Nummer 36.
Zondag 3 Mei 1896.
19e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN
Industriëelen
WEELDE.
FEUILLETON.
Staatkundig overzicht.
UITGEVER-
Waalwijk.
LIJST VAN BRIEVEN geadresseerd aan on
bekenden.
Verzonden gedurende de le helft van April.
Van Waalwijk
Briefkaart.
L. Blankers Rotterdam.
De kamer van koophandel en fabrieken te
Waalwijk houdt zich onledig met het opma
ken van het verslag over 1895.
Heeren industriëelen worden verzocht hannc
opgaven voor het verslag zoo spoedig iL'pge-
lijk aan den voorzitter in te zenden.
De kamer van koophandel en fabrieken
voornoemd.
'Waalwijk, April 1896.
schutterij.
De Kapitein commandant der dd. Schutterij
maakt bekenddat de inspectie zal gehou
den worden op Maandag 4 Mei Aantreden
in groot uniform op liet exercitieveld des
namiddags om 4 ure.
De Kapitein commandant,
Pu. TIMMERMANS.
De weelde op zichzelf kan bezwaarlijk
als een kwaad worden aangemerkt. Zij is
niet alleen de draagster eener uiterlijke be
schaving, die de vormen des levens veredelt
en verfijnt, maar bovendien een prikkel
voor den vooruitgang in wetenschap en
kunst, een spoorslag tot krachtsinspanning
op elk gebied van het menschelijk bedrijf.
Verreweg de grootste meerderheid werkt
hoofdzakelijk om de vruchten van dien ar
beid te kunnen inoogstenen wij vreezen
zeer, dat zoo die vruchten in aard en hoe
veelheid beneden een vastgesteld maximum
blijven beperkt, er veel ongedaan zou blij
ven wat nu met opgewektheid wordt verricht
en de geheele maatschappij ten goede komt.
Het geld kan, zonder meer, zulk een
prikkel niet geven het zou waardeloos zijn,
en het verzamelen zou niemand bekoren,
indien er niet terstond bij gedacht werd aan
de vele kostelijke zaken, welke men er zich
voor verschaffen kan.
Wie zou nog grootsche ondernemingen
van nijverheid op touw willen zetten, indien
het schitterend succes hem niets meer kon
opleveren, dan wat ook den minst ijverige, die
zich geheel geen moeite geeft om iets bui
tengewoons tot stand te brengen, ten deel
valt P
Misschien zal men zeggen dat het aldus
niet moest zijn. Dat de aansporing tot ar
beiden niet zulk een egoïstisch punt van
uitgang moest hebben. Dat niemand zijn
eischen buiten de grenzen van het voor al
len noodige moest uitzetten. Wie zoo rede-
neereh miskennen de menscbelijke natuur,
die wel verbeterd en veredeld, maar niet
veranderd kan worden. De trek naar het
overtollige is een noodzakelijkheidneem
dien weg, en de maatschappij zakt in el
kander.
In een ideale maatschappij zou niemand
meer dan het noodige zich toeëigenen, zoo
lang er nog anderen zijn wien minder dan
dat teu deel valt. Men behoeft geen apostel der
gelijken heids-idée te zijn, om zich geschokt
te gevoelen door de schreeuwende contrasten,
die onze tijd te aanschouwen geeft, de te
genstelling tusschen de beide uitersten, een
overstelpende weelde en de jammerlijkste
ellende.
Onze tijdgenooten - ze erkennen het be
staan dier wanverhouding, geven toe da» zij
een vreeselijk ziekte verschijnsel is, dat in
haar de elementen schuilen eener sociale
beroering. Maar aan die erkenning hebben
wij niet veel, als we het kwaad zien doorwoe
keren en er getuigen van zijn dat wel eenige
zwakke pogingen worden aangewend om het
in zijn voortgang te stuiten, doch de te
dien einde gebezigde middelen zeer geringe
uitwerking hebben.
