Spanje.
Duitschland.
Zwitserland.
Oostenrijk-Hongarije.
Italië.
Bulgarije.
BINNENLAND.
i
men hem het gezelschap zijner vrouw gunde,
terwijl iu Le Jour door zekeren Adolphe
Possier wordt aangekondigd, dat hij eerlang
de resultaten zal bekend maken van eeu door
hem in deze zaak ingesteld onderzoek, waar
uit wel is waar niet de onschuld vau Dreyfus
blijkt, maar wel, dat de beschuldiging tegen
hem nooit bewezen werd.
Dat is het juist, waarop de lieden, die altijd
hebben volgehouden hoe onwaarschijnlijk het
was, dat een schatrijk en bijzonder gelukkig
getrouwd manzonder eenigerlei kostbare
liefhebberij, tot zulk en daad zou vervallen
zijn, steeds getamboureerd hebben, maar
de verraad-schreeuwers waren altijd en zijn
nog steeds zoo luidruchtig, dat de anderen
zich nauwelijks gehoor hebben kunnen ver
schaffen.
Andermaal heefc een Amerikaansch schip,
de Three Friends, eene expeditie van vrij
buiters op Cuba aan wal gezet, al de vijfde,
welke sedert president Cleveland's bekeud
neutraliteits-manifest derwaarts werd over
gebracht.
Voorts wordt uit Havana gemeld, dat de
rebellen een twaalftal melkboeren ophiugen,
die zich stadwaarts begaven. Het vergrijp
dezer ongelukkigen heeft hoogstwaarschijnlijk
slechts hierin bestaan dat zij, tegen het
verbod der opstandelingen in, levensmiddelen
vervoerden.
Deze beide ongunstige berichten evenwel
beteekenen weinig, wanneer bevestigd wordt
wat men uit Havana meldt, namelijk dat de
Spaansche overheid het organisatie-plan der
revolutionnaire partij op het eiland heett in
handen gekregen. Op bijna al de leiders zou
de hand zijn gelegd.
Van de Philippijnen komt bericht, dat alle
hoofden der oproerige beweging in Nueva
Ekisa zijn ter dood gebracht.
Toen de keizerlijke trein Zaterdag bij het
station Lobau stilhield en de Duitsche keizer
juist afscheid had genomen van koning Albert
van Sakseu eD ingestapt was, liep de sneltrein
uit Dresden op de tweede locomotief van
den keizerlijken trein. Noch de keizer, noch
een der overige passagiers hebben eenig letsel
bekomen; de keizerlijke trein is alleen met
40 minuten vertraging vertrokken. De oorzaak
van het ongeval is nog niet opgehelderd.
Toen de keizer, na door een gelukkig
toeval voor een spoorwegongeluk bewaard te
zijn gebleven te Klitschdorf aankwam om er
te jagen, moest men hem mededeelen, dat in
den afgeloopen nacht kwaadwilligen de om
rastering van het hertenperk verbroken had
den, zoodat de daar opgesloten herten ont
snapt waren.
De aanlegsteiger te Btlsingen is ingestort
op het oogenblik dat er een stoomboot van
Konstanz aankwam. Vijf en veertig personen
vielen in den Rijn. Er verdronken er drie,
maar het is nog niet zeker dat het er niet
meer geweest zijn.
Uit Pest wordt berichtdat op een der
gewichtigste punten van de IJzeren Poort
door onbekende daders 15 kisten, elk met "25
pond dynamiet ontvreemd zijn. Het geval
Verdoofd, bedwelmd en radeloos liet hij zich
in een fauteuil neervallen. Tranen rolden langs
zijn wangen, nu en dan zuchtte hij diep. Zijn
leven was gebroken.
In een oogenblik vervloog zijn gel&k, zijn toe
komst, die hij twintig jaar met zooveel zorg
voorbereid had, en die liij veilig voor alle grillen
van het noodlot geacht had, in duigen.
