Handelsberichten.
Zitting kantongerecht Waalwijk.
missaris, een gerechtelijk onderzoek hield.
Een ander kermisreiziger H. Mennik, die
mede door A. Ter Linde werd geslagen en
verwond, werd naar het ziekenhuis over
gebracht.
Verwonding.
Zondagavond heeft te Meijel eenc zware
verwonding plaats gehad op den 35-jarigen
dienstknecht J F.
Door de marechaussees uit Helden zijn
de daders, twee gebroeders J. aangehouden.
De verwondingen z-'jn van dien aard, dat er
gevaar voor het leven van F. bestaat.
Brand.
Zondagmiddag omstreeks 2 uur onstond er
brand in cie woning van den winkelier en bier
huishouder G. J. te Neder Asselt. Alles is een
prooi der vlammen geworden alleen een
hit, een stier en een varken zijn gered. De
geheele oogst, benevens de pas ingezamelde
tiendvruchten, werden door het vuur verteerd.
Alles is verzekerd.
Diefstal.
Te Maastricht is Zondagavond, terwijl de
bewoners afwezig waren, diefstal met inbraak
gepleegd ten huize van den landbouwer B.
in de Hoogfrankrijksiraat. De dief of dieven,
die door een venster het huis zijn binnen
gedrongen, hebben eene commode openge
broken en daaruit ruim f 300 aan verschillen
de muntspeciën ontvreemd.
De dader of daders zijn onbekend.
Storm en onweder.
Van het onweder, dat verleden Zondag
avond over ons land gewoeid heett, heeft
deze streek zeer goed haar aandeel gehad,
vooral van den malschen verkwikkenden
regen.
Als iets heel bijzonders deelen wij mede
het door velen met ons geconstateerde feit,
dat gedurende minstens een half uur de
donder heeft aangehouden zonder tusschen-
poozen.
Ongelukken vielen er, voor zoover ons ter
oore kwam, in de buurt niet voor.
Van elders worden echter vele rampen
gemeld
Onder de gemeente Hooge Zwaluwe sloeg
de bliksem in de hofstede, bewoond door
den heer Havermaus, te Hehant. De heele
hofstede is in de asch gelegd. Het vee is
nog gered kuuuen worden. Alles was ver
zekerd.
V Te 's Hertogenbosch werd door en plot-
- selingen en overvloedigen regen en hagel
gedurende een groot unr een aanzienlijk deel
van de lager liggende straten der "stad onder
water gezet.
Te Roermond braktengevolge van het
inslaan van den bliksem, ten huize van den
heer F., gepensionneerd Oostindisch ambte
naarwonende in de Frans Douvenstraat
brand uit.
In korten tijd brandde dit huis geheel uit
en, aangewakkerd door den wind, ook de
daarneven gelegen woningen, bewoond door
den heer K., mejuffrouw B. en de weduwe R.
Van de vier huizen staan nog slechts de
muren, de inboedel werd gedeeltelijk gered.
De schade is groot. Ürie brandspuiten van
de gemeente en een van het garnizoen hebben
gewerkt. Alles was verzekerd.
In de Werken onder Werkendam trof de
bliksem het schoolhuis, doch veroorzaakte
geen brand.
In ,,'t Laan" bij Tilburg sloeg de bliksem
in de woning van den landbouwer De B.
welke met den inboedel geheel atbrandde.
Nabij Arnhem is bij het stormachtige weder
een schip in den Rijn gezonken. De schipper
en zijn zoon verdronken.
Aan den Eldenschen dijk stortten drie
arbeiderswoningen in. Een kind van 6 jaren
is daarbij verongelukt.
Tengevolge van het wegslaan van een stuk
leuning op de stampvolle boot van de Wes-
terbouwing naar Arnhem, is een heer met
zijn kind overboord geslagenbeiden zijn
verdronken.
In het kamp van Milligen zijn 4 stallen
ingewaaidwaarbij 5 paarden zoo ernstig
gewond werden dat zij onmiddellijk afge
maakt moesten worden ook zijn verschei
dene paarden losgeraakt en nog zoek. Ook
zijn eeriige manschappen verwond.
Eveneens werden 3 fouragemagazijnen
omgeworpen en de kazerne heeft zooveel
geleden, dat zij ontruimd moest worden.
