Nummer 100.
Zondag 13 December 1896,
19e Jaargang,
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
D,D. SCHUTTERIJ.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
UITGEVER-
Waalwijk.
Maandag 14 December INSPECTIE;
aantreden om 2 uur, op de markt
in groot tenue.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Lanptraatoche Courant
l.'!» rw.a-m'fjt
Dit Bind verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertenties 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De kap.-commandant,
PH. TIMMERMANS.
De Burgemeester en Wethouders van
Waalwijk, doen te weten, dat door den
raad dier gemeente, in zijne vergadering
van den 25n November 1896, is vast
gesteld de volgende verordening
„VERORDENING houdende
„wijziging der Algemeene Plaat
selijke Politie-Verordening der
„gemeente Waalwijk, van 7 Au
gustus 1895.
De inhoud van artikel 8 vervalt, en wordt
vervangen door
„Onverminderd de bepalingen van art. 30
van de derde afdeeling van het reglement
van politie op het gebruik der openbare
wegen in Noordbrabant van 18 November
1889, is het verboden met velocipedes te
rijden op de trottoirs en andere voetpaden
in deze gemeentezoomede op het met
klinkers bestrate gedeelte van het markt
plein.
Vorenstaande verbodsbepaling is niet van
toepassing op kinderen, beneden den leeftijd
van twaalf jaren.
De inhoud van art. 39 vervalt en wordt
vervangen door de volgende bepalingen
„De tapperijen in deze gemeente, moeten
gesloten zijn en blijven van des avonds elf
uur tot na zonsopgang.u
Gedurende dien tijd is het een ieder ver
boden zich daarin te bevinden, uitgezonderd:
a. de leden van bet huisgezin
b. de vreemdelingen aldaar logeerende,
die behoorlijk zijn vermeld in het register
bij artikel 438 van het wetboek van straf
recht voorgeschreven
18
En zie dan miss Blake eens, onze gouver
nante en huishoudster; waar haalt ze al die mooie
kleeren vandaan Veertig pond 's jaars en geen
stuiver meer salaris Het zal mij benieuwen hoe
men er over denken zou, als men wist, dat ze
lord Melbury om de andere week ontmoet 1
Lord Melbury?
Zijlord Melbury
Craft'er knikte.
Ja, ik heb het met mijn eigen oogen gezien.
Ze gaat uit en ontmoet hem in de laan of in het
park van Andley Courten zij hebben samen lange
gesprekken. En ik zou wel eens willen weten,
wat dat te beteekenen heeft 1
Ware het nu ééns gebeurd, ik zou er niets van
gedacht hebben, doch zóó gaat het reeds een jaar
langl Er moet iets achter schuilen!
Toeval misschien zei Trimball.
Toeval? weergalmde hij. Zie je mij voor
eeu dwaas aan, Charlie Trimball? Ik weet, waar
over ik spreek en ik weet ook, dat die ontmoe
tingen evenmin toevallig zijn als mijn komst
hierl En wat mijn onwetendheid van vrouwen
manieren betreft, 't kan zijn, dat ik er meer dan
gij, rar. Trimball, of iemand anders uit het ge
zelschap, van weet.
Gij zijt een vrijgezel, weet ge, en ik niet. Ge
zijt verbaasd hè Dit is een bijeenkomst van
vrijgezellen, ik weet het, en ik geloof, dat nie
mand die geen vrijgezel is, recht heeft hier te
komen. Doch ge moogt het weten, ik ben een
getrouwd man. Ik zou het bijna zelf vergeten,
't is dus goed, dat ik er aan herinnerd word.
Hij schudde droevig het hoofd.
Wel, wel. zei de oude koster van St. Mary.
Gezegend nog toe 1 Dat zou ik nooit gedacht
hebben, nooit Benjamin 1
Ik kan niet zeggen, dat ge er als een ge
trouwd man uitziet, merkte de gastheer op.
Crafter zag hem verwijtend aan.
c. personen, wier tegenwoordigheid aldaar
volstrekt noodzakelijk of ouvermijdelijk is
d. de buitenshuis wonende bloed- ol
aanverwanten in den eersten of tweeden
graad van bloed- of aanverwantschap.
Vorenstaande bepalingen zijn niet toe
passelijk op sociëteiten.
