Nummer 74. Zondag 13 September 1896. 193 Jaargang
Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen,
De Bankiersvrouw.
ANTOON TIELEN,
Staatkundig overzicht.
FEUILLETON.
BUITENLAND.
Belgie.
UITGEVER:
Waalwijk.
■tBBBO)M*nr.nr»i<on watriii iwr:.'?
De Echo van het Zuiden,
Waalwijlïsclie en Langslraatscbe Courant
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonneraentsp rijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën *1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2raaal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De berichten uit Kanea blijven gunstig
luiden al de leiders der revolutionaire be
weging te Vamos saamgekomen, hebben hun
tevredenheid betuigd over de hervorming en
wat meer is hebben zich volkomen
bereid verklaard zich te onderwerpen aan
het nieuwe regime en alle vijandelijkheden
te staken. Nu hebben de gezanten Abdul-
Hamid bij collectieve nota uitgenoodigd on
verwijld een nieuwen gouverneur-generaal
te benoemen, opdat de leening kan worden
uitgeschreven, 't Gaat voor dezen post tus-
schen Georgi pacha. den tegenwoordigen
titularis en Karatheodori pacha, den ex-gou
verneur. Een verblijdend en werkelijk gerust
stellend symptoom is de repatrieering der
refugiés op groote schaal het Kretische
comité te Athene heeft er een aantal schepen
voor gehuurd, terwijl de Grieksche officieren,
die den revolutiemannen te hulp waren gesneld,
ook van plan zijn terug te keeren.
Het een zoowel als het ander kan wel
gelden als bewijs voor de geringe beteekenis
van het protest der mahomedanen tegen de
concessies het verlangen naar vrede en
rust is we! even sterk aan beide zijden.
Dat de Porte geldgebnek heeft, blijkt uit
de offervaardigheid vis vis Frankrijk, Italië
en Oostenrijk zij wil artikel 3 van het
handelsverdrag met Frankrijk laten vallen,
waarbij zij zichzelve het recht verzekert de
vreemdelingen tegenover den fiscus op gelijken
voet te stellen als de Turken. Komt 't met
deze onderhandelingen tot het gewenschte
resultaat, dan zou de Porte wel een millioen
of vijf kunnen loskrijgen door de verpachting
der monopoliën.
Woensdag zijn in Oostenrijksch Sifezie de
Lauddagverkiezingen begonnen de overige
kroonlanden Boven - en Neder - Oostenrijk,
MoravieStiermarkenenz. zullen weldra
volgen. Dr. Lueger gesteund door vorst
Liechtenstein, dr. Ebenhoch, c. s. trekt aller-
63
Genoeg zei hij genoeg. Ge zijt te eerlijk
kameraad. Als ge niet in staat zijt zelf iets
ernstigs voor uw redding te doen, laat hen dan
tenminste handelen die voor ti werken zonder
hen lastig te vollen. Gelooft ge niet dat ge reeds
genoeg gedaan hebt om het mij lastig te maken?
Na die les gegeven te hebben, keerde hij zich
tot Nina en zei op veel zachteren toonStoor
u niet aan hem, kind. Wat hebt ge vernomen?
Mijnheer niets zekers, wat mij erg spijt.
En ge spraakt zooever. Yan een ernstige
gebeurtenis
Dat wil zeggen, mijnheer, zei Nina ont
moedigd, dat ik iets raad, iets vermoed, wat,
kan ik niet duidelijk zeggen.
Misschien is het slechts een belachelijk voor
gevoel dat mij alles verdacht doet schijnen. Het
lijkt mij dat het ongeluk in huis is, dat wij
voor een uitbarsting staan. Het is onmogelijk
iels uit mevrouw Fauvel te krijgen; zij lijkt een
lichaam zonder ziel, ik zou zweren dat zij me
juffrouw Madeleine wantrouwt en zich voor haur
verbergt.
En de heer Fauvel
Juist over hem wil ik u spreken mijnheer.
Er is gisteren iets met hem gebeurd; hij is niet
meer dezelfde. Hij loopt heen en weer en zit
geen oogenblik stil, alsof hij gek wordt. Zijn
stem is zoo veranderd dat juffrouw Madeleine
mij zeide het opgemerkt te hebben en ook de
heer Lucien heeft het gehoord. Hij die zoo goed
en geduldig was, is nu op eens driftig, ruw en
zenuwachtig geworden. Hij doet juist als iemand
die op het punt staat, iu woede uit te barsten,
en zich met moeite beheerscht. Zijn oogen hebben
een onbepaalde vreemde uitdrukking, die vree-
selijk wordt, als hij naar mevrouw ziet. Gisteren
avond is hijzoodra de markies de Clameran
binnenkwam, de kamer uitgegaan, zeggende, dat
hij te werken had.