Uiterlijk was er niets in zijn bestaan veranderd
financieel had hij geen schade geleden, de voor
werpen rondom bleven dezelfden en zagen er
eender uit, maar toch had er eene verandering
bij hem plaats gegrepen, sprekender dan de
overgang tusschen aag en nacht.
Hoe! Valentine, het reine en zoo teer beminde
jonge meisje van vroeger, dat hij ten koste van
een deel van zijn vermogen had moeten koopen,
Valentine, die vrouw, welke hem steeds dier
baarder was gewordeu. naarmate zij te zamen
ouder waren geworden, die onvergelijkelijke
echgenoote verraadde hem.
Zij bedroog hem zij, de moeder van zijn
zonen. Vooral die laatste gedachte vervulde hem
met afkeer.
Zijn zonen, o spot! Waren het de zijnen wel
Als zij hem nu bedroog nu haar haren reeds
grijs werden, wie stond hem er dan voor in dat
zij het ook vroeger niet had gedaan?
Niet alleen leed hij onder het tegenwoordige
maar evenzeer in het verleden, zijn twintigjarig
geluk moest hij met eenige ontzettende minuten
betalen; bij de gedachte san sommige intieme ge
noegens werd hij door hevigen toorn meegesleept
zooals iemand, die plotseling verneemt, dat ae
heerlijke wijn dien hij dronk met vergif vermengd
was.
Zijn vertrouwen was geschokt en verdwenen.
Al zijn hoop, al zijne droomen lagen vroeger in
de gedachte aan zijn vrouw. Nu hij ontdekte, dat
zij zooals hij dacht, zijner onwaardig was, zag
hij zijn geluk in rook opgaan en vroeg hij zich
af waartoe hij nog langer moest leven.
Die toestand van krachteloosheid duurde echter
slechts korthet vuur zijner woede droogde
weldra zijn tranen en hij stond door wraakzucht
gesterkt op met het voornemen, zijn verlorén ge
luk duur te laten betalen.
Hij begreep echter, dat hij zich alleen op de
afwezigheid uer diamanten niet aan zijn wraak
zucht kon overgeven.
heeft groote ontsteltenis in de streek teweeg
gebracht.
Het zal nog heel wat voeten in de aard
hebben, eer alles voor het huwelijk van den
Italiaanschen kroonprins met zijn schoone
Helena van Montenegro geschikt en in orde
is.
Eerstens moet de overgang der prinses tot
de katholieke kerk plaats hebben. Haar vader
verlangt, dat zij het land zal verlaten nog
tot de Grieksche kerk behoorend, en haar
aanstaande schoonvader, koning Umbcrto, is
er op gesteld, dat zij als katholieke in Italië
zal komen. Waar moet derhalve de overgang
plaats hebben Onderweg op het schip
Dan is erde kerkelijke voltrekking van
het huwelijk te Rome. Zal het Vaticaan aan
de geestelijkheid vergunnen hare diensten
daarbij te verleenen en een der kerken af te
staan? Te Monza of te Milaan zou het wat
anders wezen, maar te Rome Toch dient
het huwelijk, zal het de noodige plechtigheid
hebben, in de hoofdstad te worden voltrokken.
Om al te groote ergernis te voorkomen
zou de Paus naar uit Rome aan de Neue
Freie Presse gemeld wordt een der groote
kerken willen afslaan. Maar geen der Ro-
meiusche basilieken zal het wezen, en aan
geen der kardinalen zal de voltrekking der
plechtigheid worden veroorloofd.
Het proces tegen de vermoedelijke moor
denaars van den Bulgaarscheu. staatsman
Stambouloftdat nu al langer dan een jaar
wordt voorbereid zal in October voor het
gerechtshof te Sofia worden behandeld.
De voornaamste beschuldigden zijn Ge-
orgieff, gewezen secretaris van majoor Panitza.
