Burgerlijke stand. Handelsberichten. J. A. B., oud 32 jaren, arbeider, geboren te Alphen en Riel, wonende te Udenhout thans aldaar gedetineerd wegens poging tot doodslag, den 15n Augustus 11. gepleegd in het jachtveld te Helvoirt op den arbeider A. van Lee, tot 5 jaren gevangenisstraf. Legcroefeningen. De infanterist, die dertien dagen uit zijn dagelijksch gedoe is gebaaldom zich te oefenen met het nieuwe geweer en die zijn wedervaren heeft medegedeeld aan de Am- sterdamsche Courant, schrijft in zijn laatsten brief o. a. het volgende: De stelling te verdedigen dat de beide lfchtingeu 1892/93, door het dertiendaagsch gescharrel geoefend zijn met het nieuwe geweer", zal toch niemand willen noch kun- nen t j Och, raensch, dank zij de honderd en éen uurtjes recrutenschool, die we genoten hebben, konden we den laatsten dag wat aardig het wapen „in den arm nemen", al weten we nog niet waarvoor ons die haudgreep is ge leerdkonden we wat knapjes het geweer uit elkander nemen en ineenzetten wat we slechts bij hooge uitzondering mogen doen... Ja, we hebben zelfs met het nieuwe geweer geschoten.... Tien patronen wa blief? Gelukkiger lui dan ik brachten het tot vijftien! Onze natie houdt niet van soldaterij m dien zin, als onze oostelijke naburen die kennen. Maar wake men toch, door een in het vervolg herhalen van wat in 1890 vertoond is, ervoor, dat er onder ons volk een haat tegen ons leger ontstaat. Waarlijk, het zou een slecht preludium zijn voor den dag, dat in een invoering van den persoonlijken dienstplicht, de wensch van het Nederlandsche volk, wordt verkregen Worde Nederland verder bewaard voor een dergelijk aankweeken van een anti-inilitairia- rae, dat een te vruchtbaren bodem vindt in regelingen (of liever niet-regelingen) en be sluiten die ons leger belachelijk maken, en ieder doen inzien, dat met al het geld dat men van de natie en allen tijd, dien men van de lichtingen vergt, op deze wijze ons leger onweerbaar onbruikbaar blijft. En met dit vierde artikel is mijn zwanen zang gezongen. j. Mijn dank aan de redactie, die mijn arti kelen in haar kolommen wilde opnemen, en daardoor de gelegenheid opende, dat er uiting kon gegeven worden aan de meeningen, die ouder kader en manschappen heerschten gedurende de dertien dageu dat we soldaat waren. Slechts wil ik nog één opmerking maken. Deze. Wat ik schreef is niet mijn meening slechts, geldt dus niet als het „geklap" van een, die een paar dagen komt kijken, maar vertolkt den geestzooals die in gesprekken zich uitte, niet slechts in de chambrée, maar zelfs ge voerd tusschen officieren en onder officieren. Ons dunkt, zegt Het Centrum, dat deze en andere openbaarmakingen in de pers den aandrang wettigendat eens op afdoende wijze een einde worde gemaakt aan het uit schrijven van legeroefeningen", die door de slechte voorbereiding ontaarden in een nut- telooze plagerij voor de manschappen, maar die ook de vrees doen ontstaan, dat in geval van een werkelijken oorlog op onze leger corpsen de naam van toepassing zou kunnen worden van een Janboêl en dat de verzuch ting zou zijn gewettigd „Och ware de leiding maar toevertrouwd geweest aan een fabrieks- of een circusdirecteur Nieuwe kiezers. De vooruitstrevende liberale Midd. Crt. houdt de verwachtiug van minister Van Hou ten, dat de liberalen weer eendrachtig zullen optredtn tegen cleiicalisme en protectionisme, voor een illusie. Het blad vreest nl. dat de oud liberalen niet van zins zijn, de sociale wetgeving ernstig ter hand te nemen, terwijl ook over het vraagstuk der protectie verdeeld heid heerscht in de liberale partij. Een samengaan aan de stembus is dus niet waarschijnlijk. Maar die mag voor ons geen reden zijn, om minder ijver aan den dag te leggen. Want ook boven den Moerdijk kunnen de katholieken, mits zij eensgezind zijn, heel wat gewicht in de schaal