Nummer 38. Zondag 10 Mei 1896. 19" Jaargang. loegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, antoon tielen, Be Bankiersvrouw. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. UITGEVER- Waalwijk. wjmmjasM lyiffc— De Echo van het Zuiden, Wuiwyksdr en Liiiigstraalsclie Courant Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1 Franco per post door het geheele rijk 11,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advektentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Generaal B^Wtssera, de opperbevelhebber der Italiaansche troepen in Afrika, is een voorzichtig man, die bezint eer hij begint en wien zeker niet de beschuldigingen kunnen treffen, onder welke Baratieri gebukt gaat en waarvan hij zich eerstdaags zal hebben te zuiveren. Baldissera beschikt, volgens de laat ste berichten, over 22000 man en 44 stukken geschut terwijl de Abyssiniers onder Manga- scha en Abdulla 30000 man sterk (de hoofd macht is onder koning Menelik met ongeveer 2000 gevangenen naar Sjoa getrokken) fond Adigrat gelegerd zijn. Ware nu Baldissera niet zoo gunstig bekend, was men te Rome niet zoo stellig overtuigd van Baldissera's alkeer van avontuurlijke on dernemingen, dan zou men zich over de ontruiming van Adigrat door de Abyssiniërs, a raison van zekere voorwaarden, eer ver ontrusten dan verblijden. Als men zoo weinig lortuin en zooveel te genspoed heeft gehad als Italië in Afrika, wordt men eenigszins pessimistisch gestemd men gelooft niet zoo makkelijk meer aan zijn eigen fortuin of liever achter elk mee vallertje zoekt men een naderend onheil. Adigrat ligt op een heuveltje, dat aan alle zijden omringd is door bergen, afwisselend 2100 a 35000 meter hoog. Deze hoogten nu, waren bezet door de Abyssinische krijgsmacht en in Adigrat zelf lag, als een muizeval, commandant Prestinari met ongeveer 1000 man en evenveel gewondeu uit den slag bij Abba Garina. Deze staat van zaken deed vóór alles verwachten of een grooten beslis- seuden slag (dit leek, de stellingen der Abys siniers in aanmerking genomen, dwaasheid) of de overgave van de vesting aan den vijand, 't Is niet gekomen tot de eerste mogelijkheid en evenmin tot de laatstede toegang tot Adigrat schijnt, na kleine schermutselingen tusschen de Italiaansche en de Abyssinische voorposten, plotseling te zijn opengesteld voor het Italiaansche bezettingscorps in den nacht van Maandag op Dinsdag trokken de 31 Mejuffrouw de la Verberie wordt mijn vrouw zeg ik ik kan en wil mijn woorden niet terug trekken, die ik haar gegeven heb. Hoort gij vader? Wat men van avond in het koffiehuis zei, is de waarheid, ik bemin haar. Hij had gehoopt, zijn vader door die beken tenis, waarioe de omstandigheden hem dwongen, te winnen; maar hij had zich vergist. Hoe ver ontwaardigd deze ook was, scheen hij als van een zwaar gewicht verlost te zijn. toen hij met een spottenden blik in de oogen sprak: Wel, wel, gij bemint haar? Dat vind ik alleraardigst, ik maak u mijn compliment, mijn zoon, men zegt dat zij zeer schooft is. Vader, viel Gaston hem bijna dreigend in de rede, ik bemin haar. heb ik u gezegd, vergeet dat niet. Ik heb gezworen Ta, ta, ta, riep de markies, gij zijt wel overdreven. Heelt een barer voorvaderen niet eens een markiezin de Clameran in het verderf gestort? Nu zijn wij quitte. Wel, wel, gij bemint haar Bij de gedachtenis mijner moeder en op uw naM»Miiweer ik, dat zij mijn vrouw zal zijn. Waar'ijk, riep de markies nu verbitterd, /durft gij op dien toon te spreken Nooit, hoort gij het goed, nooit zult gij mijne toestemming hébben. Gij weet wat de eer van ons huis mij waard is. 