Tafektchief en Atzof, de koetsier, die Stam-
bouloffs rijtuig bestuurde, toen hij werd ver
moord. De overige beschuldigden, Halju
Stafref eu Zvvethof, zijn voortvluchtig.
Ruim honderd getuigen zijn opgeroepen,
onder welke Petkof, de vertrouwde vriend
van Stambouloff, Grekoi, het tegenwoordige
hoofd der Stamboulovisten, en misschien cok
Natchevitch, die als Stambouloff's ergste vij
and werd beschouwd.
WAALWIJK, 16 Sept. 1396.
In de laatste vergadering van den ge
meenteraad is voorloopig vastgesteld de ge
meenterekening over 1895 thans nadert,
of is feitelijk reeds daar, het tijdstip, waarop
de begrooting van inkomsten en uitgaven
voor 1897 door burgemeester en wethouders
aan den raad behoort te worden aangeboden.
En, al is dit laatste nu nog niet geschied,
toch mag men veilig aannemen, dat het da-
gelijksch bestuur bezig is met de uiterste
zorg dit belangrijk deel der gemeentehuis-
houding saam te stellen, te meer omdat
Waalwijks financieele toestand nu niet zoo
bijzonder schitterend is en verscheidene zaken
dringend voorziening eischen.
Wij zullen niet spreken van enkele desi
derata, door den voorzitter in de openbare
vergadering van 2 Juli 1895 opgenoemd,
noch van de kioskdoor de gansche ge
meente gewensclit, noch van een verbetering
der haven, welker hoog noodzakelijkheid vrij
Gelukkig kon hij zich zonder veel moeite nog
andere bewijzen verschaffen.
Om te beginnen riep hij zijn kamerdienaar en
beval hem alle brieven', die kwamen, zonder
uitzondering aan hem zelf te geven. Daarna zond
hij aan zijn correspondent te Saint-Remy, een
notaris, een gedetailleerd telegram waarin hij ou\
nauwkeurige inlichtingen omtrent de familie La-
gors in het algemeen en vau Raoul in het bij
zonder verzocht.
Daarop volgde hij de aanwijzing van den ano-
niemen brief en liep naar het bureau van politie
in de hoop, daar iets naders van Clameran te
kunnen vernemen.
Maar de politie is, gelukkig voor vele men-
schen, even zwijgend als het graf. Zij houdt haar
geheimen voor zichzelf, als een gierigaard zijn
schatten en er is een bevel van het parket noo-
dig, om die groene boeken te laten spreken,
welke in een afzonderlijke kast bewaard worden.
Men vroeg beleefd aan mijnheer F uvel, welke
redenen hem aanleiding gaven, naar het verleden
vari een Fransch burger te informeeren, en daar
hij deze niet eens wilde zeggen, verwees men hem
naar den procureur-generaal.
Van dat aanbod kon hij echter geen gebruik
maken hij had gezworen, dat het geheim van
zijn ongeluk onder de drie belanghebbenden
zou blijven; doodelijk beleedigd, wilde hij alleen
rechter en beul zijn.
Nog ontstemder dan bij zijn vertrek keerde hij
dus naar huis terug, en vond als antwoord op
telegram het volgende draadbericht uit Saint-Remy.
De familie Lagors, luidde het, evenals men
aan mijnheer Verduret bericht had, verkeert in
staat van vervaliiieraard kent een mijnheer
Raoul, mevrouw de Lagors heeft slechts dochters,
enz. enz.
Dat bericht liet den beker overloopen. De ban
kier dacht nu de diepte van het bedrog zijner
vrouw in te zien. Hij zag er een geslepenheid
en huichelarij achter verborgen, die hem mis
schien nog meer griefde, dan de misdaad zelf.
De ellendigeriep hij haast krankzinnig
van smart en woede.
Om haar beminde gemakkelijker te kunnen
ontvangen en hem niet uit het oog te verliezen,
heeft zij het gewaagd, hem als een neef voor te
stellen, die nooit bestaan heelt. Zij heeft hem de
deuren mijns huizes geopend, en aan den familie-
wel door iedereen erkend wordt; we willen
voor lieden ons bepalen tot eene aangele
genheid, waarbij alle ingezetenen het grootste
belang hebbennamelijk de Brandweer.
