgang heeft zoodat het den geheelen scheepsoptocht zou kunnen doen mislukken. De keizer evenwel moet verklaard hebben, dat hij deze bezwaren als volkomen ongegrond beschouwt en dat de Wörth moet meedoen. Te Laibach en omstreken zijn weer eenige schokken van aardbeving gevoeld. Guur weder, met regen en wind, verergert nog den toestand der uit hunne huizen verdreven inwoners. Keizer Frans Jozef bezoekt de geteisterde streek. Het proces tegen Lucchesi en zijn zes medeplichtigen wegens den moord op den journalist Bandi werd Zaterdag te Florence voortgezet. Romitieen der gevangenen deed of hij niet heelemaal wijs was. Toch vertelde hij, dat Lucchesi hem 50 lire ge boden had om Bandi te dooden. De be wering, dat de moord het gevolg was van een anarchistisch complot, voegde hij er bij, was een uitvinding der rechterlijke ambte naren. In de noord-westelijke prairieén van Ame rika heeft men voor een week erg te lijden Tegen vier uur des morgens eindelijk behaalde de vermoeidheid de overwinning over den angst. Lucia liet het hoofd nederzinken en viel in eenen diepen slaap. Het was acht uur, toen zij wakker werd. Zij wist zich zeer goed alles te herinneren. Eensklaps sprong zij van haar bed, kleedde zich en klopte dan aan Jeanne's deur. Geen antwoord. Dit verdubbelde nog hare angsten. Haastig liep zij naar de portierster. '„Madame Dominique,* sprak zij. „Heb gij van morgen mama Lison gezien „Neen julïer, en dat verwondert mij zeer. Gis terenavond heb ik tot middernacht op haar gewacht en heden morgen is er nog geen brood gebracht, en het is nu reeds negen uur. Zou er alweer een ongeluk te betreuren zijn „O spreek mij toch daar niet van. Er loopt mij reeds een rilling over de leden,' riep Lucia uit. „Een somber voorgevoel maakt zich van mij mees ter! Ik ga onmiddellijk naar de Dauphinestraat. Bij bakker Lebret zal men mij wel iet? weten tf zeggen." „Gij, mejuffrouw! Maar denk er toch aan, gij zijt nog veel te zwak om uit te gaan. Dat zou at te onvoorzichtig zijn.' O madame Dominique, er is niets in de wereld, dat een mensch zoo kwellen kan als de onzekerheid. Ik ga. Zoo mama Lison gedurende mijne afwe zigheid terugkeert, zeg haar dan waar ik ben." „Goed mejuffrouw; maar speel toch niet met uwe gezondheid. Dat is onze eenige schat. Het jonge meisje was al weg en hoorde deze woorden niet meer. „Ik zal eerst naar het Rendez-vous der Bakkers gaan," dacht zij en sloeg den weg in naar de Seinestraat. Tweeënzestigste Hoofdstuk. Toen Lucia tegenover het Rendez-vous der Bak kers aankwam, bleef zij hoogst verbaasd stilstaan. De restauratie was gesloten. Tal van vrouwen vormden groepjes en waren in druk gesprek. „Wat een ongeluk 1* zegde een van haar. „Hoe is 't toch mogelijk I Zoo'n brave lieden. Het puikje der brave lieden En nu sluit men hunne in richting, zonder dat zij iets misdreven hebben 1" „'t Is om die brooddraagiter, weet gij, waarvan men zooveel houdt.' gehad van wind en regen. O. a. kreeg Halstcad (Kansas) er leelijk van langs; zeven personen werden er gedood en drie en dertig gewond. Dat was Woensdag. Donderdag spookte het weer in andere streken en Vrijdag was het bar weer in noord-westelijk Jowa en Dakota. Heele dorpen werden verwoest en men spreekt van in de vijftig dooden. Te Sioux Centre sloeg de storm op een school en maakte een aantal kinderen slachtoffer. Zaterdag cycloon in Wisconsin en Illinois. Te St. Charles in Illinois werden vijf menschen gedood door een omvallenden muur. De kapitein-commandant der dd. schutterij van Waalwijk brengt ter kennis van de leden der schutterij, dat de oefeningen zullen worden gehouden op de onderstaande dagen: Mei 6. 20. Juni 10. 24-. Juli 8. 29. Aug. 12. 26. Sept. 9. 