Te Uddel zijn vijf boerenhuizen en 't huis
van den veldwachter omgewaaid.
Te Beekbergen is de bliksem in een boe
renschuur geslagen, welke met vier varkens
is verbrand.
Te Teriet is een schaapskooi omgewaaid.
Te Zwolle werd een groot gedeelte van de
stationsoverkapping over het stationsgebouw
heengeslingerd en kwamen de zinken platen
op ruim 100 meter afstand in de Terborg-
straat en op het Stationsplein terecht.
Nabij de stad sloeg de bliksem in een
grooten hooiberg van P. H. van Gerner
landbouwer aan den Hasselterdijk, waardoor
kort daarop een paar schuren, de groote
boerenwoning, nog 3 groote hooibergen en
een paar hooimijten van v. G. afbrandden.
Uit Driel (Betuwe) wordt gemeld
Zondagavond tijdens het onweer heerschte
er een hevige orkaan. Er werd eene ver
schrikkelijke verwoesting aangericht. Ver
scheidene huizen achterhuizen en schuren zijn
ingestoit; dikke boomen door midden gebro
ken alsof ze afgezaagd waren. De tabak
vernield; groote schade; in 2 minuten ruim
f 30,000. Aan de Roomsche kerk zijn dak
en toren beschadigd. Het huis van P. Zee-
gers is ingestort; een meisje van 13 jaar werd
under puin gedood. Verscheidene boom
gaarden zijn vernield.
Als men de verwoesting aanschouwt, zou
men denken aan een Amerikaansch verhaal.
Uit Wam el meldt men
Zondagavond ontlastte zich een zwaar on
weder over 't land van Maas en Waal, het
welk van een storm vergezeld ging, die on
geveer een half uur duurde; de storm woedde
het hevigst te Dreumel, Wamel en het bene
deneinde van Leeuwen. Boomen werden
ontworteld of midden doorgebroken, 't fruit
heeft veel geleden, daken zijn beschadigd
hooimijten ten onderste boven gekeerd, van
het gemaaide koren bleef bijna niets aan de
hoopen, terwijl van de rijpe tarwe veel ver
loren ging. Ook de tabak leed van den
wind. Te Wamel waaide een reiswagen in
de sloot, waardoor eene vrouw gekwetst werd.
Een vreeselijk schouwspel deed zich, schrijft
men aan de N. G. Ct., aan de reizigers voor,
die per laatsten trein van Roodeschool naar
Groningen gingen. Na een drukkend warmen
dag zag men te Roodeschool in de verte
eenig onweer; overigens geleek het er volstrekt
niet op, dat er een zwaar onweer zou komen.
Te Uithuizen was de bui wel iets naderbij
en zag men zuidwaarts nu en dan bliksem
schichten langs den hemel flikkeren. Hevige
regenbuien schenen in de verte neer te vallen,
te oordeelen naar de donkere lucht en de
daar doorheen loopende streepen. Te Usquert
werd het onweer steeds erger hoorbaar, doch
het geraas van den trein verstomde het geluid
van den donder. Aan de' felle bliksemstralen
alleen herkende men een zwaar onweer. Te
Warffum gekomen, ontlastte zich een regenbui,
die zoo erg aankwam, dat de reizigers den
trein niet in of uit konden komen, terwijl het
weerlicht niet van de lucht kwam. Nog
eenige bliksemstralen en links van ons. daar
bemerkt men brand op twee plaatsen. De
een wat verder af, is de ander, op geen 100
M. van den trein afduidelijk zichtbaar.
Hollend rennen de losgebroken paarden om
de vlammende vuurzee, die de woning over
haar geheele lengte had aangetast. Vreeselijk
schouwspel, onbeschrijfelijk voor hem wien
het treft, maar treffend schoon, als men het
van zoo nabij ziet. Arme menschen, die
zoo uw oogst vernield ziet door het hemel
vuur. En alsof de twee branden ter linkerzij
nog niet voldoende waren, ook ter rechterzij
merkt men nog een grooten brand op. Te
oordeelen naar de richting kon dit in den
Noordpolder zijn. Door de bocht, die de
spoorlijn van Warffum naar Baflo maakt, bleef
men de branden, thans alle drie ter linkerzij
van den trein, nog langen lijd in één richting
zien, en zelfs bij de halte te Groningen zag
men nog de vlammen vau een der boeren
plaatsen naar boven stijgen. En te Groningen
aangekomen, meenende, dat de bui eenige
verfrissching zou hebben aangebracht, stuift
het mulle zand ons tegemoet en vieren de
gymnasten feest in den tuin van de Harmonie.
