Nummer 90. Zondag 8 November 1896.
19e Jaargang
I
Gemeenteraad van Waalwijk,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ANTOON TIELEN
Staatkundig overzicht.
UITGEVER
"Waalwijk.
De Echo van het Zuiden
Waalwjjkscbe n Langstraat^ («erant.
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., fraoco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaulsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
OPENBARE VERGADERING
op Woensdag 4 Nov. 1896, nam. 7 ure.
Tegenwoordig alle leden.
Voorzitter de burgemeester.
Na opening der vergadering werden de
notulen der vorige gelezen en vastgesteld met
eene wijziging, verlangd door den heer Van
Schijndel.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
a. Schrijven van gedeputeerde staten
houdende goedkeuring der laatste af- en over
schrijvingen.
b. Schrijven van den districts-veearts
waarin deze wijst op de onmogelijkheid om
bij de tegenwoordige opstelling van het vee
op het marktterrein de inspectie stuk voor
stuk naar behooren te verrichten; op gewone
marktdagen zou dit nog eenigszins gaan
maar bij groote drukte zeker niet. Hij dringt
aan op het nemen van afdoende maatregelen
en geeft in overweging om het vee te plaatsen
in eene vierhoek op het marktplein. Komt
er te veel dan kan men het nog plaatsen op
het tegenwoordige terrein.
De voorzitter stelt voor deze zaak te renvo-
yeeren aan burgemeester en wethouders,
opdat deze zoo noodig voorstellen doen.
De heer Hoffmans wenschte liever burge
meester en wethouders gemachtigd te zien
naar omstandigheden te handelen.
De voorzitter bleef bij zijn opinie, te meer
omdat het hier gold het nemen van afdoende
maatregelen niet van tijdelijke. Zijn voorstel,
gesteund door den heer Baijens, werd aange
nomen zonder hooHelijke stemming.
II. Wijziging begrooting 1896.
Voor de brandweer is uitgetrokken f 100,
uitgegeven is echter reeds f 206,70; aanvulling
van den post is dus noodig.
Goedgekeurd.
III. Wijziging politieverordening.
a. Burgemeester en wethouders stellen voor
de politie-verordening zoo te wijzigen, dat
het rijden met vélocipèdes op de trottoirs en
wandelpaden -in de gemeente verboden is
uitgenomen aan kinderen beneden 12 jaar.
Conform besloten met algemeene stemmen.
b. Met het oog op de vrijspraak van per
sonen, tegen wie geverbaliseerd was als heb
bende overtreden de bepalingen van de
politieverordening op het sluitingsuur der
herbergen, in verband met arresten van den
hoogen raad, stellen B. en W. voor de poli
tieverordening te wijzigen en wel zoo, dat
voortaan niet meer de burgemeester maar
burgemeester en wethouders vergunning kun
nen verleenen om tapperijen na het bepaalde
sluitingsuur open te houden.
De heer Van Schijndel wees op de groote
bezwaren die hierin voor de kasteleins liggen
opgesloten. Als B. en W. vergunning moeten
verleenenkan die slechts eens per week
gevraagd worden komt er dan onverwachts
een feestelijkheid, dan kunnen zij geen per
missie krijgen.
Hij zou de beslissing uitstellen, misschien
dat de hooge raad, die reeds eenmaal van
opinie veranderde, nog wel eens tot andere
gedachten komt.
De voorzitter beaamde ten volle de moei
lijkheden door den heer Van Schijndel be
sproken. Er is echter niets aan te doen; op
't oogenblik is onze verordening op dit punt
krachteloos en kunnen de lui in de herberg
blijven zoolang ze willen. Uitstel leidt tot
niets want de hooge raad zal niet meer ver
anderen.
De heer Van Schijndel wees er op dat dit
toch reeds gebeurd was en dus nog kon
gebeuren. Hij opperde verder het denkbeeld
om het sluitingsuur te stellen op 12 uur.
Daarmede zou men den koffiehuishouders
zeker geen dienst doen, meende de voorzitter.
Zij zouden dan tot 12 uur licht en vuur moeten
stoken ten dienste van enkele laatblijvers, die
soms dan maar heel weinig verteren en vaak
lastig worden.
