Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. Duitschland. Oostenrijk-Hongarije. Terwijl de leidende organen van Oosten rijk-Hongarije nog altijd aan 'toreeren zijn over John Bull's weigering om deel te nemen aan de blokkade van Kreta, in vereeuiging met Oostenrijk, Italië, Frankrijk, Rusland en Duitschland en terwijl in Griekenland de agitatie steeds toeneemt, evenals op Kreta waar men van nieuwe onderhandelingen met de Porte niets weten wil, heeft Engelands premier en minister van buitenlandsche zaken lord Salisburyeen redevoering gehouden over den algemeenen toestand van Europa. Natuurlijk had Kreta de eer eener bijzonder uitgebreide behandeling. Sprekende over de bron van gevaar in het oostelijk uiteinde van Europa, welk gevaar geheel Europa bedreigde, zeide lord Salisbury De menschen vergissen zich die beweren, dat hij, omdat hij Turkije gewaarschuwd had voor een eventueele strat, Groot-Brittannie had verbonden tot een oorlog, ten einde de straf ten uitvoer te leggen. Hij geloofde, dat de Britsche regeering niets zou doen om de eenheid van handeling der mogendheden te verbreken. Er was een rotte plekvanwaar ziekte en verval zich zouden kunnen uitstrekken naar de gezonde deelen van het lichaam: Hij hoopte ernstig, dat de mogendheden in staat zouden zijn het gevaar at te wenden, terwijl het nog tijd was. Ondertusschen wordt I'.alie's regeering ge ?egd te werken voor de handhaving van het status quo op Kreta, in overeenstemming met de andere mogendheden, doch voornamelijk met Groot-Brittanie en met de samenspre- kingen tusschen de diplomaten, neemt 't maar geen eind. Zoo heeft Oostenrijks gezant te .Londenmidden in zijn vacantie een langdurig onderhoud gehad met Goluchowski, waarna hij ijlings naar Londen is teruggekeerd; heeft de Turksche gezant te Londen lord Salisbury opgezocht; heeft de Turksche minis ter van buitenlandsche zaken Tewfik-pacha al de gezanten bezocht enz. enz. De Vrijdag geëindigde zitting van het Britsche parlement, onder zulke schittereude vooruitzichten begonnen, is als een nachtkaars uitgegaan. Door de hulp der Lords af te sraeeken is het gelukt althans één maatregel van groot belang te doen aannemende Iersche landwet, maar zóó, dat ze weinig zal helpen en binnenkort een nieuwe landwet zal noodig maken. De Ieren zijn voorloopig tevredenomdat door de nieuwe wet de gebrekeu van het Iersche stelsel meer en meer aan het licht zullen komen en zoodoende een radicale hervorming nader voorbereid is. Overigens heeft zich de afgeloopen zitting gekenmerkt door eenige maatregelen „in het belang van den landbouw», maar die wer kelijk alleen de grondbezitters kunnen ten bate komeu. Door de belastingen, die op het land drukken, eenigszins te verminderen, helpt men de pachters niet. Evenmin helpt men ze door den invoer van vreemd vee onmogelijk te maken Daarentegen heeft men iets goeds gedaan door den aanleg van tram wegen te bevorderen. Maar over het geheel genomen bevredigt het werk der zitting zelfs de Tories niet, en ze komen er rond voor uit, wanneer men althans als hun gevoelen kan beschouwen wal The Times schrijlt. Spoediger dan men verwacht had, zijn de geruchten omtrent aanstaande wijzigingen in het Pruisisch ministerie verwezenlijkt. De Reichsanzeiger bericht, dat de minister van Zij gingen een bekend restaurant op den bou levard binnen, waar zij dikwijls kwamen, en zetten zich in een .afzonderlijk kamertje neer. Maar Louis was tevergeefs vroolijk, hij kon zijn metgezel niet opknappen. Raoul bleek en treurig, terwijl de ander over zijn angst spotte en slechts over een bittere pil sprakdie te slikken had. ltaoul, die inzag, dat hij noodzakelijk gehoorzamen moest, wilde zich dronken maken, en met dit doel dronk hij twee flesschen wijn na elkander uit, maar die met op zet verkregen dronkenschap bedroog zijn hoop, de wijn verraadde hem en hij werd met nog meer woede en afkeer vervuld. Het sloeg acht uur. Het is tijd zei Louis. Raoul werd doodsbleek, zijn tanden klapper den, hij wilde