Nummer 61. Donderdag 1 Augustus 1895.
18e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
"ERGEEF ONS ONZE SCHULDEN.
ANTOON TIELEN
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER
Waalwijk.
Democratie of Oligarchie.
De manifestatie.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Langslraatscbe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonneraentsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 17 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
(Volksregeering of regeering van weinigen.)
Staande aan den vooravond van den dag,
waarop de kieswet-Van Houten door ons wet
gevend lichaam, de tweede kamer der staten-
generaal, in behandeling genomen zal wor
den, wordt van alle zijden een oordeel over
dit ontwerp geuit.
Het ligt voor de hand, dat daarbij niet
enkel de kwestie van het kiesrecht zelf, maar
ook andere vraagstukken, middellijk of on
middellijk daaraan verwant, op den voorgrond
gesteld worden.
Wij achten het op de eerste plaats van
tamelijk veel belang, aan te toonen, welk nut
de in vele landen reeds tot stand gebrachte
kiesrechtuitbreiding reeds gesticht heeft.
Evenals bijna in alle politieke evoluties
heeft Frankrijk ook van het algemeen kies
recht de primeur gehad en heeft het dit
reeds in 1848 ingevoerd.
Het is er daarom niet beter om, en ondanks
een meer dan veertig jarig bezit van het al
gemeen kiesrecht, bestaan ook daar alle sociale
vraagstukken van den dag, die ook ten onzent
nog aanwezig zijn en een voortdurende twist
appel zijn onder de verschillende politieke
partijen.
Wij bedoelen hiermede slechts eene vinger
wijzing geene veroordeeling.
Servië, Zwitserland, Bulgarije, Griekenland,
Spanje en Duitschland hebben het evenmin
een stap verder gebracht dan wij. En toch
is ook daar reeds lang het algemeen stem
recht ingevoerd.
Engeland heett wel geen algemeen kiesrecht,
maar het komt er toch zeer dicht bij. Op de
honderd inwoners komen daar ongeveer vijf
tien kiesgerechtigden voor.
In Nederland werd in 1887 eene belang
rijke uitbreiding aan het kiesrecht gegeven
en nu, na een tijdsverloop van ongeveer zeven
jaren, staan wij alweer voor eene nieuwe
crisis op stemrechtgebied. Desniettemin is
sinds 1848 weinig door die uitbreiding ver-
12
Den geheelen dag hield hij zich opgesloten in
ijn kamer, zelfs voor Ugo onzichtbaar, nu eens
wild razend en tierend, dan zich weer stil en
in wreeden wellust verdiepend in de voorstelling
hoe hij die eens zoo beminde vrouw zou zien
verkwijnen in den pestwalm der woestenij.
Hij zag haar bleek en uitgeteerd in den ver
waarloosden slottuin dolen, bewaakt door den
ouden man, wiens gevangene zij was. Ilij hoorde
haar rooeielijk en afgebroken ademhalen met den
koortsgloëïT op het blauw dooraderde voorhoofd
en toendoof-medelijden en jammer aange
grepen, snikte hij zijn leed uit in wilde kreten,
haar toch terugstootend toen zij hem bad, nog
eenmaal voor haren dood haar geliefd thuis, haar
dierbaar kind te mogen wederzien
Reeds den volgenden dag kwam het gezant
schap der Florentijnen gehoor verzoeken, en door
zijn onderhandelingen mot de Guelfen werd
Leone ontrukt aan dezen vreeselijken toestand,
die hem vast en zeker tot krankzinnigheid zou
hebben gevoerd.
De voorstellen van de volgers der lelien banier,
waren in dezen stand van' zaken aannemelijk
genoeg.
De invloed van Gregorio de Tolomei was hierin
gereedelijk te herkennen. Deze scheen na het
sneuvelen van zijn zoon en na het bedaren der
eerste droefheid .stormen zachter en meer verzoen-
lijk gestemd.
Gregorio, die innig verlangde naar een ver
nieuwde liefdevolle omgang met zijn dochter Pia,
on onmogelijk dier teergeliefde echtgenoot en de
waarover deze capitano was, ten gronde
xjc eischen der Florentijnen beperkten zich tot
de volgende: Het paleis der Toloraei zou door
Siena op staatskosten weder worden opgebouwd,
terwijl de leiding der stad vooitaan aan twee
capitano's zou worden opgedragen; de eerste zou
de tegenwoordige capitano Leone della Pietra,
de tweede zou Gregorio de Tolomei zijn. De
beterd en de algeraeene toestand nog even
ziekelijk.