Dc heer Van Schijndel hield zijne bezwaren
vol en stelde voor de beslissing aan te houden.
Zijn voorstel werd verworpen.
Vóór stemden de leden Verbunt, Van
Tilburg en de voorsteller.
De voorgestelde wijziging werd alsnu met
algemeene stemmen goedgekeurd.
IV. Begrooting 1897.
De commissie van onderzoek heeft geen
aanmerkingen. Zij heeft alleen voorgesteld
den post voor onderhoud van het gemeente
uurwerk met f20 te verhoogen, om het wij-
zerbord te laten opschilderen.
De begrooting is overigens zoo zuinig
mogelijk opgemaakt; alleen is er opgebracht
een verhooging van salaris van f 100 voor
den klerk ter secretarie, en van f 100 voor
den gemeente-architect.
De secretaris leest achtereenvolgens de
artikelen van inkomsten en uitgaven voor.
De heer Van Schijndel stelt voor den post
voor opbrengst staanplaatsen markt, geraamd
op f 1350.te verhoogen met f 500.—.
De voorzitter raadt dit af. Brengt het
f 500 meer op, dan komt dat bedrag toch in;
brengt men het op de begrooting en komt
het niet in, dan zou men wellicht te ver gaan
met de uitgaven.
't Zelfde is verleden jaar al gezegd, ant
woordt de heer Van Schijndel, en achter at
blijkt nu, dat het marktgeld wel f600 meer
zou hebben opgebrachtals verpacht was
volgens de bedoeling van den raad. Hij voor
zich wil het gaarne voor f 400 overnemen.
De voorzitter ontkende niet de mogelijkheid
op meerdere opbrengst, maar bleef overigens
bij zijne meening.
Dc heer Van Schijndel stelde alsnu voor
bedoelden post te verhoogen met f 400.
Vóór verklaarden zich de heeren Mombers,
Van Tilburg, Verbunt en de voorsteller, zoo
dat het voorstel verworpen is.
Toen aan de beurt was de verhoogde post
van het salaris van den gemeente bouwkundige
(f 300 in plaats van t 200) vroeg de heer Van
Schijndel naar de motieven. Zeker zijn er
die, antwoordde de voorzitter. De gemeente
bouwkundige moet overal naar toe waar zijn
tegenwoordigheid vereischt wordt; hij moet
plannen teekeningenbegrootingen maken
voor alle grootere en kleinere werken; nacht
en dag is hij in de weer, en voor iemand
zoo ijverig in den dienst der gemeente en
zoo eerlijk, is een bezoldiging van t 200 veel
te laag. De architect heeft niet gevraagd
om verhoogingmaar B. en W. hebben ge
meend hem een verrassing te bereiden. Het
college stelt 1100 voorde voorzitter had
echter f200 gewenscht; 't volgend jaar denkt
hij hierop terug te komen.
De heer Van Schijndel is 't met den voor
zitter niet eens en wijst tot staving op de
gasfabriek.
De voorzitter merkt op dat de gasfabriek
hiermede niets heeft te maken, 't geldt het
salaris van den gemeente-architect.
De betrekkingen van directeur der gasfa
briek en gemeente architect zijn in een persoon
vereeDigd en dus niet te scheiden, zegt de
heer Van Schijndel. Is hij noodig voor de
gasfabriek, dan moet hij geen architect zijn.
Kan hij 't niet af, dan moet er een ander
gezocht worden en die is hier voor f 200 goed
te vinden.
Verder wees spreker er op dat de architect
nog werk doet voor particulieren, dat hij een
mooi huis bewoont ten koste der gemeente,
dat de ondervinding door hem opgedaan de
gemeente veel dubbeltjes gekost heeft, dat
hij nog onlangs f 1100 heeft uitgegeven boven
de begrooting, dat hij een oven heeft laten
bouwen van f 1500, die later moest worden
afgebroken.
De voorzitter toonde zich in alle opzichten
een warm verdediger van den architect-di
recteur en ten slotte werd de verhoogde
post aangenomen met 92 stemmen, die van
de heeren Verbunt en Van Schijndel.
