Nummer 68. Zondag 25 Augustus 1895. 18" j,»„.
gang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
VERGEEF ONS ONZE SCHULDEN.
HET DOEL
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
UITGEVER-
Waalwijk.
De Echo van hef, Zuiden,
Waal wij lisclit en Liiigslraalscfce Courant,
Dit Blad verschijnt W o e n s d a g en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden i* 1,
Franco per post door het geheele rijk 11,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
eener goedkoope illustratie, als het Geïllus
treerd Zondagsblad, hetwelk aan de abonné's
van onze courant in een geheel kwartaal
slechts 30 cent kost, is, om een aan
schouwelijk beeld te geven, van al wat er
belangrijks op dezen aardbodem voorvalt.
Kunst en nijverheid, wetenschap en indus
trie, land- en volkenkunde, sport en roman
tiek, dit alles komt in ons Geïllustreerd
Zondagsblad voor.
Inhoud van no 35
Achtervolgd (met ill.) Rookeloos bus
kruit Een mislukte diamanten diefstal
Eene geheimzinnige ziekte (met 3 ill.)
Om aan een pelsjas te komen Anecdoten
Chineesche dameslaarsjes Een lied
(met ill.) Twee huismiddeltjes Papaver
Jethro Starr's Dilemma Modes (ill.)
Hoe men in de 13e eeuw over de ele
menten dacht ln het park (met ill.)
Een ondergrondsche spoorweg Nieuw
prijsraadsel CXL1 Damprobleem Een
klein misverstand (met ill.) Op stroom
visschen (met illDiplomatische rookers
Oplossing prijsraadsel CXLVII Schaak-
rubriek Mededeelingen
Langs officieelen weg wordt nu uit Havana
gemelddat de dappere verdediging van
Kembelazo is geschied door 18 Spaansche
soldaten tegen 200 opstandelingen en dat van
dat 18tal 15 man gewond zijn, welk vermel
denswaardig feit (die verdediging van zoo
weinigen tegen zoovelenwel te verstaan)
Martinez Campos doet voorstellen om elk
der betrokkenen te beloonen. Dat is een
lichtplek te midden van zooveel, dat duister
lijktwel hoort men zoo nu en dan eens
18
Uitgeput naar lichaam en geest zocht hij ein
delijk zijn slaapkamer op, trachtende den strijd
in zijn binnenste tot rust te brengen door de
gedachte, dat hij, volgens Grimaldo's schrijven
heden nog geen beslissing behoefde te nemen.
Alsof dat uitstel een wijziging zou kunnen
brengen in wat hem wreed pijnigde en mar
telde Het verleden was toch niet meer goed te
maken, het stond even vast als de rots in zee,
waartegen de branding telkens breken zal, of de
golven heden op haar aanrollen of morgen.
De zon was nog niet ter kimme gerezen toen
de gasten van Gian Taddeo de Ricci reeds buiten
de Lorenzopoort bijeen kwamen.
Een verkwikkende koelte bracht blijdschap
en levenslust in het hart; op de zachtgroene
bladeren der citroen- er, oranjeboomen parelden
de zware dauwdroppels in de langzaam opko
mende morgenzon. Vroolijk klonk het geblaf der
jachthonden in den vroegen morgen, begeleid door
de tonen der waldhoorns.
De capitano genoot met volle teugen. Voor
het eerst sedert vele weken was er een onbestemd
voorgevoel in hem gekomen, dat de mogelijkheid
nog bestaan kon het verledene te begraven en
een toekomst te scheppen, die zijn leven weer
zou opvroolijken als vroeger. Hoe? Daarvan kon
hij zich nog niet ten volle rekenschap geven,
evenmin als hij er heden lang over na kon den
ken. Onbezorgd moest hij zich nog aan het tegen
woordige wijden en in dezen toestand nieuwe
krachten opdoen voor de toekomst.
Geen der edelen, die door de Ricci genoodigd
was, scheen dan ook zoo vol vuur, zoo verlangend,
zoo strijdlustig als Leone della Pietra. Gian
Taddeo, wien de gedrukte stemming van den
capitano, natuurlijk voortspruitend uit Pia's raad
selachtig verdwijnen, ernstig bezorgd had ge
maakt, was uitermate verblijd door deze gunstige
verandering en muntte meer dan ooit uit door
Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 ra aal ter plaatsing
opgegeven worden 2raaal berekend. Advertentiën voor Duitsch
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Apple Stkiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
van een leider, die gestorven is aan de zijde
der opstandelingen en wel worden af en toe
berichten verzonden over de bezetting van
belangrijke punten, doch van de kans op
beëindiging van den opstand, hoort men
niets. Volgens deskundigen behoeft men
voor December niet te rekenen op een her
vatting van plaatsen als Santiago, Villas en
Puerto Principe en daar nu door de insche
ping van 30000 man het effectief van het
Spaansche leger is gekomen op 60000 man,
komt elke maand langer Spanje te staan op
40 millioeti peseta's zoo ongeveer 20 mil-
boen gulden, terwijl reeds zooveel is uitge
geven voor hetzelfde doel. Slaagt Campos
er nu in de beweging in 't begin van het
volgend jaar onder de knie te krijgen, dan
kan hij rekenen op den dank en de h ïldiging
vau de geheele natie, hoe zwaar de offers
dan ook zijn mogen en in hoe ongunstige
verhouding het verkregene dan ook staan
moge tot het er aan ten koste gelegde.
