Nummer 44.
Zondag 2 Juni 1895
18e Jaargang.
Ill IIIHIOIIIIHUliSm.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
UITGEVER:
Waalwijk.
V
V
De Echo van bet Zuiden,
Wualuijksche en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden 1' 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,]5.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3raaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Het nieuwe ministerieele departement in
Belgie het ministerie van arbeid dat aan
den heer Nijssens is opgedragen, blijkt ge
splitst te zijn in drie afdeelingen-. eene voor
nijverheid, eene voor ambachten en eene voor
mijnarbeid.
Het personeel der afdeeling nijverheid, welke
tot nog toe behoorde onder het departe
ment landbouw,, gaat in zijn geheel over naar
het nieuwe ministerie. Voor de andere af
deelingen moeten verscheidene ambtenaren
benoemd worden. Men heeft natuurlijk een
ruime keus van adspiranten.
Ondanks het krachtig verzet van de uiterste
linkerzijde, heeft de kamer met 268 tegen
235 stemmen de behandeling van het verzoek
van Goblet om eene interpellatie te mogen
houden over de briefwisseling tusschen Poin-
caré en de aartsbisschop van Kamerijk over
het „droit d'accroissement", verdaagd totdat
het wetsontwerp tot herziening van de be
lasting op de dranken zal zijn afgedaan.
De laatste berichten uit Madagascar doen
gelooven, dat de expeditie niet zoo gauw zal
afgeloopen zijn, als men eerst verwachtte. De
Hova's hebben de rivieren onbevaarbaar ge
maakt, zoodat de troepen langs de oevers
zullen moeten marcheeren.
De minister van Ierland, John Morley, heeft
in eene redevoering te Newcastle herhaald
dat de regeering, hoezeer in het lagerhuis in
den laatsten tijd in den knel geraaktzou
volharden zoo lang zij daar nog eene meer
derheid vindt. En sir E. Grey, bij het jaar-
lijksche feestmaal van de kamer van koop
handel te Londen een toast op de regeering
beantwoordende, verklaarde niets te gelooven
van de praatjes, volgens welke de regeering
van plan zijn zou in het midden van Juli het
parlement te ontbinden. Grey zeide voorts
Naar het Fransch door W. v. R.
Overgenomen uit de Meierïjsche Courant
177
Jacques Garaud, wiens hart weer door eenige
hoop verlevendigd werd hernam
*lk heb geen geld hier.'
PardonHeden morgen hebt gij bij uwen
bankier eene som van vijfhonderdduizend franken
ontvangen, welke gij voor uwen medeplichtige
bestemdet, voor Ovidius Soliveau, die sedert
gisteren reeds in handen der politie isGeloof
mij, het beste wat gij doen kuDt, is onmiddel
lijk te betalen."
De valsche Paul Harraant opende eene lade
van zijn bureau en bracht vijf verschillende
pakjes met bankbiljetten te voorschijn.
„Daar zijn vijfhonderdduizend francs,* zeidehij.
.Goed,* antwoordde Stephaan het bankpapier
in den zak stekend. Neem nu een pen en schrijt
wat ik u dicteeren zal.'
De gewezen meesterknecht van Alfortville deed
wat hem gevraagd werd.
De schilder dicteerde
„Ik, Jacques Garaud, in tegenwoordigheid van
de heeren Stephaan Castel en Raoul Duchemin,
beschuldig mii
Jacques legde de pen neder. Het koude zweet
brak den ongelukkige uit.
„Dat is eene op 't papier te brengen biecht
Daarmede zoudt gij mijne dochter in 't verderf
kunnen stortenIk schrijf niet verder."
Eenklaps trad Mary binnen.
Langzaam stapte zij vooruit, als eene slaap
wandelaarster, en naderde haar vader.
„Gij zult schrijven, vader,' zeide zij met eene
stem die uit het graf scheen te komen.
Jacques Garaud liet zich op de knieën voor
haar nedervallen en stamelde, terwijl hij de han
den tot het meisje uitstrekte
„Mijn kind,mijn dierbaar kind,schande
roepen zij over ons beiden.'
dat de Europeesche mogendheden al hun
best doen om in het Oosten iedere wrijving
te voorkomen welke den vrede in gevaar zou
kunnen brengen.
