Nummer 97. Donderdag 3 December 1896. 19s Jaar; Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen, ZftïUi ANTOON TIELEN Staatkundig overzicht. FEUILLETON. BUITENLAND. Belgie. *3T UITGEVER- Waalwijk. 9 <3 De Echo van het Zuiden, Waalwijksche en Langstraatsck («iiran Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingebonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. LIJST VAN BRIEVENgeadresseerd aan on bekenden. Gedurende de le helft der maand November Van Waalwijk. J. de Bruin Delft. Italië en Negus. Dezer dagen is gemeld, dat er een geheim tractaat naast het vredes-verdrag tusschen Italië en Abessinie zou zijn gesloten. Het Italiaansch ministerie van buitenlandsche zaken spreekt dit bericht thans officieel tegen. Majoor Nerazzini, die over den vrede on derhandelde wordt in de eerste helft van December te Rome verwacht; hij brengt den tekst van het verdrag mede. Het is echter onwaarschijnlijk, dat het parlement zich nog voor Kerstmis met de Afrikaansche quaestie zal bezighouden. Volgens de Italia del Popoio heeft de mi nister van financien Branca in een interview verklaard, dat Menelik niets heeft tegen het bezet houden van Massowah door Italië. Immers, als Italië die plaats prijsgaf, zou naar alle waarschijnlijkheid Ras Mangaschia zich daar vestigen die ;zijn gebied zoekt uit te breiden en zich nu reeds „barambara» d. i. meester ran de zee noemt. Men weet dat de Ras wel een bondgenoot, maar nooit een vriend van den Negus geweest is en deze vreest dat hij na den vrede met Italië eeu lastigen vazal aan hem en de overige Ti- grijnsche Rasen zal hebben. De Italiaansche regeering wil nu met de wenschen van het land rekening houden. Zij weetdat het zuiden de koloniale politiek met leede oogen aanzieten ook in het Noorden de bewoners van het Po-dal. Zij zal daarom trachten uit Erytrea zooveel nut voor het land te trekken als maar mogelijk is door ontginning en bebouwing van de daartoe geschikte streken. Van de Italiaansche officieren, die door Menelik worden in vrijheid gesteldis er 16 Mr. Purkisssmeekte Madeline weer. Doch deze schudde het hoofd en maakte eene beweging als om te kennen te geven, dat hij zich verder niet met de zaak wenschte te bemoeien. De gevangene wendde het schoone droevige ge laat naar het meisje, dat naast hem stond. Er lag een bittere glimlach om zijne lippenen zijn breed voorhoofd fronste zich. Waarom verdedigt ge mij zoo dapper vroeg hij op onderdrukten, pijnlijken toon. Gij even min uls iemand anders, hebt het bewijs, dat ik William Talbot niet vermoordde. De omstandig heden toonen aan, dat ik het was, die den moord beging. Ik en niemand anders? Ik heb uw woord, Frank, zei Madeline zacht en dat is genoeg. Er steeg een blos naar zijn gelaattoen ver bleekte hij weer zijn hart bonsde. Is bet werkelijk genoeg na alles wat er verteld is geworden en nog verteld zal worden fluisterde hij hartstochtelijk. Ja. Haar antwoord sloot eene diepe teedere oprechtheid in. Het is genoeg, zelfs ten aanzien van uw stilzwijgen. Er was een oogenblik stilte. Madeline legde hare hand op den arm van den gevangene en hief hare smeekende oogen naar hem op. Waarom zwijgt ge, Frank? Kunt ge het mij niet zeggen 't Was of mijn hart zou bre ken van morgen. Geen verdediging en ieder uur, dat ge aan uw stilzwijgen toevoegt, ver meerdert het gevaar uwer positie. Oliefste Waarom spreekt ge niet? Ik kan niet. antwoordde hij haar op heeschen toon. Hare jammerende stem had hem voor een oogenblik ontzenuwd. Hij verborg met een wanhopige beweging het gelaat in de handen. De hemel weet dat ik het doen zou, indien ik durfde. Doch het kan niet. Hij nam hvre beide handen in de zijne en boog een, wiens lijden niet ten einde is. Generaal Albertone zal, naar gemeld wordt, de zonde bok wordenen terechtstaan wegens