Schrikkelijke contrasten zoo in elkanders
nabijheid. Moge het overigens goed afge-
loopen zijn.
Over het onweer te Arnhem meldt de A. C.:
Zou dag omstreeks kwart over achten ver
duisterde op eens de lucht. Zij had reeds
een naderend onweder aangekondigd, maar
zoo snel als het dien avond opkwam, gebeurt
het slechts zelden. Een orkaan dreef twee
buien tegen elkaar in. Majestueus was het
bliksemlicht, dat b:jna onafgebroken de zwarte
lucht tot een verblindend witvlak maakte.
Zware donderslagen knetterden door het
zwerk,harde regenvlagen zwiepten door straten
en over pleinen en singels.
Toen om 9 uur de stormwind wat bedaard
was, kon men reeds iets van de verwoesting
aanschouwen bij het licht der lantaarns.
De singels waren overdekt met takken. Bij
den Dam waren ze gevaarlijk over den rij
weg gevallen. Daar was ook een zware iep
van den F.usebiusbinnensingel ontworteld. In
't park van Musis lagen verscheidene takken
als stammen, van de Canada'sche populieren.
Men vertelde dat een heer een bloedende
hoofdwond kreeg door een vallende tak.
Op Sonsbeek was 't concert en bal cham-
pêtre't werd een ruïne. Het dak van de
muziektent werd afgerukt, de bekapping der
veranda aan flarden gescheurd; dikke boomen
werden in het park afgebroken en ontworteld.
Het concert op de Buitensocieteit liep
deerlijk in het honderd. De stormbui was zoo
haastig in haar opkomen, dat er geen tijd
was om iets te bergen. De serviezen werden
van de tafels geslingerd, terwijl iedereen, ook
het orkest van de A. O. V., een goed heen
komen zocht in de zalen.
Erger was het op den Rijn. Het schoone
warme weder had honderden naa^ buiten ge
lokt. Booten vol gingen naai Oosterbeek.Toen
om 8 uur eene boot naar de stad terugkeerde,
was het reeds duidelijk, zoo zeide .ons een
medepassagier, dat er een zwaar weer op
komst was. Waarom niet gewacht? En waarom
zooveel menschen op de boot toegelaten, dat
men man aan man moest staan, terwijl de
kajuit ook vol was
Waarom ook geen stormlantaarns aan boord?
Dan hadden de passagiers niet in zulk een
angst en paniek verkeerd onderwee, toen het
pl Jtseiing een Egyptische duisternis geleek
op het water. Wij kunnen niet beoordeelen,
in hoeverre de kapitein der boot anders kon
handelen dan gebeurd is; maar helaas een
hoogst treurig ongeluk valt te vermelden.
Toen de storm het zomertentdak vernielde,
en, waarschijnlijk tengevolge van het op el
kaar dringen, een gedeelte der leuning be
zweek, is de heer D. met zijn kind overboord
gevallen, zonder dat men in de zwarte duister
nis en onder het loeien van den orkaan het
schijnt gezien of gehoord te hebben, en
omgekomen. Er heerschte bepaald een paniek.
N03 moeten van een schip in den Rijn
een vader en zoon overboord zijn geslagen,
teiwijl bij de spoorbrug onder Rosande een
schip gezonken is.
Te Harderwijk is de bliksem in het pas
gebouwde bierhuis van J. Kuipers, aan den
straatweg nabij het station geslagen, daarbij
den schoorsteen treffende die bij de nok van
het dak afsloeg, voorts gaande door dien
schoorsteen, bijna rakelings langs den arm
eener vrouw die zich in de nabijheid bevond,
over den zolder en door een zolderraam.