opstaan, maar kon niet, zijn knieen knikten. Achik kan met, riep hij vol smart en woede uit. Clamerans oogen lonkelden. Al zijn plannen zouden dus in duigen vallen 1 Maar daar hij be greep, dat de minste uitbarsting alles zou beder ven, overwon hij zijn toorn. Heftig trok hij aan het'schellekoord en'bestelde den daarop verschij nenden kellner een flesch port en een flesch rUToen hij het verlangde had, vulde hij een groot glas met een mengsel uit de twee flesschen en reikte het Raoul over; drink dit, zei hij. Deze ledigde het glas in een teugen zijn wan- rr>n kleurden zich vluchtig: hij stond op, sloeg inet de vuist op tafel en riep Laat ons gaan. Nauwelijks waren zij echter op straat, of zijn door den alcohol opgewekte energie verliet hem weer en hij moest Clameran's arm nemen om niet te vallen. -- Als hij maar eens binnen is, gaat alles goed, dacht deze. die Raoul genoeg kende, om te we ten, dat zijn rol hem dan geheel mee zou slee pen. Onderweg zei hij denk vooral goed aan onze afspraak en hoe ge de kamer binnenkomt daar hangt alles van af. Hebt ge uw pistool in uw zak Ja, ia. Laat mij met rust. Clameran was blij, dat hij met Raoul mee was gegaan, want voor de deur van mijnheer Fauvel werd hij opnieuw week gesterad. Die arme vrouw 1 riep hij uit, en die airae jongen, wien ik gisteren de hand drukte ver- oorlogFronsart von Schellendorf, Op zijn j, verzoek uit zijn ambt is ontslagen, en dat de 'i commandant der Hessische divisie, luitenant- j generaal Gossler, in zijn plaats tot minister j van oorlog is benoemd. Oneenigheid met hetmilitair kabinet" des keizers moer generaal Bronsart tol het nemen van zijn ontslag genoopt hebben. Op advies dezer militaire bij Regeering gelijk de Kölnische het noemt werden in den laat- sten tijd een reeks van besluiten genomen die geheel tegen het gevoelen van den mi nister indruischten. Of de nieuwe het onder die toestanden zal kunnen bolwerken («roote brand te Ostende. Een groote brand heeft de geheele bevol king van Ostende in opschudding gebracht. Het was tegen het middaguur toen voorbij gangers uit de kerk van den heiligen Petrus en Paulus dikke rookwolken zagen dringen. Zij maakten alarm en reeds enkele seconden later barstte een groote vlam uit den ooste lijken vleugel los. Het brandgeroep op de straten joeg allen uit hunne huizen en een ontzaglijke menigte stroomde weldra op het kerkplein te zamen. De autoriteiten, de burgemeester en de troepen waren even spoedig als de brandweer tegenwoordig. Welke de oorzaken van tien brand zijn weet men nog niet met zekerheid. Vermoe delijk hebben loodgieters, die op het kerkedak gewerkt hebben, er schuld aan. Reeds dadelijk was men er op bedacht de kostbaarheden uit de kerk, als kasuifels, relieken, kruisen en schilderstukken in veiligheid te brengen. Bij dezen arbeid, die vrij gelukkig slaagde, heeft zekere Victor Cremers zich bijzonder onderscheiden. Een uur nadat de brand ontdekt was, stonden de drie torens van het gebouw in vuur en om drie uur had het vuur, ondanks hel kranig werken van de brandweer, zulke verwoestingen aaugericiit.dat het gebouw in elkaar stortte, de telefoonstellingen in den val meesleepeud. Toen leek alles een groote vuurzee, waartegen alle strijd nutteloos was. Men was nu meer bedacht op het behoud der aangrenzende huizen. Het gevaar was echter geweken en door aanhoudend water op de puinhoopen te werpen, slaagde men er in den brand te blusschen. De kerk, waarvan nu nog alleen de muren staan, was in 1717 gebouwd. Zij omvatte vele kostbare schilderijen en monumenten, o. a. het monument voor de eerste koningin der Belgen, Louise van Orleans, dat gelukkig slechts weinig beschadigd is. Het Russische keizerpaar wordt op 6 of 8 October a. s. te Parijs verwacht voor een verblijf van 8 dagen. Zij zullen in het paleis van de Russische ambassade logeeren. Het programma noemt voorloopig een galadiner in het Elysee, een galavoorstelling in de opera met Fransch Russische apotheose tot slot en misschien een troepenrevue in Longchamps