li miner 54.
Zondag 5 Juli 1896.
19e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen,
De Bankiersvrouw.
ANTOON TÏELEN
BUITENLAND.
Belgie.
FEUILLETON.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitschland.
UITGEVERr
Waalwijk.
De Echo van het Zuiden,
Waalwijksehe en Lanptraateche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsp rijs per 3 maanden 1' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentièn 1 7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegevenworden 2raaal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Eene eigenaardige confrontatie werd, naar
:n Belgisch blad verhaalt, deze dagen te
jtLaureijns gehouden.
I Een tweetal gevangenen uit Gent werden
per rijtuig, geëscorteerd door vier gendarmes,
an „De Vuilpau" gebracht, waar ook het
lelgische parket aankwam.
De herberg „De Vuilpan" bewoond door
de Keyser, heeft eene kamer ten deele
elegen op de grenzen van Nederland en
foor een ander deel op die van Belgie.
De grensscheiding werd uitgemeten en door
:en rij tafels aangeduid. Toen dit gereed
'as, verscheen ook het parket uit Middelburg,
sveneens met rijksveldwachters en twee ge-
rangenen.
Toen de heeren gezeten waren, ieder op
;ijn grondgebied, werden ook de gevangenen
>innen geleid en eveneens op hun grondge
bed tegenover elkaar gesteld. Om dit te
:unnen doen, moesten de Nederlandsche
justitiebeambten en de gevangenen door een
'enster kruipen.
De confrontatie duurde verscheidene uren,
]en het schijnt, dat heel wat licht ontstoken
is over ernstige diefstallen in de omstreken
'an de Koewacht.
De gevangenen waren mannen van 25 tot
10 jaar, en bij het verhoor moet gebleken
jijn, dat nog vier van hun gezellen zich in
frankrijk ophouden.
Een hevige brand is Dinsdag in den
Vroegen morgen te St. Josse ten Noode
(Brussel) uitgebroken, beneden in een huis
waar een schoenwinkel gevestigd was. Een
paar voorbijgangers hoorden daar geknetter
en zagen het schijnsel der vlammen. Zij
schelden zoo hard zij konden, braken de deur
open eu terstond sloegen de vlammen naar
buiten en kronkelden omhoog naar de eerste
dieping.
De schoenmaker en zijn vrouw ontkwamen
43
Waarschijnlijk om haar aandoening een weinig
te verbergen, wierp Madeleine zich om den hals
van haar tante, en zei
Dank u, o wat zijt gij goed, gij houdt wel
veel van mij.
Mevrouw Fauvel dacht intusschen Ik zal
André zeggen, dat hij Prosper wat aanmoedigt,
dan kunnen die twee binnen drie maanden ge
trouwd zijn.
Ongelukkiger wijze stelde zij dat plan onder
Aen indruk van haar hartstocht, dien zij niet
beteugelen kon, gedurig uit.
Daar zij een gedeelte van haar dagen bij Raoul
in het hotel du Louvre doorbracht, droomde zij
nog slechts hoe zij hem een positie en een groot
vermogen bezorgen kon.
Zij had hem over nog niets durven spreken.
Naarmate Valentine Raoul beter leerde ken
nen, meende zij in hem hetzelfde trotsche en
edele karakter te ontdekken wat Gaston gehad
had.
Hij had verklaard, geen geld van haar te wil
len aannemen, tot dat de nood er hem toe zou
dwingen en zij twijfelde, of hij wel ooit iets van
haar zou willen aannemen.
Louis de Clameran kwam haar echter daarbij
te hulp.
Na dien eersten dag had zij hem dikwijls
ontvangen en haar afkeer had voor een geheime
sympathie plaats gemaakt, voortspruitende uit
de goedheid die hij voor zijn neef betoonde.
Al was Raoul, als een onbezonnen jongen van
1- twintig jaar, niet bang voor de toekomst, die
man van ondervinding scheen zeer bezorgd over
ia diens lol te zijn.
re1, Eens toen zij bij elkaar waren, zei hij midden
<ja> fl een gesprek
,0 Hoor eens neefje, zoo een leventje, als gij
V( u leidt, is in het begin natuurlijk heerlijk, maar
oudt ge het niet raadzaam vinden te probeeren
een positie in de wereld te krijgen. Ge hebt geen
vermogen
over hun balkon en dat van hel huis daar
naast. "EeL echtpaar van de tweede verdieping
klom, na angstig wachten op reddingladders,
die niet kwamen, toen de vlammen hun al
dicht genaderd waren, met groot levensgevaar
uit een venster, over de kroonlijst naar het
aangrenzende huis, waar zij behouden bin
nenkwamen.