Omtrent het onweerdat het remonte
depot te Millingen heeft geteisterd, wordt nog
het volgende bericht
Niemand weet met zekerheid te zeggen,
hoe laat het was, toen, te midden van het
hevige onweer, dat over de uitgestrekte heide
woedde, een windhoos van buitengemeene
kracht het gansche remontedepot met ge
weldigen schrik deed ontwaken. De man
schap er lagen ongeveer 50 man in de
kazerne gaat te Millingen vroeg naar bed;
en wat er in dien nacht gebeurde liet niet
aan tijd of uur denken. Een vreeselijk ge
kraak joeg alle man uit het bed; de wanden
van het kazernegebouw, onder den druk van
den wind bezwijkende, begonnen naar eene
zijde over te hellen. Men wist niet wat er
gebeurd was; door de vensters zag men den
hemel in vuur, maar overigens werd het uit
zicht belet door het kalkstof, dat de zaal als
met een nevel vulde.
Alles drong naar de deur, in dolle vrees
voor instorting van het gebouw. Met vereende
krachten moesten de maunen de buitendeur
openwerpen, die scheef verwrongen was en
zich juist aan de windzijde bevond.
Buiten gekomen begreep men door het
klagend gehinnik der paarden, dat er iets
met de stallen gebeurd moest zijn. Men vond
vier der stalgebouwen vernield, ingestort, en
onder de puinhoopen lagen vijftig paarden
tusschen de neergestorte balken vastgeklemd
en hinnekend van pijn en angst. Maar er
waren ook drie stalwachts in die gebouwen
geweest. Gelukkig hadden deze zich kunnen
redden. De woede van het onweer had
hun den slaap uk de oogen gehouden. En
op het oogenblik, dat de windhoos de ge
bouwen aangreep, bevonden zij zich, gelukkig,
in de fouragekamers, die gespaard bleven.
Om zich ie bevrijden moesten zij de pannen
van het dak slaan en zich tusschen de binten
door naar buiten werken. Als bezetenen
renden deze mannen naar hunne makkers,
om hulp en toevlucht biddend.
Vier stalgebouwen en drie magazijnen en
nog een gebouw, dat tot smederij was inge
richt, waren door den wind plat tegen den
grond gesmeten en zes hooischelven en vier
stroobergen waren vernield; zulk eene gewel
dige kracht had de wind ontwikkeld, dat
later de kap van een der hooibergen op een
afstand van 350 meter werd teruggevonden.
Het gansche terrein ligt nog bedekt met
het hooi en het stroo, dat door den wind
werd opgenomen en verstrooid.
In het stikdouker vingen de mannen hunne
pogingen aan om de paarden te bevrijden;
de dieren waren in zulk een angst en ellende,
dat zij de handen lekten der cavaleristen, die
hei neergestorte en tot splinters geslagen hout
gingen wegruimen. Hun gehinnik, zegt men,
vervulde de lucht van zulk eene weeklacht,
dat meer dan één cavalerist zijn leven waagde
om dezen dieren te hulp te komen. Men
moest hun roekeloozen ijver betoonen; reeds
waren er enkele door het puin tusschen de
paarden gevallen, waar zij elk oogenblik door
de hoeven der spartelende dieren getroffen
konden worden.
Toen moesten de anderen weder aan het
werk om deze, hunne makkers, te redden.
Daar waren er, die zoo tusschen balken en
binten beklemd waren geraakt dat men het
hout moest stukzagen om hen uit hunne ge
vaarlijke positie te kunnen verlossen. En al
dal werk geschiedde in een noodweer, als
nog nimmer is gekend, in eene duisternis,
die niet toeliet eene hand voor oogen te zien.
Daar klinkt een schreeuw van pijn en angst;
men heeft een der jongens, die tusschen het
hout zat in den nek gezaagd. Maar dezelfde
knaap, eindelijk goed en wel bevrijd, denkt
niet om eigen leed en helpt alweder mede
bij het loswerken der paarden.
Hel is zeer zeker aan het goede hart en
den ijver der vijttig mannen te danken, dat
slechts vier van de vijltig paarden onder het
puin begraven bleven en den geest gaven.
Men moest de dieren binnen de omheiningen
van het depot aanvankelijk aan zich zelve
overlaten. Zeven paarden ontsnapten en
ontvloden over de heide de plaats des onheils.