23, welke oefeningen zullen aanvangen om 5 uur A T. precies. Het niet doorgaan der oefeningen zal worden bekend gemaakt door het uitsteken der witte vlag van het gemeentehuis. Waalwijk, 8 Mei 1895. De kapitein-commandant voornoemd, PH. TIMMERMANS. WAALWIJK, 8 Mei 1895. Z. D. H. Mgr. W. van de Venbisschop van 's Bosch heeft benoemd tot pastoor te Nistelrode den weleerw. heer J. M. H. van Ulfr, tot kapelaan te Waspik den weleerw. heer G. van Schijndel, tot kapelaan te Waal wijk den weleerw. heer A. P. Kuijpers, en tot kapelaan te Leeuwen den weleerw. heer P. A. Brekelmans. Bij kon. besluit is bepaald Dat de stembriefjes ter verkiezing van leden der provinciale staten in de hoofdkies districten 's Hertogenbosch, den Helder en Dockum op 14 Mei in te leveren, zullen worden geopend in eerstgenoemd hoofdkies district op 17 dezer, in de beide laatst ge noemde op 16 dezer. De herijk van maten en gewichten zal plaats hebben te Tilburg van 13 Mei tot 10 Juni in het locaal der Tilbürgsche school- vereeniging in de Mariastraat te Goirle op 11 Juni; te Loonopzand op 12 Juni; Kaats heuvel 17, 18 en 19 Juni; Dongen 24, 25, 26 Juni, Bezooien 11 Juli; Waalwijk, Drongelen 15, 16, 17 Juli; Baardwijk 18 Juli. Met het oog op het groot aantal com- missien en personen die hunne opwachting wenschen te maken aan H. M. de koningin regentes op de audiëntie te 's Hertogenbosch, en in verband met de beschikbare tijd, heeft H. M. bepaald, dat zooveel mogelijk perso nen die gelijksoortige betrekkingen bekleeden, tezamen zullen worden ontvangen, terwijl H. M. den commissaris der koningin heeft doen Dit woord vervulde Lucia met angst en schrik. Zij trachtte echter zoo bedaard mogelijk te blijven en naderde het groepje. „Pardon, madame," sprak zij, zich tot de vrouw wendend, die bovenstaande woorden gesproken had „zoo ik u goed begrepen heb dan is deze restauratie op last der justitie gesloten?' „Ja, juffer.' „Om eene brooddraagster „Juist.' „Kent gij haar naam „Zij wordt gewoonlijk mama Lison genoemd.' Lucia werd doodsbleek. Al haar bloed 9troomde naar 't hart. „Maar waarom, madame? Waarom dan toch? stamelde zij met nauwelijks verstaanbare stem. Ja, dat weet men niet recht goedEr wordt zooveel gepraat. Men spreekt zelfs van eene groote misdaad." „Eene groote misdaad!" herhaalde Lecia hijgend. „JaEr werd een persoon gearresteerd die zich als bakkersknecht uitgaf, maar het niet was. Die kerel had mama Lisou willen vergiftigen.... Dan heeft men de vrouw willen aanhouden, doch de bakkersknechts hebben zich daartegen verzet en mama Lison de gelegenheid geschonken de vlucht te nemen. Daarna is op last der overheid deze restauratie gesloten en de brave lieden, die hier wonen, zijn heden morgen bij den instruc- tierechter geroepen. En daar is 't niet goed, zelfs niet, wanneer men zich niets te verwijten heeft.' „Mijn God!... Mijn God!" stamelde Lucia wan- Eif zij nam haastig de vlucht. Als een waanzinnige liep zij voort, niet wetend waarheen, en steeds hoorde zij in hare ooren de woorden weerklinken „Er werd een persoon gearresteerd, die mama Lison had willen vergiftigen." „De brooddraagster had dus een nieuw gevaar geloopenMen had haar willen arresteeren Waarom?.... De bakkersknechts, die haar tereere feestvierden, hadden zich tusschen haar en de agenten geworpen. Zij achtten haar dus niet schuldigWat had dit alles te beteekenen Waar zou zij den sleutel vinden van dit niet op te lossen raadsel.' „Misschien in de bakkerij Lebret,* dacht Lucia. Zij haastte zich er heen. De meid was alleen in den winkel. verzoeken, waar noodig, bekend te maken dat het wenschehjk is het houden van toe spraken zooveel mogelijk te vermijden. Bedrijfsbelasting. De aangiften voor de bedrijfsbelasting zijn belangrijk gewijzigd. We vestigen de aan dacht op art. 12 2, voor zooveel biljet B betreft Biljet Ea (dit is het biljet, waarop men zelf zijn inkomen aangeeft) wordt uitgereikt: lo. aan alle in het rijk wonenden aan wie biljet A1 (dit is het biljet, dat iedereen ont vangt) wordt uitgereikt, voor zooverre a. zij geacht worden in de vermogensbe- belasting belastingplichtig te zijn b. hunne inkomsten, ongerekend die uit vermogen hoofdzakelijk geacht worden te bestaan uit vaste tractementen en andere inkomsten bedoeld bij art. 4 1 c. zij in het vorige belastingjaar naar een bedrag van f2000 of meer in deze belasting waren aangeslagen d. zij den ontvanger der directe belastin gen uiterlijk op 15 Mei hunnen wensch om een biljet Ba te ontvangen schriftelijk hebben kenbaar gemaakt. 