Staatkundig overzicht.
BÜITËNL A N D.
Frankrijk.
Spanje.
Engeland.
Duitschland.
bedrijven en den eigengeerfden boerenstand
niet ten gronde te doen gaan. Die is op j
het land, wat de burgerij in de steden is.
En het groote bezit heeft ook zwakke zijden.
Daarom is spr. niet tegen bescherming van
den landbouw. Onze middelbare bedrijven
kunnenzonder steun toch niet opwerken
tegen de groote landbouw-ondernemingen in
Amerika en elders.
Toch zou spreker het groote grondbezit
ongaarne missen. Het levert niet alleen
oeconomische voordeelen, maar daaraan heb
ben wij het ook te danken, dat hier en daar
nog natuurschoon is, en gelegenheid tot ont
spanning gegeven wordt. Er moet, meent
spr., groot- en klein grondbezit zijn, doch
geen van beiden moeten overheerschen. De
middelbare bedrijven moeten in alle streken
van liet land voldoende gevonden worden
nergens geheel ontbreken. Daarop leeft de
kt ril onzer plattelandsbevolking.
Tot op zekere hoogte voldoet bij ons de
toestand aan dien eisoh, doch het gevaar
bestaat, dat de middelbare bedrijven opgelost
worden- door liet groote kapitaalals de
eigenaar in do schuld raakt of blootstaat
aan verbrokkeling. Beide komt op groote
schaal voor, met liet gevolg dat de nuttigste
vorm van landgebruik en grondbezit het
meest achteruitgaat.
Het land bon w-bed rijf is meer dan eenig
ander aan risico onderhevig en weinig vat
baar voor verzekering.
Spr. zeide veel sympathie te gevoelen voor
de instelling van //rentegoederen//, zooals dit
in Pruisen geschiedt, sedert 1880, wat hij
toelichtte.
Hierna gaf spr. een schets van de werking
der /Small Holdiugsact"sedert 1892 in
Engeland ingevoerd, waarbij, ter oprichting
en instandhouding van eigen boerenbedrijven,
«rronden kunnen onteigend wordeu.
Naar sprekers meening moet onze wet
geving aldus worden aangevuld
lo. Erkenning van een „rniastingsreclit"
door de overheid.
2o. Oprichting en instandhouding met
medewerking der overheid van goed afge
ronde. onsplitsbare, zelfstandige boerenbe
drijven, waarvan de gebruiker, uti een reeks
van jaren, vrije eigenaar wordt.
80. Toekenning aan de. overheid van het
recht om, door aankoop of onteigening, ge
schikte gronden te bestemmen voor arbei-
dersgrondbezit.
Hierna b'-kaudelde spreker de pacht.
•Geen gezonde agrarische regeling is in
den tegenwoordige tijd denkbaar, zonder dat
een belangrijk deel van den grond in paebt
wordt uitgegeven. Wetten daartegen zouden
niet levensvatbaar blijken. De pacht is nog
altijd de eenvoudigste en doelmatigste vorm
van la ndbouw-krediet. Ons vigeerend pacht
stelsel onderwierp spr. aan een uitvoerige
critiek. De contracten klinken wel zeer
streng voor den pachter, wat dikwijls noodig
is vooral wegens onze kostbare en omslach
tige rechtspleging.
Spr, wenschte aan de pachters toe te
kennen
lo. Een onvervreemdbaar recht op re
ductie der pacht bij rampenwaarbij de
'heltt van den oogst verloren gaat; dus wij
ziging der art. 18 31 en 16 32 13. W.
"2o. Een recht van voorkeur (optie) bij
trouwe nakoming huuuer verplichtingen, en
3o. een sneller, eenvoudiger berechting
van geschillen over pachtquaestics.
Ten slotte wekte spr. de grondeigenaars
op, de inkomsten uit hun bezit te beschou
wen als de bezoldiging van een eere-ambt,
waaraan verplichtingen verbonden zijn.
Spr. erkende dat zijn program geen groote
hervormingen bevatmaar hoopte dat het
levensvatbaar zou blijkenomdat liet aan de
practijk is ontleend.
De voorzitter, de lieer G. Vas Visser,
dankte den inleider voor zijn belangrijke,
leerrijke verhandeling en gaf daarna het
woord aan mr. J. A. Levy, die het met den
inleider niet eens was, dat er maar weinig
door den wetgever voor den landbouw zou
kunnen worden gedaan. Kleine wijzigingen
kunnen de malaise niet opheffen, de verhou
ding tusschen bezitter en pachter moet'een
fundamenteele wijziging ondergaan. Er moet
een participatiestelsel komen, dat beider be
langen regelt en eerst dan zal het algemeen
belang worden gebaatzoo ook moet. de
pachter vergoeding krijgen voor verbeteringen,
door hem aangebracht.
Mr. J. Kruseman deelde de theoretische
denkbeelden van den heer Levy niet; niet
een participatie-stelsel komt men niet verder.