leggen, vooral als de overige partijen verdeeld zijn. Nogmaals zij het daarom herhaald, dat het van het uiterste gewicht is, dat de katholieken, oude en nieuwe kiezerswerklieden en niet- werklieden, in één vereeniging samenkomen. Maar dit is niet genoeg. De taak der kies- vereenigingen ook is het te zorgen, dat allen, die kiesgerechtigd zijn, ook op de kiezerslijs ten worden geplaatst. Het is een zware taak, maar die zij in het belang der goede zaak graag op zich zullen nemen. Met de belastingkiezers zullen zij geen moeite hebben, die worden ambtshalve op de kiezerslijsten geplaatst. Maar met degenen die het kiesrecht ontleenen aan de huurwaar de, het loon of pensioen, zal dit zoo gemak kelijk niet gaan. Menig kiezer zal moeten worden aangespoord, de noodige stappen te doen. Menigeen zal dit niet doen, tenzij hem duidelijk worde gemaakt, dat hij, nu hij het recht heeft kiezer te zijn, ook zedelijk ver plicht is kiezer te worden. Er zullen districten zijn, waar honderden een krachtige opwekking van doen hebben. De kiesvereenigingenvooral als zij in werkelijkheid het heele district vertegenwoor digen, zijn de aangewezen lichamen, om die lang nier gemakkelijke taak tot een goed einde te brengen. Zij laten geen dag meer ongebruikt voorbij gaanzij verkennen nu reeds van alle kanten het terrein, om straks met vrucht werkzaam te kunnen zijn. Een half jaar maar scheidt ons van den beslissen- den dag der verkiezing, en in dat halve jaar is nog zeer veel te doen. K. O. Het nieuwe geweer. Maandag is op de vlakte van Waalsdorp bij het schijfschieten met het nieuwe geweer een soldaat van het regiment grenadiers en jagers, die aangewezen was om in den kuil te zitten, getroffen door een kogel, die alvo rens hem te raken, door een H/a M. dikke zandlaag was heengedrongen. Door een kor poraal voorloopig verbonden, werd hij naar het millitair hospitaal gebracht. De Kermis brou van inkomsten. Een niet te versmaden bron van inkomsten voor Tiel is gelegen in de verhuring van staanplaatsen voor de kermis. Een eigenaar van een rutschbaan schreef in voor f 817; die van een hippodrome voor f 752; die van een poffertjeskraam voor f 451.75 en die van een carrousel voor f 226.35. Geheimzinnige verdwijning. Sedert Woensdag avond wordt vermist Johannes Poepenborg, oud 24 jaar, arbeider inwonende bij zijn moederMaria Oude Eppink, wed. G. Poepenborg, wonende in de buurt schap Beuningen (bij Denekarop Overijsel.) De moeder, die door het uitblijven van haar zoon in ongerustheid werd gebracht en vermoedde dat hem een ongeluk zou zijn overkomen, informeerde eerst Vrijdag waar hij zich kon ophouden. Zij begaf zich daartoe ten huize van Johannes Bruns te Denekamp, waar haar zoon volgens geruchten Woensdag avond het laatst zou zijn geweest. Daar wist men haar te vertellen, dat haar zoon zich dien avond aldaar in beschonken toestand had opgehouden en dat den volgenden morgen zijn jas en pet nabij die woning gevonden waren en zij deze aldaar hadden bewaard. Daar de jas na onderzoek bleek met bloed vlekken te zijn bedekt, werd onmiddellijk aan een misdaad gedacht en vervoegde de moeder zich met de kleedingstukken bij de politie ten einde aangifte van het voorgevallene te doen. Volgens verklaring der moeder moest de vermiste in het bezit zijn van ongeveer f 50. Zekere J. Kienhuis inwonende schoonzoon bij Bruns, is door de politie verhoord, maar verklaart van niets te weten. Naar den ver miste of diens lijk wordt nog steeds gezocht, doch daarvan werd nog geen spoor ontdekt. Moord te Wagcningen. Zaterdag werd te Wageningen gearresteerd de 17jarige A. A. v.d.H touwslager, verdacht van ernstige mishandeling van W. Minkman, eveneens touwslager, wien hij twee levens gevaarlijke messteken heeft toegebracht in den hals en in de zijde. Minkman werd onmiddellijk naar het Zie kenhuis overgebracht. De