De burgemeester kan in buitengewone
gevallen, hetzij in liet algemeen, hetzij voor
een of meer tapperijen of gedeelten daarvan,
ontheffing van bovenstaande verbodsbepaling
verleenen, doch in geen geval later dan tot
twee uur des nachts.
Artikel 45 wordt ingetrokken.
Zijnde deze verordening aan de gedepu
teerde staten van Noordbrabantvolgens
hun bericht van den 25 November 1896
G no 46, in afschrift medegedeeld.
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 7n December 1896.
Burgemeester en wethouders
van Waalwijk,
De Burgemeester,
(get.) AUG. VAN GROTENHUIS.
De Secretaris,
(get.) F. W. VAN LIEMPT.
Burgemeester en wethouders van Waalwijk
verklaren, dat de afkondiging van voren-
sthaude verordening op den 7n December
1896 heeft plaats gehad op de plaats en
de wijze, bedoeld bij de plaatselijke veror
dening ter uitvoering van art. 172 der
gemeentewet vastgesteld.
Burgemeester en wethouders voorn.,
De Burgemeester,
(get.) AUG. VAN GROTENHUIS.
De Secretaris,
(get.) F. W. VAN LIEMPT.
Het adres, in zake de concessieaanvraag
van de Vicinaux-Belges aan den gemeente
raad gericht, is van den volgenden inhoud:
Ik zie er niet ongelukkig uit, meent ge, zei
hij. Neen, de voorzienigheid heeft den slag ver
licht. We waien niet langer dan een maand of
zes weken getrouwd, toen ze mij op een mooien
dag verliet, een briefje achterlatende, dat ze ie
mand gevonden had, die haar beter leek en dat
ze niet van plan was terug te komen. We hadden
een onaangenamen tijd samen en het was goed
voor ons beiden dat ze uitrukte. Het is een groote
zegen voor mij, dat ze niet weer terugkomt!
Hoe lang is het geleden waagde Trimball
te vragen.
De meesterknecht streek zich langs den baard.
Wel, laat eens zien, een dertig jaar geleden.
Goede hemelriep de koster verbuasd uit.
Ge zijt ouder vogel dan ik gedacht had, Benja
min 1 En heeft ze u nooit om geld lastig ge
vallen
Om geen stuiver 1 antwoordde de verlaten
echtgenoot trotsch. Ik heb zelfs haar handschrift
niet meer gozien sedert haar vertrek.
Wat soort van vrouw was ze? vroeg Fred
Burridge uit de Dragon met verontschuldigende
nieuwsgierigheid.
Elisezei Crafter. O 1 ze was een mooie
vrouw, natuurlijk, anders zou ik haar niet geno
men hebben 11
Met „mooi1" bedoel ik niet groot of kolossaal.
Ze zag er een weinig vreemd uit, met zwart haar,
zwarte oogen en een donkere gelaatskleur. Haar
mond was wat te groot, doch haar tanden waren
de mooiste, die ik ooit gezien had.
Ze kleedde zich veelal in rood.
Hoe is het mogelijk, zei Trimball afgetrok
ken. Ik zag onlangs een vrouw de North Street
opgaan, wier voorkomen volkomen overeenstemde
met de beschrijving, die gij van Elise. mrs. Craf
ter, geeft. Het was den avond van liet verhoor.
Ze vroeg mij den naasten weg naar het station.
Ik lette in het bijzonder op het haar; 't was
van dat weerspannige, waar nooit de krul in wil
blijven, wat men er ook aan doet! Doch het had
grijzer moeten zijn voor lianr leeftijd. Wat ik
zeg, Crafter, veronderstel eens dat het mrs. Craf-
tea is geweest en dat ze poolshoogte is komen
nemen
't Kan niet waar zija, 't kan niet waar zijn.
Ze weet niet, dat ik hier ben.
Aan
dee raad der gemeente Waalwijk.
Geven le kennen,
Ondergeteekenden, ingezelenen der ge
meente Waalwijk;
dat zij, naar aanleiding uwer jongste raads-
besprekingen, tot hunne groote teleurstelling
kennis kregen, dat uw college den stoomtram
'sBosch Heusden niet alleen verbonden
weuscht met Waalwijk, maar zelfs door onze
straten verlangt.