Er zijn nu, zooals dat gebruikelijk is, eenige
reeksjes cijfers gepubliceerd betrekking heb
bend op den uitslag der verkiezingen in Italië
en onderling verschillend wel, doch niet zóó,
dat er uit het eene andere gevolgtrekkingen
zouden kunnen worden gemaakt dan uit het
andere. Men begint over de eerste kamerzit
tingen reeds te spreken en dus ook over de
maatregelen, door Crispi te nemen, indien
blijken mocht de gezindheid der minderheid tot
voortzetting der obstructie-taktiek. Zelfs wordt
er van eene nieuwe verdaging gewaagd, doch
de premier zal daartoe eerst in 't uiterste
geval overgaan hij wil de kamer aan het
werk houdeu tot de begrooting is vastge
steld en van de behandeling van politieke
vraagstukken wil hij niets weten voor No
vember.
Geen vertegenwoordiger van een vreemde
regeering heeft formeel verzocht, Stambulow
een reispas te geven; wel hebben alle gevol
machtigden zonder uitzondering als hun mee
ning te kennen gegeven, dat een zoo klein
geestige vervolging onwaardig en niet ge
schikt was, om het aanzien van Bulgarije te
verhoogen. De verklaringen van den Bulgaar-
schen minister van buitenlandsche zaken schij
nen die meening niet gewijzigd te hebben.
Uit Shangai wordt aan The Times gemeld,
dat de Japanners geland zijn te Tapeifu,
eene groote stad in het Noorden van For
mosa, elf mijlen verwijderd van de haven
plaats Tamsui, waar de Chineesche gouver
neur zijn zetel placht te hebben.
De Japanners deden aan de overheden we
ten, dat zij gekomen zijn om het eiland in
bezit te nemen.
Men verwacht vijandelijkheden.
Reeds Zaterdag moeten de Japanners met
„Schrijf wat men u dicteert, vader,' ging zij
voort. „Sta op, en neem weer de pen in de hand.
De val che Paul Harmant had de kracht niet
meer langer weerstand te bieden.
Hij deed wat zijne dochter van hem verlangde,
die met de handen op het bureau leunend, onbe
weeglijk aan zijne zijde staan bleef.
De schilder dicteerde:
„Ik beschuldig mij den 6 Sept. 1861 aan Jeanne
Fortier den brief geschreven en met eigen naam
onderteekend te hebben, die hier is bijgevoegd.
,lk beschuldig mij, dienzelfden nacht van Jules
Labroue, industrieel te Alfortville eene som ge
stolen te hebben, ruim honderdnegentig duizend
francs bedragende.'
Op nieuw legde hij de pen neder.
„Neen, neen,* stamelde hij met eene afwerende
beweging.
„Schrijf, vader,* herhaalde Mary, „zoo gij niet
wilt dat ik de pen van u overneme en in uwe
plaats schrijve.'
De ellendeling boog het hoofd en zette het
onderbroken werk voort.
Stephaan Castel hernam
„Ik beschuldig mij tevens, niet alleen deze geld
som ontvreemd te hebben, maar tevens de plannen
van Jules Labroue, mijn patroon, zijne fabriek in
brand gestoken en hein vermoord te hebben.
„Ik beschuldig mij den valschen naam van Paul
Hermant aangenomen en gedragen te hebben.
„Ik beschuldig mij een medeplichtige geld ge
geven te hebben om Lucia Fortier te vermoorden,
en dezen medeplichtige, Ovidius Soliveau ge
naamd, ook geld gegeven te hebben om Jeanne
Fortier te dooden, die onder den naam van Lise
Perrin, de brooddraagster, door mij herkend
werd.'
Zoover was men gekomen. Jacques Garaud's
hand liep bevend over het papier.
Eensklaps werd de deur geopend. Bleek als
eene dooaemet groote roode vlekken aan der.
hals, die nog schenen te bloeden, trad Jeanne uit
het kabinet, waar Jacques Garaud een ontzield
lichaam meende neergeworpen te hebben.
„Dat die man zich ook beschuldige mij zooeven
nog met eigen handen bijna gewurgd te hebben!'
riep zij uit.
Bij 't verschijnen van Jeanne hadden Stephaan
en Raoul een kreet van verbazing, Mary van angst
en schrik geslaakt.
rijf schepen beproefd hebben te Tamsui te
landen, waar men zich echter tegen hunne
ontscheping verzette. Hunne schepen verwij
derden zich toen weervermoedelijk om
nieuwe orders te gaan vragen.