Een zegevierende uitroep van den heer Ver-
duret viel Nina in de rede.
wegen ten strijde tegen de liberalen en af
gescheiden progessisten, aan wier zijde zich
bijna overal de nationaal liberalen hebben
geschaard. In Moravie, Silezie en Stiermarken
zijn de Jong Czechen en Slovenen verbonden
aan de clericaleu.
Horanszkypresident van de club der
Hongaarsche rationale partij, waarvan Apponyi
de leider is, heeft voor ïijn kiezers te Sessi
een belangrijke redevoering gehouden. Ho
ranszky liet zich afkeurend uit over hetkabinet-
Banffy en de liberalen, doch spaarde ook de
Katholieke volkspartij der graven Zichy en
Esterhazy niet.
Onder de motieven, welke aanleiding gegeven
hebben tot verwerpen in de 3e lezing van
het Italiaansch-Braziliaansche protokol door
het congres van Brazilië, werd ook de om
standigheid genoemd, dat in het protokol ook
eischen tot schadeloosstelling waren opgeno
men voor eenige Italianen, die als anarchisten
uit Brazilië verwijderd zijn. De ware reden
zal echter wel te zoeken zijn in de agitatie
der Nativisten en Fazenderos.
De Spaansche ministerraad heeft beraad
slaagd over een wet tot tegengaan van de
anarchie en de vorming van een bijzonder
politiecorps. De minister van marine verklaar
de dat er 35 millioen pesetas noodig waren
tot dekking der uitgaven voor Cuba in de
maand September.
Een particulier telegram uit Manilla meldt,
dat de opstandelingen zich voor de Spaanscde
troepen in het binnenland teruggetrokken en
op hun doortocht de huizen in brand gestoken
hadden.
De Freie Presse verklaart, dat er omtrent
een opvolger voor vorst Lobanow nog niets
beslist is. Het gerucht, dat graaf Kapnitz den
czaar naar Frankrijk zou vergezellen is onjuist
en komt voort uit de omstandigheid
dat de gezant deze week met zijn familie een
reis naar Biaritz zal maken. Men weet niet,
Hij straalde van genoegen en riep tot Prosper:
Welnu, wat heb ik u voorspeld?
Het is zeker mijnheer.
Die ongelukkige vertrouwt zich zelf niet,
dat heb ik wel voorzien. Nu zoekt hij bewijzen
toi staving van uw brief en hij moet die reeds
hebben. Waren de dames gistere'n uit?
Ja, een gedeelte van den namiddag.
En wat heeft de heer Fauvel in dien tijd
gedaan
Hij is alleen gebleven, de dames hadden mij
meegenomen.
Nu is er geen twijfel meer mogelijk. Hij
heeft gezocht en beslist bewijzen van uw brief
gevonden. O, Prosper, ongelukkige jongeling, uw
anonieme brief heeft veel kwaad gesticht.
Die uitroep deed opeens een licht bij Nina
opgaan, want zij riep uit: Nu ben ik er, de
heer Fauvel weet zeker alles.
Dat wil zeggen, dat hij alles denkt te weten,
en dat datgene, wat hij vernomen heeft, nog
veel erger is dan de waarheid.
Nu begrijp ik ook het bevel dat de heer
Cavaillon opgevangen heeft.
Welk bevel?
Hij beweert, dat hij de heer Fauvel aan zijn
kamerdienaar, Evariste heeft hooren zeggen, hem
en hem alleen alle brieven te geven, waar zij
ook van daan komen en welk adres er op staat.
Nu zal alles ontdekt worden, zei Prosper,
door een onbegrijpelijk eigenbelang gedreven,
en het is het best alles te bekennen.
Wederom legde de heer Yerduret door een
strengen blik het zwijgen op.
Wanneer zegt Cavaillon dat bevel gehoord
te hebben
Gisteren middag.
Dat vreesde ik, riep de heer Verduret uit,
nu is zijn plan gemaakt, en wil hij zich zeker
wreken. Zullen wij nu nog bijtijds komen, om
dat plan te verijdelen. Zou het nog mogelijk zijn,
hem een blinddoek te kunnen voorbinden en
hem aan de onwaarheid van dien brief te laten
gelooven
Hij zweeg, de wel vergefelijke dwaasheid van
Prosper wierp het zoo eenvoudige plan induigen,
dat hij had willen volgen en nn dacht hij aan
een redmiddel.