Als de sterken nemen, zooveel mogelijk,
dan schiet er voor de zwakken niets over,
en moeten dezen ondergaan. Aan dezen
moet eerst worden gedacht, en als zij on
geveer in staat zijn zich het minimum van
behoeften te verschaffen, ja, dan zal het ons
niet ten kwade worden geduid wanneer wij
die grens wat overschrijden. Sint Maarten
sneed zijn mantel door om er den naakten
bedelaar een stuk van te geven zijn voor
beeld wordt bijwonderd, het heeft nog wei
nig navolging gevonden. Wij kunnen ons
kleedingstuk heel laten blijvenmaar alvo
rens ons een tweede aan te schaffen dat,
welbezien, niet zoo heel noodig is, moesten
we ook even de aandacht vestigen op den
in lompen geliulden arme in onze nabijheid.
We kennen namen van zeer bemiddelde
menschen, die toen de Staatswet hun wat
meer belasting oplegde dan te voren, on-
middelijk het evenwicht poogden te herstel
len door vermindering van hun bijdragen
voor armenzorg. Hadden zij andere posten
van hun budget vooraf bekeken, in de eerste
plaats zich afgevraagd of door vereenvoudi
ging bij de voorwerpen van doorgaande en
vrij hooge uitgaven, niet op minstens even
gemakkelijke wijze het geld ware te stoppen,
zij zouden even zeker tot net gewenschte
resultaat zijn gekomen. Doch zich be
krimpen, minder worden in het oog van
vrienden en kennissen zich iets ontzeg
gen of in meer begrensde mate genieten
waaraan men eenmaal gewoon is gewordeü,
daaraan valt immers niet te denken
Meer eenvoud in de hoogere klassen der
samenleving zou een goed voorbeeld geven
voor de lagere. Ook daar is de weeldezucht
sterk doorgedrongen, en, wij ontzeggen den
ijverigen wetkman en zijn zorgvuldige echt—
genoote geeuzins het recht zich iets meer
dan het allernoodigste aan te schaffen,
alleen, hetzij binnen de perken der redelijk
heid.
Meer eenvoud zal ons ten slotte frisscher
doen blijven. We kwellen onszelve ont
zaglijk om mee te doen in dien noodlottigen
wedstrijd van den uiterlijken schijn, waarin
we toch geen van allen het wereldkampioen
schap zullen behalen; als we, een kleinen
voorsprong verkregen hebbende, in den waan
verkeeren het ware geluk ook maar een
stroobreedte genaderd te zijn dan bedrie
gen we ons zeiven, willens en wetens. Een
voud geeft boven alles dien niet hoog genoeg
te waardeeren schat, tevredenheid de er
varing van alle dagen leert dat het meest
geworsteld wordt om liet overtollige, dat de
voortdurende uitbreiding van denkbeeldige
behoeften de menschen zoo geneigd maakt
om te gaan morren en klagen, als hun
krachten te kort schieten. En de klagers
maken de maatschappij nog zieker dan zij is.
In Frankrijk is onder voorzitterschap van
den bekenden protectionnist Méline een nieuw
ministerie tot stand gekomen.
Het Journal Officiel deelt de definitieve
samenstelling mede als volgt
Méline president met Landbouw; Darlan
justitie Hanoteaux buitenlandsche zaken
Barthou binnenland; Cochéry financien; Bes-
nard marineRombaud onderwijsAndré
Lebon koloniën Bouchel koophandel; Turel
openbare werken; Billot oorlog.
Dit ministerie heeft zich aan de kamer
voorgesteld met eene verklaring, waarin, met
terzijdelating van de aangelegenheid der grond-
altijd meer dan een mijl loopen.
Toen bedacht hij, dat hij er veel gauwer zou
zijn, als hij de rivier overzwom, maar hij was
slechts een middelmatig zwemmer en de Rhone
op die plaats oversteken, wordt door den knap-
ster. zwemmer als een waagstuk beschouwd.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyhsche ra Mngsiriiatsrlir Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
29
Maar, terwijl de markies de Clameran tamelijk
rijk bleef, kon zij van haar beschermers en de
koninklijke mildheid niet anders dan het klein
domein en het kiisteel de la Verberie terugkrijgen
en had zij 2500 francs rente, waarvan zij leefde.
Het kasteel de la Verberie had echter aan veler
eerzucht voldaan. Het was kleiner en eenvoudiger
dan dat van de Clameran, maar aangenaam in
gericht en verdeeld en dus gemakkelijk voor de
bediening, als een klein huis van een grooten
heer. Het ligt op het Oosten midden in een
grooten tuin.
