Nummer 83. Donderdag 15 October 1896. 19e Jaargan Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Geen Doctrinarisme. Gemeenteraad van Waalwijk, ANTOON TIELEN FEUILLETON. 88 UITGEVER- Waalwijk. De Echo van het Zuiden, Waalwijksche en Langslraalsciic (onranl. Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsp rijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,15. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 17 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden '2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. De tijd schijnt gelukkig voorbij te raken, dat men aan sommige zakenwelke meer van opportunistische» dan van principieelen aard zijn, een beteekenis gaf, welke zij niet verdienden. Men bracht bij deze zaken telkens het beginsel te pas, ot liever te onpas, en het gevolg hiervan was natuurlijk dat er begripsverwarring ontstond. Zoo heeft het langen tijd als een axioma vastgestaan, dat de katholieke partij per se protectionis tisch moest zijn. De liberalen daarentegen waren ook al weer krachtens den eisch van hun beginselvrijhandelaars. En deze om standigheid verklaart de ongerijmde samen koppeling van „clericalisme en proctectio- nisme", waartegen men in de eerste kamer een liberale krijgsklaroen heeft doen schet teren. Evenwel valt erzooals wij hierboven reeds zeideneenige kentering te bespeuren op dit gebied. Men is de zaken meer op den keper gaan beschouwen en begint nu allengs te ontwaren, dat partij-quaesties zijn gemaakt van zakenwelke hiervoor aller minst in aanmerking dienen te komen. Bo vendien wordt het steeds duidelijkerdat niet alle „clericalen" protectionistisch, niet alle liberalen vrijhandelaars zijn. Men durfde dat vroeger zoo niet te zeggenmen durfde niet raken aan iets wat onaantastbaar scheen. Maar er is meer licht op de zaken gevallen en met zeer veel recht werd dezer dagen door den „Gelderlander" het volgende ge schreven „De Boerenbond heeft bij de opmaking zijner statuten zeer wijs gehandeldtoeu hij de bescherming der landbouwnijverheid door ingaande rechten daarin niet opnam. Het is niet tegen te spreken dat er onder onze partij zelfs absolute vrijhandelaars worden gevonden en anderendieofschoon de freetrade niet zoo volstrekt aanhangende toch de invoering van protectie om diplo matische redenenalsook met het oog op onzen handelniet begeeren. Zelfs wanneer de publieke opinie zich steeds meer en meer voor protectie verklaardegelijk zij reeds begint te doen dan zou er nog altijd sprake moeten wezen van tijdelijke protectie als redmiddeldat niet meer aangewend wordt, zoodra de vrije handel ten aanzien der aan de grens belaste producten in concurreerende landen bestaat en ook zoodra de beschermde tak van landbouw of andere nijverheid geen bescherming meer noodig heeft. Protectie toch is geen doeldat men nastreefthet doel kan niets anders zijn dan algemeene vrijhandelde meest gezonde toestand." Het Nijmeegsche blad stelt zich hier o. i. op het juiste standpunt. Maar hieruit volgt dan ookdat men hoewel den algemeenen vrijhandel als den meest gezonden toestand beschouwendetoch nog niet altijd door als iets dat steeds verderfelijk is, de protectie behoeft te bestrijden. De wetgevende macht moet hier eenvoudig rekening houden met de omstandigheden en zich slechts afvragen, wat bereikbaarwat nuttig en wat mogelijk is op een gegeven oogenblik. Doet de nood zakelijkheid van bescherming op het een of ander punt zich dringend gevoelen en blijkt tevensdat die bescherming kan worden aangebracht zonder dat het algemeen belang schade lijdt, waarom zou men dan niet over gaan tot maatregelen in dien geest A tort et a travers hetzij den vrijhandelhetzij de protectie te willen verdedigen, ook al wordt door de practijk