van 100.000 man. Over de ontvangst is nog niets bepaald de president zal eerst eens kijken hoe de keizers van Duitschland en van Oostenrijk hun gasten ontvangen De Berlijnsche correspondent van de Daily Telegraph in Berlijn, beweert dat de czaar alleen in Parijs zal komen en dat de czarina in Darmstadt zal blijven. loren vernietigd ha liet is laf te l»f. Kom zei Clameran verachtelijk, zou ik mij io u bedrogen hebben? Nu ge geen honger meer hebt, wilt ge wel braaf blijven, he? Maar Raoul had zijn wilskrachts weer terug gevonden en schelde aan: Is mijn tante thuis? vroeg hij aan den huisknecht. Mevrouw is alleen in het kleine zaaltje naast haar kamer, antwoordde deze en Raoul ging naar boven. XX. Clameran's aanbeveling, om er aan te denken, hoe hij de kamer zou binnentreden, was overbo dig geweest, want Raoul zag zoo bleek en ont steld, en zijn oogen hadden zulk eene verschrikte uitdrukking, dat mevrouw Fauvel een kreet slaakte en riep Raoul, welk ongeluk is u overkomen? Hij huiverde, zijn geheele lichaam trilde, maar tegelijkertijd helderde zijn geest op. Louis had zich niet vergist, zijn neef ging in zijn rol op en nu keerde zijn zekerheid terug, zijn schurkenna- tuur nam de overhand. Het ongeluk, wat mij nu overkomen is, antwoordde hij, zal het laatste zijn. Nog nooit had mevrouw Fauvel hem zoo ge zien, bleek en ontdaan stond zij voor hem, en hem aanziende, alsof zij zijn ziel doorgronden wilde, sprak zij: Wat is er Raoul, antwoord mij. Hij stootte haar zachtjes terug en zei met een gesmoorde stem: - Er is, dat ik mijn vader onwaardig ben. Een beweging van haar hoofd, scheen dien zin als onwaar te willen verklaren. O, vervolgde hij, ik ken en veroordeel mij zelf. Niemand zal mij mijn gedrag meer kunnen verwijten dan mijn geweten. Ik ben niet slecht geboren, en toch ben ik een ellendige gek. Er zijn uren, waarop ik niet meer weet wat ik doe. O*! als ik een moeder had gehad, om mij op te voeden, zou ik nu niet zoo ongelukkig zijn. Maar door vreemden grootgebracht, aan mijzelf over gelaten, zonder een goeden raadgever, gaf ik mij aan mijn hartstochten over. Arm, zonder andere bronnen dan uw ondersteuning, heb ik de be hoeften en ondeugden van de zonen eens millio naire. Helaasnadat, ik hier bij u geweest was, begon mijn ongeluk en uwe genegenheid, die mij de eèuige gelukkige dagen bezorgd heeft, Een bedrag van 10 millioen francs in valsche Fransche bankbiljetten is door de politie te Tunis in beslag genomen, in drie verschillende huizen. De biljetten van 100 fr. zijn zoo bedriege- lijk nagemaakt, dat ervaren klerken va:i de Bank ze niet van echte konden onderscheiden. Verscheidene personen zijn in verband met die zaak gevat. Toen de stoker van een locomotief te Grenoble Vrijdag morgen op zijn machine klom en den vuurhaard opende, vond hij daarin een hoop asch, waarin hij weldra menschelijke overblijfselen meende te her kennen. Inderdaad ontdekte men spoedig verkoolde beenderen en een deel van den schedel. Bij onderzoek bleek de man die 'snachts de wacht hield verdwenen te zijn; men vond zijn kleeren in het station. Blijk baar is de ongelukkige, de 23 jarige zoon van den stationschef, vermoord en vervolgens met de voeten vooruit in den brandenden vuurhaard van de locomotief gestopt. Een vroegere spoorwegwerker, Thomas, is reeds gevangen genomenmen schrijft de misdaad aan jaloezie toe. Niet minder dan 253 anarchisten zijn te Barceloua in voorloopige hechtenis, in verband met den bommenaanslag. Zestien van hen zitten in de kelders van het fort Monjuich opgesloten, in strenge afzondering, zoodat zelfs hun advocaat niet bij hen mag komen. Op de schildwacht voor het fort Monjuich bij Barcelona, waar de voornaamsten der gevangen anarchisten zijn opgesloten, is tot tweemalen een schot gelost. Men heeft bevonden, dat de telephoonka- bel welke het fort met de stad verbond, is doorgesneden. Op grond daarvan vreest men, dat een gewelddadigde poging tot bevrijding van de gevangen anarchisten wordt beraamd. Het Russische keizerpaar