Geenszints inbreuk makende op uwe rechten
als raadslid, kunt u toch niet vorderen dat
wij eene afwachtende houding aannemen,
wanneer de belangen der gemeente geschaadt
zullen worden door uw besluiten, die, de
treurige ervaring zegt 't ons, al te dikwijls
schijnen genomen te worden in een oogenblik
van al te grooten ijver, onder den indruk
van schoone woorden en beloften, welke
steeds klatergoud bleken te zijn, met voorbij-
ziening van al datgene, wat dusdanige besluiten
onmogelijk maken zou.
Dat feit, mijne heeren, staat thans op nieuw
te geschieden, wanneer uw college concessie
verleenen zult aan de maatschappij „Vicinaux-
Hollandais" voor deu aanleg van een stoom
tram door onze straten, tot verbinding der
lijn 's BoschHeusden.
Die concessie berokkend onze gemeente
nadeel en onheil.
Natuurlijk betwisten wij niet dat iedere
streek de noodige communicate-middelen
ter hand neemt, indien dezelve strekken tot
bevordering harer welvaart, doch bedoelde
communicatie kan Waalwijk's bloei nooit
bevorderen. De maatschappij zelf zegt u in
haren prospectus
de meeste vruchten zulten na eene reeks van
jaren geplukt worden door de Zeehaven van de
groote en bloeiende Handelsstad Iieusdenmet
haren onbelemmerden waterweg naar Rotterdam
De luttele voordeden die de voorstanders,
eu treurig genoeg onze kamer van koophandel,
voor die concessie aanvoeren, kunnen nooit
opwegen tegen het nadeel dat onze haven
alleen ondervinden zal, wanneer in de toe
komst de scheepvaart zich verplaatst en onze
haven tot sloot gedoemd wordt, dienende
trr
Ze weet niet in welk deel van de wereld ik
ben en of ik nog leef. Neen. den hemel zij dank
hij nam zijn glas op en ledigde het ik be
hoef niet te vreezen, dat ze ooit terug zal komen!
De vrouw die gij zaagt, moet veel op haar
geleken hebben. Er 'zijn er velen zoo! De voor
zienigheid zou mij het verdriet van haar terug
komst niet aandoen! Ik wilde, dat ik even zeker
van mijn fortuin als van dat was I
XXIII.
Het volgende gesprek had in eene particuliere
zitkamer op de tweede verdieping van de Dragon
tusschen kapitein Roper en diens vader plaats. De
oude man, reeds als Übadiah Egerton Roper aan
den lezer voorgesteld, zat tegenover zijnen zoon
en leunde in een weelderigen armstoel.
De gewezen financier met zijne havelooze klee
ren, zijn onfrisch gelaat, langen ongekamden baard
en schijnheilige uitdrukking maakte een walge
lijken indruk.
Geen vreemdeling, die hen toevallig samen ge
zien had, zou verondersteld hebben dat het vader
en zoon was.
De oude man zat met zijne vuile handen saam-
gevouwen en eene glurende uitdrukking op zijn
gelaat.
Ik ben zeer goed over de moeielijkheid heen
gekomen, vindt ge niet? zei hij met een lach.
Ik gelooi, dat ik knap was. Het was niet zoo
gemakkelijk als het er wel uitzag, weet ge. Tal
bot was zulk een voornaam mensch en ik was er
zeker van dat er opzienbarende drukte van ge
maakt zou worden en een nauwkeurig onderzoek
zou worden ingesteld.
Doch ge kunt mij zoo'n zaak volkomen toe
vertrouwen, mijn jongen. Ik ben niet voor niets
financier geweest.
Kapitein Roper bewoog zich zenuwachtig in
zijnen stoel. Zijn blik dwaalde met iets van
afschuw over de weerzinwekkende gestalte van
zijnen vader.
Waarom kleedt ge u niet be*er vroeg hij
plotseling. In aanmerking genomen, dat ik hier
algemeen bekend ben en de positie welke ik
bekleed, mocht ge u van te voren wel wat opge
knapt hebben, zoodat ge mij geen schande aan-
deedt.