'Welnu, ik zou u liever gevangen en veroordeeld zien, dan als der. man van die Gaston antwoordde: Welnu, vader, uw wil zal geschieden, laten zij mij gevangen nemen en met mij doen wat zij willen het is mij on verschillig. Ik wil geen leven zonder hoop leiden. Neem uw sierader, terug, ik zal die niet noodig hebben. Zonder twijfel zou er een lievig tooneel tus schen vader en zoon gevolgd zijn, als de deur der kamer niet driftig geopend werd. Alle be dienden stormden naar binnen. De gendarmes, riepen zij, daar zijn de gen darmes. Abyssiniers zich terug en in den loop van Dinsdag werden reeds een 300 tal gewonden en zieken uit Adigrat overgebracht naar Adi- caje, door Baldissera in goede gemeenschap gebracht met Adigrat en ruim voorzien van levensmiddelen en drinkwater. Zoo heeft Baldissera getoond door de on dervinding geleerd te hebben en tevens de hoofdfouten van Baratieri te kunnen vermij den. De tnarsch naar Adigrat was zeer moeilijk het water voor mensch en dieren moest uit Napels komen en dan van Masso- wah uit met muildieren in zakken verder worden gebracht. Terwijl Baratieri alles direct uit Massowah kreeg is Baldissera op 't idéé gekomen Adicaja in te richten als voorraad schuur, door welk doel de proviandeering van de legermacht niets te wenschen over liet. Dit en veel meer andere blijken van voor zichtigheid, doen vertrouwen, dat Baldissera niet blindelings in zijn verderf is geloopen, wat, in verband met de nabijheid van de vijandelijke macht, door sommigen gevreesd wordt, 't Kan best zijn dat Mangascha, Se- bat en Agostafari zeiven nog niet weten, wat te doen en zich verder willen richteD naar Baldissera. En wat deze van plan is, weet men zelfs te Rome niet met zekerheid. Na den slag bij Adoua werd hem volkomen vrijheid van handelen gegeven hij mocht Kassala en Adigrat behouden of ontruimen, al naar hij noodig en nuttig achtte, 't Is de vraag ot de regeering er nog zoo over denkt dan wel of zij, in verband met de zoo juist aangevangen Afrika-debatten zich richten wil naar de opinie der meerderheid. Die opinie kan wellicht spoedig blijken Crispi's aanhangers praten van schending der natio nale eer, van een groot verlies voor Italië 's koloniaal bezit, terwijl van andere zijde ernstig wordt bepleit de ontruiming van Adi grat en de terugtrekking van de troepen achter de Mareb en de Balesa, waardoor de Tigre ontruimd zou worden de ver standige taktiek dus van houden wat men had voor dezen, zonder te trachten naar uit Bij dat bericht sprong de markies op en bleef rechtop staan; door al de opwindingen van het laatste uur was zijn jicht geweken. Hier bij mij op Clameran gendarmes! Die brutaliteit zullen wij betaald zetten, jelui moet mij helpen. Ja, ja, antwoordden de bedienden, weg, weg, met de gendarmerie Gelukkig behield Louis op dat oogenblik,waarop allen het hoofd verloren, zijn tegenwoordigheid van geest. Weerstand bieden zou dwaasheid zijn, zei hij, wij zullen hen van avond misschien terug drijven, maar morgen zullen zij in grooter getal terugkomen. Dat is waar, zei de oude markies op bitteren toon, Louis heeft gelijk. De gendarmerie is mach tig. Zijn zij niet brutaal genoeg, mij, als ik op de jacht ben, 'mij naar mijn pas te vragen. Mij een Clameran. Waar zijn zij vroeg Louis. Bij het hek, antwoordde la Verdure, een der stalknechten; hoort mijnheer dat vreeselijk leven niet, dat zij met hun sabels maken Dan moet Gaston door de deur van den moestuin vluchten. Die is bewaakt, mijnheer, riep la Verdure wanhopig uit, en de kleine tuindeur ook. Het is een heel regiment. Het was maar al te waar. liet gerucht van Lazets dood had zich nauwelijks verbreid of Tarascon was iu rep en roer. Niet alleen de gendarmerie was te paard gestegen om den moordenaar gevangen te nemen, maar bui tendien was er nog een afdeeling huzaren op weg gegaan. Een twintigtal jongelui uit de stad volgden ook nog de gewapende macht. Dus, zei de markies, in het uur desgeyaars al zijn gedachten verzamelende, dus zijn wij in gesloten. Geen middel om te ontkomen, zuchtte Jean. Dat zullen wij eens zien, riep de markies, wie niet sterk ismoetslim wezen. Luistert allen, gij Louis, gaat met la Verdnre naar de stallen en ieder gaat op een der beste paarden zitten, houdt zich klaar, maar maakt zoo weinig leren als mogelijk is. Gij