itrmner 5, Donderdag 16 Januari 1896. aargang 19' J gewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, De Bankiersvrouw. ANTOON TIELEN, Staatkundig overzicht. FEVILLETOTS. UITGEVER- Waalwijk. hi UBfstrMlM'fct €onrait, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonneinentsp rijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f'1,35. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco e zenden aan den Uitgever Advertentiën '1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steineu, Hamburg. Reclames 15 cent per regel Zaterdagavond laat waren weer minder gunstige berichten ontvangen uit Johannes burg. 't Zou tusschen sir Hercules Robinson, den gouverneur der Kaapkolonie en Paul Kruger, den president der republiek Trans vaal lot ernstige verdeeldheid zijn gekomen. Kruger zou van Pretoria uit de aanhouding .hebben gelast van de hoofdpersonen der re volutionaire beweging te Johannesburg en dat terwijl (dus zeide men te Londen) het met de uitlevering der wapens alles zoo goed was gegaan. Dat was Zaterdag en een etmaal later was 't alles weer botertje tot den boom. Natuurlijk kunnen er in den loop der onder handelingen wel eens moeielijkheden rijzen tusschen Robinson en Kruger, doch de crisis kon werkelijk gezegd worden tot de geschie denis te behooren toen de president der re publiek beloofde Engeland de beschikking te laten ovet Jameson c. s. Alleen de ontwa pening der „uitlanders" was nog een kritiek punt, doch ook dit is gepasseerd zonder eenig ongeval. Of nu van de „Chartered Company» wordt geëischt een schadeloos stelling van een half, een heel of zelfs van twee millioen pond sterling (zoo als men ziet is er een geregelde stijging in de genoemde cijfers is eigenlijk vrijwel bijzaak, alleen wanneer Kruger vroeg opheffing van de veel besproken conventie van 1884, zou 't, naar te Londen heerschende meening, nog wel eens mis kunnen loopen. In 't geheel ziju er in de gevangenis te Pretoria nu 50 man, die deeloamen aan de beweging aan den Rand, allen onder de beschuldiging van hoogver raad en opstand, terwijl de gewone soldaten der bende van Jameson naar de grens van Natal zijn vertrokken. De officieren zouden binnenkort volgen om met de anderen naar Engeland overgebracht te worden. De gou verneur van Natal is te Pretoria aangekomen voor een onderhoud met den gouverneur van de Kaapkolonie over Jameson's overbrenging naar Engeland. Aan het gerechtshof werd Op Dinsdag den 28 Februari van het jaar 1867, kon men onder de gemengde berichten van alle avondbladen het volgende lezen „Een zeer belangrijke diefstal, gepleegd ten nadeele van een der aanzienlijkste bankiers dei- hoofdstad, den heer André Fauvel, heeft heden morgen de geheele buurt van de rue de Provence in opschudding gebracht. Het is eenigen boos doeners van bijzondere stoutmoedigheid en be hendigheid gelukt, in dc kantoren door te dringen en zich daar, door het openbreken van een brand kast, die men met recht voor inbraakvrij hield de enorme som van driehonderd vijftigduizend francs in bankpapier toe te eigenen. De politie, die dadelijk gewaarschuwd werd, is met haar ge wonen ijver te werk gega'an en haar nasporingen zijn reeds met succes bekroond. Men zegt, dat zij reeds een bediende van het huis, den heer P. B., gearresteerd heeft en er bestaat allo hoop, dat ook zijn medeplichtigen weldra in handen der politie zullen vallen.'* Gedurende vier dagen werd er in Parijs over niets anders gesproken dan over dien diefstal. Daarna hadden echter weer andere ernstige ge beurtenissen plaats: een acrobaat brak een been in een circus, een jonge dame speelde voor het eerst op het een of ander kleine tooneel, en het gemengde bericht van den 28sten Februari werd vergeten. Maar ditmaal waren de couranten misschien wel met opzet slecht, tenminste onnauwkeu rig ingelicht. Wel is waar was er een som van driehonderd vijftigduizend francs bij den heer André Fauvel g?stolen, maar niet op de beschre ven wijze. Wel was er een bediende voorloopig in hechtenis genomen, maar men had tegen hem geen enkel afdoend bewijs kunnen vinden. Deze