zijn houding in den slag bij Adoua. "Men be schuldigt hem in strijd met de ontvangen bevelen, den strijd te vroeg te hebben aan gevangen met het gevolg, dat het onmogelijk was zijn afdeeling bii te staan, waardoor een deel der troepen meer dan twee uur buiten gevecht bleet en niet op het beslissende oogenblik kon aanvallen. In de Fransche kamer zetten de radicalen en socialisten onverpoosd hun strijd tegen het gematigde ministerie-Méline voort. Het is een ware obstructie-politiek, welke deze heeren voeren. Terwijl men den beschikbaren tijd hoog noodig heeft voor de afdoening der begrooting, werd door eeu lid der uiterste linkerzijde alweer een motie aan de orde gesteld. Deze motie had ten doel de regee- ring uit te noodigen binnen twee jaren het leeken-(neutrale) onderwijs in te voeren op die meisjesscholen waar het nog niet bestaat. De minister president Méline antwoordde, dat hij de motie niet kon aannemen, want een termijn te stellen zou schending zijn van de organieke wet op het onderwijs. De motie, zeide Méline, is eigenlijk bedoeld tegen de regeering, maar wij vragen aan de kamer, den begrootingsarbeid te hervatten. De socialistisch-radicale afgevaardigde Mille- rand, hield vol dat de regeering een termijn moest stellen. Nadat Poiucaré en Goblet zich in het debat hadden gemengd en Méline had ge repliceerd werd het eerste gedeelte der motie-Jourdanwaarmede Méline zich wel kon veieenigen, aangenomen met 454 tegen 91 stemmen. Het tweede gedeelte, waarin de regeering werd uitgenoodigd om binnen twee jaar het „leekenouderwijs" in te voeren in zekere gemeenten, werd door Méline af gewezen, en door de kamer verworpen met 326 tegen 237 stemmen. Men hervatte vervolgens de discussie over de verschillende posten der begrooting. Bij zV)n gelaat, thans doodsbleek naar het hare over. De geur der bloemen in haar ceintuur bedwelm de hem bijna. Ik zweer u, Madeline, ten aanhoore van on zen Hemelschen Vader, dat ik de misdaad niet bedreef! zei hij op zaehten doordringenden toon. Wat men van morgen in de gerechtszaal ver telde, was leugen leugen van begin tot eind. Het is een kunstig ineengezet weefsel ;doch alles onwaar. De theorie van het motief tot den moord is ook valsch, evenals het verhaal van de schul den. Ik had geen schulden. Ik was niemand iets schuldig, toen ik dien vreeselijken nacht op Andley Court wegging. De geschiedenis van het sleuteltje is ook een leugen tenminste dat ik erin betrokken ben. Ik weet niets van dit alles af. Noch weet ik iets van het stelen en verkoopen van het staatsge heim. Het is een wonderlijke en vreeselijke sa menloop, dat die diefstal in denzelfden nacht van den moord gepleegd werd. Een wonderlijke, verschrikkelijke samenloop. Mijn hoofd dwarrelt als ik er aan denk. Hij hief het hoofd weer op en een half ge smoorde stem kwam van zijne lippen. O God, help mij I sta mij bij I Geef mij moed, kracht om te volharden, om te verdragen. Geef mij vrede met mijn lot. Frank I Frank! Wat is er riep Madeline verschrikt uit. Hare oogen werden door schrik verduisterd. Zijn greep werd zoo vast, dat hare handen er pijn van deden. Ik moet weten, wie dat verraad pleegde, zei hij als tegen zichzelf. Ik moet weten waarom de moord bedreven werd. Welke vijand dat leugenakhtig weefsel Olieveling, zie mij zoo niet aan. Ge moet van mij gaan, mijn Ma deline, ge moet de gedachten aan mij uit uw hart verbannen. Ik zweef in de schaduwen des doods. Ge moet mij aan mijn lot overlaten. Nooit, antwoordde Madeline op bevenden, doch vastberaden toon. Ze bevrijdde hare handen uit zijnen greep en vouwde ze saam. Ge vergeet, dat ik u liefheb, zei ze met een teeder verwijt in hare stem. Of liever, ge weet niet wat liefde is. Ik dacht dat volmaakte liefde volmaakt vertrouwen beteekende. Frank, bewaar het stilzwijgen