Nummer 48. Zondag 14 Juni 1896. 19 aargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, PREi/IIE voof de abonné's, De Bankiersvrouw. ANTOON TIELEN, FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie, Frankrijk. e UITGEVER: Waalwijk. Zij die zich voor het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers GRATIS. gehalte De Echo van het Zuiden, Waalwijksclie ra Langstraalsilir Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0.60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. - I 11» Uitsluitend voor de abonné's op dit blad bestaat gelegenheid ora zich te abonneeren op het Geïllustreerd Zondagsblad tegen den lagen prijs van 30 cent, franco per post 37Y2ct. per kwartaal. Keurige verhalen met prachtige illustraties komen in het Geïllustreerd Zondagsblad voor, benevens rebussenprijsraadselspuzzles, schaak- en damrubriek enz. Historische Gedenkdagen. Op zekeren afstand Zuidwaarts van Waal wijk, of van welke andere plaats gij maar wilt, bereikt men een punt, van waar een lijn naar Oost en West is getrokken of daaromtrent. Haar bestaan is iets denkbeeldigs, een fictie; niettemin een zoo onweerlegbare werkelijkheid, dat wegens kwesties van gren zen de menschen elkander in vroegere tijden bij duizendtallen hebben vermoord. Als het zoo in de gelegenheid te pas komt, zullen zij het nog doen. Die lijn, van welke slechts hier en daar door stoffelijke middelen een punt is aange geven, loopt soms dwars door iemands gron den, een enkele maal scheidt zij zelfs een woning in tweeën, zoodat men, zonder in een ander huis te gaan, het grondgebied eener naburige natie kan betreden. Indien het de wet veroorloofde, zou de bewoner van zulk een gebouw op de grens Toen zij achttien maanden getrouwd waren, bracht zij een zoon ter wereld en een jaar later een tweeden. Zij beminde deze hartelijk en voedde hen op volgens haren stand. Toch dacht zij nog veel aan Gaston en bezichtigde nu en dan met weemoed de sieraden der markiezin van Cla- meran, die zij altijd zorgvuldig verborgen hield. Tusschenbeide dacht zijHet ongeluk heeft mij vergeten. Arme vronw I Het ongeluk is een bezoeker, die zich soms laat wachten, maar toch eens komt. XV. Louis de Clameran, de tweede zoon van den markies, behoorde tot die naturen, die onder een koud en onverschillig masker een vurig karakter verbergen, hevige hartstochten en woedende be geerten. Lang voor dat de gebeurtenissen aanbraken, die voor het huis de Clameran zoo beslissend waren, sluimerden in zijn zieke hersenen over spannen ideeën en verbitterde gedachten. Oogenschijnlijk slechts op pretjes bedacht, wenschte die huichelaar een uitgebreider veld voor zijn hartstochten en verafschuwde de nood zakelijkheid, die hem aan dat land kluisterde, aan dat oude khsteel, dat hem triestiger dan een gevangenis, kouder dan een graf geleek. Hij verveelde zich. Dat plattelandsleven, de kleir.e steden der buurt, alles was hem te een- toonig. De ouderlijke band, die toch zeer zwak wa9, knelde en hinderde hem even als een harnas, dat te nauw is. Hij dorstte naar onafhankelijk heid, uitspattingen, geld, pleizier, kortom naar het onbekende. Hij hield niet van zijn vader en haatte zijn broeder Gaston. De oude markies was zelf schuld aan die hartstochten zijns zoons. Hij hechtte aan oude overleveringen en had wel honderd keer ver klaard, dat de eerstgeborene uit een adellijk huis alle goederen moet erven en dat Gaston bij zijn dood, zijn geheel vermogen toekwam. gemakkelijk tot twee natiën kunnen behooren. Nationaliteitsverschil is er daar tusschen menschen, die voor het overige in tal van opzichten overeenkomen, wier dialect het zelfde is, wier zeden en gewoonten, wier behoeften en denkwijzen niet zijn