Óp 't oogenblik is er tusschen de opstan
delingen en de legermacht van Spanje eigen
lijk een wapenstilstand, een gedwongen pauze
in de vijandelijkheden. Doch zoodra het
weder het toelaat, zal Spanje zich doen gelden.
Een volkomen afsluiting der kust van Cuba
is het hoofddoel, dan zal men de geïsoleerden
gaan bestoken.'t Lijkt wel of de Amerikaan-
sche regeering meer reden tot tevredenheid
geeft dan kort voor deze iu korten tijd zijn
drie naar Cuba bestemde expedities aange
houden. Dat de beweging niet gebonden is
aan een enkel deel des lands, doch zich als
een besmettelijke ziekte over gansch Cuba
heeft verspreid, blijkt wel uit de mededeeling,
dat een bende opstandelingen uit Santa Clara
opgetrokken is tot Matanzas.
De ,,flibustiers" zijn, ten getale van 100000
man verdeeld in clubs, welke door bepaalde
commissies voeling met elkaar houden. De
revolutie-kas ontvangt wekelijksche bijdragen
van de 18000 in Noord Amerika gevestigde
Cubaneezen. Verder komt er hulp uit Cen
traal Amerika Costa Rica, Mexico, de repu
bliek San Domingo enz. en voor al die
offervaardigen is het ideaal, waarvoor zij zelfs
hun leven veil hebben een vrij Cuba.
Dat moge niets zijn dan ijdele waan, een
niet te verwezenlijken verwachting de
middelen, waarmede de lui strijden, ziju van
dien aard, dat Spanje er nog lang de handen
aan vol kan hebben, bij welk tijdverdrijf de
beurs steeds leeger wordt.
luimige invallen en minzame oplettendheid te
genover zijne gasten.
Met Leone's aankomst was het gezelschap vol
tallig en, voorafgegaan door de jachthonden, de
boogspanners en de speerdragers, sloeg men den
weg in, die in zuidoostelijke richting dwars over
den bergrug liep.
Het eeuwenoude woud door de Ricci tot doel
van den tocht gekozen, behoorde sinds onheugelijke
jaren tot de bezittingen van het bergslot Monte
Cespino, dat de Ricci s nu juist twee jaar geleden
hadden geërfd. Ook Gian Taddeo was nog een
vreemdeling in deze streken. Nadat hij echter in
het laatste najaar er een paar malen had gejaagd
en de overheerlijke schoonheid van dit zelden
betreden bergland had leeren kennen, voelde hij
er zich zoo door aangetrokken, dat hij het plan
oj vatte er zijn vrienden een jachtpartij aan te
bieden, die alles in de schaduw zou stellen wat
er in de laatste jaren gebeurd was, niet zoozeer
door de uiterlijke praal van het gezelschap, als
wel door de woestheid van het jachtterrein en
de kans van wezenlijke avonturen.
Zoo snel als het heuvelachtige terrein dat ge
doogde, draafde men voort. Na twee uren werd
er rust gehouden en onder de eiken en olijven
van een pachthoeve een eenvoudig ontbijt ge
bruikt. Toen ging het, langs steile hellingen
bergopwaarts tot na drie uur de zoom van een
reusachtig pijnboomen-woud was bereikt dat
zich tot het hooggelegen bergslot uitstrekte.
Ontmoette men in den beginne nog sporen van
menschelijke bedrijvigheid, langzamerhand ver
dwenen deze en nam de geheele omgeving het
karakter aan van een oorspronkelijk woud.