De heer Verbunt, in vergelijking brengende
de posten van inkomst tn uitgaaf der gas
fabriek, zegt dat wordt in vooruitzicht gesteld
een batig saldo van f 538. Maar als men
rekent de renten ad f 1200 te betalen van
de voor de gasfabriek opgenomen kapitalen
dan krijgt men een te kort van f 663.
De voorzitter verklaart dat alles nauwkeurig
is opgenomen en verzekert, dat de toestand
voor 1896 zeer gunstig is; hij is daarop gerust.
De heer Verbunt repliceerde dat ook vroeger
de voorzitter gerust was, toen spreker zijne
ongerustheid te kennen gaf en releveerde
hierbij dat zijn (sprekers) idee wel was uit
gekomen.
Op eene vraag van den heer Mombers
nopens de bezoldiging der brandmeesters
geeft de voorzitter te kennen, dat die jaarlijks
betaald worden. De heer Mombers heelt
daar niets tegen, maar zou wenschen dat dit
geschiedde in evenredigheid van de bewezen
diensten.
Volgens den voorzitter maken de brand
meester dit zelf uit.
Overigens zijn burgemeester en wethouders
juist bezig om de brandweer te reformeeren.
Ze zullen trachten zooveel mogelijk te ver
beteren door oude krachten door jongere te
vervangen.
De begrooting wordt alsnu vastgesteld in
outvangst en uitgaaf op f 39790.345.
De heer Verbunt spreekt nogmaals over
den keiweg nabij de markt.
De voorzitter geeft te kennen dat het lager
leggen van de bestrating niet zoo gemakkelijk
gaat. In alle geval zal Van Dijck bestek
opmaken, tegelijk met die voor andere werken.
Hierna werd de openbare vergadering ge
sloten.
Nimmer voor dezen heeft een man met
een bepaald program zooveel stemmen op
zich vereenigd als ditmaal Mac Kinley, de
candiclaat der republikeinen, tegenstanders der
viije zilveraanmunting en nimmer ook heeft
de verliezende partij zulk een geweldig fiasco
geleden. Tot dit resultaat komt men na
kennisneming van het aantal uitgebrachte
stemmen en na een vergelijking met de re
sultaten der vorige verkiezingen. Nog is geen
volledig overzicht te geven, doch wat men
er van weet, zegt genoeg en heeft de geheele
beschaafde wereld al geen oorzaak om zich
onverdeeld te verheugen in Mac Kinley's
victorie bij den geweldigen kamp om het
presidentschap der Vereenigde Staten tot
blijdschap over Bryan's nederlaag en over de
executie van de partij, die ditmaal speculeerde
op de lagere hartstochten der menigte en
die het onmiddellijk gevaar eener revolutie
met zich bracht, is reden te over.
De vrije aanmunting van zilver, samengaan
de met een nieuwe wettelijke regeling der
waardeverhouding tusschen zilver en goud,
stond als hoofdbeginsel op het program der
democraten en men zou zoo op 't eerste
gezicht niet zeggen, dat de gevolgen van
Bryan's zege zoo ernstig hadden kuuneu zijn.
En toch was er een paniek te vreezen
geweest als een onmiddellijk gevolg van de
overwinning der zilver-democraten.
Natuurlijk is 't niet wel aannemelijk dat
Bryan's verkiezing reeds onmiddellijk wijzi
gingen van beteekenis of wel een algeheelen
ommekeer in de politieke en economische
toestanden des lands zou teweeggebracht
hebben, daartegen waakte immers de wet of
liever de op de grondwet gebaseerde in
stellingen, doch in de uit zijn verkiezing te
maken gevolgtrekking dat de geest van zijn
program ingang had gevonden bij de meer
derheid van het Amerikaansche volk, lag het
bedenkelijke en hieruit zou zijn voortgekomen
een economische paniek, waarbij de geheele
wereld betrokken zou zijn geworden.
Door de verkiezing van den caudidaat der
gouden munt heeft de groote meerderheid
der Amerikanen getoond, dat zij den standaard
niet wil aantasten en dan dat zij 's lands
schulden wil betalen met eerlijk geld wat
geruststellend is voor de Amerikaansche
fondsenhouders en de elf millioen verzekerden
in de Vereenigde Staten, voor wie waarde
vermindering der munt zou hebben gelijkge-
staan mef een aanzienlijk verlies aan verzekerd
kapitaal.
