Staatkundig overzicht. BINNENLAND. De commissaris der koningin stelde den directeur aan H.H. M.M. voor, de directeur heette der hooge bezoeksters eerbiedig wel kom en geleidde haar de plaats op waar een breede koepelboog was neergezet met de opschriften; „Hulde aan H. M. onze ge- eerbiedigde Koningin" en „Hulde aan het Huis van Oranje." Toen den met groen en vlaggetropeeën versierden gang in naar de meisjeszaal boven de deur waarvan met sterksprekende letters geschreven was „Uw roem is onze vreugd In de meisjeszaal was de eene wand met roode stof bekleed, daarvoor stonden onder een troonhemel twee zetels. H.H. M.M. toef den daar even en namen van twee kinderen uit de laagste klasseeen jongetje en een meisje, bouquetten aan. De directeur stelde het leeraarspersoneel aan H.H. M.M. voor waar na H.H. M.M. de verschillende lok-den be zichtigden achtereenvolgens deleskameis, voor jongens en meisjes, waar de broedeis- onderwijzers les gaven in spreken en gebaren en waar op een tafel eenige handwerken, door meisjesverpleegden gemaakt, tentoon gesteld lagen; de handwerkkamers voor jon gens waar men bezig was met letterzetten, met schoenmaken en met kleermaken. De kinderen in huu Zondagsche jurkjes en pakjes met oranjestrikken op de borst zagen met groote oogen de koninginnen komen in de diepe stilte van de zaleu klonk nu en dan de volle vriendelijke stem van de regentes, die den directeur iets vroeg en dan de zachte gedempte klank van diens stem. In de drukkerij waren de machines in werking, daar werd een gelegenheidsversje in goud- letters gedrukt en H.H. M.M. aangeboden. Nadat de verschillende zalen bezichtigd waren, gingen de vorstinnen een tweede gang in, waartusschen groen en vlaggenschilden aan de muren hingen met de woorden „Uefde, eerbied, hoogachting, erkentelijkheid, en trouw aan het koninklijk huis," naar de ontvang kamer. Hier voldeden HH. MM. welwillend aan het verzoek van de directeur om hare namen te schrijven in het register met per- camenten band, waarin ook vroegere vorste lijke personen hunne namen plaatsten. Op een der bladzijden van dit register staan de handteekeningen van wijlen den broeder der koningin, van Willem, Prins van Oranje en Jhr. E. A. G. De Casembrootgouverneur van den prins met den datum 1 Augustus 1853. Buiteu de ingangspoort namen HH. MM. weder in haar rijtuig plaats en vriendelijk knikten zij de arme doofstomme kinderen toe die nu op voorbeeld van hunne leer meesters, wuifden met zakdoeken. Des avonds vierden zij feest de broeders hadden de voorbereidselen tot een groote illuminatie klaar, er werd gegeten en gedronken. O, ze hadden allen zoo'n pret Voorbij het gesticht is het landschap Gel- derschmooi, met bosschages en heuvelgrond. De burgemeester van Vucht, de heer G. M. A. J. Van Heeswijk begroette met het dage- lijksch bestuur en de hoofdambtenaren HH. MM. op de grens van zijn gemeente en nam de leiding van den stoet op zich tot Reeburg, de villa van den burgemeester van 's Bosch, waar HH. MM. het dejeuner gebruikten. Op den weg daarheen stond voor een versierd koffiehuis het bestuur van de'afdeeling Vucht der Nederlandsche Maatschappij van Tuin bouw en het dochtertje van den president baron De Senarclens de Grancy bood H.M. een bouquet aan. Reeburg zag er in vlaggen en wapentropeeën in dik groen allerfeeste- lijkst uit. In de muziektent zat het fanfare korps „Kunst en Vriendschap" uit Vucht dat, toen de koninginnen het plein opreden, hel volkslied speelde. Onder den baldakijn van -rood pe'uche, rustend op pieken, voor den ingang, werden H.H. MM. ontvangen door mevrouw Van der Does de Willebois en hare dochters, die bouquetten aanboden. Door de gang met bloemen en Perzische kleeden op lansen rijk gedecoreerd, gingen H.H. M.M. naar de benedenkamer links gemeubileerd in Louis Seize stijl. Daar ston den op standaarden in lijstjes de portreten van H. M. en van jhr. Jan Van der Does een jong overleden zoontje van den burge meester/Onmiddellijk