Vijf zijn er reeds teruggekomen of opgevangen,
de beide andere zullen, zegt men, spoedig
teruggevonden zijn. Drie dieren hebben
ernstige kwetsuren bekomen en omtrent enkele
andere verkeert men nog in onzekerheid. Het
reddingswerk werd op den duur zoo gevaar
lijk, dat de directeur van het depot, jhr. Van
Reigersberg Versluys, bevel moest geven alles
te laten gelijk het was tot de dag aangebro
ken zou zijn, hoewel de manschappen van
geen uitscheiden wilden hooren.
Drie mannen liggen thans met eenige lich
te verwondingen in het hospitaal. Voor het
ergste vreezende, hield de overste zoo spoedig
mogelijk appel toen bleek gelukkig dat geen
enkel militair ontbrak.
Bij het aanbreken van den dag stormden
de jougens alweder naar de stallen om te
zien wat er nog te redden viel. De vier
dieren die er nog 'agen waren echter dood.
En toen bleek eerst recht welk eene ver
woesting de windhoos had aangericht. Van
het kazernegebouw was geen vensterruit meer
heel met balken is hét zoo goed en zoo
kwaad dat ging gestut, om instorten te ver-
hindeien. Toen vond men ook de kap van
een der hooibergen, op 300 M. afstandsde
verwoeste stallen en magazijnen waren slechts
even zoovele hoopen splinters en puin en het
grootste deel van den voorraad hooi en stroo
lag over de vlakte verspreid.
Het eerste werk voor den overste was,
voor een ander nachtleger ten behoeve zij
ner manschap te zorgen. Hij bezorgde een
onderkomen in het gebouw, dat vroeger, toen
te Millingen werd gekampeerd, tot hospitaal
(liende, en om de daken der niet omgewor
pen gebouwen, die alle min of meer bescha
digd waren, te helpen herstellen, requireerde
hij een dertigtal boeren uit den omtrek. Het
beleid van den overste en de ijver der mam
schappen, wier kordaatheid en flinkheid hij
niet genoeg wist te roemen, leidden er toe,
dat de paarden dezen dag naar behooren
konden worden verzorgd en dat de gewone
dienst zoo min mogelijk stoornis onderging.
De windhoos heett blijkbaar slechts een
betrekkelijk klein deel van het terrein ge
teisterd. Geen 5()0 M. ver staat eene boerderij,
waar men niet den minsten overlast van het
weer heeft gehad, echter is op den weg van
Amerfoort naar Millingen menige boom ont
worteld of door den bliksem getroffen.
Den overste Versluys gaat de ramp van
Zondagnacht zeer ter harte, daar hij nu sedert
tien jaren directeur van het remonte depot,
een groot deel van wat daar was als zijn
eigen werk mocht beschouwen. Maar hij is
dankbaar, dat het kazernegebouw stand hield,
waardoor zijne manschappen bewaard bleven,
en ook dat het onweer niet enkele dagen
vroeger is losgebarsten, daar er toen viermaal
zooveel paarden te Millingen in depot waren.
Dusscii, 26 Juli. Heden ontstond er brand
bij den werkman A. v. M., welke gelukkig
door spoedige hulp gebluscht werd; zou dit
echter het geval niet geweest zijn, dan hadden
verschillende andere perceelen gevaar ge-
loopen.
Op *24 Juli.
W. H. te Loonopzand, overtr. veldpolitie, f 3
b. of 2 d. h.; A. H. te Sprang, politie overtreding,
*2 b. van f 3 of 1 d. h. voor ieder b.; C. S. te
Waalwijk, alsvoor, vrijgesproken; M. d. W. te
Amsterdam, dronkenschap, f 2 b. of 2 d. h.; H.
J. P. te Waalwijk, pol. overtr., f 2 b. of 2 d. h.j
M. D. te Ammerzoden, overtr. veldp. 1' 3 b. of 2
d. li.; A. M. te Capelle, dierenmishandeling, f 1
b. of d. h.; C. S. te Baardwijk, overtr. arbeids
wet, f 2 b. of 2 d. h.; A. L. te Baardwijk, alsvoor,
vrijgesproken; H. C. te Kaatsheuvel," alsvoor, 2
b. van f 1 of 1 d. h. voor iedere b.; P. v. D. te
Kaatsheuvel, alsvoor, 2 b. van f 2 of 2d.h. voor
iedere b.; C. B. te Waalwijk, overtr. spoorwegw.
f 10 b. of 5 d. h.; P. B. te Kaatsheuvel, politie
overtr., f —.50 b. ol 1 d. k.; 1 A. H., *2 A. N. C.
