Nummer 9.
Donderdag 30 Januari 1896. X9e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN
De Munt-Gasmeter.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwjjkscbe en Langslraatsehe Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco e zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3raaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De munt-gasmeter is eene vinding, welke
hoofdzakelijk aan de kleinere luiden ten
goede zal komen.
Pe Tilburgsche gemeenteraad heeft be
sloten op kleine schaal eene proef te nemen,
waarbij leidingen lampen en komforen in
bruikleen zullen worden verstrekt.
Naar onze meening zou de invoering van
bedoelde munt-meters ook in onze gemeente
wel kans van slagen hebben. Om er meer
algemeen de aandacht op te vestigen laten
wij hieronder eenige bijzonderheden volgen.
Wij maken daartoe gebruik van het rap
port van den directeur der gasfabriek te
Tilburgde heer Th. van Mierlo, door hem
aan den raad dier gemeente ingediend.
't Luidt als volgt
Naar aanleiding van de vele toepassingen
der in de laatsle jaren ingevoerde „gasmeters
niet voot uilbetaling", ook wel genoemd gas-
amomaten ot munt gasmeters, en de gunstige
resultaten daarmedevooral in Engeland
waar dezelve het eerst ingang vonden, doch
ook reeds hier te lande verkregen, neem ik
de vrijheid UEd. meer met den aard en het
wezen van dezen nieuwen tak der gasindustrie
in kennis te stellen en tevens desbetreffende
nadere voorstellen te doen.
Het princiep, waaraan het ontstaan van
den munt gasmeter ten grondslag ligt is, het
gas voor verlichting en verwarming meer en
beter als zulks tot nu toe geschiedde, onder
het bereik te brengen der arbeidende klasse
en deze zoodoende van het gemak en de
voordeelen,aan het gebruik van gas verbonden,
te laten genieten.
Voor het. van de hand in den tand levende
deel der bevolking, onverschillig waar, waren
rot nu toe de groote bezwaren tegen het
gebruik van gas in hoofdzaak 1 de betrek
kelijk hooge aanlegkosten van leidingen en
toestellen 2 de onvermijdelijke maandelijk-
De commissaris van politie is een twijfelaar,
maar een geheim agent gelooft aan de ondeugd.
Zoo zit dat in elkaar, overlegde hij bij
zichzelf, die jonge man bemint, dat meisje, dat
op mijn woord zeer mooi is, en daar hij er even
min kwaad uilziet, wordt hij ook bemind; be
grijpelijkerwijze heeft de bankier dat niet graag
gezien, en niet wetend, hoe zich van dien lastigen
minnaar te ontdoen, heeft hij die beschuldiging
van diefstal bedacht, wat werkelijk vernuftig is.
Dus volgens Fauverlot's gedachten had de
bankier zichzelf bestolen en was de onschuldige
kassier het slachtoffer van dien aanslag.
Maar die overtuiging van den geheimen agent
mocht Prosper niet ten goede komen, tenminste
voor het oogenblik niet. Fauverlot, de eerzuch
tige, de man, die het tot iets brengen wil, die
naar naam dorsi, was volkomen besloten die
gissingen v»«or zich te honden.
Ik zal hem laten begaan, ducht hij; ik zal
mijn eigen weg wel vinden, als ik later tenge
volge van een aanhoudende spionneeiing en ge
duldig nasporen eindelijk de elementen voor een
forraeele veroordeeling vereenigd heb, zal ik den
waren schurk ontmaskeren.
Hij was zeer in zijn nopjes. Eindelijk had hij
die lang gezochte misdaad gevonden, die hem
beioemd -moeet maken niets onthrak er aan, noch
de gunstige omstandigheden noch het geheim
zinnige of het romantische sentimenteele deel, dat
Prosper en Madeleine vormden.
Slagen scheen moeielijk, bijna onmogelijk, maar
Fauverlot, bijgenaamd de Eekhoorn, is vol zelf-
\ertrouwen op zijn ontdekkingstalent.
Ondertusschen was het onderzoek van de bo
venste verdieping geëindigd en was men in het
kantoor van Prosper teruggekeerd.
De commissaris van politie, die bij zijn binnen
komst zoo bijzonder kalm was, werd hoe langer
hoe bezorgder. Het beslissend oogenblik naderde
en men zag dat hij nog aarzelde.
Gij ziet heeren, begon hij, dat ons onderzoek
onze eerste vermoedens bevestigd heeft.
sche rekeningenin tegenstelling met het
gemak van petroleum, die men nl. telkens
koopt bij de kleinst mogelijke hoeveelheid
welke in de onmiddellijke behoefte voorziet.