zal te Gorlitz in het „Standehaus", het hoofdkwartier van den Duitschen keizer, logeeren. De berichten over den onguustigen toestand van Bismarck's gezondheid blijken onjuist. Bismarck gevoelt zich zeer wel, hij is vroolijk en wandelt Yeel. H:j denkt er zelfs over zijn rijtoeren weder te gaan on dernemen. De Hamburger Nachrichten, die het weten kan, meldt het. Te Weenen zal de ontvangst van het Russische keizerpaar schitterend wezen. Reeds werkt men druk iu het paleis, in het kasteel ran Linz en in de straten van de hoofd stad. Op den 27eu Adgustus zullen de gas ten te VVeenen aankomen, waar de keizer en de keizerin met alle aartshertogen en aartshertoginnen hen zullen opwachten. Van Weenen gaan de czaar en zijn gema lin naar Rusland terug en vervolgen daarna hun reis. Het eerste naar Breslau. De czaar heeft aan het Nationale Hongaar- sche museum het zwaard van prins Georges Rakozy, dat zich nu op de Millenniumten toonstelling bevindt, ten geschenke gegeven. De koning van Hongarije heeft zijn minister van buitenlandsche zaken opgedragen den czaar voor dit geschenk zijn besten dank aan te bieden. Anarchisten te Rome hebben Zondag, den jaardag van de terechtstelling van Caserio, een demonstratie gehouden en de muren der li■El'llLlllL'l1 kon mij niet van den slechten weg afhouden. Ik, die zooveel geleden heb, ontbering gekend en zelfs honger gevoeld heb, liet mij door de u toegestane weelde verblinden. Ik wierp mij op het genoegen, als een dronkaard op den drank, die er lang van beroofd was. Raoul sprak zoo overtuigend en meesleepend, dat mevrouw Fauvel er niet aan dacht hem in de rede te vallen. Zij luisterde angstig en durfde niets te vragen. Raoul ging voort: Ja, ik ben een dwaas geweest; het geluk is langs mij heen gegaan en ik heb de hand niet uitgestrekt, om het te grijpen. Ik heb de werkelijkheid terug- gestooten, om een hersenschim na te jagen. Ik, die alles had moeten doen, om uwe goedheid te vergelden, heb u de wreedste slagen toegebracht, u verdriet aangedaan en diep ongelukkig ge maakt. Bij u was het geluk, ik zie dit helaas te laat in. Hij zweeg, als verpletterde die bekentenis hem en baadde in tranen. Het is nooit te laat, zich te bekeeren, zei mevrouw Fauvel zachtjes. O, als dat kon, riep Raoul, maar neen, dat kan niet, het is te laat. Hoe lang zouden die goede voornemens duren? Hoe vaak nam ik mij voor, mijn eigen eer te bewaren. Helaas, waartoe heeft dat tijdelijk be rouw geleid Bij de eerste gelegenheid de beste vergat ik mijn beloften en eeden. U houdt mij voor een man, ik ben slechts een lafhartig kind, dat niet sterk genoeg is zijn zwakheden en zijn wil te beheerschen. Ik koester altijd de beste voornemens ter we reld en mijne daden zijn die van een booswicht. De wanverhouding tusschen mijn positie en mijn verlangen is te groot, ik kan daar niet in berusten. Wie weet, waar mijn karakter mij nog toe zal brengen en wanhopig voegde hij er nog aan toe: Maar ik zal recht weten te verkrijgen. Mevrouw Fauvel was te opgewonden, om dien verwarden gedachtenloop van Raoul te kunnen volgen en zei Spreek duidelijk. Verklaar u. Zeg de waarheid, ik kan alles hooren. Hij scheen te aarzelen, als vreesde hij voor de uitwerking zijner woorden en sprak eindelijk op doffen toou Ik ben verloren. Verloren Ja, ik heb niets meer te verwachten, noch stad op verschillende plaatsen met optuiende manifesten beplakt. Verscheidenen hunner zijn in hechtenis en de tot verspreiding be stemde papieren in beslag genomen. WAALWIJK, 20 Aug. 1896. Raadsvergadering. De gisterenavond ten 7 ure, onder voor zitterschap van den burgemeestergehouden openbare vergadering van den gemeenteraad, werd niet bijgewoond door de leden Van Schijndel en Van Dooren. De rekening over 1895 werd door B. en W. den raad aangebodeu en gesteld in handen eener commissie van onderzoektot leden waarvan achtereenvolgens gekozen werden de heeren Quirijns, Timmermans vanTureu- hout en Gragtmans. Op de voordracht voor het college van zetters werden geplaatst Vacature