Maar een naaistertje, dat ook op de tweede
verdieping woonde, werd het slachtoffer van
den braqd. Zij sprong, toeu zij geen uitweg
zag, uit een venster en werd stervende op
straat opgenomen.
In de provincie Luik heeft zich alweer
een verzakking voorgedaan, ditmaal te An-
gleur. Bij ettelijke huizen in de rue de Renory
zijn plotseling onrustbarend groote spleten in
de muren gekomen. De bewoners .zijn lang
niet gerust. Een onderzoek is ingesteld door
mijningenieurs; de verzakking wordt aan de
steenkolenmijnen toegeschreven.
Bij een wielerwedren tusschen de Engelsche
jockey's Morris en Davies te Parijs had eerst
genoemde reeds dicht bij den eindpaal
gekomen, het ongeluk te vallen en een dij
been te breken op twee plaatsen. Zijn me
dedinger Davies die vlak achter hem was,
viel over hem heen en bekwam een wond
aan het hoofd, waaraan hij na eenige uren
stierf.
Maar Morris stond, ondanks zijn pijnen op,
en reed met één been, terwijl het andere
slap neerhing, verder naar den eindpaal, waar
hij als overwinnaar aankwam.
De Parijsche politie heeft een en twintig
dieven gevat, die tot een talrijke en goed
georganiseerde bende behooren, welker hoofd
tegenwoordig in Amerika is.
Men weet nu reeds van 200 diefstallen
door deze bende gepleegd, tot een gezamenlijk
bedrag van 800.000 1 000.000 fr.
Onder den in hun bezit gevonden buit zijn
vele uit kerken gestolen kostbaarheden. De
Wel waarde oom, viel Raoul hem in de
rede, laten wij van het tegenwoordige genieten.
Wat ontbreekt mij
Nu niets, maar als ge uw bronnen, evenals
de mijne, uitgeput hebt, en dst zal niet lang
meer duren, wat wilt ge dan beginnen
Dan zal ik gaan dienen, alle Clamerans zijn
geboren soldaten en als er oorlog komt
Mevrouw Fauvel viel hem in de rede. Foei
zei ze soldaat worden, dan zou ik u niet meer
kunnen zien.
Neen maar
Ziet ge wel, zei Louis, dat ge naar ons
luisteren moet.
Ja, maar later. Ik wil eerst werken en veel
geld verdienen.
Waarmee, hoe?
Ja dat weet ik nog niet, maar wees gerust,
ik zal zoeken en vinden.
Het was moeilijk, dien aanmatigenden jongen
man tot rede te brengen; Louis en mevrouw
Fauvel hadden er verschillende malen een lang
onderhoud over en beloofden elkaar wederkeerig
hulp.
Maar het was lastig, een vak voor hem te
kiezen en Clameran oordeelde het geraden, er
eens over te denken en na te gaan, waarvoor hij
den meesten aanleg toonde. In afwachting kwamen
zij overeen dat mevrouw Fauvel den markies
volmacht gaf, alle uitgaven van Raoul uit haar
beurs te bestrijden.
Daar zij in dien oom een vriend van den
jongen man zag, kon zij weldra niet meer buiten
hem. Onophoudelijk moest zij hem over het een
en ander spreken, om zijn meening over haar
gedachten te vragen, of hem verschillende raad
gevingen te doen.
Zij was er dan ook zeer mee ingenomen, toen
hij haar na korten tijd vroeg, hem openlijk bij
haar te ontvangen.
Niets gemakkelijker dan dat. Zij zou der mar
kies de Clameran als een oud vriend van haar
familie aan haar man voorstellen en dan hing
het slechts van hem af, of hij intiem bij hen
wilde verkeeren.
En zij had van dit besluit geen spijt. Daar zij
Raoul niet eiken dag kon spreken, kreeg zij door
Louis berichten van hem.
Deze bleven niet lang gunstig en binnen een
maand zeide Clameran haar, dat hij zich ernstig
bende pleegde bij voorkeur kerkdiefstallen
en zij heette daarom in de dievenwereld »de
bende der sacristijnen.>
Behalve den hoofdman had de bende nog
vijf aanvoerdersdie nu allen gevat zijn.