Die algemeene in alle landen zich ver-
toonende -zucht tot kiesrechtuitbreiding
stippen wij slechts aan om aan te toonen,
dat wij hier niet met een concreet geval te
doen hebbenmaar met een verschijnsel
waaraan een zekere tijdgeest niet kan worden
ontzegd.
Wij voor ons, zijn geen bepaalde voorstan
ders van algemeen stemrecht, maar kunnen
toch niet ontkennen, dat daarin eene zekere
juistheid ligt opgesloten, die op logische
gronden gebaseerd niet te ontkennen valt.
De oorsprong van al het geharrewar over
het al of niet uitbreiden van het kiesrecht
ligt onzes inziens niet opgesloten in het kies
recht zelve, maar wel in de vraag of de re
geering in handen van velen of van weinigen
behoort te zijn.
De Fransche omwenteling van 1789 heeft
daaraan reeds den stoot gegeven, toen aan
de burgerij het recht werd toegekend om aan
de lands regeering deel te nemen. Toen werd
dus reeds gebroken met het systeem der re
geering door weinigen.
Was het toen niet te voorzien dat het
nieuwe systeem na jaren doorgevoerd zou
worden en manneu ontmoeten zou, die het
beginsel zouden doorvoeren of ten minste
verdedigen, dat namelijk aan het kiezerscorps
altijd nog weer nieuwe groepen toegevoegd
behooren te worden mannen, die, nadat in
het einde der achttiende eeuw de politieke
belangstelling de staatkundige medewer
king haren eersten stap naar beneden
had gedaan, er voor zouden zorgen en er
naar streven, dat die politieke belangstelling
altijd verder naar beneden zou afdalen
Dat was te voorzien geweest en bij eenig
logisch nadenken moest men daartoe komen.
En nu staan wij dat wil zeggen alle
politieke partijen bij de beschouwing van
het vraagstuk van algemeen stemrecht op een
zuiver standpunt
Ons bedunkens, Neen
De sociaal democratische partij is de school,
laatste behield zich bovendien het recht voor
zijn opvolger zelf te benoemen.
Deze voorstellen, door Leone aan het oordeel
van den stedelijken raad onderworpen, werden
met algemeene stemmen aangenomen.
Geen der edelen, geen enkele burger, dit bleek
nu, geloofde aan het goed gevolg van een ver
dediging der stad. Te duidelijk was daartoe de
overmacht van het Florentijnsche leger in den
strijd bij Collen gebleken.
Leone, gebroken door een innerlijke smart over
Pia, voelde noch kracht noch lust tegen den
sterken stroom van den algemeenen wil op te
roeien. Misschien hadden in een ander geval eer
zucht en vaderlandsliefde hem er toe gebracht
een laatste wanhopige worsteling te wagen, maar
met zijn levensgeluk was ook de zucht naar
roem en aanzien van hem verdwenen; hij bracht
de stem yan zijn nu en dan ontwakenden trots
tot zwijgen met de redeneering dat Siena wijselijk
handelde van twee kwaden liet betere te kiezen
en liever der. florentijnen een eeringen invloed
op de regeering toe te staan, aan een strijd te
beginnen, die haar misschien de onafhankelijk
heid kosten zou.
Het vredesverdrag werd nog dezelfde week
door beide partijen onderteekend.
Gregorio de Tolomei zou in de helft van Mei
zijn intocht binnen Siena houden en voorloopig
zich in het paleis della Pietra vestigen.
Nadat dus naar ieders genoegen de politieke
aangelegenheden waren geregeld, ging Leone,
wiens smart uiterlijk meer bedaard, maar inner
lijk dieper en krachtiger was geworden, onmid
dellijk aan het werk om de vermeende smet op
zijn naam, voor zoover mogelijk, uitte wisschen
daarbij in hoofdzaak zich bij het vroeger geno
men besluit bepalend.
Ugo reed zonder gevolg naar het verlaten
kasteel om den slotvoogd Pia's veroordeeling
mede te deelen, echter zonder van de misdaad
der zondares te reppen en hem de stiptste ge
heimhouding en meeste gehoorzaamheid aan te
bevelen. Daarna zou Ugo, voor den schijn, naar
Cermoli rijden en den derden dag terugkeeren.
Tegelijkertijd ging Leone door de Porta Ro-
mana de stad uit en sloeg de tegenovergestelde
richting van zijnen wapenbroeder in, gevolgd
door een aantal lansknechten, waarvan er een
Pia's lievelingspaard bij den teugel had.
waar de algeheele doorvoering van het aan
de Fransche revolutie verwante beginsel ge-
leeraard wordt en algemeeneu bijval vindt.