Men vermoedt dat het verzet van China
uit wordt aangemoedigd, 't Zal op den duur
weinig baten.
Te Antwerpen werd weer een groote be
tooging tegen de ^invoerrechten gehouden
uitgaande van de liberale vereeniging. Ook
de Vlaamsche bond en tal van andere, meer
of minder vooruitstrevende liberale gezel
schappen namen deel. De betooging had
het gewone verloop: eerst een optocht, toen
een vergadering in de Beurs. De voorzitter
van de liberale vereeniging Delvaux, hield
een redevoering, waarin hij het gedrag van
de regeering brandmerkt.
Ten slotte nam de vergadering een motie
aan, om voor de laatste maal met kracht op
te komen tegen de invoerrechten, zich te
beklagen over de weigering van het ministerie
om den gemeenteraad van Antwerpen te
ontvangen, en den wensch uit te spreken dat
de vuur- en bakengelden worden afgeschaft.
De regeering heeft besloten den eersten
gedenkdag van den dood van Carnot te vieren.
Alle ministers zullen deelnemen aan den
plechtigen lijkdienst, dien mevrouw Carnot
ter eere van haar overleden echtgenoot zal
laten houden. De president der republiek
zal zich op Zondag 25 Juui (Zondag 24 Juni
1894 werd Carnot door Caserio vermoord)
met het geheele kabinet naar het graf in het
Panthéon begeven en daarop kransen neer
leggen.
Bovendien zou. de regeering een openbaren
rouwtijd van niet minder dan 5 dagen uit-
f—3B———p—8—K»
Jacques scheen in een marmeren beeld veran
derd. Dikke zweetdroppelen stonden hem op het
voorhoofd.
Mary hief zijne hand op en plaatste die op het
papier.
„Schrijf, vader 1* beval zij.
Jacques schreef nog twee regelen.
„Teeken nu 1'
De ellendeling teekende.
Mary nam hem het papier uit de hand en het
Jeanne Fortier toereikend, zegde zij:
„Ziedaar uwe eerherstelling, madame."
En zich dan tot haar vader wendend, voegde
zij er bij
„Moge God u vergilïenis schenken Ik zal
mijn ongeluk niet overleven I Gelukkig
Na deze woorden verwijderde zij zich
langzamen tred, even zij als gekomen was.
Eene minuut ging voorbij.
Men hoorde slechts de zware ademhaling
million airsdie met het hoofd tusschen I
handen, op zijn bureau was neergezakt.
Eensklaps vernam men de stappen van ver
scheidene personen in den gang. Lucia, Georges
Darier en Lucien Labroue traden binnen met den
rechter van instructiehet hoofd der openbare
veiligheid en een paar agenten, die Ovidius zwaar
geboeid medeleidden.
'Moeder!Dierbare moeder!" riep Lucia uit,
zich in Jeanne's armen werpend, die het meisje
liefdevol en hartroerend aan de borst drukte.
„Mijne dochterMijne lieve dochter!' riep zij.
Het hoofd der openbare veiligheid legde de
hand op den schouder van den gewezen meester
knecht van Alfortville en sprak
„Ik arresteer u, Jacques Garaud, in naam der
wet
„Dat 's minder aangenaam, neefje zegde So
liveau op satirieken toon. „Maar wat is er aan
te doen? Gij hebt al te lang geluk gehad en in
weelde gebaad. Daar is de keerzijde der medaille!"
„Jeanne Fortier,' zegde de instructierechter, „ik
ben door den procureur der republiek gemach
tigd u voorloopig in vrijheid te laten, en spoedig
zal deze vrijheid volmaakt zijnGeef mij het
papier dat ae dochter van dien man u heeft ter-
liandgesteld. En gij, mijnheer Castel, geef mij de
overlijdensakte van Paul Harmant en den brief
door Jacques Garaud in 1861 aan Jeanne Fortier
geschreven.
met
j des
beide
schrijven, welk aantal dagen verliep tusschen
het vertrek van Carnot naar Lyon en zijn
begrafenis te Parijs. In dien rouwtijd zullen
de officieren te land en ter zee krip om den
degenknop dragen en zullen de vlaggen der
openbare gebouwen en van de vloot opgerold
zijn.