Door het plaatsen van een muntmeter
vervallen van zelf de sub 2 genoemde bezwa
ren, daar de verbruiker zich zeiven door het
werpen van een of meer muutstukken in de
sleuf van den munt-gasmeter de verlangde
hoeveelheid gas kan verschaffen.
Aan het sub 1 genoemde wordt tegemoet
gekomen door het vanwege de gasfabriek in
bruikleen verstrekken van benoodigde buis
leiding, een of twee lampen en een gaskom
foor.
Natuurlijk wordt hiervoor eenige vergoeding
geeischtmaar eene die op de minst druk
kende wijze verkregen wordt men belast
namelijk den gasprijs met l/2, 1 of lll2 cent
per M3 extra voor rente en amortisatie; ook
de meterhuur moet door deze prijsverhooging
vergoed worden.
Wat betreft de huidige verbreiding van het
muntmeterstelsel, zoo kan ik UEd. mededee-
len, dat hetzelve in den laatsten tijd eene
even hooge als onverwachte vlucht heeft
genomen en heeft in verband met de milde
en practische bepalingen omtrent het in leen
verstrekken van leidingen, verlichtings en
kookloestellen, tol gevolg, het onverwacht
groote gasdebiet eenerzijds en de satisfactie
der gasfabrieken anderzijds.
Na eenige aarzeling en eene periode van
proefneming is deze nieuwe wijze van gas
levering vooral in Engeland eenparig aan
genomen.
Ruim een jaar geleden waren aldaar reeds
meer dan 67000 dezer toestellen in gebruik
en werd de toepassing slechts beperkt, door
dat de meterfabrikanten niet sneller konden
afleveren.
De United Gas Company te Liverpool
plaatste er 9500 binnen twee jaar tijds, nadat
men eenvoudig uit nieuwsgierigheid met
proefneming begonnen was.
De South Metropolitan Gas Company was
een der eerste, die deze gasmeters invoerde.
Mijnheer Fauvel en de kassier knikten beiden
toestemmend.
En u Fauverlot, ging de commissaris voort
en u P
De agent antwoordde niet.
Terwijl hij bezig was met een loep liet slot
van de brandkast te onderzoeken, gaf hij teekenen
van verbazing. Zonder twijfel deed hij een ont
dekking van liet grootste gewicht.
Plotseling, schijnbaar door dezelfde ontroering
overvallen, stond de heer Fauvel, Prosper en de
commissaris op en omringden den agent.
Hebt ge een aanwijzing gevonden? vroeg
de bankier.
Fauverlot draaide zich met een spijtig gezicht
om. Het speet hem, zijn gewaarwordingen niet
beter verborgen te hebben.
Ach, zeido hij achteloos, wat ik gevonden
heb, is van weinig belang.
We zouden toch gaarne willen weten wat
het is, zei Prosper.
Ik heb alleen het bewijs gevonden, dat de
brandkast nog niet lang geleden met een zekere
onstuimigheid en grooten haa9t geopend of ge
sloten is, dat weet ik niet.
Waaruit maakt gij dat op? vroeg de com
missaris, opmerkzaam geworden.
-pr- Hier mijnheer, kijk, ziet u daar op de deur
niet die schrap, die van uit het slot naar beneden
'loopt?
De commissaris nam de loep, die, de agent in
de hand had, bukte zich en onderzocht op zijne
.beurt de brankast lang en aandachtig. Hij zag
duidelijk een dunne streep, waar een laagje ver
nis af was, die van boven naar beneden liep en
omtrent vijftien centimeter lang was
Ik zie het, zei de commissaris, maar wat
bewijst dat?
O niets, antwoordde Fauvprlot, dat is juist
wat ik zeide.
Ja, Fauverlot zei dat wel, maar dacht het niet.
Die streep die, het was niet te ontkennen,
nog versch was, had voor hem een beteekenis
die de anderen ontging, hij zag er de bevestiging
zijner veronderstelling in. llij zei tot zichzelf,
dat als de kassier millioenen wou nemen, geen
enkele reden bestond otu zicli te haasten. De
bankier daarentegen, die 's nachts op zijn teenen
naar beneden sloop, ten einde den knecht niet
te wekken, die er naast sliep, de bankier, die
In eenige jaren brachten zij er 19000 in
werking, terwijl er nog 10000 aanvragen om
plaatsing onvervuld moesten blijven.
In kleinere steden is het succes met deze
meters even groot.