2o. enz. Die dus in de vermogensbelasting zijn aangeslagen, ontvangen biljet B zonder dat ze er om behoeven te vragen. Zoo ook zij, wier inkomsten hoofdzakelijk bestaan uit een vast tractement, wachtgeld, pensioen of andere vaste inkomsten. En ook zij, die verleden jaar f 24 of meer aan bedrijfsbe asting hebben moeten betalen. Maar zij, die niet in de vermogensbelasting zijn aangeslagen en wier inkomsten verander lijk zijn (neringen en bedrijven) en niet zoo veel bedragendat ze verleden jaar f 24 moesten betalen, ontvangen geen biljet B, tenzij ze voor of op 15 Mei dit biljet schrif telijk bij den ontvanger aanvragen. Willen deze belastingschuldigen dus even eens hunne inkomsten zelf opgeven, dan dienen zij hunne aanvrage om biljet B tijdig te doen. Men zij indachtig, dat eene aanvrage om biljet B tengevolge heeft, dat de aangifte niet door een collegie van zetters, dat m<*n in iedere gemeente vindt, wordt behandeld, maar door eene commissie van aanslag, be staande uit 3 leden en een voorzitter, welke commissie zitting heeft voor 1 tot 33 ge meenten. Naar men verzekert, draagt de thans van den raad van state terug ontvangen wet op de personeele belasting een progressief karakter, waardoor de heffing meer in over eenstemming wordt gebracht met de draag kracht der bevolking, waarvan eene verlich ting van druk op den middenstand en de kleine burgerij het gevolg zal zijn. Het beginsel van het voorstel moet door den raad van state gunstig ontvangen zijn. De verordening op het venten, ter we ring van vermomde bedelarij, ontworpen door de Utrechtsche Vereeniging van burgemeesters en secretarissen luidt als volgt: Art. 1. Het is verboden, voorwerpen of waren, van welken aard ook, hetzij op of aan den openbaren weg, hetzij aan de huizen te koop aan te bieden of te venten, zonder voorzien te zijn van een bewijs van vergun ning, afgegeven door den burgemeester. Onder dit verbod valt niet het te koop aanbieden of venten van gedrukte stukken. Art. 2. De vergunningingevolge het voorgaand artikel te geven, wordt schriftelijk eu slechts voor een bepaalden tijd of tot we deropzegging verleend en onder stilzwijgend voorbehoud, dat de voorwaarden en bepa- „Hebt gij mama Lison niet gezien vroeg Lucia. De meid strekte de handen ten hemel en ant woordde „O spreek er niet van, mejuffrouw. Men heeft haar gisteren in het Rendez-vous der Bakkers willen arresteeren." „Maar waarom toch?" „Ik weet er niets van. Men beweert dat zij door de politie reeds lang gezocht werd." „Gezocht door de politie!" herhaalde Lucia ont steld. „Werd mama Lison door de politie gezocht?" „Dat zegt men. Iedereen spreekt er van in de buurt." „Maar wat heeft zij dan toch misdreven „Ja, dat weet ik ook niet. Een knecht, die haar tegen de politie verdedigde is heden morgen ge haald om zich voor instructierechter te verant woorden en het Rendez-vous der Bakkers waar de zaak plaats had is gesloten Lucia kon bijna niet op de beenen staar., zoozeer werd zij door ontroering gekweld. Doch zij riep al haren moed te hulp en vertrok na de meid in den bakkerswinkel te hebben gegroet. „Niets," dacht zij, „niets heb ik vernomen, waar zal ik thans mama Lison wedervinden, waar zal ik haar zoeken Het is niet mogelijk dat zij werkelijk door de politie wordt nagespeurd. Zij heeft nooit eenig kwaad gedaan. Die dienstmeid heeft zeker niet begrepen wat men haar zegde. En ik sta geheel alleen om dat vreeselijk geheim te ontsluieren, en kau niets doen om de ongeluk kige vrouw, die ik zoozeer bemin te redden 1 Lucien heeft mij verlaten, anders zou hij thans een goede stenn voor mij geweest zijn want ook hij hield zooveel van mama LisonHij zou haar goeden raad gegeven, haar verdedigd hebben O, God heeft haar zwaar getroffen. Waar zal ik thans om raad gaan Eensklaps stond Lucia stil. Zij dacht aan Lucien's vriend, aan Georges Darier, bij wien ook mama Lison geweest was om over haar te spreken. Nauwelijks was deze gedachte bij haar opgekomen of zij sloeg den weg in naar de Bonapartestraat, en bereikte die, niettegenstaande den grooten af stand, in minder dan twintig minuten. „Is mijnheer de advokaat Darier thuis?" vroeg zij den portier, zoodra deze geopend had. „Tweede verdieping," antwoordde de man, „hij is thuis." Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 2