De antirevolutionaire partij met haar
vrij algemeen gehuldigd huismans kiesrecht
staat geheel alleen met haar stelsel van
Genogarchie. Want op den keper beschouwd
is dat het toch, waarheen het antirevolutio
naire beginsel on9 brengen zou.
Onder de liberalen bestaat geen eenstem
migheid. Een deel is geneigd met de hervor
mingen mede te gaan. terwijl een ander deel
aangeduid met den naam conservatief
niet belust is op het doen van concessies.
En onder de katholieken Men hoort ook
daar in twee richtingen spreken, namelijk
de christelijk democratische en de conser
vatieve.
Is al dat schermen met conservatisme billijk
en ook juist?
Na al het voorgaande komeu wij tot deze
in onze dagen belangrijke vraag.
Bij eenig goed nadenken, zal men moeten
erkennen dat die naam ten onrechte gebezigd
wordt.
Het conservatisme herinnert ons aan de
dagen van Thorbecke; het roept ons de man
nen voor den geest, die niet geneigd waren
mede te werken aan de invoering der mo
derne politiek, die haar grond vond in Thor-
becke's als billijk erkend beginsel van gelijk
heid van allen voor de wet. Van daar ook
de steun, door de katholieken aan dezen
grooten staatsman gegeven.
Maar kan men nu in onze dagen
nu de oude conervatieve partij nog slechts
een flauwe nagalm vindt in het Dagblad van
Zuid Holland en 's Gravenhage kan men
nu, zonder verwarring in de gelederen te
brengen nog wel spreken van conservatisme?
Loopt de vraag niet over het toekennen
van deelname aan de landsregeering door
velen of door weniigen
Inderdaad, als wij het kind bij den naam
mogen noemen, dan zouden wij dat schermen
met halve termen maar liever gestaakt en
den strijd der parijen beslecht willen zien in
Aan het dienstdoend personeel in het paleis
had Leone gezegddat hij zijne gemalin een
bezoek ging brengen in het klooster, waarin zij
nog eenige weken zou vertoeven en dat hij haar
paard racdenam, omdat zij gaarne van uit het
gesticht haar gewonen morgenrit wilde doen.
Bij Alontalcino zond Leone de ruiters naar
Siena terug en wachtte gehoorzaam aan de strenge
wetten van het klooster op het voorplein, bij den
dicht met riet begroeiden vijver tot Pia de To
lomei geheel gekleed naar buiten trad.
Het verbaasde haar een weinig dat zij haar
anders zoo pronklievenden gemaal geheel onver-
gezeld vona, en tevens verwonderde het haar,
dat hij zijn reis zoo zonder eenig oponthoud
wilde voortzetten, maar de vreugde over het
weerzien belette haar er lang over na te denken.
Ook de koelheid in zijn groet vond bij haar ver
klaring in het feit, dat acht of tien oogen uit
het huisje der portierster naar de beide hooge
personages gluurden.
Het komt u misschien vreemd voor, begon
Leone nadat hij de van ontroering bevende vrouw
in den zadel had geholpen, dat ik geen gevolg
meebreng. Maar voor dat wij naar Siena terug
keeren, neb ik hier in de buurt nog een zaak
te verrichten, die ik streng geheim houden wil,
Hier in de buurt? In mijne tegenwoordig
heid? Wat kan dat wezen?
Ik moet met sor Grimaldo een onderhoud
hebben. Wij gaan du9 eerst deu weg naar Siena
op, maar slaan dadelijk bij het eerste zijpad den
weg naar Santa-Elena in.
-- Naar de Maremma dus?
Juist.
Nu, het geschiede naar uw wil, zei Pia
haar paard een weinig aanzettende. Wel is Ma
remma eenzaam en schrikwekkend woest, maar
de tegenwoordigheid van u, mijn hartelijk ge
liefde, doet dat alles vergeten
Zij zei dat met een teederen blik op hem ge
richt, maar hij, verbitterd, scheen dat niet op te
merken.