In ons nummer van 14 November 1895
schreven wij
„Bij gelegenheid van den brand op 3 Oc -
toJer constateerden wij, dat er iets bij het
corps haperde; dat er geen orde heerschte
bij de bediening der spuiten, dat er materieel
een tijdlang zoek was dat samenwerking
geheel ontbreekt enz. Dit waren dingen, die
iedereen kon waarnemen; leden van het corps
opperbrandmeesters en brandmeesters erken
den dit volmondig en het hoofd der gemeente
heeft het even goed als anderen gezien, en,
als wij ons niet vergissen, op dat oogenblik
zich er over geërgerd. Wij durven daarom
gerust beweren, dat toen autoriteiten en par
ticulieren zonder ouderscheid overtuigd waren,
dat de toestand onzer brandweer dringend
voorziening vereischte.
Bij de behandeling der begrootiug nu hebben
wij vernomen
1°. Dat cr brandmeesters eervol zijn ont
slagen en andere benoemd
2°. Dat de Northonputten niet deugen
(iets wat reeds lang van algemeene bekend
heid was) en dat het gebrek aan water voor
de brandweer een punt van overweging uit
maakt bij het dag. bestuur.
Verder niets, dus al zeer weinig.
Goede gevolgen van het vervangen van
enkele brandmeesters door andere (meer dan
een jaar geleden N. B.) hebben we waarlijk
niet kunnen bespeuren, en dat het waterge
brek een punt van ovei weging uitmaakt bij
het dagelijksch bestuur is een schrale troost.
Overicegen, natuurlijk, moet voorafgaan, maar
dat moet geen weken en maanden duren.
Daden moeten we hebben doeltreffende
maatregelen want het geldt hier de veiligheid
van alle gemeentenaren en van hunne be
zittingen.
't Gaat niet aan de brandweer te willen
schoonwasschen, als personen, geen deel uit
makende van het collegie van burgemeester
en wethouders, zich veroorloven hun gevoelen
er over uit te spreken.
Aldus den waren stand van zaken te willen
verbloemen is struisvogelpolitiek, die wellicht
tot groote rampen zou kunner. aanleiding
geven.
En dan zoude de zedelijke verantwoorde
lijkheid zeker op het dagelijksch bestuur te
rugval en, maar intusschen zouden de ingeze
tenen, die door de nalatigheid van het college
materieels schade lijden,er toch de slachtoffers
van zijn."
Bijna een jaar is sedert verloopen en wat
is er gedaan tot verbetering? Voor zoover ons
bekend is.... niets. De nietdeugende Nor--
thonbuizen zijn gebleven en andere werken
tot wateraanvoer ten dienste der brandweer
zijn niet daargesteld.
Men kan nu wel zeggen, dat men water
kan nemen uit de Loint of uit de slooten
over den dijk, maar vooreerst is dit ver af en
dus moeilijk maar ten tweede is dit zoo
genaamde water in den regel zoo modder-
achtig, dat het niet bruikbaar is als alleen
om de spuiten te bederven. Gedurende de**
langdurige droogte van den afgeloopen zomer
heeft menigeen zich dan ook met angst af
gevraagd wat er zou moeten gebeuren, als er
eens een flinke brand in onze gemeente uit
brak de gevolgen zouden niet te overzien
zijn geweest. Enzooals hierboven reeds
gezegd isde zedelijke verantwoordelijk-
haard tusschen mij en mijn zoons laten plaats
nemen. Eu ik, dom eerlijk man, braaf echtge
noot hield van dien jongen, drukte hem de hand,
leende hem geld
Toen dacht hij, dat Raoul en zijn vrouw zich
bij hun rendez-vous over zijn blind vertrouwen
vroolijk hadden gemaakt en hoe meer hij erover
nadacht, des te meer leed de arme man.