voor de wereld, doch om der wille onzer liefde, spreek, Frank, zeg mij de waarheid de stemmingen heerschte herhaaldelijk eene levendige agitatie. De koning van Servie is te Rome aange komen en daar vanwege het Italiaansche hof harteliik ontvangen. Z. M. zal ook zijn hulde gaan betuigen aan den H. Vaderen, daar Servie geen gezantschap bij den H. Stoel bezit, zich van uit het Russisch gezantschap naar het Vaticaan begeven. De president vau Transvaal, >oom PauL, heeft op een feestmaal te Pretoria een toe spraak gehouden, waarbij hij de verhouding van Transvaal tot Engelend besprak. De president betuigde zijne afkeuring over de valsche geruchten, dat Transvaal voornemens zou zijn, met geweld de Londensche conventie van 1884 te verbreken; dergelijke geruchten konden slechts kwaad doen. Hij verklaarde dat de conventie aan de Zuid Afrikaausshe republiek alle noodige waarborgen van onaf hankelijkheid geeft; indien er een verandering in de conventie gewenscht werd, zou die op con8tiiutioneele wijze worden tot stand ge bracht. Transvaal's motto was geen conven ties eti tractaten te verbreken, maar die ge stand te doen. Als Transvaal een eisch tot schadevergoe ding voor jamescn's inval deed zou de Britsche regeering ongetwijfeld billijke eischen naar behooren inwilligen. Het iszeide president Kruger, de politiek van Transvaal, nooit agressief maar altijd defensief op te treden.' het denkbeeld van een inval in Rho desia door Transvaal noemde hij belachelijk. Ten slotte verklaarde de president nog, dat het de plicht der regeering was, de mijn industrie te bevorderen in het belang van het land. Gelijk uit het bovenstaande blijktlegt Kruger de Londensche conventie zoo uit dat zij aan Transvaal alle noodige waarbor gen van onafhankelijkheid geeft. Vóór Jame son's inval en ook nog daarna hadden de Engelschen op dit punt andere ideeen en maakten zij aanspraak op een zeker suzerei- Welk geheim is het. dat u liever is dan uw eer, uw eigen leven, liever zelfs dan de vlekke loosheid van den naam, dien uw vader zoo groot gemaakt heeft P Ze zag hem ineenkrimpen, zijn lippen sloten zich plotseling vastberaden. Hij bleef zwijgen en terwijl haar hart kouder werd, liet ze hare stem tot een aefluister dalen Zeg mij dit eensweet gij, wie den moord beging Hij boog het hoofd. God helpt mij, ja I Zijne stem was niet meer dan eene ademhaling. De predikant, die aan den anderen kant van de cel stond, kon haar niet hooren. Doch het meisje, dat met hare gansche ziel luisterde, ving het 'op en rilde. En wie stal het document? Hij zag in haar bleek, beangst gelaat. Dat weet ik niet. Noch weet ik wie op mijn naam schulden maakte en het valsch sleu teltje op het geheiraenkistje bestelde. Ik, die den inhoud van het kistje met mijn eigen leven zou beschermd hebben. Madeline verborg het gelaat in de handen. Dus is het recht dat de schuldige zijn straf ontgaat kunt ge uwe handelingen rechtvaar digen Uw eigen stilzwijgen veroordeelt u en er zal niet aan de mogelijkheid gedacht worden, dat een ander de schuldige is. Hij zuchte bitter en" bewogen. Ik weet het, antwoordde hij. Denk niet, dat ik daar niet aan gedacht heb. Ik heb sedert jaren aan niets anders gedacht. Doch dit maakt geen verschil. Het wijst alles op de plicht, de plicht van het stilzwijgen. Doch stilzwijgen, waar het een moord be treft, is schuldig, bracht 't wanhopige meisje in. Frank Anson's hoofd boog zich. Ja, doch er zijn omstandigheden waar plicht boven de wet gaat. En indien men u schuldig verklaart stamelde ze vol afschuw. Wat, indien ge veroor deeld wordt Hij zag haar zonder vrees recht in de oogen. Ik zal zeker schuldig verklaard woiden sprak hij bedaard. En indien men mij geen ge nade verleent, zal ik moeien sterven Frank 1 Ze week terug naar den muur, met niceitsrecht over de Z.