Liever had hij iets meer vernomen om
trent het landbouwkredietzooals het in de
Rijnprovinciën bestaat.
Dr. Blint bepleitte liet nut van nieuwe
cultures en beter landbouwonderwijs.
Generaal Weyler heelt veel kans op een
reputatie van wreedheid en barhaarschheM
als reen enkel bevelhebber voor hem gehad
heeft in den nieuweren tijd ten minste
niet. Onlangs werd hij gezegd den aanvoer
van antiseptische middelen en van kinine
voor de opstandelingen, te willen tegengaan
als zijnde oorlogsmateriaal voor een paar
dagen gaf hij hevel alle plantages en woon
huizen in Havana te vernietigen oni de
insurgenten aldus uiliehongeren e i nu lezen
wij van een schandelijk bedrijf van wreedheid
en onmenschelijkheid betaalden sluipmoor
denaars waardig. De ongeloofelijkste verhalen
aangaande het beulenbedrijf der Spanjaarden
op Cuba, worden er door overtroffen.
Te Siguerea in het gebergte, maakten de
Spanjaarden zich meester van een ziekenhuis
der insurgenten. Aan de deur van het ge
bouw zwaaide een dokterSolen geheeten
met een vlag, vertoonende het roode kruis,
dat zelfs bij onbeschaafde volksstammen eer
biediging vindt, doch de dappere Spanjolen
schoten hem eenvoudig dood en vuurden
eveneens op een Amerikaan die uit een raam
met de vlag der Vereenigde Staten zwaaide
en door de helden verwond werd. Toen
begon een walgelijk, schandelijk tooneel in
strijd met de meest primitieve wetten der
menschelijkheid, in strijd ook met het oorlogs
recht, werden de gewonden en zieken in hun
kribben doorstoken met de bajonet of met
den knuppel doodgeslagen en de liefdezusters
deelden dit lot, waarna het gehecle gebouw
werd in brand gestoken.
Tegenover dergelijke barbaarschhëden kan
men Amerika's tusscheukomst slechts wen-
schelijk heeten
Weyler beweert nu op grond van door hem
gedane verkenningen, dat de provincies Ha
vanna en Matanzas gepacificeerd zijneen
belangrijke troepenmacht is er niet meer-en
de weinige, hier en daar verspreide troepen,
zullen we! spoedig verdreven zijn. Dat spelt
een spoedige victorie der insurgenten in een
dezer provincies!
Dinsdag 1.1. moeten de insurgenten onder
kolonel Aranguren er zelfs bijna in geslaagd
zijn Weyler gevangen te nemen, 't Was te
Tapaete in Havana, waar de insurgenten een
aanval afwachtten en een troepje Spanjaarden,
die het terrein verkenden, cp de vlucht dreven
tot de plaats waar Weyler met zijn cskorte
vertoefde, 't Werd een hardnekkig gevecht,
doch 'de soldaten verdedigden hun chef met
goeden uitslag zij brachten hem ongedeerd
in veiligheid.
Indien men zich in Italië op 't moment niet
uitsluitend oocupeert met de ontbinding der
in 1895 onder Crispi gekozen kamer, van
welke ontbinding het verdagingsdecreet de
voorlooper is dan vindt dat zijn reden in
een gevaardat dreigt voor de allernaaste
toekomst. 't Wordt met de Derwisjen in
Afrika ernst reeds wordt hun' krijgsmacht
officieel geschat op 5000 a 6000 geweren cn
eenige duizenden lansen en generaal Vigano
wordt gezegd tegenover deze horde te kunnen
samenbrengen 4000 geweren 150 paarden
en 24 kanonnen. Zou men zich, evenals in
't vorige jaar door de Abessiniers, te Masso-
wah en te Rome weer eens hebben laten
beetnemen
In eik geval is 't nogal bedenkelijk dat
generaal Baldisserade opperbevelhebber
niets wist van eenige beweging der Derwisjen,
toen hij met verlof zijne thuisreis aanvaardde.
Misschien heeft hij eenige inlichtingen weten
te geven aan den minister vun oorlog met
wien hij ',te Rome een eerste samenkomst
rnoest hebben en het kan best zijn, dat er
'narde woorden zijn gevallen over het beleid
der legermacht in Afrika: èn Pelloux de titu
laris van oorlog èn Brin zijn collega van
marine, maken zich ongerust. Reeds hebben
zij met den directeur der algemeeue scheep
vaartmaatscbappii geconfereerd opdat te Na
pels eenige stoombooten werden gereed ge
houden, eventueel voor het vervoer van troe
pen naar Afrika.
En dat terwijl Baldissera voor particuliere
aangelegenheden naar Italië is gekomen en
ter loochening van de weigering eener ver
sterking met zes bataljons door de regeering,
wordt medegedeeld, dat Baldissera in 't laatst
van December juist de repatrieeiing heeft
verzocht vau twee bataljons, tot de uitvoering
van welk besluit (o ironie)! een pakkotboot
te Massowah is aangekomen.