tot afwatering der Loint, waardoor de ge
meente 's jaarlijks 2500 aan haven- en
kaaigelden missen zal, ongerekend de loonen
aan arbeiders en sjouwerlieden bij schepen en
booten uitbetaald en 's jaarlijks pl. m. 9000
bedragende; vervolgens zullen de veemarkten
te 'sBosch méér gebaat worden dan te Waal
wijk, dit kunt u wekelijks uit den mond der
veehandelaars vernemen. Hoeveel schade zal
hij berokkenen aan ingezetenen, die oogen-
blikkelijk door goederen- en personenvervoer
een middel van bestaau bezitten? Wie uwer
berekent de nadeelen, onvermij lelijk treffende
de neringdoenden en hunne panden, gelegen
op- of in de nabijheid der markt, welke dan
onherroepelijk verplaatst moet worden, want
voor markt en tram bestaat geen plaats, er
bevinden zich daar zestien ingezetenen,waar
van de gemeente vergunningsrechten geniet,
ongerekend de verschillende andere winkel
neringen; indien u, mijne heeren, finantieel
betrokken waart in die zaken en panden,
zou dan 't wachtwoord „pas op uw zakken"
wel noodig zijn om een afkeurend votum uit
te brengen Maar onnoodig mijne heeren,
meerdere nadeelen op te sommen, waar de
voorstanders van den tram in gebreke moeten
blijven de voordeelen aan te wijzen, ja zelfs
moeten erkenen Waalwijk hèeft deze tramlijn
niet noodig voor de ontwikkeling en bevordering
van zijnen bloei(leest hoofdartikel in ons ge
meenteblad „de Echo van het Zuiden" dd.
6 December,) dunkt ons ten eenenmale
overbodig.
Of moet Waalwijk nogmaals door schade
en schande leeren Ligt de brug te Heusden
daar niet als verwijt genoeg Want ondanks
de bewering dat door plaatsing vau eene
flinke .stoompont aan 't overzetveer te Dron-
gelen, geregelde communicatie was tot stand
gebracht, ondervinden we dagelijks méér en
méér, dat men lacht met Waalvvijks toestand.
Het weinige ijs der jongste dagen stelde die
solide stoompont op nonactiviteit en zagen
we ons in denzelfden ellendigen toestand
geplaatst als voorheen, omtrent de commu
nicatie onzer gemeente met het Land van
Altena.
Obadiah Egerton Roper hief de schijnheilige
oogen naar zijnen zoon op.
Schande, mijn waarde jongen? Welk eene
onkinderlijke toon is dit? Ik ben er van overtuigd
dat mijne kleeding volkomen past bij mijne te
gen wooidige bezigheid die van menschenvriend.
Indien ik in spiksplinter nieuwe kleeding ver
scheen, zouden de menschen zeggen dat het geld
beter besteed was aan de armen, wie ik mij tot
taak gesteld heb te helpen. Doch natuurlijk
indien ge mijne garderobe op uwe kosten eens
wilt vernieuwen, aan zal ik u de dankbaarheid
daarvoor niet weigeren.
Rutherford Roper bewoog zich ongeduldig.
Ik dacht, dat ge vanavond naar Londen
gingt.
Dat was ik ook van plan, hernam de oude
man. Doch ik ben veranderd.
Het bevalt mij hier best. Dit is een mooi oud
logement een zeer mooi logement, waarlijk.
Hij hield op en zag aandachtig naar het diaman
ten overhemdsknoopje van zijn zoon.
Ik veronderstel, dat ge goed af zijt?
Kapitein Roper schudde het hoofd ontkennend.
Neen, verre van dat. De oude rechter is zoo
gierig als een vrek.
Hum, hernam zijn vader. Dat komt, onge
legen. Doch ge kunt altijd op uwe vooruitzichten
leenen. weet ge.
Misschien stemde de kapitein toe, zal ik
daaraan denken wanneer Frank Anson dood is.
Het zou te gewaagd zijn het voor dien tijd of
zelfs in de eerste twee jaren te doen. Hij is
een lastig man om mede te handelen, streng als
de duivel.
Het zou hem niet kunnen schelen, dat er geen
andere eigenumen zijn. Er zijn eenige nichtjes
van lady Rozamund's kant. Hij zou haar iederen
stuiver nalaten of zelfs aan de hospitalen, indien
hij te weten kwam dat ik niet stipt zedelijk
leefde.
De oude ^menschenvriend' hief bij die moge
lijkheid in vromen afschuw de handen op.
üm den drommel 1 om den drommel
Hij wachtte een oogenblik en voegde er toen
aan toe
Waarom ter wereld kocht ge aandeelen in
Taxter's zaak Waarom bleeft ge niet in den
dienst? (Wordt vervolgd.)