diefstal, die van zooveel belang was, bleef, zoo niet onverklaarbaar, tenminste onopgehelderd. Hier volgen de feiten, zooals zij in de processen- verbaal van het onderzoek met angstvallige nauw keurigheid opgeteekend zijn. de toestemming gevraagd tot inbeslagneming der eigendommen van 64 personen, die bij den opstand aan den Rand betrokken zijn. De tolbeambten openden een grooten koffer, die verzonden werd naar zekeren Farran, een van de leiders der beweging aan den Rand, en thans te Pretoria in hechtenis. Dc koffers bevatten 100 revolvers en 7000 patronen. De heeren Solly, Joel en Bethlehem, leden van het hervormingscomité aan den Rand zijn te Kaapstad gevangen genomen, be schuldigd van hoogverraad jegens Transvaal. De president van de „Transvaal Union», Charles Léonard, is Zaterdagavond gevangen genomen te Seapoint, een zeebadplaats nabij Kaapstad. Cecil Rhodes is te Kimberley aangekomen en door alle klassen der bevol king hartelijk ontvangen. Hij dankte en zeide dat zijn politieke loopbaan nog niet geëindigd was, maar dat zij eerst nu zou begiunen. Hij was van meening, met aanmoediging zijner vrienden, nog veel te zullen arbeiden tot welzijn van het land. Dit van de schuldigen, die de hun toeko mende straf niet zullen ontgaan en van hem, die waarschijnlijk wel de schuldigste is, doch tegen wien weinig of niets te bewijzen valt! In een proclamatie tot de bewoners van den Rand zegt president Kruger, dat dui zenden zijn misleid en bedrogen, zelfs ver schillende leiders. Een klein aantal plannen smedende mannen in en buiten de Transvaal hebbeu lislig de onschuldige bewoners van Johannesburg opgestookt onder het voorwend sel voor politieke rechten te strijden. „Ik sidder," zegt de president, „als ik denk aan het bloedblad, dat zou zijn veroorzaakt, had niet de genadige Voorzienigheid u en mij gespaard. Burgersik doe thans met vol vertrouwen een beroep op u om de regeering te steunen en met haar samen te werken ten einde de republiek tot een staat te ma ken, waar alle nationaliteiten broederlijk ne vens elkander kunnen leven. Reeds vóór maanden heb ik er over gedacht, welke ver beteringen in de constitutie wenschelijk zou- II. Het bankiershuis André Fauvel, rue de Pro vence Ho. 87, is een belangrijk huis. Tengevolge van liet uitgebreide personeel, maakt het bijna den indruk van een ministerie. Gelijkvloers be- vindén'zich de kantoren en de ramen, die op de straat uitzien, zijn van zeer zware ijzeren hek ken voorzien, die bovendien zóó dicht bij elkaar geplaatst zijn, dat zij iedere poging tot inbraak moeten ontmoedigen. Een groote glazen deur geeft toegang tot een enorm portaal, waar van 's morgens lot 's avonds drie of vier bedienden staan. Rechts bevinden zich de vertrekken, waar het publiek toegelaten wordt en een gang, die naar het loket van de hoofdkas voert. De kantoren der correspondenten van het groot boek en der administratie bevinden zich links. Achter in liet portaal bemerkt men een kleine, met glas overdekte binnenplaats, waarop zeven of acht loketjes uitkomen, die in gewone tijden ge sloten, doch op bepaalde vervaldagen onmisbaar zijn. Het privé-kantoor van mijnheer André Fauvel is op de eerste verdieping, achter zijn woonver trekken. Deze kamer staat door middel van een donkere, nauwe en zeer steile trap in directe ver binding met de kantoren, die in het vertrek uit komen, waar de hoofdkassier zit. Dit kantoor, in het gebouw de kas genaamd, is tegen allen aanval beschut, want het is met zulke blinden voorziendat het beter verdedigd is, dan de sterkste vesting. Dikke platen van gesmeed ijzer versieren de deuren en de opening van liet loket en een zwaar hek sluit den toegang tot den schoorsteen af. In dat vertrek bevindt zich met enoime krammen aan den muur bevestigd, de brandkast, een dier fantastische en ontzaglijke meubelen, die den armen duivel, wiens fortuin gemakkelijk in een portemonnaie geborgen kan worden, doen water tanden. Als een meesterstuk van het huis Becquet is die brandkast twee meter hoog en anderhalven meter breed. Zij bestaat geheel uit gesmeed ijzer, heelt