Haar eenige dochter Valentine was toen acht
tien jaar oud, blond en slank. Zij was beeld
schoon, en wekte elks bewondering als zij des
morgens naar de dorpskerk ging om de heilige
mis bij te wonen.
De laara harer schoonheid had zich, door den
vloed der Rhone meegesleept, snel, wijd en zijd
verspreid. De matrozen en SGhuitenjagers zagen
haar dikwijls in den tuin onder de boomen met
een boek in de handen zitten lezer-
Zij scheen dien ruwen, maar braven meuschen
van verre in haar wit kleedje, met. haar loshan
gende haren, een geheimzinnige verschijning toe
en zij beschouwden het als een goed voorteeken,
wanneer zij haar zagen. Tusschen Valence en
Arles werd dikwijls over het mooie meisje de
la Verberie gesproken.
Zoo de heer de Clameran de gravin verachtte,
zij verfoeide den markies evenzeer. Hij gaf haar
den bijnaam van heks, zij noemde hem niet an
ders dan den ouden spreeuw. En toch waren zij
geboren om elkander te begrijpen, want in hun
hart droegen zij dezelfde denkbeelden, al uitten
zij ze op verschillende wijze, d. w. z. zij waren
er toe geschapen, altijd te redetwisten, zonder
zich ooit te verzoenen of boos te worden.
Hij als philosoof spotte over alles en kropte
niets op; zij sloot den vreeselijksten haat in haar
hart, werd mager van nijd en afgunst. Zij hadden
aanven heerlijke avonden kunnen doorbrengen,
want zij waren buren, zelfs naaste buren. Op
het kasteel de Olurueran kon men den zwarten
hazewindhond van Valentine door de lanen van
het park de la Verberie zien loopen en daar kon
men iederen avond het licht in de eetzaal van
de Clameran zien branden. En bij die zich eiken
avond herhalende verlichting herhaalde de graviD:
Aha, daar beginnen de Bachusfeesten weer! en
hoe zeide zij dat
De twee parken waren slechts door de Rhone
gescheiden, die daar zelfs vrij smal was. Maar
tusschen die twee families heersclite een haat, die
dieper was dan de Rhone en moeielijker af te
wenden of te dempen.
En vanwaar kwam die haat
De gravin zoowel als de markies zouden zeer
verlegen geweest zijn, als zij het precies hadden
moeten uitleggen.
Men vertelde dat onder de regeering van Henri
XV of Lodewijk XIV een de la Verberie een
vrouw uit het geslacht de Clameran beleedigd had.
Hierop was een duel gevolgd en er was bloed
gevloeid.
Dat was alles. En die twee feiten werden niet
eens voor zeker vermeld.
Maar op dit gaas had de tijd een weelderig
borduursel gewerkt en dit eenvoudige verhaal,
dat vau geslacht op geslacht van mond tot mond
was gegaan, was langzamerhand een tragische ge
schiedenis geworden, rood van bloed, vol schande
en droefenis.
Daardoor kwam er wat er moest komen, wat
altijd in het gewone leven en dikwijls in de ro
mans voorkomt, dat, hoe overdreven ook, toch
altijd een weerspiegeling van de waarheid is
waarnaar het geschreven is.
Nu gebeurde het, dat Gaston Valentine eens op
een partij zag, haar schoonheid opmerkte en op
haar verliefd werd.
Het gebeurde ook, dat Valentine Gaston op
merkte, en sedert dien dag altijd aan hem moest
denken.
Maar hoeveel hinderpalen scheidden hen 1 Bei
den behielden gedurende een jaar dat geheim in
het diepst van hun hart zorgvuldig als een schat
verborgen.
En aat jaar, dat met zoete drooraen werd
doorgebracht, moest over hun toekomst beslissen.
Op het geluk van den eersten indruk volgde
een ander gevoel, toen kwam de lielde.
•X* "X*
Toen Gaston en Valentine elkaar eens gezien
hadden, leefden ze reeds geheel voor elkaar. Het
noodlot bracht hen daarna nog eens te samen.
Zij brachten een dag bij de oude hertogin
d'Arlange door, die in het land gekomen was
om haar laatste bezittingen te verkoopen. Ditmaal
spraken zij met elkander en waren verwonderd
als oude vrienden wederkeerig dezelfde gedachten
te koesteren.
