Nummer 40.
Zondag 17 Mei 1896.
X9e Jaargang
Foegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
BCHTINLAND.
JBelgie.
Spanje.
Frankrijk.
Engeland.
UITGEVER
W aal wij k
Oe Echo van het Zuiden,
Waalwyksclie en Langslraafsclie Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,—.
r ran co per post door het geheele rijk f1,35.
aan'den U^ëv^" ?eldl!" eCZ" f''anC0 '6 Zenden
LIJST VAN BRIEVENgeadresseerd aan on
bekenden.
Verzonden gedurende de 2e helft van April.
Van Waalwijk
1. Wed. J. Verbruggen, 's Gravenhage.
Van Meeuwen
2. P. v. As, Goorle
NEDERIGHEID.
Nederigheid is een deugd, die niet schit
tert met betooverenden glans, en die niet
allen terstond aantrekt en boeit, maar die
toch zoo schoon en heerlijk is.
Wanneer zij aller deel ware, dan zou er
bijv onder de geleerden en kunstenaars,
welk vak zij zich ook tot hun levenstaak
gekozen haddenheel wat meer vrede en
liefde en echte beschaving en adel van ge
moed bespeurd worden, heel wat meer vruar-
deering van anderer talenten, heel wat
minder vertrappen en geestelijk vermoorden
van elkander.
Maar... de opgaande zon dreigt het eigen
licht te verduisteren, de hooggeroemde naam
dreigt weldra vergeten te worden, en.... dat
mag niet, dat kan niet!/y schreeuwt de ijdel-
heid en de hoogmoed en de eerzuchten
ach!... de waarheid en de liefde worden er
het slachtoffer van.
Was die nederigheid en die waardeering
van anderer gaven in aller hart, 't zou
er in onze maatschappij en in eiken werk
kring heel wat beter en vrediger uitzien.
Welk een afgunst en nijd, die velen ver
teert
Welk een verkleining van anderer ver
diensten j ruw en grof uitgesproken; of ook
wel fijn bedekt door vele lofuitingen, gevolgd
door een maaren nog een maar en
wederom eenmaarzoodat ten slotte
de lof is verloopen in volkomen blaam.
Waar vloeit dat alles toch uit voort?
Och wij denken veel te veel aan ons-
32
Alle hoop is nog niet verloren. Ik geloof
dat mijn Jiefde en wanhoop mijn vader, die een
goed hart heeft, bewogen hebben. Misschien zullen
de brieven, die ik hem zal schrijven, zoodra ik
buiten gevaar ben en het aandringen van mijn
broeder Louis hem er toe doen besluiten, uwe
hand voor mij aan uwe mama te vragen.
Die veronderstelling scheen Valentine lievig te
doen schrikken. God geve, riep zij uit, dat de
markies dat nooit probeert.
Waarom
- Omdat mijn moeder dat verzoek zou afslaan,
omdit, ik moet het nu wel bekennen, zij ge
zworen heeft, dat ik de vrouw van een rijk man
zal worden, die een groot fortuin bezit en daar
uw vader niet rijk is
D, sprak Gaston woedend, o en voor zoo een
moeder offert gij u op?
Zij is mijn moeder, dat zegt genoeg. Ik heb
het recht niet, haar te veroordeelen. Mijn plicht
gebiedt mij te blijven, ik blijf.
Valentine sprak op zoo een beslisten toon, dat
Gaston begreep, dat er niets aan te doen was.
Ach, riep hij handenwringend uit, ge hebt
me nooit bemind.
Ongelukkige, wat ge daar zegt, meent ge
met.
Neen, vervolgde hij, ge bemint mij niet,
gij die op dit oogenblik, dat wij gescheiden zullen
worden, den moed hebt kalm te beraadslagen en
berekenen! Dan heb ik u anders lief! Wat kan
mij de geheele wereld buiten u schelen U ver
liezen is sterven. Laat de Rhone dan dat leven
terugnemen dat zij mij wonderbaarlijk schonk,
maar dat mij nu tot last is.
Noemt gij dat liefhebbon
Gaston was geheel ontmoedigd en verslagen
en zeideWaartoe nog leven, wat blijft er voor
ons nog over
God blijft ons, Gaston en in zijn handen
berust onze toekomst.