te onder schei dén. Toch kan het plaats grijpen, dat onder zekere omstandigheden den jongeren van deze lieden, ofschoon zij met elkander in zeer vriendschappelijke betrekkingen staan, een geweer in de handen wordt gegeven, en dan treden zij als vijanden tegenover elkaar. Dat is van het nationaliteitsbegrip, waar van vaderlandsliefde ais de ideale uiting wordt beschouwd, de schaduwzijde. Het vervreemdt menschen, die, liet men hen hun eigen weg gaan, elkander ten steun zouden wezen, gemeenschappelijk naar hetzelfde doel zouden streven. Het verheft, door eenzijdige voor stellingen, de belangen van enkele groepen tot vraagstukken van politiek beleid, over welke in de parlementen beraadslaagd, door de diplomatie onderhandeld wordt, terwijl het feit van een schrede of wat verder wonen beslist, of men voor- of tegenstander is. Er behoeven niet eens kwesties te rijzen, die den vrede in gevaar brengen; in onze dagen, nu al hetgeen gedaan is om het onderling verkeer der volken aan te moe digen en gemakkelijk te maken, in zijn zegenrijken invloed wordt belemmerd door hetgeen men goedgevonden heeft /yhandels- staatkunde" te noemen, zijn die grenzen tot hooge scheidsmuren opgetrokken, over welke men elkander de hand niet zou kunnen reiken, ware het niet, dat do geest der be schaving doorwerkt ondanks de beschikkin gen der kabinetten, en de mannen van den werkelijken vooruitgang op het gebied van wetenschap en kunst elkander toch wel weten te vinden. Nationale sympathieën van echt Die onrechtvaardigheid bracht het karakter van Louis tot wanhoop. Gaston had hem echter herhaaldelijk verzekerd, dat hij nooit van die voorkeur gebruik zou maken en alles broederlijk met hem deelen zou. Louis was daar nooit door bewogen; een ander naar zichzelf beoordeelende, noemde hij het een belachelijke tentoonstelling van valsche edel moedigheid. Die haat, welke zijn vader noch Gaston ooit bemerkt hadden, had zich door allerlei onbe duidende kleinigheden verraden, zoodat het den badienden reeds lang bekend was. Zij kenden hem zelfs zoo goed, dat zij op den nooalottigen avond, toen zijn val van het paard Gaston aan zijn vervolgers overleverde, aan geen toeval geloofden, maar onder elkaar het woord .//broedermoord" herhaalden. Tusschen Louis en Saint Jean had zelfs een hevig tooneel plaats gevonden; de knecht had door zijn vijftigjarigen trouwen dienst een vrij postigheid verkregen, waarvan hij weieens mis bruik maakte, door ruw en scherp te zijn. Het is ongelukkig, had hij gezegd, dat een zoo knap ruiter als gij, juist op het oogenblik moest vallen, toen de redding van uw broer er van afhing, en La Verdure is niet gevallen. Louis had de zinspeling zoo goed begrepen, dat hij verbleekte en woedend had uitgeroepen Ellendeling, wat wilt ge daarmee zoggen Dat weet gij wel mijnheer, had Saint Jean geantwoord. Neen, spreek verklaar n. De bediende had slechts met een blik geant woord, maar deze was zoo vol beteekenis, dat Louis zich op hem wierp, en er zeker een moord zou gebeurd zijn, als de overige bedienden niet tusschenbeide waren gekomen. Dat tooneel had plaats, terwijl Gaston door de velden vluchtte, om zijn vervolgers te ontkomen. Weldra verschenen dan ook de gendarmes en verhaalden dat Gaston zich in de Rhone geworpen had en zonder twijfel verdronken was. Met groote droefheid werd deze mededeeling door allen ontvangen, Louis alleen bleef kalm, geen spier in zijn gelaat vertrok. Zijn oogen straalden zelf triomfantelijk en een geheime stem fluisterde hem toe Nu zijt ge zeker van het vaderlijk erfdeel en den markiestitel. hebben andere uitgangspunten dan werkelijk of vermeend materieel belang en roepen andere stroomingen te voorschijn dan die van