aan deze kamer grenst de vrij groote zaal, waar het dejeuner werd gebruikt, een deftige zaal, in empire gemeu bileerd. Het dejeuner droeg een intiem karakter, 26 genoodigden, onder wie de commissaris met zijn echtgenoote, de burgemeester van Vucht, de commandant van de eerewacht en de of ficier van het escorte, namen er aan deel. De tafel was ook eenvoudig gesteld een rijke schat van bloemen was er neergezet tusschen het glinsterend zilver- en vaatwerk. Op de menukaart was een afbeelding van Reeburg gegeven en het programma, dat het muziekkorps buiten speelde, op wit satijn gedrukt, werd HH. MM. aangeboden. Na het dejeuner trokken de koninginnen zich korten tij 1 terug in de voor haar inge richte toiletkamers, die op de bovenverdieping gelegen waren. De kamer links was voor de koningin, die rechts voor de regentes ingericht. In beide kamers stond een schat van bloemen. Andere kamers op dezelfde verdieping waren voor het gevolg gereed gemaakt. Om twee uur reed H. M. de koningin regentes uit om aan het krankzinnigengesticht te Voorburg een bezoek te brengen. Gedu rende hare afwezigheid wandelde de koningin in den prachtigeu tuin met mevrouw Van der Does en hare kinderen en eenige dames en heeren van het gevolg. Zij liet zich in het pontje den vijver overzetten en toefde eenige oogenblikken in het Chineesche tempelhuisje. Het gesticht te Voorburg lag in lossen tooi van vlaggen en groen, voor den ingang ston den Venetiaansche masten met bloemengroe pen. Door de groote rijlaan reed de stoet naar het eerste hoofdgebouw, waar ter ont vangst van H. M. de regenten van de gods huizen gereed stonden. Hun voorzitter, jhr. De la Court, heette hare majesteit welkom en geleidde haar eerst naar de regentenkamer, die nu met bloemen en de bustes van de regentes en de koningin versierd was. Door het prachtige gebouw maakte H. M. een vrij langdurige wandeling: er was zooveel te zien en naar alle bijzonderheden vroeg zij met groote belangstelling. Door den breeden voorgang, waar over al de afstanden moeder plantjes neerhingen in kleine petjes van den zolder, ging H. M. eerst naar de kapel. Een lange zaal, door een dikken muur in twee deelen verdeeld, één voor mannen en één voor vrouwen; op den achtergrond een altaar, nu mooi versierd als op den Paaschdag. De beelden van den patroon aartsengel Michael en van Dymphe, de patrones van de krank zinnigen, staan ter weerszijden van de altaren. Van de kapel kwam de regentes in de prachtige ruime keuken, waar al het gerei glimmend gereed stond toen ging zij de mooie binnenplaats over naar de zalen voor de vrouwenverpleging. De broeder overste, die tot hier H. M. geleid had, gaf nu deze taak over aan de moeder overste. Door de lange rij provisiekamers en magazijnen, waar linnen en vaatwerk bewaard wordt, alles prachtig ingericht; langs het ruime waschlo- kaal, waarvan de deur openstond en langs een paar nachtcellen, die ook geopend waren, kwam H. M. in een lokaal, waar niet-ernstige patiënten bezig waren met grof naaiwerk onder toezicht van een zuster, zittend aan een tafel. De onnoozelen zagen haar even aan, lachten, sommigen gingen weer werken, anderen bleven kijken en lachen. Vervolgens ging de regentes naar boven, naar de slaapzalen, de heldere zalen, waar in kribben het hagelwit beddegoed lageen lange rij zalen die men alle zien kan bij het binnentreden in de eerste. Beneden in de regentenkamer sprak H.M. nog even met de regenten en vroeg met belangste ling naar de verpleging en de ver pleegden. Er zijn 9'JO mannen en vrouwen verpleegden. Een villa voor rustige patiënten in den tuin is gereed en zal binnenkort in gebruik worden genomen. Nu ging de stoet terug naar Reeburg, het koninklijk rijtuig reed den tuin in tot voor den ingang. Koningin Wilhelmina stapte daar in en in draf ging het nu door Vucht naar den Bosch terug. In de kom van Vucht, op het kloosterplein, stonden circa negenhonderd kinderen van de scholen, die het Wilhelmus oude