Ik dank u voor uw inlichtingen kind, zei
hij tot Nina, ik zal u nog een raad geven, want
of hij de Parijsche feesten zal bijwonen.
Het trof al zeer merkwaardig, dat op een
dag, Woensdagtwee der Scandinavische
hoofd- en havensteden, Kopenhagen en Chris
tiania, zoo hoog bezoek kregen. Den Denen
voerde de „Poolster" den Russischen Czar
en de Czarina als gasten toe, en den blijden
Noren bracht de „Fram" hnn Dr. Nansen en
diens wakkere kameraden weder.
Omstreeks 12 uur 's middags kwam de
„Poolster" voor Kopenhagen.
Aan den landingssteiger stonden de koning
(in de uniform van het Preobraschertsky-
regiment), de koningin, de kroonprins (even
eens in Russische uniform), de kroonprinses,
de prinses van Wales en andere vorstelijke
personen.
Na eenige ceremoniën reed men naar het
slot Bernsdorfï, een omweg nemend door de
versierde hoofdstraten der stad, welke vol
menschen warendie het gezelschap met
geestdrift toejuichten.
Maar niets is dit geweest, vergeleken bij
de geestvervoeringwaarmede Nansen cn
de mannen van de „Fram" te Christiania
zijn binnengehaald.
Zeventig bijna overvolle stoombooten met
belangstellenden waren het Noordpoolsehip
tegemoet gevaren, dat, door twintig andere
schepen begeleid, weldra het Christiania-fjörd
binnenvoer.
Op alle uitzichtspunten langs de ijörds
stond eene dichte menschenmenigte, waaruit
jubelende begroetings- en welkomstkreten der
„Fram" tegenklonken.
Het was schrijft een ooggetuige een
onvergetelijk schouwspeldie beide vloten
elkander daar te zien ontmoeten.
De »Fram" ging aan de Pigervike-kade
voor anker, waar zij, door oorlogsschepen,
stoombooten en allerlei Soort van vaartuigen
omringd, met kanonschoten en allerlei mu
ziek werd begroet.
Tusschen eene dubbele rij van zeilbooten
door roeide de bemanning der »Fram" naar
land, en toen Nansen aan wal stapte, steeg
1 1 -1
stilzitten is nu het gevaarlijkste, wat wij doen
kunnen. Verraad u dus niet, wees voorzichtig
en zend mij bij het minste voorval bericht.
Maar Nina vertrok nog niet en vroeg geheel
zacht: En Caldas, mijnheer?
Dat was de derde maal in veertien dagen, dat
Prosper dien naam hoorde noemen.
De eerste keer was in de gangen van het
politie bureau geweest, daar had een nette heer
van middelbaren leeftijd hem dien naam in het
oor gefluisterd, en hem hulp en bescherming be
loofd. Een andermaal had de rechter van instructie
hem genoemd, en wel in verband met Nina, en
nu sprak deze hem zelf uit.
Hij had naar dien naam gezocht, onder alle
personen, die hij gekend en weer vergeten had,
en het scheen, dat hij met een ernstig voorval
uit zijn leven in betrekking stond, maar met
welk
Mijnheer Verduret, die meestal zoo kalme man,
schrok even bij die vraag van Nina, en zei
Ik heb u beloofd, dat ge hem weer vinden zult.
Ik zal mijn belofte houden. Tot weerziens.
Het was twaalf uur en mijnheer Verduret voelde
zijn maag jeuken. Hij riep mevrouw Fauverlot,
de machtige vorstin van het hotel en deze had
weldra voor het raam een tafeitje gedekt, waaraan
Prosper en zijn beschermer plaats namen.
Maar, noch een met innige liefde bereid maal,
noch de beste oesters van Ostende of de uitste
kende wijnen hadden mijnheer Verduret kunnen
afleiden.
Op alle vragen van Prosper antwoordde hij
slechts: stil, laat mij met rust. Voor het eerst
sinds liij hem kende, ontdekte de kassier op zijn
gelaat sporen van onrust en aarzeling en de uit
roepen en brokken van zinnen, die hij opving,
verraadden de onzekerheid waarin de dikke heer
verkeerde.
Prosper's nieuwsgierigheid en angst verdubbel
den iedere minuut eindelijk waagde hij te vragen:
Ik heb u wel in groote verlegenheid ge
bracht niet waar, mijnheer?