de nationale zelfzucht. Tot het vaderland, als den grooten en in dit geval scherp be grensden kring, voelen allen zich aangetrok ken, die als de kinderen van één oud eren paar, te zamen zijn opgevoed. Opgevoed door de groote gebeurtenissen, waarbij hun gemeen schappelijke voorouders betrokken zijn ge weest, waarin deze een werkzaam aandeel hebben gehad, door gezamenlijk lief en leed, waarvan de herinnering voortleeft in hoofd en hart. Die opvoeding, gedurende eeuwen voortgezet, heeft de instellingen doen vor men, onder welke de landskinderen, dicht bij het middenpunt of aan de uiterste gren zen, zich bewegen, die hun eigen schepping zijn, welke zij hebben te volmaken met vlijtige hand onder leiding van een helder hoofd, om ze in steeds beteren staat aan hun kinderen na te laten. Het zijn de ideale goederen, die den rijkdom van een volk uitmaken, en van zoé edel gehalte zijn, dat zij de ijverzucht niet kunnen wekken van andere natiën; goederen, welker vermeerde ring den drang doet toenemen, om in alle oprechtheid de broederhand te reiken aan de natiën, die mede de waarde van dit haar kapitaal zoeken te ver grooten. De waardeering van dit bezit, de begeerte om er niets van te doen verloren gaan, worden sterker, naarmate we ons juister rekenschap geven van den strijd, dien de verovering er van heeft gekost. Daarom is het van zoo groot belang dat ons volk zijn geschiedenis kent, dat, nu velen zich wijden aan de schoone laak, tot de eenvou dige burgers en burgeressen het woord te richten, de kennis van het verleden een ruime plaats erlangt bij de keuze van de te behan delen voorwerpen. In dien zin hebben ook de historische gedenkdagen onschatbare Nu was hij niet meer de arme, jongste zooa, die ter wille van den oudsten van alles beroofd zou zijn, hij was nu de eenige erfgenaam van Clameran. De brigadier der gendarmes had ge zegd Ik zal het niet zijn, die dien armen grijsaard den dood van zijn zoon melden zal. Louis had noch de kieschheid, noch het gevoel van dien ouden soldaat. Zonder een oogenblik te aarzelen, ging hij bij zijn vader en zei met vaste stemMijn broeder heeft tusschen het leven en de eer gekozen Hij is dood. Bij die woorden was de markies als door den bliksem getrolïen, ter aarde gestort. De dokter, dien men had laten halen, verklaarde, dat zijn kunst hier niet bij machte was te helpen. Tegen den morgen ving Louis met droge oogen den laatsten ademtocht zijns vaders op. Nu was hij heer en meester. De onrechtvaardige maatregelen, die den mar kies had genomen, om zijn oudsten zoon alles na te laten, keerden zich nu na zijn dood tegen hem. Hij had het door regeling van het vruchtge bruik zoo weten te plooien, dat Gaston den dag na zijn dood de erfenis kon ontvangen, nu ont ving Louis die, zonder zelfs een bewijs van zijn broeders dood noodig te hebben. Hij was markies de Clameran, vrij en rijk bovendien, tenminste betrekkelijk rijk. Hij, die nog nooit vijfentwintig francs in zijn bezit had genad, kon nu beschikken over ongeveer 200.000 francs. Die onverwachte rijkdom bracht hem het hoofd zoodanig op hol, dat hij zijn berekeude huichelarij vergat. Men zag hem bij de begrafenis van den markies met gebogen hoofd en den zakdoek voor den mond, de door twaalf boeren gedragen dood kist volgen, maar zijn blikken logenstraften zijn houding. M?n bemerkte den glimlach, dien hij onder die voorgewende smart verborg. Het graf was nauwelijks gesloten of Louis verkocht op het kasteel al het mogelijke: paarden rijtuigen en wapens. Den volgenden dag zond hij alle bedienden weg, de armen die gedroomd hadden hun dagen onder het gastvrije dak van Clameran te eindigen. Eenige smeekten hem met tranen in de oogen, hen in zijn dienst