Honderdjarige pijnboomen richtten hun toppen
ten hemel, en de jagers moesten meermalen hun
kapmessen gebruiken om zich een weg te banen
door het dichte kreupelhout. De eenigen, die ooit
dit woud betreden hadden, waren de slotvoogd
van Monte Cespino en zijn kranige jagers, die
in dit onherbergzaam oord jagen en de rijke
buit tot eigen voordeel verkoopen mochten. Na
tien minuten bergopwaarts te zijn gegaan, ont
dekte men in de vallei een kudde reeën, die
vreedzaam graasden en den naderenden jachtstoet
verbaasd aanstaarden. Leone, die de jacht openen
wilde, wenkte reeds zijn boogspanner, toen Gian
Taddeo hem lachend verzocht deze onschuldige
dieren met rust te luten en zijn krachten te
De Duitsche bladen geven dag aan dag
getrouwelijk verslag van al de leesten ter
herdenking van de bijzondere wapenfeiten
uit den grooten oorlog van 1870—71 en het
feit, dat het overige Europa bij al dat vertoon
van nationalen trots koud en onverschillig
blijft (25 jaar is een lange tijd ener is zoo
veel geschied in die periode: een nieuw ge
slacht is opgestaan en dat geslacht weet
weinig of niets van de veldslagen van 1870
en 187 L ten minste niet uit persoonlijke
ervaring) doet sommigen komen tot de over
tuiging dat nog tien jaren van vrede den
Eransch Duitschen oorlog voor het heer-
schend geslacht zullen maken tot een bladzijde
uit de geschiedenis en wel een zeer droevige
bladzijde, met bloed geschreven.
t Kan zijn dat de vredesidée steeds meer
ingang vindt bij de volkeren, dat het chau
vinisme geleidelijk afneemt en dat met hen,
die de ellende van den oorlog hebben aan
schouwd en er zelf door hebben geleden, ook
de wraaklust verdwijntdoch zoolang de
bewapeningen op denzeltden voet voortduren,
zoolang de vrede blijft een tot de tanden
gewapende zullen ^ook de genietingen van
dien vredestoestand geen groote zijn en zullen
de verschrikkingen van den oorlog minder
vreeselijk schijnen dan ze zijn in werkelijkheid.
Een vrede, die jaarlijks aan Europa kost
de kleinigheid van vijf eu een half milliard;
een vrede, die Rusland noopt een legereffectiet
van 858000 man te onderhouden (wat- ge
lijkstaat met 9 soldaten op elke 1000 inwoners),
Duitschland 580000 man (13 op elke 1000
inwoners); Frankrijk 512000 man (14 op elke
1000 inwoners); Oostenrijk 380000 man (10
sparen voor een veel schooner doel dat hem
straks wachtte, namelijk een reusachtige ever,
die zich twee mijlen verder, bij eer meer ophield
en die reeds meer honden van den slotvoogd
verscheurd had, dan alle overige wilde zwijnen
in het woud te zaaier,.
Deze jachttocht, zei hij, is eigenlijk een
veldtocht, waarbij men zijn krachten niet in
schermutselingen verspillen moet. Laat ons nu
afstijgen, want met paarden komt men niet door
het bosch.
Uitmuntend, riep Leone, als deze jachtpartij
een veldtocht is, zijt gij natuurlijk de opperbe
velhebber. Wij wachten uwe bevelen.
Na een oogenblik waren alle paarden op eer.
klein veld te zaraen gekoppeld en met echte
jagersbelangstelling luisterde men naar de ver
halen, die Gian Taddeo deed over de gruweldaden
van het monsterdier, dat reeds vijfmalen was
opgejaagd en omsingeld, maar ook vijf keeren
den dood ontkomen was. Het dier moest minstens
zoo vol litteekens zijn als een oude veteraan van
het oude Rome. De beide beste honden van den
slotvoogd hadden het eens in den nek vastgehad
en waien eenige duizenden schreden meege
sleept. Men meende het dier toer. dood te zullen
vinden, maar den volgenden dag vond men de
beide honden verscheurd in het struikgewas en
het dier was verdwenen. En telkens brak het
door den jachtstoet heen, doodde de honden en
had zelfs twee menschelijke slachtoffers gemaakt,
een jager van Monte Cespino en een vrouw die
bessen zocht.
Dit alles schilderde de Ricci in zoo levendige
kleuren, dat de jachtlust van zijne gasten er ten
hoogste door geprikkeld werd. Met de speer in
de vuist en het jachtmes op zij brak de strijdlus
tige schare op.
'^e jagerraeester Ottone en zijn diennaar Gero-
nimo gingen vooruitde jagerknechts bleven
achter-
Leone vestigde al zijn aandacht op het doel
wan den tocht, hij doorzocht ijverig de open
plekken, beproefde de deugdelijkheid van zijn
jachtmes, in 't kort hij deed als een opgewonden
nieuweling, alleen om de telkens wederkeerende
gedachten te verdrijven, die hem martelden en
kwelden.
Vergeefs echter. Telkens doemde het voor hem
op, dat vreeselijke slot op de in de zon gloeiende
op elke 1000 inwoners); Italië 300000 man
(10 op elke 1000 inwoners); Engeland 250000
man (6 op elke lOuO inwoners); Spanje
100000 man (6 op elke 1000 inwoners) enz.