Ook hier te lande is men in eenige steden,
als Amsterdam, Utrecht, Leiden, Middelburg,
Vlissingen, enz. tot invoering overgegaan.
Te Utrecht b.v. zijn sedert eenige maanden
reeds ver over de honderd stuks muntmeters
aangesloten, terwijl een drie honderdtal aan
vragers op aansluiting wachten. Het gemiddeld
gasverbruik op deze meters aldaar is 1,2 M3
per dag.
De munt-gasmeters, welke hier te lande in
gebruik zijn en waarvan een model ten raad-
huize ter nadere kenuismaking en beproeving
is opgesteld, zijn met inachtneming der Ne-
derlandsche IJkwet ingericht en verschillen
alleen door de aanbrenging van het munt
stelsel van den gewonen gasmeter.
Als muntstukdoor welks inwerping de
meter lol het doorlaten van gas gereed is,
is hier genomen het 21/s-centstuk, daar dit
bepaald onder ieders bereik is en het best
daartoe geschikt.
Men kan achtereenvolgens twaalf zulke
muntstukken inwerpen en ontvangt dan bij
een gasprijs van 6 cent 5 M3. bij een gasprijs
van 5 cent 6 M3 gas.
Een totalisator op den meter aanwezig
wijst aan het aantal ingeworpen geldstukken
en strekt tevens tot controle van het in het
ontvangbakje aanwezige bedrag.
Een kleine wijzer geeft aan voor hoeveel
ingeworpeu munten de verbruiker nog aan
gas te goed heeft. Het langzamerhand kleiner
worden der gasvlammen waarschuwt den
verbruiker, dat het tijd wordt een of meer
twee en een halve censstukken te offeren.
Bij eene eventueele verandering van gasprijs
behoeven enkel 2 kleine tandwieltjes van de
muntinrichting verwisseld te worden, hetgeen
zonder noemenswaardige onkosten kan ge
schieden.
Het gewone wijzerwerk, aangevende het
aantal verbruikte kubieke meters gas, is alleen
zichzelf kwam bestelen, had duizend redenen te
beven, zich te haasten den sleutel uit het slot te
trekken, waardoor hij afgegleden scheen te zijn
en een streep op het vernis had achtergelaten.
Vast besloten, het verwarde van die zaak alleen
te ontknoopen, moest de agent zijn vermoedens
voor zich houden; eveneens verzweeg hij het af
geluisterd gesprek van Madeleine en Prosper. Ilij
haastte zich daarom over de ontdekking neen te
praten.
- Tot besluit, zei hij, zich tot den commissaris
wendend, verklaar ik, dat geen vreemde hier heeft
kunnen doordringen. Die brandkast is overigens
geheel ongeschonden, men heeft op de beweeg
bare knoppen geen geweld uitgeoefend. Ik kan
bevestigen, dat op net slot geen enkel breek-
werktuig is geprobeerd, er is geen speld tusschen
gestoken. Zij, die de inbraak pleegden kenden
het woord en hadden den sleutel.
Die volmaakte verklaring uit den mond van
een man, dien hij als kundig kende, maakte aan
den twijfel van den commissaris een einde.
Dal is gezegd, zei hij, er blijft mij niets
over dan een oogenblik een onderhoud met den
heer Fauvel te verzoeken.
Ik ben tot uw orders, mijnheer, antwoordde
de bankier.
Prosper begreep dien wenk, en nadat hij met
opzet zijn hoed op een tafel gezet had, ten be
wijze, dat iiij niet van plan was zich te verwij
deren, ging hij in het nabijgelegen kantoor. Ook
Fauverlot verliet de kamer; maar de commissaris
had juist tijd gehad, hem een teeken te geven,
dat de anderen niet zagen en dat hij begreep.
Dat teeken beduidde: Ge staat mij voor
dezen man in.
Ook zonder die aanduiding zou de geheime
agent hem goed bewaard hebben. Zijn vermoe
dens waren gegrond, zijn verlangen tot slagen te
vurig, dan dat hij er toe zou kunnen besluiten,
Prosper uit het oog te verliezen of niet meer te
bestudeeren.
Daarom zette hij zich achter in een donker
hoekje van het kantoor, waarheen hij den kassier
gevolgd was, op een bankje neer. Hij scheen een
gemakkelijke houding te zoeken, draalde zich
eenige malen om, gaapte zoo, dat zijn kaak
dreigde te ontwrichten en sloot eindelijk de oogen.