Louis, ga naar de tuindeur, gij la Verdnre, naar het hek. Gij anderen gaat allen aan een andere deur staan, klaar om die te openen. Als ik een pistool afschiet, moeten alle deuren tegelijk geopend worden, Louis en la breiding van bezit tegen zware offers Door Reuters agent te Londeu is vernomen, datsedert de openbaarmaking door de Transvaalsche regeering van de bekende cijfer-telegrammen, door minister Chamberlain nog geenerlei mededeeling van sir Cecil Rhodes is ontvangen en door Chamberlain ook niets aan Rhodes is gezonden. De mededeeling omtrent Rhodes' onder worpene houding schijnt derhalve voorbarig. Maar 't wordt inmiddels wel tijd, dat iets aan de zaak gedaan wordt. In den Britschen kabinetsraad moet men zich met de zaak hebben beziggehouden. 't Wordt bevestigddat Rhodes en Beit hun ontslag aanboden aan het bestuur der Chartered Company, die het alsnog in over weging houdt. Dat lord Reay (baron Mackay van Ophe- merl), in plaats van sir Hercules Robinson gouverneur der Kaap-kolonie zou worden wordt beslistelijk tegengesproken. Er moet sprake wezen van de terugroeping van den heer Jacobus de Wat, als Britsch agent te Pretoria. Die man met zijn eerlijkeu Hollandschen naam is den Britten al lang een ergernis. Voorts zou Dr. Leyds, in plaats van Montagu White tot Transvaalsch consul generaal in Engeland worden benoemd. De opening van den Transvaalschen volks raad schetst de Pretoriaansche berichtgever van The Times als „indrukwekkend kalm." President Kruger moet nog eene tweede serie bescheiden betreffende den „inval> en de daaraan voorafgegane samenspanning hebben gereed liggen, die te hunner en te zijner tijd zullen worden openbaar gemaakt. Voor de uitgifte zijner eerste serie, weet men, koos hij al een zeer geschikt oogenblik en zij had de uitwerking van een hamerslag, die eene ru moerige vergaderiug tot zwijgen brengt, toen daar plotseling, onder den indruk dier pu blicatie in Engeland het gemompel van ontevredenheid over het strenge vonnis tegen de „hervormers" verstomde. Punch beeldt Paul Kruger nu eens eerlijk en onpartijdig af, nameljk als een handig schermer, die zoo even zijner tegenpartij (Chamberlain) den degen uit de hand sloeg. Met Buluwayo is het nu al zoo veranderd, dat de voornaamste vrees op het oogenblik is, dat de Matabelen zich te zeer zullen ver spreiden eer deoorspronkelijk voor het ontzet bestemde troepen kunnen komen, om hen te vinden en te straffen. Graaf Grey seinde dan ook naar Kaapstad, dat hij Buluwayo thans even veilig acht als Londen. Verdure rijden dan vlug weg en doen alle mo gelijke moeite, om de gendarmerie op hun spoor te krijgen. Nu, ik zal hen laten hollen, bevestigde la Verdure. Wacht. In dien tijd zal Gasten met behnlp van Jean over den muur klimmen, langs het water loopen tot aan het huisje van Pilorel, den visscher, dat is een oude matroos van de republiek, een dappere, die ons genegen is, hij zal Gaston in zijn boot nemen en eens op de Rhone, hebben zij niemand meer te vreezen dan God. Hebt ge mij allen begrepen Gaat dan. Toen hij met zijn zoon alleen was, liet hij de sieraden, die Gaston op de tafel gelegd had, in een zijden beurs glijden, en zijn armen openend, zei hij, zich met moeite goedhoudend Kom hier mijn zoon, opdat ik n zegene. Gaston aarzelde. Kom hier, herhaalde de markies, ik wil u voor het laatst omhelzen. Red u, Gaston, red uwen naam, en dange weet, dat ik u lief heb. Neem deze sieraden. Gedurende een minuut hielden vader en zoon elkaar omarmd, beiden evenzeer bewogen, maar zij hoorden duidelijk het rumoer, dat bij het hek steeds luider werd. Ga nu, zei den heer de Clameran en een paar kleine pistolen van den muur nemende, gaf hij die aan Gaston, inet de woordendeze tot uwe verdediging. Ongelukkigerwijze ging Gaston, nadat hij zijn vader verlaten had, niet dadelijk naar beneden. Meer dan ooit verlangde hij Valentine weer te zien en hij overlegde, hoe hij afscheid van haar zou kunnen nemen. Hij