De dood, de dood alleen kon zulke beleedigin-
gen straffen.
Maar het bewustzijn van zijn zekerheid en zijn
haat gaven hem kracht te huichelen en zich te
bedwingen. Nu is 't mijn beurt, hen te bedrie
gen, zei hij met zelfvoldoening.
Dien avor.d kon men niets bijzonders aan hem
bespeuren.
Bij het middageten schertsta hij als gewoonlijk,
maar toen hij tegen negen uur Clameran zag
binnenkomen, vluchtte hij, uit vrees, zich niet
langer te kunnen bedwingen en kwam pas laat
naar huis.
Den volgenden morgen plukte hij de vruchten
van zijn voorzorgsmaatregelen. Onder de brieven
van de middagpost vond hij een met het post
stempel Vesinetvoorzichtig opende hij het cou
vert en lab
*Lieve Tante
Het is noodzakelijk, dat ik U heden
spreek, ik verwacht L en zal U dan zeg
gen, welke redenen mij verhinderen, bij U
te komen.
Raoul-'
Nu heb ik ze in handen, riep mijnheer Fau-
vel, bevend van aandoening, en dadelijk daarna
nam hij een revolver uit een zijner laden en
probeerde of deze nog in orde was.
Hij dacht natuurlijk alleen te zijn maar toch
had hij een ooggetuige. Nina Gispy die uit den
aartsengel was terug gekomen loerde door het
sleutelgat en begreep alles.
Mijnheer Fauvel had de revolver op den schoor
steen neergelegd en maakte nu zorgvuldig den
brief toedaarna bracht hij hem aan den con
cierge, daar hij niet wilde dat zijn vrouw weten
zou dat het briefje van Raoul door zijn handen
was gegaan.
Hij bleef niet langer dan twee minuten weg,
maar door het gioote gevaar gedrongen, had
Nina tijd kuunen vinden de kamer bin
nen ie gaan en de kogels uit de revolver te
heid zou óp liet dagelijksch bestuur terug
vallen.
Daarom Caveant consules! dat ons dage
lijksch bestuur op zijne hoede zij en eindelijk
afdoende maatregelen voorstelle om aan den
onverantwoordelijken toestand eeu einde te
maken. Een goede gelegenheid hiertoe heeft
het bij 't opmaken der begrooting voor 't vol
gend jaar't is daarom dat wij zoo vrij zijn
deze zaak nog even in herinnering te bren
gen.
Ovatie.
De harmonie i'Espérauce bracht verleden
Zondag eene ovatie aan den heer Herman J.
A. Zeegers, naar aanleiding van zijne benoe
ming tot ridder der Portugeesche militaire
orde van de H. Maagd of van de Ontvan
genis van Villa Vigosa.
De liedertafel „Óeïening en Vermaak" die
den geridderde onder hare bestuursleden telt,
stelt zich voor te zijner eer Zondag a.s. op
Musis eene buitengewone matinée te geven,
waarop enkele uitgezochte nummers zullen
ten gehoore gebracht worden.
Verbetering haven.
Bij het gemeentebestuur is ingekomen een
door den daarmede belasten ingenieur opge
maakt plan tot verbetering der Waalwijksche
haven. De raadsleden zijn uitgeuoodigd er
kennis van te nemen.
Troonrede.
Hare majesteit de koningin regentes heeft
gisteren de zitting der kamers geopend met
de volgende troonrede
„Mijne Heeren
„Het is Mij aangenaam de Vertegenwoordi
gers van het Nederlandsche Volk wederom
ter behartiging van 's Lands belangen verga
derd te zien.
»De toestand van land en volk geeft in
menig opzicht aanleiding tot voldoening.
De betrekkingen tot de buitenlandsche
mogendheden zijn van den meest vriend-
schappelijken aard.