toonzetting zongen. Een meisje bood der koningin, een jongen der regentes een bouquet aan. Stapvoets ging de stoet voorbij de versierde sociëteit Amicitia, waar weder bouquetten werden aangeboden, naar den Bosch. Hier nam jhr. Van der Does de lei ding weder. Kwart over drieën reed de stoet de stad binnen en langs den bekenden weg ging het naar het gouvernements gebouw. Van half vijf tot kwart over zes was er receptie voor dames in het gouvernements gebouw. Er name.i een negentigtal dames aan deel, echtgenooten van notabelen. De receptie, waaraan de koningin geen deel nam, was volgens Engelsch gebruik ingericht, er werd thee gepresenteerd. Ten 7 ure diner op het stadhuis, waarbij de burgemeester eene toespraak hield. Omstreeks halt negen was't diner geëindigd. De jonge koningin ging het eerst weg. Vlug kwam zij buiten in haar wit satijnen kleedje met een sortie omgeslagen, bloo.s hoofds, en met een dame van het gevolg ging H. M. in een gesloten rijtuig, met twee paarden bespannen, zoo vlug dat het publiek pas zag dat het juichen moest, toen 't het escorte van maréchaussées zag meerijden. In draf ging het naar het gouvernementsgebouw. De regentes volgde omstreeks een half uur later, ook met eene hofdame in gesloten rijtuig. Om kwart over negenen reden de vor stinnen opnieuw uit, in open rijtuig, door de eerewacht omstuwd. Het ging door de ver lichte straten naar het station. Op het terrein daarvóór werd een schitterend vuurwerk ontstoken, dat wonder boven wonder voor treffelijk slaagde. Want met het weer is het mis gebleven. Aldoor maar regenen, regenen en een wind Dat het vuurwerk niet mis lukte was eene verrassing. Het hoofdnummer hiervan was het Wapen van Nederland in kleuren, geflankeerd door de gekroonde initi alen der koninginnen. Daar straalden vuur pijlen voorbij, diagonalen vormend langs de pikzwarte lucht, daarachter gloeide het ben- gaalsch vuur, en fonteinen van vonken spron gen knetterend in de hoogte. Veel menschen waren er heen gekomen, en hun ovaties golden zoowel de vorstinnen als het spel van het vuur. Op het perron werd de eerewacht nog eens geinspecteerd, en toen namen hare majesteiten hartelijk afscheid van den com. der koningin, den burgemeester en hunne echtgenooten, en van de verdere autoriteiten die daar stonden opgesteld. Nog eens klonk een luid hoera, en langzaam zag men de geliefde koninginnen in de duisternis verdwijnen, langentijd wuivend voor het portier van den trein. De koningin heeft benoemd tot comman deur der Oranje Nassauorde den commissaris der provincie Noordbrabant, baron Van Voorst tot Voorst: tot officier den burgemeester van 'sHertogenbosch, jhr. Van der Does de Willebois, den kolonel van de infanterieVan der Noorda, den majoor der schutterij Rits, den grittier der staten van Noordbrabant Sprengers; tot ridder de heeren Pompe, lid van de provinciale staten, dr. Kuyper direc teur van het groot ziekengasthuis, Hezenmans, architect der restauratie van de Sr.Janskerk, Van der Steen, oudsten wethouder, Terwindt, directeur van het doofstommeninstituut -- Herlaar te St. Michiels Gestel, L. van de Westelaken, burgemeester van St. Michiels Gestel, Van Heeswijk, burgemeester van Vucht, dr. Sweens, eerste geneesheer directeur van het krankzinnigengesticht Voorburg. Tot ridder van den Nederlandschen Leeuw dr. Van der Steen, oudste lid van gedeput. staten, Van Zinnicq Bergmannlid der eerste kamer. Aan mevr.Van Voorst tot Voo-st vereerde de koningin een juweelen broche met chiftre, en aan mevr. Van der Does de Willebois een juweelen broche met jaartal. De commissaris van politie te 's Bosch, de heer Rauch, werd door den koninginnen met een diamanten dasspeld vereerd. Wat op politiek gebied van ver komt, moge het bekende spreekwoord ten spijt, niet altijd uitmunten boven dal wat er geschiedt in onze omgeving op 't oogenblik geschiedt er meer interressants daar ginds, dan in onze onmiddellijke nabijheid. Daar is nog altijd het Chineesch-Japansche