Toen waren zij weer maanden lang gescheiden
Maar zonder dat zij het afgesproken hadden,
troffen zij elkaar menigmaal aan op den oever
der Rhone, elk aan den overkant der rivier.
Eindelijk op een Meiavond, toen mevrouw de
la Verberie naar Beaucaire was, waagde Gaston
het in het park door te dringen en Valentine
aan te spreken.
Zij was noch verwonderd; noch verontwaar
digd. Valentine dacht er zelfs niet aan Gaston
te gebieden haar te verlaten. Zij zeiden niet, dat
zij elkander beminden, zij wisten het, en de tranen
in hun oogen zeiden dat zij zonder hoop waren.
Zij wisten, dat zij den haat, die tusschen de
twee families heerschte, nooit uit den weg konden
ruimen, dat iedere poging daartoe dwaasheid
zou zijn. Zij zwoeren elkaar nooit te vergeten,
beloofden elkaar nooit weer te zien, neen nooit;
nog maar één enkele maal.
Helaas! Valentine is meer te verontschuldigen
dan menig ander meisje. In haar liefderijke be
scheiden ziel waren alle uitingen van liefde altijd
onderdrukt en door de hardheid harer moeder
verdord. Nooit had er tusschen mevrouw de la
Verberie en Valentine een intiem gesprek plaats
gehad, waarbij een goede moeder in het hart
van haar kind leest als in een open boek.
Zij zag van haar dochter niets, dan haar
schoonheid en overlegde bij zich zelf:
Den volgenden winter leen ik ergens geld
en ga dan met dat meisje naar Parijs en dan zal
ik wel erg ongelukkig moeten zijn, als er niet
een of andere rijke man verliefd op haar zou
worden, en haar terwille van haar mooie oogen
dadelijk wil trouwen en mij uit mijn bekrompen
heid helpt I
En dat noemde zij haar dochter beminnen
De tweede bijeenkomst werd niet de laatste
en welk een moeite hadden zij om bij elkaar
te komen I Want daar Gaston geen enkele schip
per vertrouwde, moest hij om een brug te vinden,
Maar in het geheim oefende hij zich en op een
avond zag Valentine hem aan haar voeten uit
het water komen*. Hij moest haar beloven dien
tocht niet te herhalen. Hij beloofde het haar,
maar deed het den volgenden dag en alle daarop
volgende dagen weer. Maar omdat Valentine
vreesde dat hij eens door den stroom zou mee
gesleept worden, spraken zij een teeken af, dat
hare vrees verkorten zou.
Op het oogenblik, dat Gaston vertrok, zette hij
een licht voor een der vensters van het kasteel
en een kwartier later was hij bij haar.
Maar wat hoopten zij toch' I Ach, zij maakten
geen plannen, zij hoopten niet9. Met gesloten
oogen, zonder na te denken, ja zonder vrees,
verheugden zij zich in hun bijeenkomst, en zagen
elkaar iederen avond. Zonder den slag te vreezen,
die eens op hen moest nedervallen, waren zij
gelukkig in dat oogenblik
Valentine en Gaston dachten, dat niemand
hunne geheime bijeenkomsten vermoedde Zij
hadden alle mogelijke kleine voorzorgen genomen
en namen die nog.
Gaston had er nooit met iemand over gespro
ken, zelfs met zijn broeder niet! Zij haaden
elkaar verboden, hun namen hardop uit te spreken.
Zij ontzegden zich een minuut, een laatsten
handdruk, als zij onraad meenden te bespeuren.
Arme naive bemindenAlsof men iets ver
bergen kan voor de schranderheid der menschen,
aan de altijd wakende nieuwsgierheid van het
publiek. Zij dachten hun geheim te bewaren maar
het was hun lang ontstolen en er werd over
bijeenkomsten veel gesproken.
Soms zagen zij 's avonds in ;de schaduw eeu
iboot over het water glijden en dan zeiden zij
'Het zal een visscher zijn, die wat later naar huis
gaat. Maar dan vergisten zij zich deerlijk. In die
boot waren nieuwsgierige spionnen, die verschrikt
dat zij hen gezien hadden, haastig terug keerden,
om hun ontdekking met duizend gelogen kleinig
heden verfraaid, te gaan vertellen. Op een avond
in het begin van November kwam Gaston tot
die treurige ontdekking.
Wordt vervolgd.