geneesheeren verboden hem ten strengste te spreken. De wonden blijken toegebracht met een puntig uitloopend mes. De snede in den hals is ongeveer 3 c.M. lang. De wond in de zijde bevindt zich tusschen de 6e en 7e rib en hier werden de longen geraakt, wat bleek, daar Minkman schuimend bloed opgaf. H. heeft nog denzelfden nacht bekend. Ook het mes is gevonden, hij had 't begraven in het plantsoen nabij de stad. Aan Minkmau is gevraagd, of H. de dader was en deze heeft dat hoofdknikkend bev :stigd. M. bevond zich alleen met H. op den zolder der touwslagerij, toen de laatste de snoode daad volvoerde. De verslagene is gehuwd eu vader van 6 kinderen. Zondag leefde hij nog, de kans op behoud is echter gering. Belangrijke diefstallen. Men meldt uit Gorinchem In (Jen nacht van Zaterdag op Zondag is bij den heer B. Meijer, goudsmid en winkelier in de Molenstraat alhier, op een brutale wijze ingebroken. Door een slop op een paar huizen afstands van4den winkel schijnen de dief of dieven, door een poort te openen, in een tuin te zijn gekomen, van daar met een ladder over den muur te zijn geklommen en zich daarna toegang in het achterhuis van den winkel te hebben verschaft. Vermoedelijk was het eerste werk der in dringers het waakzame hondje onschadelijk te maken; dit werd althans met afgesneden hals in de keuken gevonden. Het toeval wilde dat de huishoudster voor dien nacht afwezig en de heer M., die een weinig hardhoorig is alleen te huis was. Met deze omstandigheden scheen men be kend te zijn, alsmede met de localitcit van het huis, want om niet door den bewoner overvallen te worden, had men de gangdeur gebarricadeerd, waardoor de toegang van de slaapkamer naar beneden was afgesloten.Van deze zijde gerustgesteld, is men in den winkel gedrongen en heelt daar ontvreemd ongeveer 16U gouden ringen, 16 of 18 massief gouden vestkettingen (de hollen werden op zij gescho ven,) eenige zeer fraaie medaillons en nog enkele gouden voorwerpen. Bovendien werd eene lade opengebroken en daaruit medege nomen het reparatiewerk, zoodat ook ver schillende klanten bestolen zijn. Wanneer men nu weet dat de heer M. slechts zeven huizen van de hoofdwacht af woont, waar altijd een schildwacht op post staat, en het politiebureau zich schuin tegen over zijn huis bevindt, dan wordt de inbraak nog brutaler. In de nabijheid van Sneek, bij den landbouwer IJ. de Jager, aan de Lemster- straatweg, is een brutale inbraak met diefstal gepleegd. Ontvreemd zijn 15 zilveren lepels, een zilveren brandewijnskop, een kerkboek met twee gouden haken, twee juweelen veeren, tien gouden ringen, een gouden snuifdoos, een gouden knip, een gouden pepermuntdoos en een landbouwalmanak, waarin 3 bank biljetten, ieder van f 25. Tot heden is de politie de daders nog niet op het spoor. Aanhoudingen. Als vermoedelijke daders van den moord op Jos. vau Loo, te Gulpen, zijn door de politie aangehouden en in arrest genomen twee Belgen, bekende wildstroopers, woon achtig te 's Gravenvoeren. Beide personen, appelplukkers van beroep, zijn door twee personen uit Rijmerstok gezien omstreeks tegen den avond van 12 dezer, gaande in de richting van het bosch waar de moord is gepleegd. De een verklaarde echter dien dag tot zes uur des avonds voor zijn meester appels geplukt te hebben in eene weide te RijmerstokGulpen; de ander zou dit even eens gedaan hebben, maar reeds om vier uur daarmee geëindigd zijn. Intusschen strookt dit niet met het feit, dat hun patroon te Rijmerstok geen appels had aangekocht noch bezat, en dat zij ook voor niemand anders aldaar werkzaam aijn geweest. Opgevischt. Zaterdag is uit de Dommel nabij de Vuch- poort te 's Hertogenbosch opgevischt het lijk van F. K. uit Vucht, die sedert 13 Septem ber, teen hij de Bossche kermis bezocht had, was vermist. Verdronken. Men meldt ons uit Middelharnis van 