vraagstuk met een rijken nasleep van quaes- ties en incidentjes een zich voor breed voerige beschouwingen uit een Duiisch een Franscheen Russischeen Engelsch, een Japansch en eindelijk een algemeen oogpunt voortreffelijk leenend onderwerp. Dan is er de permanente onzekerheid op politiek gebied in Servie alle tusschenkomst van koning Milan en koningin Nathalie ten spijt of wel: dank zij juist der inmenging dier beiden. Dan is er de nog maar altijd niet volkomen overwonnen agitatie in Oostenrijk- Hongarije en eindelijk de Armenische quaestie. Indien over het vermoedelijke verdere verloop der dingen in Duitschland iets nieuws te relevee- ren ware; indien Frankrijks kamer over zich spreken deed door besluiten of voorstellen indien Rosebery of een zijner helpers iets losliet omtrent zijn plannen voor de naaste toekomstindien Italië niet in den verkie zingsstrijd was indien dus dat alles anders was dan het iszou er misschien minder aandacht worden geschonken aan 't geen der menschen hart beroert in Japan of in China, in Servie of Armenie. Tastbare leugens zijn 't wel niet, welke uit 'l uiterste Oosten tot ons komen, doch tot de tastbare waarheid mag 't van daar gemelde toch evenmin worden gerekend. Nu weer vertelt men dat Rusland wil voorstellen de Koreaansche havens te doen bezetten door zijn (Ruslands) troepen, totdat alle voorwaar den behoorlijk zijn nagekomen. Japan zou dat heel vriendelijk viuden als 't zelf niet in staat was te doen wat het heel gaarne doet en waarvan het niet zal afzien vóór alles in 't reine is en vóór de onafhanke lijkheid van het schiereiland gegarandeerd is. YVanneer dat zijn zal, weet natuurlijk niemand en hoe rekbaar zoo'n definitie is, weet mis schien Groot-Brittannie beter dan eenige andere mogendheid! Men vertelt nu ook, dat Japan Liao Tung en Port-Arthur zal bezet houden tot de storting van de eerste helft der oorlogsschatting is geschied en Wei- Hai-Wei tot de geheele afbetaling heeft plaats gehad. Hoe ingenomen men te Peking is met het onder den druk van Duitschland, Rusland en Frankrijk door Japan genomen besluit om af te zien van het blijvend bezit van Liao-Tung, kan eigenlijk alleen hij be grijpen, die met de eigenaardige toestanden in het hemelsche rijk vertrouwd is. Een der gelijke af treding van grondgebied valt niet gemakkelijk geheim te houden voor het volk, dat moge 't al ervaren, dat China niet zeer gelukkig is geweest in den krijgtoch nimmer mag weten hoe groot de vernedering is geweest door de dwergen (de Japanners) den zoon des Hemels aangedaan. Moet er nu extra betaald worden door China, wat toch waarlijk heel billijk zou zijn en Japan geenszins als iets onbehoorlijks zou kunnen worden verweten, dan wordt den volke van Peking uit eenvoudig koud gedaan, dat er in Japan hongersnood heerscht en dat nu de zoon des hemels in zijn ongeëvenaarde goed hartigheid en milddadigheid, dien ongeluk- kigen hulp wil bieden, hoewel zij zich zoover hebben vergeten dat zij een inval hebben gedaan uit honger natuurlijk Zoo werd immer vóór dezen en zoo wordt nog steeds in China geschiedenis geschreven zooals men ziet heel wat erger nog dan in 't beschaafde westen vaak geschied is Het door verschillende bladen als officieus medegedeelde bericht dat de Spaansche regeering aan de kabinetten te Parijs, te Pe tersburg en te Berlijn een nota heeft doen toekomen betrekkelijk Japans bemeestering van Formosa en de Pescadores-eilanden, lijkt het uitvloeisel van een begripsverwarring. Japan was bij het sluiten van den vrede nog niet in het bezit van Formosa al ius rede neert men te Madrid en heeft dus geen recht het nu toch te bezetten terwijl de tegenstand der bewoners van het eiland, naar de meening der heeren te Madrid, den mo gendheden recht geeft tusschenbeide te komen en dan de meeste zendingsposten op Formosa staan onder Spaansch protecteraat. 