Alleen die vijf kwamen bijeen om de aansla
gen te beramen en zij waarschuwden zeer
omzichtig de leden der bende, r'ie zij noodig
hadden voor de uitvoering. Door al hunne
voorzorgsmaatregelen konden zij jarenlang
straffeloos hunne diefstallen plegen.
Een agent der geheime politie heeft de
bende ontdekt. Een man, die een bijzonder
kostbaren ring droegwekte verleden jaar
zijn achterdocht. Hij volgde dien man, kwam
langzamerhand telkens onder een nieuwe
vermomming, midden onder de dieven, volgde
hen, leerde gaandeweg al de leden der bende
kennen en eenige dagen geleden werd de
troep gevangengenomen. Een der aanvoerders
werd gevat op het oogenblik dat hij bezig
was, werklieden aanwijzingen te geven voor
een villa, die hij voor zich liet bouwen.
Op een interpellatie in de Spaansche kamer,
betreffende de mogelijkheid van een alliantie
tusschen Frankrijk en Spanje, antwoordde de
minister, dat de buitenlandsche politiek van
Spanje nog onverauderd is en hij het niet
nuttig acht, hier voor het oogenblik een woord
bij te voegen.
Volgens berichten uit Chania wordt in het
westen van Kreta voortdurend gevochten,
met belangrijke verliezen aan beide zijden.
Naar de Times uit Petersburg verneemt
houden de geruchten aan dat de Tsaar aan
geelzucht lijdende is.
Uit Bairoet wordt aan de Times bericht
dat de opstand der Droezen voor ernstiger
wordt gehouden dan de vórige. De stammen,
die eendrachtig tegen de Turken optreden,
hebben onlangs een korps Turksche soldaten
ongerust over Raoul maakte.
Wat is er dan? vroeg mevrouw Fauvel.
Er is, antwoordde Louis, dat ik in dien
jongen man de trots en de hartstochten van de
Clamerans terugvind. Hij behoort tot die natu
ren, die zich door alles laten meesleepen, die
door hinderpalen opgewonden worden en ik weet
geen middel, hem tegen te houden.
Groote God, wat heeft hij gedaan
fiets, wat bepaald te laken is, niets on
herstelbaars, maar iets, wat mij voor zijn toe
komst doet vreezen. Hij weet nog niets van
uwe goedheid jegens hem en meent op mijn
kosten te leven. Hij is even verkwistend als de
zoon van een rcillionnair.
Mevrouw Fauvel zou geen vrouw geweestzijn,
als zij niet gepoogd had, Raoul te verdedigen.
Misschien zijt u wat streng, zei zij. De ar
me jongen, hij heeft zooveel geleden. Hij heeft
tot nu slechts ontbering gekend, het geluk ver
blindt hem. Hij werpt zich op het genoegen als
een uitgehongerde op een goeden maaltijd. Hij
zal wel weer kalmer wordeo, hij heeft een goede
natuur,
Hij is zoo ongelukkig geweest! Dit was de
verontschuldiging, die mevrouw Fauvel altijd
voor Raoul klaar had. Dien zin herhaalde zij
telkenmale, als mijnheer de Clameran over zijn
neef kluagde.
En als hij eens begon te klagen, hield hij
zoo gauw niet op.
Niets houdt hem tegen, zuchtte hij, een
dwaze gedachte wordt bij hem dadelijk een
slechte daad.
Maar mevrouw Fauvel kon er niet zoo gauw
boos om worden.
Laat ons bedenken, zei zij, dat hij van zijn
vroegste jeugd aan zichzelf is overgelaten. Hij
heeft geen moeder aan zijn wieg gehad, om in
zijn ziel de kiem van goede gedachten en edele
hartstochten te planten. Geen strenge stem eens
vaders heeft hem ooit voor afwijking van het
goede berispt.
Ja, hij is te verontschuldigen, maar hij moet
zich toch veranderen. 'Zoudt u niet eens ernstig
met hem kunnen spreken en pogen, iets van hem
gedaan te krijgen
Zij beloofde het, maar hield haar belofte niet.
Zij had zoo weinig tijd, met Raoul te spreken,
en dacht er niet aan dien met berispingen door
in de pan gehaktin dien strijd hadden de
Droezen 350 eu de Turken 450 dooden. De
Droezen zijn bovendien van de noodige ge
weren en kanonnen voorzien.