20 September In den afgeloopen nacht bij het binnenko men in het Goereesche Zeegat van de alhier tehuis behoorende vischsloep Pionnier, schip per Arij de Waard, stootte deze op een droogte en was daardoor lek geworden. Met uitzondering van deu schipper, die het vaartuig niet wilde verlaten ging de bemanning in de boot over. Eenige oogen- blikken later zag de bemanning het vaartuig met den schipper in de diepte wegzinken. De man laat een weduwe met een kindje na. De sloep kwam van de groote zomerreis terug. De matrozen kwamen in de boot te Hel- levoetsluis aan. De Tijger in Indië. Blijkens het officieel rapport van de re geering van Engelsch Indië zijn gedurende het jaar 1895 in dat land door tijgers, panters, beren, olifanten, en andere wilde dieren 2.893 personen gedood. Door slangenbeet kwamen 21,538 personeu om het leven en deze enorme doodenlijst is voor drie vierden het gevolg van de moorddadige werking van het vergif der cobra-slang. Behalve deze 24.431 men- schen werden ruim 97,000 huisdieren door wild gedierte verscheurd ot gedood. Ondanks alle pogingen en alle in het werk gestelde middelen is het gouvernement van Indie nog geen stap gevorderd om het land te bevrijden van een plaag, die dergelijke verschrikkelijke verwoestingen teweegbrengt. Een der officieren van het Engelsch Indische legerde heer Sanderson die in verschillende gewesten ge detacheerd is geweest tot „vernietiging van het roofgedierte", heeft in een onlangs door hem te Londen uitgegeven boek, getiteld „Dertien jaar onder de wilde dieren van Indie", interessante bijzonderheden omtrent de roofdierjacht meegedeeld. De heer San derson spreekt o. a. van een dorp, dat in twee jaar tijd tachtig inwoners verloor, en van andere plaatsjes, die, na door de tijgers ge deeltelijk te zijn uitgemoord, door de bewoners moesten worden verlaten. Een dezer roof dieren, in een ravijn huizende, verscheurde gedurende verscheidene maanden een ütwee personen per dag. Een andere tijgerdie nabij een rivier zijn bivak had opgeslagen sleurde achtereenvolgens vijftien Hindoes weg, die de functie van postbode vervulden. Wanneer deze roofdieren eenmaal menschen- vleesch hebben geproefdwillen zij niets anders meer hebben en worden dan, zooals de inboorlingen zeggen „raenscheneiers." In de provincie Dekhan doodden de Engelsche officieren, bijgestaan door een of meer in- boorlingeudie met deze soort van jacht vertrouwd zijnin vier jaar, van 1886 tot 1890 1032 tijgers. Een ^luitenant, de heer Rice, schoot er niet minder dan 68, zonder te spreken van de tijgers, die hij doodelijk verwondde en die spoorloos in het woud verdwenen. Een burgerlijk ambtenaar, die twaalf jaar te Mysore vertoefde, doodde er in dien tijd niet minder dan 360. Edclweis. Ieder, die wel eens de gebergten van Europa bezocht heeft, moet bekend zijn met het sierlijke Alpenplantje van sneeuwwitte donzige kleur, dat niet ten onrechte den naam draagt van Edelweis (Gnaphalium Leontopodium.) Vroeger sukkelde men nogal eens met de cultuur hier te lande van dit juweeltje der hoogere luchtstreken, dat liever des winters onder een dik en blijvend sneeuwdek be graven zit, dan telkens aan dooi en vorst te worden blootgesteldtegenwoordig echter gelukt die teelt vrij wel en verkrijgt men ook hier mooi donzig witte plantjes. Als bewijs daarvan zond de heer O. Schulz, tuin architect te Zeist, eenige afgesneden takjes vol bloemknoppen en zoo wit als men dat hier te lande maar verlangen kan, aan het Ned. Tuinbouw blad. Nu men een weinig beter met de cultuur van de Edelweis vertrouwd is geraakt, zegt het blad, gelukt die teelt hier ook op meerdere plaatsen, we zagen daarvan ten minste hier en daar nogal eens voorbeelden. Voor hen, die er niet mede terecht kunnen, willen we hieronder eenige methoden beschrijven, die succes geven. Men kweekt de Edelweis zoowel