De dunste plank lijkt den schipbreukeling een
zelveii, aan ons eigen ik wij denken veel
te veel, dat de inenschen om ons zijn ge
schapen, en veel te weinig, dat wij moeten
zijn voor de menschen; wij zijn veel te veel
ingenomen met onszelven en meenen, dat
wij onmisbaar zijn; het ware, edele, verhevene
eeuwige wordt door ons veel te licht geteld,
het vergankelijke, stoffelijke, zinnelijke veel
te hoog. Wij zijn bitter weinig tevreden
met hetgeen ons werd geschonken, en willen
niet leeren dragen het gemis van hetgeen
ons onthouden werd.
Ln dat is een ziekte, die ons geestelijk
leven ondermijnt en dreigt te vernietigen
die onzen horizont, o! zoo bekrompen maakt,
en ons ideaal, o! zoo laag, en onze ziel, o!
zoo kleinen die ons berooft van o! zoo
ontzaglijk veel en rein geuot.
Want een onbeschrijfelijk genot, een on
uitsprekelijke zaligheid is 't voor een mensch,
nog te kunnen bewonderen, met geestdrift
te kunnen opzien, te vereeren, lief te hebben
wat boog boven hem staat; nog te kunnen
bewonderen en lief te hebben als een kind
zoo eenvoudigzoo met het geheele hart
zoo onverdeeldzoo zonder een oogenblik
aan zichzelven te denken. Ja't is een
zaïigheid het oog zich door een ander te
zien ontsluiten voor zooveel heerlijks als
men zelf niet mocht ontdekkenhet oor
zich te voelen openen voor zooveel heerlijks
als men zelf niet mocht hooren'tis een
genot, 'tis een zaligheid partij te kunnen
trokken van de gaven, die aan anderen wer
den geschonken genialer dan wij, zonder
afgunst of nijd of wrok in liet hart.
En daarvoor behoeven we geen oogenblik
onwaar en onoprecht te zijn, we behoeven
er onszelven niet voor weg te werpen, we
behoeven er niet voor te liegen of te hui
chelenwaarlijk niet! Wij zijn dankbaar
voor hetgeen wijzelven zijn en kunnen, maar
we weten ook gelukkig nog dankbaar te zijn
1T7 re^el9 f0'6°; daarboven 8 cent'per regel,
n5Ur PIaats1raJrate- Advertentiën 3maal ter plaatsing
lirih W01.fen ^maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
aÏoif StptIvt,8 ,aaneen£ra(:n door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent, per regel.
voor de gaven, die anderen ten deel vielen,
en die ons leven d'kwijls zoo warm en
helder en zonnig maken.
Wij geven liet onze en zij geven het hunne
en door het onze en het hunne wordt ieder
gebaat en wint de wereld in vrede en licht,
in schoonheid en kracht. (N. R)
Ie Brussel is een gewezen dienstbode,
Marie R., gevangen genomen, onder verden
king van Prinses Karadja te Londen, bij wie
zij 7 jaren heef; gediend, voor f 50000 juwee-
len en andere kostbaarheden ontstolen te
hebben. Men vond in hare woning verschei
dene zaken, die het eigendom van de prinses
zijn; maar de juvveelen werden nog niet ge
vonden.
hevig lijden bezweeknog de kracht, zijn
moordenaar te arresteeren.
Eenige dagen later veroordeelde hetzelfde
gerechtshof een zekeren Brusselle ter dood,
die een landbouwer uit den omtrek van Saint-
Mihel, tegen wien hij een wrok had opgevat,
met een revolverschot het leven ontnam.
Deze beide veroordeelingen hebben te Saint-
Mihel eeu hevige emotie veroorzaakt.
redmiddel, dat woord toekomst liet een licht
straal van hoop in Gaston's duister gemoed door
dringen.
Gij beveelt het, riep hij op eens met moed,
ik gehoorzaam. Ik heb reeds te veel zwakheid
getoond. Ja, ik zal leven, om te strijden en te
overwinnen. Uwe moeder verlangt goud, welnu
in drie jaar zal ik rijk of dood zijn.
Valentine had de handen gevouwen en dankte
den hemel voor die plotselinge verandering, die
zij niet had durven verwachten.
Maar voordat ik vlucht, vervolgde Gaston
wil ik u een heiligen schat toevertrouwen
Hij nam een zijden beurs uit den zak, waarin
de sieraden van zijn moeder waren en legde deze
in Valentines handen
Het zijn de sieraden mijner moeder, zei
hij. Gij alleen zijt waardig die te dragen. In ge
dachten waren ze toch reeds voor u bestemd.
toen zij aarzelde en weigerde vervolgde hij:
Neem die, als een waarborg voor mijn
terugkeer. Als ik die binnen drie jaar niet opge-
eischt heb, bewaar die dan als een herinnering
aan hem, die u zoo lief heeft gehad.