-A. Republiek. De vraag ishoe zij er thans over denken De hertog van Orleans recipieert geheele reeksen van getrouwen, die bij hem en bij de hertogin te Brussel hun opwachting maken. Er zijn diverse deputaties van de Fransche koningsgezinde jeugd bij, als uit Montpellier en uit het departement Aude. Eveneens vau Fransche werklieden, als uit Roubaix en uit het departement Hérault. Aan de bezending uit Roubaix hadden zich twee »dames de la Halle" aldaar aangesloten. Van de Fransche bisschoppen is alleen mgr. de Rocquancourt naar Brussel opgegaan. Het is ontegenzeg gelijk een betooging, maar die zoo zorgvuldig binnen de muren van het hotel, waar de pretendent zijnen intrek genomen heeft, beperkt blijft, dat de regeering der Fransche republiek deswege geen gevoelligheid toonen kan. Het is ook om iedeie publieke mani festatie te vermijden, dat de hooge gasten geen enkele schouwburgvertooning bijwonen. Het aantal geschenken, dat aan het her togelijk paar is toegevoegd, wordt op 3000 geschat, tiet vertrek der vorstelijke reizigers is thans op Dinsdagavond bepaald. Een gruweldaad. 1° een kroeg te Westhrode, een gehucht bij Raamsdonck, was bijna een jaar geleden een aanzienlijk pachter, zekere Z. in slaap gevallen. Een jongmensch, Debouter genaamd, knipte hem voor de aardigheid den halven knevel af. Toen de ander wakker werd, legde hij, hniswaarts gaande, in eene andere herberg aan en had daar vrij wat over zijn dwaas voorkomen te lijdeD. Na long zoeken en vragen kwam Z. te weten, wie hem de kool gestoofd had, en dezer dagen Debouter, op zijn beurt in slaap vallende in dezelfde herberg, trachtte hij hem met lucifers het haar af te zengen. Toen dit niet spoedig «a» oogen vol afschuw. Hij ving haar in zijn armen en ondersteunde haar. Stil, ge moet mij vergeten Madeline. Ik zou alles geven wat ik bezit wat ik bezeten heb indien ge mij niet beminde. Ik had dat nooit kunnen voorzien, toen we elkander bij de rivier ontmoetten. Ik begon te hopen, dat ik 'nog gelukkig zou kunnen zijn, dat, indien ge mij beminde, wij konden trouwen en samen lielde- werken verrichten, zooals we dat vroeger afzon derlijk deden. Hij weende. De hoop gaf mij een nieuw leven. Ik was dien heelen dag gelukkig zooals ik vroeger nooit geweest was, gelukkiger zelfs dan voor dien ver vloekten nacht, toen William Talbot vermoord werd. Doch het was dwaas te denken dat die hoop ooit verwezenlijkt zou worden; dwaas om u te zeggen dat ik u beminde en u van een man te ontrukken, wien ge uw woord gegeven hadt. Ze hief haar hoofd naar hem op, en zeide: Ik deed het om u, omdat ik u beminde en niet als een hinderpaal tusschen u en Priscilla wilde st»an. Ik dacht dat ge haar de voorkeur gaaft. Ik zou eene goede vrouw voor mr. Taxter geweest, zijn; doch had ik alles vooruit geweten, dan had ik hem nooit mijn woord gegeven. Wat er ook over ons kome, ik zal God altijd danken, dat ik u ontmoet heb en u lief had zoi ze eenvoudig. Om 's hemels wildeuk aan onze toekomst Frank, Frank, gij de zoon van zoo een vader en moeder gij. die eens sir Frank Anson moest zijn geweest zou moeten sterven als een moordenaar? Wat ter wereld kan de opoffering van uw jong leven waard zijn? O, die laagheid, zeide hij. En ze denken dat ik het document gestolen en verkocht, heb aan dien ouden man, die van daag in de gerechts zaal verscheen. En de schulden Heeft mijn vader die betaald Ja. En ik maakte ze niet. Bijna 600 pond en ik was er geen cent van verschuldigd. Wijnhan delaars, sigarenmakers, bloemisten alles 'is een schromelijke leugen. Wie kan het zijn, die de moeite heeft genomen dit weefsel van leugens op touw te zetten? Kapitein Roper waarschijnlijk, begon Ma deline aarzelend, liij was liet, die u aan de politie

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1896 | | pagina 1