iets anders vereischt, ware een economische dwaasheidwaarvoor een iederdie objectief de zaken beoordeelt zich heeft te hoeden. De hartstocht waar mede men over het vraagstuk der inkomende Zoo waarlijk? In een warm klimaat? Waar? Henry Abbott schrikte een weinig en bloosde. Hij had zichzelf op dat oogenblik vergeten. Hier in Malliscombe diende hij zorg te dragen voor die kleine vergissingen, welke zoo gemak kelijk aanleiding konden geven tot verkeerde gevolgtrekkingen. In enkele streken van Zuid Amerika, her nam hij, trachtende zoo onverschillig mogelijk te spreken. Hij had geen andere keus dan in zijn antwoord de geheele waarheid of een gedeelte er van te geven. Waarlijk 1 Ik wist niet. dat ge gereisd hadt. De predikant van St. Mary zat de handen wrijvende voor het haardvuur in zijn studeer vertrek. In welke richting gingt ge heden morgen vroeg hij vol belangstelling zonder op te zien. Er zijn eenige fraaie wandelwegen in Mallis combe, doch vreemdelingen merken ze zelden op. Ik ging langs de kerk door het veld, ant woordde de jonge secretaris een weinig met tegenzin. De spraakzaamheid van den predikant begon hem te hinderen. Zoo Zoo In de richting van Andley Court? Hebt ge Andley Court gezien Neen, zoover ging ik niet. Ge moet er een andermaal eens heengaan. Het is een prachtig mooi gebouw, wel der moeite waard eens te zien. Ik moet er spoedig eens heen en zal u dan medenemen. Henry Abbott, die aan de met papieren over dekte tafel gezeten was, gaf geen antwoord. Vlug, bewegelijk met bevende vingers begon hij eenige veilen papier om te slaan, hopende dat het geritsel der bladen den predikant herin neren zou aan de drukke bezigheden van dien morgen en daardoor zijn woordenvloed zou doen stuiten. Doch de predikant was niet zoo gemakkelijk tot zwijgen gebracht. Hij was in eea babbelachtige stemming dien morgen en vervolgde, zich half in zijn stoel om- keerende tot den jongen secretaiis: Ge weet natuurlijk, dat er een geheim aan Andley Court verbonden is De secretaris verklaarde op zachten toon, dat hij iets van dien aard gehoord had. Of liever het is geen geheim, vervolgde de predikant. De zaak was, ongelukkig voor velen, slechts te duidelijk van begin tot eind. Het is een pijnlijk onderwerp, zoo pijnlijk zelfs, dat ik er nooit diep in heb durven doordringen. Er was geen gerechtelijk verhoor, ziet ge. Natuurlijk werd er een onderzoek ingesteld, doch het bracht niets aan het licht, beslist niets. Mr. Purkiss hief de hand op men zou bijna zeggen met afkeer als om kracht bij te zetten aan dit verschrikkelijk feit. Stel u een uitnemend mensch voor, wiens leven van onschatbare waarde voor het land was, die het huis van zijn vriend met een bezoek komt vereeren en den tweeden avond na zijn aankomst binnen de muren van dat huis ver moord wordt. En toen er een onderzoek werd ingesteld was er niemand geen mensch of kind in staat slechts het flauwste licht op de misdaad te werpen. Mr. Talbot werd doodgeschoten niet waar? Henry Abbott uitte deze woorden bedaard, half onbewust en toen voortgejaagd door iets in hem, dat sterker was dan hij zelf, verwonderde hij zich, waarom hij zijn onbezonnen tong niet bedwongen had, alvorens ze die uitsprak. Geschoten herhaalde de predikant half verlegen. Ja, hij werd doodgeschoten, ongetwijfeld. Doch wanneer ik zeide dat niemand in staat was eeaig licht op de misdaad te werpen, bedoelde ik niet, dat men niet wist, of de ongelukkige man vergiftigd, geschoten ot geworgd werd. Ik bedoelde, dat geen licht ooit op de geheimzinnig heid geworpen werd, hoe de moordemaar er in slaagde de misdaad zoo stil te begaan en bovenal hoe hij geheel onopgemerkt de kamer en het huis verlaten heeft. Hebt ge indertijd het verslag niet gelezen Neen. De secretaris