Zij baadde in tranen en nam de sieraden aan.
Nu heb ik nog een laatste bede tot u te
richten Iedereen waant mij dood en dat is mijn
geluk. Maar ik wil mij ouden vader dat verdriet
niet aandoen. Zweer me, dat gij hem morgen
vroeg zult gaan zeggen, dat ik gered ben.
zweer u, dat ik het zal doen, antwoord
de zij.
Gastons plan was klaar, hij voelde, dat hij van
dit moedige oogenblik gebruik moest maken en
boog zich over zijn geliefde, om lmar voor liet
laatst te omhelzen. Krachtig en treurig duwde
zij hem terug en vroeg
Waar denkt ge heen te gaau
Ik wil naar Marseille, waar een vriend mij
wel zal verbergen en mij een overtocht bezorgen.
Ge kunt zoo niet op reis gaan, ge hebt een
metgezel en gids noodig en ik zal er u een mee
geven, dien ge blindelings kunt vertrouwen, den
ouden Menoul onzen buurman, die langen tijd
op de Rhone gevaren heeft.
Ai gingen door liet kleine deurtje, waarvan
Gaston den sleutel had, denjtuin uit en kwamen
weldra bij der. ouden schipper.
Deze zat te sluimeren in zijn houten leuning
stoel voor den haard. Toen hij Valentine met
Het hoofd van 't Franschgemeenebest heeft
weder reisplannen, ditmaal naar het Noorden,
waar hij zeker kan wezen van ongepaste de
monstraties, als laatstelijk in het Zuiden plaats
vonden, verschoond te zullen blijven.
Volgens de laatste berichten zijn bij het
spoorwegongeluk te Adeliain Algerie6
officieren gedood en 62 militairen en spoor
wegbeambten gewond, van welke een aantal
zeer ernstig.
De stationschef van Adelia is in hechtenis
genomen.
Twee doodvonnissen.
Het hof van assises in het Fransche de
partement Meuse heeft dezer dagen het dood
vonnis uitgesproken tegen een zekeren Legar-
deur, incasseerder aan de bankinstelling Varin-
Bernier te Verdun, die wegens dronkenschap
weggezonden, terugkeerde om den directeur
der bank den heer Michel te vermoorden.
Door vijf revolverschoten getroffen, had de
heer Micheldie acht dagen later na een
Gaston zag binnenkomen, stond hij op en wreef
zich de oogen, alsof hij meende te droomen.
Menoul, zei Valentine, mijnheer de Clameran
is genoodzaakt zich te verbergen, hij wilde gaarne
naar zee en zich in het geheim inschepen. Kunt
ge hem in uw boot naar den mond der Rhone
brengen.
De oude man schudde het hoofd.
Bij dien waterstand is dat nauwelijks mo
gelijk J
- Menoul, ge doet er mij een grooten dienst
■mede.
f Aan u juffrouw, dan is het goed. Wij zullen
ïgaan en hij veroorloofde zich Gaston te doen
.opmerken, dat zijn kleeren met modder bespat
waren en hij blootshoofds was.
Ik zal u de kleeren van mijn overleden
zoon leenen, dat is tenminste een vermomming
|Ww''iT'ij even in dit kamertje.
I Weldra verschenen de oude Menoul en Gaston
IVveer de laatste bijna onherkenbaar en Valentine
polgde hen tot aan den oever, waar de boot vast
lag en terwijl de schipper deze losmaakte, om
helsden de geliefden elkaar voor het laatst.
Binnen drie jaar, riep Gaston nog, binnen
drie jaar.
Goeden dag,juffrouw, zei de oude schipper,
en gij, mijnheer, pas goed op.
En met een kraclïtigen stoot was de boot mid
den in den stroom.
Drie dagen later was Gaston, dank zij de zorg
van den ouden Menoul, in het ruim van den
Amerikaanschen driemaster Tom-Sones onder
kapitein Warth verborgen, de boot vertrok den
volgenden dag naar Valparaiso.
XIV.
Valentine stond onbewegelijk aan den oever
zoo wit als eer. standbeeld en zag het lichte
vaartuig verdwijnen, dat het liefste, 'wat zij op
aarde bezat, meevoerde. Het gleed over den stroom
vlug als een vogel, die met den storm mee op
vliegt en na eenige seconden zag zij niets meer,
dan een klein zwart puntje, dat door den damp,
die boven de rivier liing, nauwelijks te onder
scheiden was.