in potten als in den vrijen grond. Voor het eerste geval is een aardmengsel van boschgrond, graszo- dengrond, ieder voor 1/3 en grof rivierzand met stukjes roode steen en kalk, ook voor 1/3 deel, aan te bevelen. Men drukt flink aan en gebruikt het zand en de steentjes ter behoorlijke drainage. Of men neemt oude afbraak, puin en heigrond, grof door elkaar gewerkt en plant ze daarin op. De potten kan men des winters gerust buiten laten staan want hoe minder barmhartigheid men aan deze planten toont, hoe meer succes men heeft. Wil men ze behoeden voor te veel regen in den wintertijd, wat niet kwaad is, daar ze daarvan meer lijden dan door vorst, dan brengt men een los raampje boven de planten op vier paaltjes aan. Voör de cultuur in den vollen grond kan het laatstgenoemde grondmengsel gebruikt worden, waarmede een rabat wordt opgevuld, of men gaat op de volgende wijze te werk: Het bed wordt 20 cM. diep uitgegraven. Over den bodem brengt men een flinke laag stukken kalk en puin, roode steen, grove potscherven en daarover heen een weinig zand. Dan het grondmengsel, bestaande uit 1/3 boschgrond, 1/3 graszodengrond, 1/3 wit zand. Tegen den winter worden over dit bed eenige ramen gebracht en ter zijde met een paar planken afgetimmerd, om bij zeer groote koude alles met een rietmat te kunnen overdekken. Het gieten in den zomer doet men tusschen de rijen, om de planten zelve zoo min mogelijk te bevochtigen, waardoor het donzige er te veel afgaat. De Edelweis groeit op 2000 M. hoogte op de Karpathen, de Oost- en West-Alpen en den Jura, ze geniet daar van een volkomen zuivere lucht en van zeer veel licht, terwijl tegen den winter een dikke mantel sneeuw haar blijvend bedekt en haar behoedt tegen vinnige koude en de voor vele planten zoo schadelijke afwisseling van dooi en vorst. 1 t 1 - -l 1 CAPELLE Van 1 15 September. GEBORENPieter zoon van Adriaan Arie van Baardwijk en Huiberdina Verduin Helena d. van Arie Broeks en Pieternella Sprangers Dirkje d. van Johannes Gijsbertus Rozen- brand èn Neeltje Adriana Timmermans Maria d. van Thomas de Rooij en Dingena Hendrina Wagemakers Johannes z. van Johannes van {den Hoek en Geertruida Wa gemakers Joachim, z. van Dirk Verhagen en Johanna Pruijssers. OVERLEDEN Antje Faro 1 maand. HUWELIJKS-AANGIFTEN: Antonie Adriaan van Moergestel 35 jaar te Dussen en Maria Kuijs- ters 34 jaar Dirk Cornelis Werther 25 j. en Pieternella Sterrenburg 26 jaar. HUWELIJKS-AFKONDIGINGENAlbert Jacobus Faro 33 jaar en Elisabeth Cornelia Teuntje Goedhart 29 j. te Besoijen Marinus Wer vers 25 j. en Johanna van Campen 23 j. te Loonopzancb GEHUWD: Peter Wagemakers 25 j. en Soetje Verhagen 21 jaar. GORINCHEM, 21 Sept. De prijzen der Granen waren als volgt: Ristarwe f6,25 a 6,50, roode dito f6,a 6,20 witte dito f 6,10 A 6.25 inl. rogge f 4,a 4,25 buitenl. dito f4,a 4,10, gerst t 4,20 a 4,40, haver f3,— A 3,20, duiveboonen f6,50 a 6.75, blauwe erwten f0,a 0,alles per hectoliter. Op de veemarkt waren heden aangevoerd 412 runderen. Ie qual. Kalfkoeien f200 A 220 Kalfvaarzen f150 a 160 Melkkoeien 1150 A 170 l'/j jarige ossen f 90 A 100 Guiste vaarzen f 80 a 90 Pinken f 50 a 60 Graskalveren f 25 A 35 Nuchtere kalv. f 12 a 14 Aangevoerd 3 vette varkens van 17 a 18 ct., per half kilo, 584 biggen van f4,— a8.— per stuk. Eieren f 1.10 a 1.20 per 26 stuks. Boter 60 a 65 ct. per Va kilo. ROTTERDAM, 21 Sept. Tarwe Vlaamsche, Zeeuwsche, Flakk en Overm. De beste f 6.25 A f 6.75. Mindere en geringe f 5.40 a 6,10. Rogge. Vlaamsche, Zeeuwsche en Overmaassche De beste f 3.75 A 4.10. Dito mindere f0,A0. Gerst. Zeeuwsch Flakk. en Overm. Winter f7,— a 7.25; mindere f0,— a 0,— beste Zomer f 8,50 a 4.mindere f 0,a 0. Haver. De beste f 2.A 3.10. Mindere f0.A 0. Paardenboonen. De beste f0.A 0. Duivenboonen van f0.A 0.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 3