Wat de Amerikanen eigenlijk onder „gezond
geld" verstaan
De republikeinen of juister de aanhangers
van dat „gezonde geld" zijn geen aanhangers
van den gouden standaard, van het mono-
metallisme, zooals Europa die kent en eigenlijk
zijn de voorstanders van den dubbelen
standaard geen bimetallisten.
Bij beiden is een gewijzigde opvatting
naar Amerikaansche voorstelling.
De zilverlui willen een onbeperkte vrije
aanmuuting van zilver in de bepaalde ver
houding tot het goud als 16 tot 1, zonder
rekening te houden met de overige landen.
Dat zijn eigenlijk zilver-radicalen dus en de
Amerikaansche goudlui zijn eigenlijk bime
tallisten en wel met een internationale
overeenkomst als bazis, dns in beginsel ge
porteerd voor een vergelijk met de Europee-
sche mogendheden. Met 8181/., tegen lOö1^
stem werd op het congres der republikeinen
te Sint Louis verworpen Teller's voorstel
tot wijziging van het artikelrakende den
gouden standaard en later werd met
tegen HO1/* stem het artikel in zijn geheel
gehandhaafd.
Opent Mac Kinley's verkiezing voor de
toekomst de kans op een protectionisme
outrance, op de verwezenlijking zooveel moge
lijk der Monroe-leer (in de nieuwe kamer
zullen 230 republikeinen staan tegenover 113
democraten en 14 populisten en in den seuaat
48 republikeinen tegenover 42 democraten),
Bryan's uitgesproken streven was de gewel-
dadige omverwerping van het bestaande: hij
speculeerde op den rassenhaat zoowel als op
den klassehaat, op de antagonie tusschen noord
en zuid, tusschen oost en west.
In de Neue Freie Presse wordt verteld,
dat omstreeks 1875 vorst Bismarck te Varzin
een eigenhandig schrijven van czaar Alexan
der II uit de Krim ontving, waarin recht
streeks de vraag werd gesteld, of Duitschland
rustig zou blijven, als Rusland Oostenrijk in
Galicie aanviel. Vorst Bismarck beantwoordde
dezen brief niet, doch zond hem aan keizer
Wilhelm met een begeleidend schrijven,
waarin hij zijn meening op duidelijke en
plichtmatige wijze uiteen zette. Later volgde
nog een tweede schrijven van Russische zijde,
hetgeen vorst Bismarck aanleiding gaf keizer
Wilhelm te verzoeken, den Duitschen gezant
te St. Petersburg terug te roepen. Het gevolg
dezer vredelievende houding van Duitschland
was, dat de aanval op Oostenrijk achterwege
bleef. Het door Duitschland van Oostentijk
atgeweerde oorlogsonweer ontlastte zich toen
boven Turkije en Rusland sloot met Oosten
rijk het verdrag van Reichssladt, waarbij de
voorwaarde werd gemaakt, dat het voor
Duitschland geheim zou blijven, Dit rijk
werd echter door Oostenrijk ervan in kennis
gesteld.
In de Bismarcksche bladen is verteld, dat
czaar Nikolaas op aansporing van hooger
hand er van afgezien heeft, vorst Bismarck
een bezoek te brengen. Dit feit zou aan
leiding gegeven hebben tot de uitbarsting van
gramschap in de Hamburger Nachrichten.
In antwoord hierop schrijft de Reichsanzeiger:
wij zijn gemachtigd tot de verklaring, dat
noch „an Allerhöchste Stelle", noch in ambte
lijke kringen van een voornemen des Russi-
schen keizers om vorst Bismarck te bezoeken
iets bekend geworden is. De geuite bewering
aangaande de motieven, waarom het bezoek
achterwege gebleven is, berustten dus op een
verzinsel.
De Turijnsche Gazetta del Popoio
beweert uit diplomatieke bron te weten, dat
Italië feitelijk van het Duitsch-Russisch neu-