Een arsenaal in de lucht gevlogen.
Omtrent de ramp bij Metz wordt gemeld:
Dinsdagavond omstreeks zeven uur ontstond
door een onbekende oorzaak brand in een
munitieloods in de onmiddellijke nabijheid
van en behoorende tol het in 1891 gebouwde
arsenaal te Metz, gelegen nabij het station
Devant-Ies-Ponts. De brandweer der stad
en een detachement van het 4e regiment
Beiersche infanterie verschenen kort na het
uitbreken van het vuur ter plaatse. Honderden
nieuwsgierigen vei drongen zich om de plaats
des onheilstoen een artillerie-officier de
menigte waarschuwde, dat er groot gevaar
bestond voor een ontploffing van het kruit
magazijn. Nauwelijks had hij dit gezegd, of
een geweldige ontploffing deed zich hooren.
De groote loods werd uit elkander geslagen,
een enorme vuurzuil verhief zich ten hemel,
terwijl granaten, stukken ijzer en steenen, die
in de lucht geslingerd werden, neervielen op
de brandweerlieden, de soldaten en de nieuws
gierigen. Tot op een afstand van vijihonderd
meter in 't rond werd iedereen tegen den
grond geslingerd, terwijl een passeerend wiel
rijder door een bomscherf getroffen, met
opengereten buik neerviel.
De geheele stad Metz trilde onder het
vreeselijk geweld der ontploffing, en de ge
bouwen nabij het arsenaal, voornamelijk het
station, werden zwaar beschadigd. Nadat de
scherpe rook was opgetrokken, en het eerste
oogenblik van schrik voorbij was, begon men
met het vervoer vait de stervenden en de
gewonden, die in groote getale in den omtrek
van het arsenaal lagen, terwijl het terrein
geheel werd afgezet door een cordon soldaten,
daar men de ontploffing vau een tweede
kruitmagazijn vreesde. Die vrees werd ge
lukkig niet bewaarheid en 's avonds omstreeks
te brengen. Soms maakte zij het vaste plan, de
raadgevingen van den markies op te volgen, maar
zoodra zij Raoul zag, miste zij de noodige kracht.
Zijn blik verjoeg de beste voornemens, en als zij
hem hoorde spreken vergat zij alles.
Maar Clameran had, zooals hij zei, vaste voor
nemens, waarvan hij niet af te brengen was.
Gaston was dood en had hem op zijn sterfbed
de zorg van zijn zoon opgedragen. Hij beschouwde
die zaak als een zedelijke verplichting.
Daarom riep hij, toen hij zag dat zijn pogin
gen vergeefsch bleven, de hulp van mevrouw
Fauvel in.
Hij zei, dat Raoul meer in haar omgeving
moest zijn, meer onder haar invloed, kortom,
dat het noodig was, dat hij haar iederen dag
zag en sprak.
Helaas, antwoordde zij, hoe gaarne zou ik
dat willen, maar hoe kan het?
Ik zal er eens over nadenken, zei Louis.
Misschien kan ik u bij ons volgend onderhoud
een middel daartoe aan de hand doen.
Den volgenden Donderdag begon hij
Ik heb gezocht en gevonden.
Wat?
Het middel om Raoul te redden.
Mevrouw Fauvel kon hem onmogelijk iederen
dag opzoeken, het was daarom dus noodig dat
Raoul bij haar kwam.
Met die gedachte kon mevrouw Fauvel zich
niet zoo dadelijk vereenigen. Hoe kon zij den
iongen man in haar huiselijken kring ontvangen,
noe hem aan haar man voorstellen
Neen, riep zij uit, dat is onmogelijk.
En toch, hernam de markies, het is het
eenige middel, om hem te redden
Ditmaal echter verzette zij zich tegen Louis'
plannen, zij was woedend van verontwaardiging.
Neen, herhaalde zij, dat kan ik nooit toe
geven.
De ongelukkige, zij begreep nog niet waartoe
men gedwongen wordt, als men zich eens in
een weefsel van geheimen en leugens begeven
heeft.
Dat «nooit" was uit het diepst van haar ziel
gekomen en tegen het einde der week was zij
reeds zoover, dat zij het plan niet alleen niet
meer verwierp, maar zelfs middelen tot uitvoe
ring er van beraamde.
Wordt vervolgd.
I