Actrice! dacht hij; altijd nog die innemende
klank, die als uit het diepste harer ziel komt,
altijd die vleiende betoovering, waaronder ik al
zooveel jaren als bedrogene gebukt heb! Vooruitl
Dit laatste woord riep hij overluid en wederom
verbaasde het Pia geen antwoord op haar vrien
delijk woorden te ontvangen.
het kamp der oligarchen waarin eene ver
basterde aristocratie volstrekt niet vreemd
is en het kamp der democraten, of, beter
gezegd, der pantogarchen (voorstanders der
regeering door allen), die het volk in al zijn
schakeeringen ter landsraadzaal roepen. Dat
is de zuivere term der kwestie, de juiste af
bakening der grenzen van den strijd, die in
deze dagen gevoerd wordt.
N. D. Ct.
Hoewel de warmte buitengewoon was, was
het theater te Luik, waar zes zangvereenigen,
waarvan 4 Nederlandsche en 2 Belgische
Zondag elkander den palm der overwinning
betwistten in het „concours d'excellence"
stampvol. Om 7 uur werd de uitslag mee
gedeeld. De le prijs, een gouden medaille
en 1200 francs, werd met 6 van de 9 stem
men toegekend aan de Maestrichter Steer. De
2e prijs met 6 van de 9 aan „Onderlinge
Oefening" van Amsterdam de 3e aan de
„Cercle Haydn" van St. Josse ten-Noode met
7 van de 9 stemmen. Een eervolle vermel
ding werd toegekend aan de vereeniging
„Souvenir des Montagnards" van Tilburg.
Daarna begon het concours d'honneur in
het Conservatoire. Nog meer menschen. Een
Belgischeeen Fransche en een Duitsche
vereeniging zongen „Vieille Chanson" van
Radoux en „Psalm 22" van Daniel De Lange.
De eerste prijs werd bij acclamatie aan de
Reunion lyrique" te Saint Gilles toegekend
den tweeden prijs kregen met 9 tegen 2
stemmen de Rijselsche zangers.
Mooi was het weer Zondag te Brussel
evenmin als bij ons, maar desniettemin was
er een groote opgewektheid in gansch Belgie
en vooral in de schoone hoofdstad. Een
bewoner van de place Rogier werd gewekt
■q—
De schimmel Burrasca, die de sporen van zijn
meester krachtig voelde, schoot als een pijl uit
den boog vooruit, zoodat Pia slechts met de
grootste moeite op zijde kon blijven.
Hoofdschuddend zagen de kalme, strenge non
nen uit het klooster dat woeste rennen aan. Het
beeld van den wereldzin in hun oogen, die twee
jeugdige gestalten op de snuivende rossen, jagend
naar pracht en ijdele genoegens. Ach, hoe geheel
anders was het doel der reis!
De tien volgende minuteD wisselden de echt-
genooten geen woord, toen evenwel de weg begon
te stijgen en de paarden hun galop dus iets ver
minderden, sprak de jonge vrouw met diepen
weemoed
Hoe zijt ge zoo in gedachten verzonken
Leone Staat ge mij niet loe u door mijn woorden
wat op te vroolijlten Zie eens om u wat ver
rukkelijk weer, hoe schoon is alles in den glans
der lentezon. Ach Leone, ik besef uw smart over
den tegenspoed onzer geboorteplaats, maar wat
baat u al dat treuren Gij hebt wakker uwen
plicht gedaan, gii waart moedig en standvastig,
hoe ongelukkig de strijd ook wasDat kan u
toch niet somber stemmenToe vertrouw het
mij Zijn het de eischen der Guelfen; hun harde
voorwaarden maar spreek, dan toch, ik brand
van ongeduld.
O, dat is verklaarbaar, zei Leone bitter.
Het was zoo schoon vorstin te zijn. Voortaan
is uw man slecht9 de schaduw van wat hij
vroeger was. Zijn macht moet hij deelen met een
ander met zijn vroegeren vijand, met
Leone, hoe miskent gij mij Ik heb geno
ten, ja, van uwe eervolle betrekking, van uw
macht, uw glans, uw glorie, maar alleen om
uwentwil, wijl ik zag hoe fier en gelukkig gij
u voeldet de vader over duizenden te ziju. Maar
als dat nu tot het verleden behoorde, als gij eens
gehoorzamen moest als de minste dienaar, denkt
gij dan dat mijn liefde iets verflauwen zou, dat
ik één traan zou storten over deze lotsverwisse-
ling, o neen. Niet den capitano van Siena, den
oppermachtige heb ik bemind, neen, u, Leone,
man van mijn hart, mijn geluk en zaligheid.
Troost u over het verlies van dat tijdelijke en
verheug u over het bezit van datgene, wat alleen
de dood u ontnemen kan.
Leone ademde diep en zwaar.
Waarom, nu de «re der vergelding naderde