dacht dat Pilurels bootje wel even voor deo tuin de la Verberie kon aanleggen. Hij nam dus nog een minuut van zijn kostbaren tijd af, om naar zijn kamer te gaan, en aan zijn raam het lichtte laten schijnen, dat zijn komst aan Valentine moest melden. Hij deed meer, hij wachtte op het antwoord. Maar kom toch, mijnheer Gaston, riep Jean, die er niets van begreep, kom toch in 's hemels naam, of gij zijt verloren I Eindelijk liep hij hard naar beneden. Ilij was pas in de gang, toen het pistoolschot het teeken, dat de oude markies gaf, weerklonk. Bijna tegelijkertijd hoorde men het ijzerenhek opengaan en het gekletter van de sabels der gendarmes en huzaren, den galop van eenige paarden, en van alle kanten in het park en op Bij de behandeling in de kamer van het ontwerp betreffende den Kongo spoorweg hield Léon de Fuisseaux een luimige speech. De Kongo wordt hoe langer hoe minder populair. Een eerste leugen was de perso- neele unie, en in 1887 toonde de premieleening dat het een leugen was; in 1889 volgden de 10 millioen voor den spoorweg, in 1890 de 25 millioen in 1894 de teruggifte aan de Browne de Tiègehet tekorten nu een waarborgen van 15 millioen. Op den duur zal de Kongo aan Belgie 200 millioen kosten en eens misschien een milliard (gelach). Dat kleine Kongo spoorweggetje75 centimeter breed, ging hij voort (en hij haalde een elle- maat uil zijn zak en vertoonde de kamer hoe smal dat was), dit kleine spoorweggetje, dat op de tafel van de stenografen kan worden aangelegdzou maar 25 millioen kosten, en nu er nog geen vierde af is, worden er nieuwe millioenen voor gevraagd, nadat het 40 millioen heeft verzwolgen, fr. 200,000 per kilometer. Het rapport van de ingenieurs geeft den indruk, dat deze vóór het onderzoek een gunstig rapport wilden uitbrengen, maar dat zij gezwicht zijn voor de feiten. Al is de slotsom van het verslag gunstig, er staan zoo veel vreeselijke dingen tegen den spoorweg in, de groote binnenplaats vreeselijk vloeken en schreeuwen. De oude markies stond tegen een venster ge leund, het zweet op zijn voorhoofd, zoo angstig dat hij bijna geen adem kon halen en wachtte den afloop van dit tooneel af, waarbij het leven van zijn oudsten zoon op het spel stond. Zijn maatregelen waren uiterst doeltreffend. Zooals hij gedacht had, gelukte het Louis en la Verdnre door te dringen en hard weg te rijden, de een rechts, de andere links, ieder door een dozijn soldaten achtervolgd. Daar zij beiden uit stekende ruiters waren, zouden hun vervolgers groote moeite hebben, hen in te halen. Gaston zou dus gered zijn, als het toevalwas het slechts toeval zich er niet mee gemoeid had. Op honderd meters afstand van het kasteel begon Louis' paard te steigeren en viel, zijn ruiter neer werpend. Dadelijk was hij door de gendarmes en vrijwilligers omringd, die hem als aen tweeden zoon van mijnheer de Clameran herkenden. Dat is de moordenaar niet, riep een der jongelui uit de stad, gauw terug, men wil ons misleiden. Zij kwamen werkelijk terug en juist bijtijds, om bij het zwakke ÜGhtder maan, waar op dit oogenblik geen wolken voor waren, Gaston over den muur te zien klimmen. Dat is onze man, riep de brigadier der gen darmerie, past nu op, allen vooruit in galop! En zij gaven hun paarden de sporen en sloegen den weg in, dien zij Gaston hadaen zien nemen. Op een met hout beplanten en ongelijken grond kan een vlugge voetganger, als hij zijn koel bloedigheid tenminste bewaart, gemakkelijk aan verschillende ruiters ontkomen, en het terrein naast het park was dan al zeer voordeelig voor Gaston. Hij bevond zich in uitgestrekte meekrapvelden; iedereen weet, dat de cultuur van die kostbare wortels, die drie jaar moeten groeien, groeven van 60 a 70 centimeter diepte noodig hebben. De paarden konden dus niet hard loopen en zich nauwelijks staande houden. Die omstandig heid hield de gendarmes, die aan hun paarden gehecht zijn, terug. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1