Frankrijk en Rusland kunnen in tijd van
vrede samen bijeenbrengen 1400000 man en
in tijd van oorlog 9700000; de mogendheden
der triple-alliantie (DuitschlandItalië en
Oostenrijk) 1192000 man in vredestijd en
7700000 in oorlogstijd.
Er behoort waarlijk een bijzonder idealisme
toe, eet) onbegrensd optimisme, om met deze
cijfers voor oogen den vrede onbedreigd te
heeten voor het heden en gegarandeerd voor
de toekomst
t Is nog altijd meer de vrees voor den
onzekeren uitslag van een Europeeschen oor-
log, dan wel de liefde tot den vrede, gepaard
aan den afkeer van geweld, welke een uit
barsting weerhoudt
In het Britsche lagerhuis heeft, bij de
beraadslaging over de begrooting van uitgaven,
de vice minister van buitenlandsche zaken
eenige mededeelingen gedaan omtrent Siam
en omtrent Egypte.
Het rapport van den Britschen zaakgelas
tigde betreffende de afbakening van zeker
gebied een zoogenaamde buffer- of stoot-
kussenstaat aan de Mekongdat het
Fransch en ander gebied in deze streken
voortaan zal scheiden, dat rapport is in
onderzoek. De algemeene staatkunde aan -
gaande Siam stelt zich in hoofdzaak ten doel,
de staatkundige en handelsbelangen van En
geland te beschermen en de zelfstandigheid
en onafhankelijkheid van Siatn te handhaven,
ten opzichte waarvan Frankrijk zekere beloften
heeft afgelegd. Deze staatkunde levert voor
de maatschappelijke betrekkingen met Frank
rijk geenerlei bezwaar op.
Wat Egypte betreft, zal de staatkunde van
het vorig kabinet worden voortgezet. Wijlen
het kabinet Rosebery beriep zich, naar men
weet, in deze ook altijd op zijn voorgangers.
Maremma, dan zag hij het, dat eerlijke bezorgde
gezicht van Sor Grimaldo en het vaalbleeke ge
laat van de innig gehate en toch zoo onuitspre
kelijk beminde Pia, omlijst van goudblonde lokken.
Als een krankzinnige die voelt dat het uur zijner
zinsverbijstering nadert, huiverde hij bij dit visioen.
Gelukkig kondigde in dit oogenblik de jager
raeester aan dat de speurhond van den slotvoogd
naar alle waarschijnlijkheid den ever op het
spoor was. Het dier gaf inderdaad teekenen van
buitengewone onrust, en vloog het bosch in
waaruit het na een kwartier hijgend terugkeerde.
Toen opeens stormde de geheele troep jachthonden
dezelfde kant op en reeds na weinige oogenblikken
verried hun eigenaardig gillend blalfen, dat zij
het wild achtervolgden.
De jagerraeester nam zijn maatregelen De plaats
waar de ever zich ophield, was een diep ravijn,
dicht begroeid met laag struik gewas. De smalste
was gemakkelijk met vier of vijf man
o o OV'* v »J1 Uittil
ai te sluiten, maar de breedere, die een duizend
meter hoogerop gelegen was, eischte een meer
samengestelde taktiek.
liet ondier, dat volgens de verhalen van den
jagermeerster altijd met woeste drift op zijne
aanvallers losstormde, scheen heden niet in een
goede luim te zijn. Het lr»d zich in het dichte
struikgewas verscholen en zat daar met ijzeren
volharding, in den rug en terzijde gedekt, en
sloeg de honden, de een vóór, de ander na met
zijn geweldige slagtanden, dat zij met een ra uwen
kreet onmiddellijk dood neder vielen.
De jagers waren teneinde raad. Zooveel mijlen
bergopwaarts te gaan, alleen om een kopplgen
ever in zijn hol aan te tasten, dat loonde de
moeite niet 1
Daar ontdekt echter een der knechts aan den
rechter zijwand van het ravijn bloedsporen en
hiermede was het raadsel opgelost, het dier moest
kort te voren een verwonding zijn toegebracht.
Naar aanleiding van deze kwestie ontstond een
levende 'woordenwisseling, totdat de ever, wien
dit steeds luider wordend jachtgewoel toch al te
bedenkelijk voorkwammet ontembare woede
losbrak. Als korenhalmen brak het duimdikke
hout onder zijn zwaren tred af. Dol van woede
wierp het zich op de jachthonden, links en rechts
stooten uitdeelend. Nu merkte men, dat het boven
aan den hals een bloedende wond had, die met
een jachtmes was toegebracht. Wordt vervolgd.