Prosper was aan een lessenaar op de plaats van
een der op het oogenblik afwezige klerken gaan
door den ijk voor juiste aanwijzing gewaar
borgd en moet derhalve bij eventueele defec
ten of miswijzingen van het munttoestel de
rekening daarnaar worden opgemaakt.
De Italianen in hun meerderheid zijn in
de eerste etmalen niet te vinden voor kalme
redeneeringen met betrekking tot de koloniale
politiek in 't algemeen, tot de politiek in
Abessinie in 't bijzonder Douderdag heeft
de luitenant kolouel Galliano met de aan zijn
bevel toevertrouwde manschappen, Makalle
verlaten en wel met vliegend vaandel en
slaande trom, dus onder de meest gunstige
conditiën. De reactie na de spanning en de
ongerustheid der laatste weken, onderbroken
wel,* doch nimmer geheel weggenomen door
de berichten uit Afrika, moest wel groot zijn.
En dat is zij. Geestdriftig jubelde en juichte
men Zaterdag na de ontvangst van de tijding:
,,de helden van Makalle leven nog, de Abes-
siniers hebben Galliano en zijn kleine dappere
schaar vrijen aftocht toegestaan met alle
militaire eer."
Ondanks Transvaal en Cuba, Armenie en
Asjanti, hebben de Italianen onafgebroken de
aandacht der geheele beschaafde wereld ge
vestigd weten te houden op hun expeditie
tegen Abessinie en in 't bijzonder op de
belegering van Makalleden sleutel van
Abessinie's hoogland, waar Galliano en zijn
dapperen zoo kranig weken achtereen de
aanvallen doorstonden eti afsloegen van een
zestigmaal sterkeren vijand.
Enkele organen, die nu juist niet geacht
kunnen worden in vriendelijke relatie te staan
tot de regeering, hebben het koel berekenend
verstand doen zegevieren over het enthousi
asme van het oogenblik de vreugde over
Galliano's bevrijding niet deelend, omdat zij
er een overgave in zien, maken zij een be
grooting op van de voordeelen en de nadeelen.
Zoo'n dorre opsomming van feiten moge nu
zitten. De anderen brandden van nieuwsgierigheid
om den afloop van dat voorloopig onderzoek te
vernemen en hoewel de grootste nieuwsgierig
heid uit hunne oogen sprak, durfden zij toch
niels te vragen.
Eindelijk wsagde Cavaillon, de verdediger van
den kassier, die het nief langer uit kon houden,
de vraag Welnu?
Prosper haalde de schouders op.
Men weet het niet, antwoordde hij.
Was hij zeker van zijne onschuld, van zijne
onstrafbaarheid en onverschillig over den uitslag?
De klerken bemerkten tot hun groote verwon
dering, dat de kassier zijn gewone houding her
nomen had, die soort van koude hoogheid, die
de lieden op een afstand hield en hem in het
huis zooveel vijanden bezorgd had.
Van zijn ontroering, die straks medelijden op
wekte, was niets overgebleven, dan een buiten
gewone bleekheid, donkere kringen onder zijn
oogen en de verwarring van zijn haar, dat nog
vochtig was van het zweet, dat de angst van
zooeven te voorschijn had geroepen.
Indien er nu een vreemdeling binnengekomen
was, had hij niet vermoed, dat die jonge man,
die daar zat en werktuigelijk met een potloodje
-speelde, van diefstal verdacht was, en op het punt
stond gevangen genomen te worden.
Opeens hield hij echter op het potlood heen
en weer te bewegen, trok een blad papier naar
zich toe en schreet er haastig eenige regels op.
Zoo, zoo, dacht Fauverlot, wiens gehoor en
gezicht niettegenstaande zijn geveinsde slaap won
deren verrichtten; zoo, zoo, hij doet aan iemand
vertrouwelijke mededeelingen, nu zullen we toch
eens iets zekers weten.
Toen het korte briefje geschreven was, vouwde
Prosper het zorgvuldig zoo klein mogelijk op en
na een vluchtigeo blik op den agent, die nog
steeds in zijn hoekje zat, geworpen te hebben,
wierp hij het den jongen Cavaillon toe, een enkel
woord Gipsij zeggende.
Dit alles ging zoo kalm cn vlug, met zulk een
buitengewone handigheid, dat Fauverlot, een
amateur, er verwonderd en verward, zelfs een
weinig ongerust over werd.
Alle duivels, dacht hij, voor een onschuldige
heeft dat jongmenscli meer geestkracht dan menig
mijner geoefende collega's. Dat doet de opvoeding.
iloe het zij, schuldig of onschuldig, Prosper