Volgens den Petit Parisien zou kolonel
Monteil bij zijn terugtocht door Dahomey al
zijn bagage en krijgsvoorraad benevens een
aantal verwonden onder bescherming van
slechts vijf man in het Afrikaansche binnen
land hebben achtergelaten. Deze zouden zich
in zeer gevaarlijke omstandigheden bevinden.
Gelijk men weetis Monteil al te Parijs
teruggekeerd. Men zal wel doen het bericht
onder voorbehoud aan te nemen.
Overstroomingen in het zuiden van
Frankrijk. Na de sneeuw, den Ihagel en de
werkstakingen heeft men het thans in het
zuiden van Frankrijk weer te kwaad met
overstroomingen en de bewoners klagen, dat
zij sedert het begin van den winter niets dan
rampspoeden en tegenslag hebben gehad.
Doordien de temperatuur plotseling hooger
is geworden, valt er sedert verscheidene dagen
een malsch maar al te overvloedig regentje,
waardoor de sneeuwmassa's in het gebergte
spoedig afnemen en de daardoor ontstane
waterstroomen met geweldige kracht naar
beneden storten. De Garonne is reeds builen
hare oevers getreden, gelukkig zonder zeer
veel schade te veroorzaken. Te Toulouse
dreigen de ontketende baren van den breed
gezwollen stroom de voorstad Saint Cyprien
te overweldigen evenals in 1875, toen dit
stadsgedeelte geheel werd verwoest, terwijl de
25000 inwoners geheel geruïneerd werden en
zeer velen den dood in het kille graf vouden.
De wielerbaan die men op een bekoorlijk
eilandje bij de beroemde molens van Bazucle
had gebouwd, is reeds den baren ten prooi
gevallen. Deze overstroomingen in het dal
der Garonne keeren periodiek om de 15 of
20 jaren terug. Sedert 1875 heeft er geen
ernstige overstrooming plaats gehad, zoodat
„Ziedaar, mijnheer
„Uwe eerherstelling zal spoedig volgen, mada
me." voegde er de magistraat bij zich tot de
brooddraagster wendend.
„O, ik dank u, mijnheer, ik dank u! Ik heb
zooveel geleden
„En," voegde er dan Stephaan Castel bij, Georges
tot de goede vrouw leidend, „ziedaar den advo-
kaat die voor u pleiten zal, niet alleen met al
zijn talent, maar ook met geheet zijn hart, dat
verzeker ik u
Jeanne staarde Georges met tranen in de oogen
aan. Zij wilde hem de hand reiken.
„Vooruit dan, mijn broeder! VooruitI' riep
Lucia den goeden Georges toe. „Wij zullen haar
beiden zoo vurig beminnen
„Uw broeder! Hij, uw broeder!" stamelde
Jeanne„O mijn zoonl Mijn zoon 1"
En warm drukte zij Georges aan het hart, die
de thans overgelukkige moeder in de armen ge
vlogen was.
De vreugde was te groot na de droeve en wreede
smarten zoo lang uitgestaan. Jeanne verloor
eensklaps het zelfbewustzijn en zou machteloos
ten gronde zijn gestort, zoo hare kinderen haar
niet in de armen hadden opgevangen.
Toen zij het gebruik harer zinnen na korte
oogenblikken herkreeg, lag Lucien aan Lucia's
zijde voor haar geknield en duisterde haar ook
liefdevol toe
„Moeder Moeder
Een half uur later, toen de agenten Jacques
Garaud en zijn medeplichtige hadden weggevoerd,
vond men de ongelukkige Mary levenloos op haar
t. Hare koude hand drukte nog een
ten. De dood had
bed uitgestrekt.
bebloeden zakdoek tegen de lippe
medelijden met haar gehad. Jacques Garaud's
dochter was aan eene herhaalde bloedspuwing
overleden.
Alvorens haar doodsbed op te zoeken, had zij
nog de volgende regelen geschreven
„VOOR LUCIA FORTIER.
„Ik heb u veel leed veroorzaakt, zeer veel leed,
en toch heb ik geen boosaardig hart!.... Maar ik
beminde hem zoo!.... Weiger mij uwe vergiffenis
niet, Lucia, en bid God voor mijGij zijt goed
gewroken
„MAR Y."