G., 3 G. F. W. B., 4 J. G. S., 5 A. J. G., 6 G. J.
P. Z., 7 P. J- A. v. S., 8 J. C. v. S. te Waalwijk,
9 W. J. V. te Bergenopzoom, politie overtreding te
Waalwijk, allen vrijgesproken; P. K. te Drunen,
strooperii, f 3 b. of 3 d. h.; II. v. B. te Besoijen,
pol. overtr., f 1 b. of 1 d. h.; C. L. te Udenhout,
jachtdelict, 2maal f 20 b. of 4 d. h. voor iedere
b., uitlevering schietgeweer of f 25 b.; H. J. P.
te Waalwijk, pol. overtr. f 1 b. of 1 d. h.;l A. B.
te Andel, 2 C. J. R., 3 H. v. d. Z. beiden te
Waalwijk, pol. overtr., sub 1 en 2 ieder f 1 b.
of 1 d. h. ieder, sub 3 vrijgesproken; 1 G. J. v. L.,
2 J. G. S. te Waalwijk, beiden vrijgesproken;
A. J. v. H. te Waalwijk, pol. overtr., f 1 b. of
1 d. h.; L. J. L. te Baardwijk, overtr. openbare
veiligheid, 1 5 b. of 3 d. h.; P. H. P. overtreding
veldp., f 1 b. of 1 d, h.; 1 A. B. te Andel, *2 II.
v. d. Z. te Waalwijk, overtr. ^eldpolitie> ieder
1' 2 b. of d. h. ieder; N. A. S. te Drunen, dron
kenschap, f 2 b. ol 2 d. h.; J. J. A. O. te Kaats
heuvel, strooperij, f 1 b. of 1 d. h.; H. C. te
Kaatsheuvel, alsvoor, f .50 b. of 1 d. h.; II. v.
C. te Kaatsheuvel, alsvoor, f .50 b. of 1 d. h.;
E. v. R. te Kaatsheuvel, alsvoor, f —.50 b. of 1
d. h.; B. v. R. te Kaatsheuvel, alsvoor, f .50
b. ol 1 d. h.; H. C. te Kaatsheuvel, alsvoor,
f -50 b. of 1 d. h.; J. D. te Kaatsheuvel, alsvoor,
f .50 b. of 1 d. h.; C. M. te Loonopzand, overtr.
\eldp., 1 1 b. of 1 d. h.; J. M. te Vlijmen, alsvoor,
2maal f '1 b. of ld. h. voor iedere boete; P. C. te
Besoijen, dronkenschap, f 3 b. of 3d. h.;R. A. P.
te Tilburg, pol. overtr. f 1 b. of ld. h.; H. C. Y.
Kaatsheuvel, overtr. veldp., f 3 b. of 2 d. h.;
1 J. H., 2 J. J. A. O. te Kaatsheuvel, alsvoor,
ieder I' 1 b. of 1 d. h.; L. S. te Capelle, nachtge-
rucht, 1' 2 b. 2ofd. h.; G. J. W. te Waalwijk, pol.
overtr. f 1 b. of 1 d. h H. H. te Waalwijk,
straatschenderij, f 5 b. of 3 d. h.
GORINCHEM, 27 Juli.
De prijzen der Granen waren als volgt:
Ristarwe f6,25 a 6,40, roode dito f6,a 6,20
witte dito f6,10 6.25, inl. rogge f4,*25 a 4,35,
buiten 1. dito f4,a 4,15, gerst 1 4,20 a 4,35, haver
f3,a 3,20, duiveboonen f6,25 a 6.50, blauwe
erwten f0,a 0,alles per hectoliter.
Op de veemarkt waren heden aangevoerd 110
runderen.
Ie quaJ. Kalfkoeien f170 it 190
Kalfvaarzen f130 k 150
Melkkoeien 1170 190
lVs jarige ossen f 90 h 110
Guiste vaarzen 1 80 100
Pinken f 50 u 60