driedubbele wanden en van binnen zijn af zonderlijke vakken aangebracht, die bij geval van brand hun dienst moeten doen. Met een bijzonder klein sleuteltje opent men deze kast. Maar om haar te openen heeft men den zijn, maar onwaardige ophitsingen, in het bijzonder van dagbladen, hielden mij terug." President Kruger zegt verder dat het zijn bedoeling was den Volksraad voor te stellen te Johannesburg een gemeenteraad in te stel len. Hij vraagt aan de bevolking of hij dit nu zou durven doen na al hetgeen is voor gevallen, en besluit dat dit alleen kan ge schieden indien de bewoners van Johannes burg het mogelijk maken aan de regeering voor den Volksraad te verschijnen met een: „vergeten en vergeven." In het „Foreign Office" te Londen is Za terdagmiddag een kabinetsraad gehouden, die twee en een half uur duurde. Eigenlijk weet men alleen het uur van opening en dat van sluiting: van het verhandelde is niets bekend, dank zij het gebruik, dat een Engelsch mi nisterie geen aanteekening houdt van zijn besprekingen, nog minder er aan denkt ze wereldkundig te maken, terwijl de ministers door hun eed gebonden zijn aan een vol strekte geheimhouding. Zoo is dan ook niet kunnen weerlegd worden het beweren van Westminster Gazette (een der Engelsche conservatieve avondbladen), dat in den mi nisterraad door lord Salisbury zou worden medegedeeld, dat de betrekkingen tusschen Engeland en Frankrijk aanmerkelijk zijn ver beterd, daar nu eenige der geschillen, welke tusschen Engeland en de Fransche republiek aanhangig zijn, op bevredigende wijze zijn opgelost. Men zag daarin eene poging van den Britschen minister president om zich aan te sluiten bij de politiek, door Rusland en Frankrijk gevolgd. Wel weet men, dat de minister van kolo niën Joseph Chamberlain, na afloop der sa menkomst, drie kwartier lang heeft geconfe reerd met den prins van Wales en dat lord Salisbury na den ministerraad eerst heeft ontvangen graaf Hatzfeld, Duitschlands ge zant, die op een onderhoud had aangedron gen en later baron De Courcet, den gezant van Frankrijk zoodat Salisbury eigenlijk zes uur achtereen in „business" was. Bevestigd is het interessante nieuws van iaat dat sleuteltje het minst noodig. Vijf beweegbare, stalen knoppen, waarop alle letters van het al phabet gegraveerd zijn, behelzen voornamelijk de kracht van dat vernuftige en machtige sluittoe- stel. Voordat men den sleutel in het slot steekt, moet men de letters op deze knoppen in dezelfde volgorde weten te plaatsen, als waarin zij ston den, toen de kast gesloten werd Zoo werd ook bij mijnheer Fauvel, zoo als overigens overal, de brandkast met een woord gesloten, dat na langeren of korteren tijd veranderd werd. Dat woord was den eigenaar en den kassier v«n het huis alleen bekend. Zij hadden ieder een sleutel. Indien men zulk een meubel bezit, kan men gerust slapen, al heeft men meer diamanten dan de hertog van Brunswijk. Men loopt klaar - blijkelijk slechts één gevaar, namelijk, het woord te vergeten, dat voor die ijzeren deur het //Sesam open u« is. Op den morgen van den 28 Februari ver schenen alle bedienden als gewoonlijk op hun post. Om half tien, toen ieder reeds aan zijn werk was, kwam een man van middelbaren leeftijd in het kantoor, dat toegang tot de kas geeft en waar vijf a zes klerken werkten. Het was een donkere man met militaire houding in zwaren rouw. Hij vroeg naar den hoofdkassier. Men antwoordde hem dat deze nog niet aan wezig was en dat de kas overigens pas om tien uur geopend werd, zooals een groot bord in het portaal aangaf. Dit antwoord scheen den bezoeker zeer te mishagen. Ik dacht, zei hij op drogen, haast brutalen toon, dat ik iemand zou vinden tot wien ik mij kon wenden, daar ik dat gisteren met mijnheer Fauvel afgesproken heb. Ik ben graaf Louis de Clameran, fabrikant te Oloron. Ik kom driehon derd duizend francs opeischen, die mijn broeder wiens erfgenaam ik ben, aan dit huis toever trouwde. Het is merkwaardig, dat men geen order gegeven heeft Noch de deftige fabrikant, noch diens rede voering scheen de bedienden te vermurwen. De kassier is