't Kan zijn, dat Spanje het goed bedoelt doch het uit zijn meening dan al heel onbe grijpelijk en wat men verlangt, lijkt eenvoudig dwaasheid. De mogendheden hebben Japan haar bezwaren doen kennen, toen 't daarvoor nog tijd was en de mikado heeft de hinder palen voor Europa's handelsbelangen onvoor waardelijk weggenomen is dus in alles Duitschland Rusland en Frankrijk ter wille geweest. En nu alles bij overeenkomst be zegeld is, zou Spanje willen, dat men opnieuw bij Japan aanhield om een offer, in 't algemeen belang dusgenaamd voor Europa, d$$h in werkelijkheid ten pleiziere van het IbèS'ische schiereiland, dat niet eens deel heeft uitge maakt van de alliantie Spanje toont veel te durven vragen doch die veeleischendheid zal niet beloond worden! De eskaders van RuslandDuitschland en Frankrijk blijven in de Oost-Aziatische wateren tot het gros der Japansche troepen de ver overde punten op het Chineesche vasteland geruimd zal hebben. Het tijdstip dier ruimiug zal aihangen van de waarborgen, die China voor de betaling der oorlogsschatting zal kunnen bieden. Het tweede verzoek om ontslag, door graaf Kalnoky ingediend, is aangenomen. De reden is de voorbarige openbaarmaking, door Banffy van het besluit waarbij de pauselijke uuncius Agliardi teruggeroepen wordt. Dit ingrijpen door de Hongaarsche regeeiing in hetgeen tot het gebied van zijne eigene werkzaam heden behoortheeft Kalnoky niet langer willrn verdragen. WAALWIJK, 18 Mei 1895. Bij de verkiezing van vier leden voor de Provinciale Staten in het district Heusden, zijn zond'-r strijd herkozen de aftredende leden, de heeren J. J. van Tienhoven van den Bogaard, mr. J. A. Loeff, P. L. Hon- coop en G. Branderhorst Jz. Aan het oordeel van den kantonrechter te Rotterdam werd dezer dagen de vraag onderworpen hoe men schoenen moet passen. De heer Koster had bij de firma Paan akker Co. een paar schoenen gepast van f 6.50, en volgens hem zou de bediende gezegd hebben: als ze niet goed zijn kunt u ze teruggeven. De beer mr. Van Blom inestein, voor de firma optredende, was van oordeel dat passen bestaat in het aantrekken der schoenen, maar niet zooals hier gebeurd is dat men met die schoenen een paar uren of langer op de straat mag loopen, want wanneer men in een winkel schoenen koopt, en de winkelier zou dan schoenen met modder geven, niets natuurlijker dat men dan zou zeggen //dank je wel daar heeft al een ander in gezeten./' Mr. Hollander, voor gedaagde optredende, was van meening dat passen is het aan trekken van schoenen en daarmede loopen, want anders kan men niet weten of de schoenen voldoen. Mr. Van Blommestein, op de bekentenis van ged ingaande dat hij met de schoenen op straat is geweest, vroeg den kantonrechter om gedaagde den eed op te dragen dat hij het recht verkregen had om met de schoenen te handelen zooals hij gedaan heeft. De kantonrechter bepaalde de uitspraak over acht dagen. Het geding tegen Henriette Momber en Hendrik Coelman, beschuldigd van moord op het dochtertje van den heer Meinders te Bussum, komt 11 Juni a. s. in hooger beroep bij het gerechtshof te Amsterdam. Het wetsontwerp tot herziening der personeele belasting is in druk verschenen. De herziening gaat uit van het beginsel, dat enkele verteringen worden belast, terwijl kleine verteringen lichter worden getroffen dan groote. Als grondslagen blijven: huur waarde, dienstboden, paarden, haardsteden en mobilair. De grondslag deuren en ven sters vervalt. De grondslagen haardsteden en mobilair worden ontdaan van de tegen woordige- gebreken. De gemeubelde woning met de in gebruik zijnde stookplaatsen wordt het kenteeken. Winkels, plaatsen van uitstalling, werk paarden worden zonder eenige beperking onbelast. Kantoren blijven belast, evenals koetsiers, paarden van geneesheeren en paar den van paarden verkoopers en verhuurders. De belasting blijft behoudet voor socië teiten, koffiehuizen, restauratien, schouw burgen en andere inrichtingen tot gebruik van eet- en drinkwaren of tot vermaak of ontspanning.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1895 | | pagina 2