Baijens le candidaat, Baijens; 2e Verbunt. Vacature Gragtmans: le candidaat, Gragtmans; 2e Van Tilburg. De raad besloot verder tot verlenging der overeenkomst vormende deu „Veekring Waal wijk" en wel onder de bestaande voorwaarden, behoudens dat het contract nu wordt aange gaan voor 12 jaar. Een paar wijzigingen op de begrooting voor 1896 werden goedgekeurd. Mededeeling werd gedaan van 1. Vaststelling der gemeenterekening over 1894 door gedeputeerde staten in ontvangst op t 69395.29 in uitgaaf op f 65263.73 Batig slot f 4131.56 2. Idem van het kohier van den hoofde- lijken omslag voor 1896 tot een bedrag van f 5848.20V2- De heer Mombers vestigde de aandacht van burgemeester en wethouders op de oost zijde der haven waar tengevolge van het leggen der tramrails punten zijn, die gevaar kunnen opleveren. De voorzitter heeft den architect er over gesproken. De maatschappij meende dat de gemeente dit moest in orde maken, maar t is de zaak der maatschappij; dit is geantwoord. De voorzitter zal aandringen op spoedig herstel. De heer Verbunt verzocht het dagelijksch bestuur aan te dringen op spoedige uitdieping van het havenije te Drongelen. Thans nadert het seizoen der drukke veemarkten en zullen de veebooten gaan komen, 't Is dus zaak dat die toegezegde uitdieping plaats hebbe. De voorzitter zegt maatregelen 'oe indien geest. De heer Gragtmans bracht ter sprake den ougunstigen dag, waarop dit jaar de najaars paardenmarkt (premiemarkl) invalt en de mogelijkheid om daarin verandering te breu- Sen' Voor dit jaar bestaat hierop geen kans en volgend jaar valt ze op Vrijdag. Hiermede was de vergadering afgeloopen. Teiitoonstelliüg schoenmakerij. Men schrijft uit 's Gravenhage van Maandag: Een voorloopig kijkje op demorgenmid dag in het Casinogebouw, te openen ten toonstelling betrekkelijk het schoenmakersvak, tot bijwoning van welke de ministers van waterstaat en van binnenlandsche zakeu benevens burgemeester en wethouders en enkele andere autoriteiten zijn uitgenoodigd, te hopen. Ik ben onteerd, door mijn eigenschuld onteerd. Raoul? Ja, het is zoo. Maar vrees niets, ik zal den naam, dien u mij gegeven hebt, niet door het slijk sleuren. Ik zal ten minste dien moed heb ben, mijn schande niet te overleven. O, beklaag mij niet ik behoor tot hen, die door het noodlot vervolgd worden, en een schuilplaats bij den dood zoeken. Ik ben een ongelukkig wezen. Uw leven had ik bedorven, vergald. Ondankbare! heb ik u ooit iets verweten? Neen, nooit. Ec ik zal ook sterven, terwijl mijn lippen uw naam zegenen. Gij sterven, Raoul? Het moet. De eer beveelt, mijn wil en ge weten veroordeelen mij. Een uur geleden, had mevrouw Fauvel niet geaarzeld te zweren, dat Raoul haar alles had doen lijden, wat een vrouw verdragen kan en nu bracht hij haar een nieuwe wonde toe, dieper dan alle andere, die in vergelijking daarmee niets waren. Wat hebt gij toch gedaan stamelde zij. Men heeft mij geld toevertrouwd, ik heb gespeeld en verloren. Is het een groote som Neen, maar u eoch ik zouden haar weten te vinden. Heb ik u niet alles ontnomen Hebt u mij uw laatste sieraad niet gegeven? Mijnheer de Clameran is rijk, hij heeft zijn vermogen te mijner beschikking gesteld, ik zal iu laten spannen en naar hem toegaan. Mijnheer de Clameran is voor acht dagen afwezig en van avond ben ik verloren of gered. Ja, ik heb alles overwogen, alvoiens te besluiten. Op twintig jarigen leeftijd .hecht men nog aan het leven, hij trok een pis.ool uit zijn zak en voegde er treurig aan toedat brengt alles in orde. Mevrouw Fauvel was te veel buiten zichzelf, om in die bedreigingen slechts een laatste hulp middel te zien: zij vergat het verleden, dacht niet aan de toekomst, maar alleen aan het tegenwoor dige zij zag slechts een zaak, dat Raoul zich zou dooden en dat zij hem niet redden kon. Ik wil dat gij wacht, zei zij. Anaré zal weldra tehuiskomen, ik zal hem zeggen, wat ik noodig heb. Hoeveel was u toe vertrouwd? Wordt vervolgd.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 2