was volkomen in staat dit te ontkennen, want hij was Engeland ontvlucht en rechten heeft gestredeneen hartstocht welke zeker niet bevorderlijk was tot het 'verkrijgen van een gelukkig resultaat was vooral hieraan te wijtendat men van weerszijden te zeer een doctrinair standpunt innam. Men liet te veel de theorie spreken, men maakte van de zaak een beginselzaak, terwijl zij niet anders was dan een zaak van practisch belang, waarbij het geven en nemen dringend werd vereischt en elk absolutisme misplaatst moest heeten. Het algemeen belang kan er slechts bij winnen wanneer aan dezen toestand zoo spoedig mogelijk en definitief een einde komt. De vraagof en in hoeverre de vrijhandel moet worden gehandhaafd, is niet van dien aarddat zij de politieke pairtijen als partijen behoeft te verdeden. Zij moet een geheel vrije vraag blijven. De verdeeld heid is waarlijk op andere punten reeds groot genoeg. En de regeering kan in deze veel ten goede uitwerken door zich op het algemeene en onbenepen standpunt te plaat sen dat wij hierboven hebben omschreven. Bij de behandeling der kieswet in de eerste kamer heeft de heer Van Houtenop niet zeer ministerieel en toon sprekendegezegd: „Hij (de heer Muller) vreest clericalisme en protectionisme, maar waarachtig wij niet minder." Een dergelijke houding getuigt waarlijk niet van breedheid van opvatting en wij hebben alle reden te geloovendat zij bij meer dan één liberaal afkeuring zal vinden. De leusdoor den minister aangeheven doet maar al te zeer denken aan het be kende „Périsse la Patrie et vivent les principes Maar gelukkig gaan al meer en meer de oogen open voor het gevaar van zulk een bekrompen doctrinarisme (C.) had zich in wanhoop verborgen gehouden, toen er bekendheid aan den moord gegeven werd. Goede hemel, merkte mr. Purkiss op. Ik dacht dat ieder volwassen mensch het gelezen zou hebben, doch waarschijnlijk waart ge toen op reis Henry Abbott knikte bevestigend. De predikant zag die beweging niet, doch hij was zich bewust dat het antwoord gegeven was. Hij vervolgde nu, aangemoedigd door het besef dat zijn inlichting gewenscht was: Het was een ongehoorde zaak. Wat mij persoonlijk aangaat, ik stel er levendig belang in èn om haar geheimzinnigheid èn om het be wijs, dat het levert van de mogelijkheid, dat de nakomelingen van een edel en oprecht mensch ontaard en zedelijk zwak zouden zijn. Het is zeer te betreuren, dat het een zaak is, welke men niet kan bespreken met hen, die er nauw aan verbonden zijn. Altijd wanneer ik te Andley Court ben, voel' ik mij gedrongen er over te spreken, doch ben genoodzaakt mijzelf te be- heerschen uit kieschheid voor de gevoelens van anderen. Hij zag niet, dat de secretaris ineenkromp. Hij vervolgde, steeds de handen wrijvende, en zich volmaakt onbewust, dat hij bezig was een gewond hart wreed op te rijten. Ge weet natuurlijk welk een prachtige be trekking William Talbot bekleedde? Lid van liet kabibet en kans binnen eenige jaren minister te worden. Ik kan waarlijk niet begrijpen hoe zoo een aanzienlijk mar. bevriend kon zijn met iemand van zulke middelmatige bekwaamheden als Mel- bury. Ik geloof dat ze studievrienden waren. Ik weet dat hun vriendschap van ouden datum dag- teekende. Talbot was twee of drie keer te voren nier geweest. Den laatsten keer bracht hij zijn particuliere secretaris mee. Ge zult wel gehoord hebben, dat de paniculiere secretaris de zoon was bet eenig kind van den rechter sir Edmund Anson, die nu op Andley Court logeert. llij keerde zich half om toen hij deze verkaring deed, verwachtende dat ze verschrikkelijk zou klinken. Schijnbaar was ze niet zoo vreeselijk. Henry's gelaat was afgewend, zoodat hij het doodsbleek en de uitdrukking zijner gelaats trekken als van