Ja, antwoordde mijnheer Verduret, groot is
het woord. Wat te doen? De gebeurtenissen ver
haasten of afwachten? En ik ben nog al door
heilige beloften gebonden 1 Ik kom er niet meer
zonder een rechter van instructie, ik moet hem
hulp vragen. Ga met mij mee op weg.
een gejubel vol geestdrift opwaarts.
Toen deze eenigermate getemperd was,
stemde de muziek een gewijd lied, een psalm
aan, welke allen met ontbloote hoofden
aanhoorden. Daarop werd een vaderlandsch
lied aangeheven, en daarna bestegen Nansen
en de zijnen de rijtuigen, die hen naar het
Koninklijk paleis zouden brengen.
Dat werd een ware triomftocht.
Toen men voor de Universiteit was geko
men, trad de Hoogleeraar Schiatz naar voren
om Nansen voor zijn onvermoeiden, stillen
onderzoeksarbeid te danken. Aan zijn beleid,
geestkracht en wetenschappelijk inzicht, zeide
de Hoogleeraar, was men oneindig veel ver
plicht.
Zichtbaar geroerd dankte Nansen met het
eenvoudig woord, dat hij zich als een voor
post voor de Noorweegsche wetenschap had
beschouwd.
Hierna reed men verder paleiswaarts, waar
de begroetings-ontvangst hare bekroning en
haar einde vond.
«jüöC.'WivirwacswioDa
Een oorrespondent van Ostende schrijft
aan het Journal de Liége een artikel over
het brutale spelen, dat men aldaar in de
besloten club van de Kurzaal doet
„Te Monte Carlo is de hoogste inzet 9
Napoleons op het nummer der roulette. Hier
gaat men tot 300 franks, en men heeft uit
gerekend dat één enkele coup ongeveer
200,000 fr. winst kan opbrengen.
„Op de trente et quarante is het maximum
12,000 fr., maar meestal laten de croupiers
een bijvoegsel toe vau 6000 fr., en dikwijls
gaat men tot 25,000 fr. te wagen op ééuen
coup.
„Men moet er bijvoegen dat men te Monte
Carlo speelt met goud; te Ostende neemt
men jetons aan, wier waarde 6000 Ir. be
loopt, en zekere personen, bij de Bank bekend,
hebben nog een bijna onbeperkt krediet.
II WWt)
XVHI.
Zooals gamakkeijk te voorzien was en mijn
heer Verduret gezegd had, was het effect van
den anoniemen brief van Prosper vreeselijk ge
weest. Mijnheer André Fauvel had zich als ge
woonlijk naar zijn kantoor begevenom zijn
dagelijksche correspondentie te lezen.
Hij had reeds een dozijn enveloppen geopend
en evenveel mededeelingen of aanbiedingen ge
lezen, toen het ongelukkige epistel hem in handen
kwam.
Het adres viel hem al dadelijk op. Klaarblij
kelijk was liet handschrift verdraaid en hoewel
hij er als millionair aan gewend was, een me
nigte verzoekschriften of anonieme beleedigingen
te ontvangen, viel die bijzonderheid hem toch op
en het zou kinderachtig zijn, voorgevoelens
te ontkennen schrok hij er van. Met bevende
vingers, zeker dat hij een ongeluk zou vernemen,
opende hij het couvert, ontvouwde het grove
koffiehuispapier, en las Mijnheer, U hebt uw
kassier aan de justitie overgeleverd, u hebt daar
goed aangedaan, daar u van zijn ontrouw waart
overtuigd. Maar als hij die 350,000 francs uit uw
kas nam, was hij het dan ook die de diamanten
uwer echtgenoote heeft gestolen enz. enz.
Dat was als een donderslag voor dien man,
wien alles altijd voor den wind was gegaan en
die, als hij zijn geheele leven naging, geen traan
kon vinden, dien hij om een werkelijk ongeluk
.had-
""Hoe
Hoe? Zijn vrouw bedroog hem en had zij
'daartoe onder allen den man moeten kiezen, die
zoo slecht was, dat hij zich van haar diamanten
had weten meester te maken en die zijn afkomst
zoo misbruikt had, dat hij haar er toe had kun
nen bewegen, zich aan een diefstal medeplichtig
te maken, die een onschuldige ten gronde richt
te.
Want dat alles toch duidde die anonieme brief
toch aan.
Mijnheer Fauvel was eerst verdooldzdoals
een ongelukkige, die op een oogenblik dat hij
het minst verwacht, een vuistslag op het hoofd
krijgt.
Hij kon zijn gedachten niet verzamelen en de
ze dwarrelden dooreen, als de bladeren van de
boomen bij een herfststorm.
Wordt vervolgd.