>Zee én landmacht gaan voort zich, zoowel
hier te lande als in de Ovtrseesche bezittingen,
op loffelijke wijze van hun plicht te kwijten.
„Ik breng hulde aan de voortvarendheid
en den moed van het Nerlandsch-Indisch
leger, dat, met krachtigen bijstand vau de
zeemacht, de afvallige hoofden in Atjeh de
macht onzer wapenen op gevoelige wijze doet
ondervinden. Met weemoed herdenk Ik de
offers, die daarvoor moesten worden gebracht.
„De oogst heeft, over het algemeen, de
goede verwachtingen, die daarvan gekoesterd
werden, niet teleurgesteld. In de uitkomsten
van het landbouwbedrijf kwam nog geene
gunstige wending, doch overigens is in on
derscheidene takken van handel en nijverheid
vooruitgang merkbaar.
Ook in dit zittingsjaar zal een inspannende
arbeid van U worden gevorderd.
„Verschillende belangrijke wetsontwerpen
zijn reeds bij U in behandeling. Andere
gewichtige voorstellenwaaronder die tot
nadere regeling der gemeente financien en tot
verplichte verzekering van werkliedeu tegen
de gevolgen van ongevallen, werden ingediend,
of zullen U eerlang bereiken.
De economische toestand onzer bezittingen
in Oosten YVestlndië kan, over het geheel,
gunstig worden genoemd.
„Op Uwen ijver en Uwe toewijding tot
volbrenging der veelomvattende taak, die op
U rust, blijf Ik bij voortduring staat maken.
Mogen Uwe werkzaumheden, onder God's
Zegen, strekken tot welzijn van ons dierbaar
Vaderland.
nemen.
Zoo dacht zij, nu is het gevaar voor het
eerste oogenblik tenminste afgewend en mijn
heer Verduret, dien ik door Cavaillon zal laten
waarschuwen, zal daardoor tijd winnen.
Zij ging naar beneden, en gaf den bediende
haar bevelen, en om zekerder te zijn, te zullen
slagen drukte zij hem op het hart, zoo noodig
alles aan mevrouw Fauverlot toe te vertrouwen.
Een uur later was mevrouw Fauvel gekleed
en reed zij weg.
Haar man, die vooruit een huurrijtuig had la
ten halen, volgde haar.
Groote God, dacht Nina, als mijnheer Ver»
duret niet bijtijds komt, zijn mevrouw Fauvel
en Raoul verloren.
XXIV
Van af het oogenblik, dat de markies de Cla
meran tusschen hem en Madeleine geen andere hin
derpaal meer zag, dan Raoul de Lagors, zwoer
hij bij zichzelf, ook dien laatsten hinderpaal uit
den weg te ruimen.
Den volgenden dag had hij reeds maatregelen
daartoe genomen, en toen Raoul na middernacht
te voet van het station naar zijn huis terugkeer
de, werd hij bij het station door drie personen
aangevallen, die op zijn horloge wilden zien, hoe
laat het was.
Gelukkig had hij meer kracht, dan zijn mager
uiterlijk deed verwachten en was hij evenzeer
met het Engelsche boksen als met den Franschen
scherm schoen bekend, zoodat het hem gelukte,
zich los te maken, zonder dat hij ander letsel
bekwam, dan een krabbel op zijn rechterarm.
Hij nam zich voor, van nu af aan, er voor te
zorgen, altijd wapenen bij zich te hebben.
Maar hij dacht er nog niet aan, zijn handlan
ger van opruierij te verdenken.
Twee dagen later echter zocht in het koffiehuis,
waar hij geregeld kwam, een groot man, dien
hij niet kende, zonder eenige aanleiding twist
met hem, en eindigde, hem zijn kaartje toe te
werpen er bij voegende, dat hij tot zijn beschik
king was en hem verlangde voldoening wilde
geven.
Raoul had zich op dien onbeschaamde willen
werpen, en hem flink afranselen, maar zijn vrien
den hadden hem tegengehouden.
Wordt vervolgd.