vastberadenheid, dien strijd om inwendigen angst te onderdrukken niet zien kon. OPENBARE VERGADERING op Vrijdag 9 October nam. 7 ure. Tegenwoordig alle leden behalve de heeren Quirijns en Mombers. Voorzitter de burgemeester. De voorzitter opent de vergadering. De notulen der vorige worden na voorlezing ongewijzigd vastgesteld. De voorzitter laat lezing geven van een adres van de kamer van koophandel alhier, betreffende de concessie- aanvraag van de Vieinaux Dit adres (reeds opgenomen in ons nummer van 8 dezer) werd overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders ter visie gelegd bij de stukken rakende deze aange legenheid. De voorzitter biedt namens burgemeester en wethouders den raad aan de begrooting voor 1897. Alvorens over te gaan tot be noeming eener commissie van onderzoek stelt hij voor, dat de raad besluite, dat die commis sie binnen 14 dagen zal indienen haar rapport over die begrooticg. De leden zullen begrijpen, dat het voor den voorzitter moeielijk is te antwoorden op de door de commissie gestelde vragen. Hij moet dat doen namens burge meester en wethouders en hij kent hun gevoe len niet, omdat hij niet is in de gelegenheid geweest, om de zaak met hen te bespreken. Als dan 't rapport der commissie binnen 14 dagen inkomt, kunnen zij hun antwoord vast stellen en weet de voorzitter wat te zeggen. De heer Baijens kan zich er niet goed mede vereenigen. Als 't dagelijksch bestuur zijn antwoord gereed maakt op 't rapport der commissie, dan komt deze in 't zeltde geval als nu burgemeester en wethouders dan weet zij niet wat te antwoorden op de antwoorden van burgemeester en wethouders. De voorziter voerde hier tegen aan, dat het niet de bedoeling is remarques te maken maar alleen burgemeester en wethouders in staat te stellen te antwoorden op de vragen Ook merkte hij de vreemde trilling zijner stem niet op, toen de 'jonge man antwoordde Ik heb het gehoord. Het komt mij vreemd voor, dat sir Edmund ooit teruggekomen is op een plaats, welke zulke vreeselijke herinneringen in hem moet opwekken. Dat is het ook, stemde de predikant toe, dat is het ook, zeer wonderlijk, waarlijk. Het trof mij dadelijk toen ik hoorde dat hij komen zou. Misschien wil hij het de wereld duidelijk maken, dat hij zijn schuldigen zoon geheel buiten gesloten heeft, dat zelf de herinnering aan den schurk hem nu niet meer hinderen kan. Zoo is hij. Doch het moet een zware slag voor hem geweest zijn, ongetwijfeld. Indien er slechts eenige twijfel omtrent de schuld van zijn zoon bestond, zou alles anders wezen. Doch er bestaat geen twijfel niet de minste. Franc Anson Franjois is zijn naam geloof ik vluchtte. Waarlijk? De geschokte toehoorder diende iets te zeggen, de toon van den spreker vroeg er om. Ja, hij vluchtte. De omstandigheden —voor zoover het publiek ze kende waren verbazend eenvoudig, doch tegelijkertijd zeer welsprekend. William Talbot werd het laatst aan zijn schrijf tafel gezien in gezelschap van zijn secretaris. Het was na het diner om 10 uur in den avond ongeveer den avond na den tweeden dag na zijn komst op Andley Court. Wat? zeidet ge iets, Abbott? Neen. Pe jonge secretaris had niet gesproken. Hij was plotseling van zijn stoel opgestaan en naar het venster gegaan, verward naar bniten starende met oogen, wier uitdrukking ieder, die hem toe vallig van de straat aanschouwd had, verschrikt moest hebben. Meedoogenloos vervolgde de predikant: Den avond van den tweeden dag en ik her inner mij, dat de hnisgenooten van Andley Court nog maar weinig van hun voornamen gast gezien hadden, aangezien onvoorziene, politieke gebeurtenissen hem bijna voortdurend hadden bezig gehouden van liet uur zijner aankomst aldaar af. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1