te houden al was het zouder loon. Maar hij ontsloeg allen. Hij berekende alles. De notaris van zijn vader waarde, omdat ze meer opzettelijk de blikken terugvoeren naar den tijd toen het worste lend Holland, met Zeeland Dauw verbonden, door Gods hulp en eigen krachtsinspanning zegevierend de overmacht weerstond. De dag der troonsbestijging van Koningin Wilhelmina is aanstaande. Ook deze dag moet een dag worden, belangrijk in de ge schiedenis van het vrije Nederland, een dag, waarin andere volken het zullen getuigen, dat hun waardeering voor ons niet misplaatst was, een dag die den eerbied voor ons natio- naliteits gevoel bij andere volkeren opwekt en stijgen doet. Men beginne er intijds mede! Bij een overstrooming in een mijn te Luik is een mijnwerker verdronken. Drie anderen hebben nog bijtijds kunnen ontsnappen. In verband met dit ongeval stond een plotselinge verzakking in de rue de l'Ouest, waardoor de grondvesten van verscheidene huizen zijn ingestort. De Tsaar van Rusland heeft generaal de Boisdeftre een eigenhandig geschreven brief voor president Faure meegegeven. Bovendien heeft hij den graaf de Montholon opgedragen Faure te bedanken voor den gobelin, dien deze hem ten geschenke had gegeven. In de daarop geborduurde voorstelling had de kei zerin een aangename toespelling meenen te zien op de geboorte van haar dochter en dit had haar getroffen. De keizer van Duitschland heeft zijn ambassadeur te Parijs, graaf Munster, opge dragen hem bij de begrafenis van Jules Simon te vertegeuwoordigen. Wanneer deze zal plaats hebben, staat nog niet vast. dien hij ontboden had, verscheeu. Hij teekende een volmacht tot den verkoop van alle gronden en ontving als eerste voorschot 20.000 francs. Vervolgens sloot hij op een avond in het eind der week alle deuren van het kasteel, waar hij dacht nooit te komen en overhandigde de sleutels aan Saint Jean die een kiein huisje dicht bij Clameran bezat en daar bleef wonen. Arme Saint Jean, hij vermoedde niet dat toen hij Valentine verhinderde naar Louis te gaan, hij zijn beminden Gaston ten tweede male ver loor. Toen hij de sleutels in ontvangst nam waagde hij de vraag Zullen wij het lijk van uw broeder niet laten opzoeken? En als men het vindt, wat moet er dan mede gebeuren Ik zal bij mij notaris alle bevelen achter laten, antwoordde Louis en hij verwijderde zich alsof de grond van Clameran hem onder de voeten brandde, llij begaf zich naar Tarascon, waarheen hij zijn bagage reeds verzonden had en ging daar in den postwagen die van Marseille naar Parijs reed. De spoorweg was daar toen nog niet aangelegd. Eindelijk vertrok hij, de zware wagen zette zich in beweging en reed, door zes paarden ge trokken, weldra flink van door, bij iedere bocht van den weg een teeken tusschen het verleden en de toekomst overschrijdende. In een hoekje van het rijtuig gedoken genoot Louis de Clameran reeds vooruit van 't pleizier dat hem wachtte. Als einddoel van zijn reis zag hij het groote, schitterende Parijs voor zich. Ja, hij ging naar Parijs. Is dat niet het land vnri belofte, ae wonderstad waar ieder Aladin een lamp vindt? Daar worden immers alle plannen vervuld, alle droomen verwezenlijkt, aaar slagen alle pogingen, daar worden alle hartstochten, alle begeerten bevredigd Daar gaan de dagen om als uren en worden de nachten in genot doorgebracht. In twintig schouwburgen weent het drama of lacht het blijspel, terwijl in de opera de mooiste vrouwen der wereld, schitterend van diamanten zich in de muziek verlustigen. Overal vroolijk- heid en genoegen. Wat een droom. Het hart van Louis zwol van verlangen en hij vond dat de paarden te langzaam liepen. Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1