Gaston was vertrokken en gered, Valentine kon
zich nu onbevreesd aan haar droefheid overgeven.
Het was nu onnoodig, de tranen, die haar bijna
deden stikken, langer in te houden.
Terwijl voor een paar dagen maarschalk
Blanca y Arenas, markies van Pena - Plata
thans gouverneur der Philippijnsche eilanden,
genoemd werd als de opvolger van generaal
Weyler voor het geval deze werkelijk het
opperbevel op Cuba er aan mocht willen
geven, wordt deze laatste nu, na een drukke
wisseling van telegrammen met de regeering,
bereid geheeten op zijn post te blijven, wat
we' de eerste plaats de regeering zal
verblijden. Het besluit van Spanje's gou
vernement, om, overeenkomstig de wenschen
van de Vereenigde Staten, het proces tegen
de vrijbuiters der „Competidor" te Madrid
te doen plaats vinden, heeft te Washington
een zeer goeden indruk gemaakt, terwijl de
openbare meening te Madrid niet ongunstig
oordeelt over Canovas' beschikking in deze
een meevallertje dus
Het indertijd gevormde vliegende eskader
wordt ontbonden. „Hermione« en „Charybdis"
tweede-klasse kruisers, worden bij het kanaal
eskader gevoegd. De torpedojagers worden
buiten dienst gesteld. De bestemming der
gevechtsschepen „Revenge" en „Royal Öak",
alsmede van de eerste-klasse kruisers „Gi
braltar" en „Theseus" is nog niet vastgesteld,
waarschijnlijk gaan ze naar de Middellandsche
Zee.
,7 Schijnt wel, dat hel Engelsche pnbliek
zelf zoo langzamerhand tot de overtuiging
komt, dat het door overdreven berichten over
Op dien edelen moed van zooeven volgde een
doodelijke almatting. Zij had een gevoel, abof
er iets in haar gebroken was, alsof dat scheepje
dat nu verdwenen was, het beste deel var. haar
zelt had meegenomen, haar ziel en haar denk
vermogen.
Gaston had in den grond van zijn hart nog
hoop behouden, doch zij niet; zij begreep, dat
alles verloren was.
Zij n.oest echter naar huis terugkeeren. Lang
zaam ging zij naar het kasteel terug, door dat
kleine deurtje gaande, waar Gaston zoo dikwijls
was binnen gekomen, en toen zij het nu sloit,
leek het haar alsof zij een onoverkomelijken
scheidspaal tusschen zichzelf en het geluk zette.
oor dat zij naar haar kamer ging, liep zij
rondom het kasteel, om naar de ramen van haar
moeders kamer te gaan zien. Als gewoonlijk
waren deze verlicht, want mevrouw de la Ver-
berie bracht de nachten gedeeltelijk met lezen
door en stond dientengevolge altijd zeer laat op.
In het genot van een goed leven, dat op het
platteland niet kostbaar is, bekommerde de
egoïstische gravin zich weinig om haar dochter
in haar eenzaamheid geen enkel gevaar voor
haar vreezend liet zij haar volkomen vrijheid
en Valentine kon bij dag en nacht doen wat zij
verkoos, zonder dat naar moeder er eenigzins
notitie van nam. 6
Maar dien nacht vreesde Valentine gezien te
worden Men zou haar vragen, waardoor zij er
zoo uit zag; hoe had zij haar vochtig kleed en
de moddervlekken moeten verklaren
Gelukkig kon zij zonder belemmering haar
kamer bereiken. Zij had behoefte aan eenzaam-
heid zij wilde nadenken en zich op de haar
wachtende stormen voorbereiden.
Voor haar werktafeltje gezeten, opende zij de
beurs, die Gaston haar had ter hand gesteld en
bekeek de sieraden, die er in waren
Zij had gemakkelijk het kleinste,'eenvoudigste
ringetje aan haar vinger kunnen steken, maar
zou haar moeder niet vragen waar dat vandaan
kwam Nog eens kuste zij de beurs in herinne
ring aan den alwezige er. achter in een harer
laden verborg zij den kostbaren schat. Toen dacht
7.11 fllif. 7.P nnor hof .1 - />i
ouitii. xoen (lacnt
zij, dat ze naar het kasieel de Clameran moest
om den ouden markies gerust te stellen en hem
te zeggen, dat zijn zoon door een wonder gered
•was en nog leefde. Wordt vervolgd