er nog niet, herhaalden zij, wij kunnen u niet helpen. Brengt mij dan bij mijnheer Fauvel. Men aarzelde even, maar een jonge bediende, Cavaillon genaamd, die dicht bij het raam zat de Westminster Gazette door niemand en door niets en zulk een versterking zou 't wel be hoeven. eer 't er op kan rekenen voor ernst te worden gehouden Toch moet Duitschland te Rome en te Weenen hebben laten verzekeren, dat zijn (Duitschlands) houding in zake Transvaal de relation tusschen Engeland en Italië en Oos tenrijk onaangetast laat wat eigenlijk eeu beslist overbodige verzekering is. De minister president van Frankrijk, Leon Bourgeois, die met Doumer, den titularis van financiën, naar Lyon was gereisd, heelt daar Maandag aan een banket in het beursgebouw, ter beantwoording van den burgemeester, een redevoering gehouden, waarin hij ten opzichte van de buitenlandsche politiek o. azeide: Frankrijk's staatkunde tegenover het bui tenland is van dien aard, dat de wisselingen van zijn inwendig bestaan daarop nimmer van invloed waren. Die staatkunde heeft het bewijs geleverd, dat een groote democratie in hare betrekkingen met het buitenland de zelfde zekerheid en standvastigheid kan aan den dag leggen als de hechtste monarchie. Die staatkunde kan als volgt worden saam- gevat: handhaving van den vrede, onwrikbaar vasthouden aan hetgeen rechtvaardig is. Ón der herinnering aan hetgeen Felix Faure op 1 Jan. zeide, verklaarde de minister dat Frankrijk door getrouwheid aan deze begin selen den eersten rang, welke het wettig toekwam onder de mogendheden, heeft kun nen hernemen. Het is alleen op deze wijze mogelijk geweest, dat Frankrijk's belangen behartigd en zijne aanspraken op de alge- meene achting konden verzekerd worden daardoor alleen kon het aan de groote natie, waarmede het een verbond sloot, aldoende waarborgen van zekerheid bieden. Door aan deze gedragslijn trouw te blijven, zeide de redenaar verder, zal ons land in de toekomst op vredelievende wijze z n invloed uitbreiden, onder handhaving van den vrede, niet alleen voor zichzelf, maar, zooals onlangs gebeurd is, voor allen in het belang der beschaving. nam het woord Mijnheer is op dat uur altijd uit, antwoord de hij. Dan zal ik straks terugkomen, sprak de heer De Clameran en hij vertrok, zooals hij was binnengekomen, zonder te groeten of zelfs den rand van zijn hoed maar aan te raken. Dat is ook geen beleefde klant, zei de kleine Cavaillon, maar hij heeft geen geluk, daar komt Prosper juist aan. De hoofdkassier van het huis André Fauvel, Prosper Bertomy, is een mooie, groote man van dertig jaar, blond met blauwe oogen, altijd in de puntjes naar de laatste mode gekleed. Hij zou werkelijk mooi zijn, indien hij het Engelsche genre niet zoo overdreef, door zich een koud en deftig uiterlijk te geven en zijn van nature vriendelijk gelaat niet met zekere ver moeide uitdrukking te ontsieren. Aha, zijt gij daar, riep Cavaillon, men heeft reeds naar u gevraagd. Wie, een fabrikant zeker Juist. Welnu, hij zal wel terugkomen. Daar ik wist, dat ik hedenmorgen laat zou komen, nam ik gisteren reeds mijn maatregelen. Nu, riep een der bedienden, die neemt het kalmpjes op. De patroon heeft hem reeds twin tigmaal een standje gegeven, omdat hij altijd te laat knmt, maar hij stoort er zich niet aan. En daar heeft hij hij gelijk in ook. Hij krijgt van mijnheer Fauvel toch gedaan wat hij wil. Overigens, hoe kan hij vroeg op zijn Een man, die een leven als een heiden leidt en alle naehten wakend doorbrengt? Hebt ge gezien hoe bleek hij van morgen zag? Hij zal weer gespeeld hebben zooals de vorige maand. Ik weet van Couturier, dat hij op één avond vijftien honderd francs heeft verloren. Doet hij zijn werk er minder goed door viel Cavaillon hem in de rede. Als gij in zijn plaats waart Hij brak op eens af. De deur van de kas werd geopend en de kassier kwam met wankelenden tred in het kantoor. Bestolen, stamelde hij. Men heeft mij bestolen. Het bleeke gezicht van Prosper, evenals zijn ruwe stem en waggelende gang gaven blijken

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1