Het feitdat de regeering te Rome in
olficieusc verklaringen de schuld van mogelijke
nederlagen of catastrophen, reeds bij voorbaat
op Baldissera schuift (hij had maar te vragen
om versterking, de regeering was de onder
danige uitvoerster van des gouverneurs wen-
schen en verlangenswekt achterdocht en
geeft reden tot het vermoeden, dat men te
Rome wel degelijk rekening houdt met de
mogelijkheid van een nieuw fiasco der Itali-
aansche wapenen.
Met aandacht worden de bewegingen der
Derwisjen gevolgd te Rome waar Zaterdag
een treffen tusschen de beide legermachten
reeds onmiddellijk aanstaande werd geheeten.
't Schijnt, dat de Derwisjen evenwel geen
haast maken alleen zoo af en toe kleine
razzia's iu de naaste omgeving.
Een nieuwe onheilsboodschap uit Afrika
is gelukkig spoedig weerlegd. I)e met de
regeering op goeden voet staande Gazzette
Piemontese heeft angst en schrik verspreid
door een bericht omtrent Meueliks weigering
om de nog in zijn macht zijnde Italiaansche
gevangenen in vrijheid te stellen, zoolang de
grensquaestie niet definitief geregeld was en
zelfs zon Ifij de reeds naar de kust op rnarsch
zijnde gevangenen te Harrar doen gevangen
houden. De regeering heeft zich gehaast
(naar men hoopt op goede gronden en niet
met den wensch als basis) elke moeie'ijkheid
in verband met de vrijlating der gevangenen
te loochenen en zelfs aangekondigd den
aanstaanden uittocht van een nieuwe karavaan,
De Franschen zijn ,in de wolken en niet
zonder reden. De czaar heeft hun een nieuw
bewijs van zijn vriendschap gegeven. Ineen
nota van de officieusc Agence Havas wordt
nli het volgende gemeld: Baron von Mohren
heim, de Russische gezant bij de Franschc
republiek, heeft aan den minister Hanotaux
medegedeeld, dat graaf Muravieff, vroeger
gezant bij het Deensche hof en thans benoemd
tot minister van buitfenlandschg zaken, op
last van den czaar zich van Kopenhagen
naar Parijs zal begeven, ten einde zi'ne op
wachting te maken bij den president der
republiek en betrekkingen aan te knoopen
met de Fransche ministers! Graaf MuraviefI
wordt aanstaanden Donderdag te Parijs ver
wacht.
Dit feit is zeker niet van belang ontbloot.
Het mag éénig heeten in zijn soort en geeft
aan Muravieff's benoeming e en .bizondere
portee.
De Depute Musulinan".
Van middag va» het ministerie van kolo
niën komende zoo schrijft de Parijsche
correspondent der N. R. Ct.zag ik gaande
langs den Quai d'Orsay, in de verte een soort
van oploopje, een donkeren klomp menschen
opdringende langs het trottoir en gedeeltelijk
over den rijweg, e i daarvoor een figuur; die
mij in haar witte omhulling en den huppel-
lenden gang dadelijk denken deed aan den
afgevaardigde van Pontarlier dokter Grenier.
Zou het dus waar zijn, dat onze „député
musuimande gekheid zoover drijven zou
van zijri wasschingen te houden in de Seine
en zou het toeval mij daarvan getuige doen
zijn.
De vrhalen welke de couranten gisteren
hadden gedaan omtrent de wasschingen had-
mij toch wel te ongelooflijk toegeschenen,
maar jawel! dokter Grenier, waut hij was het!
ter hoogte gekomen van de kanselarij van het
Legioen van Eer, daalde langs den breeden
oprijweg daar naar de Seine af, terwijl de
saamgestroomde menigte, welke steeds aan
groeide, boven aan den kademuur staan bleef.
Toen ik hier gekomen was, zag ik den »députe
musuiman c reeds bezig zich van zijn burnóe
te ontdoen en zijn hoofddoek te oalknoopen.
Langs de kade en over de balustrade van de
Concordebrug stond en hing het zwart vau
de menschen. Op deze onthulling welke den
dokter in donkere onderkleeding te aanschou
wen gal, volgde het uittrekken van laarzen
en kousen en zoo, tot de knieén bloot, stapte
onze wonderlijke profeet de Seine in, en
wiesch zich. het water o, brengende met beide
handen, het aangezicht. Vervolgens uit het
water tredende, haalde hij een handdoek te
voorschijn, droogde zich het gezicht en de
voeten, en zal zich ik heb het einde niet
afgewacht wel weer in zijn costuum hebben
gestoken. Het schouwspel is belachelijk maar
treurig ook, want voor de kunstemakerijen
van dezen Mohammedaan vraagt men zich af
of de man wel goed bij zijn verstand zou zijn
Doch een uur liter hoorde ik hem in de
wandelzaal van het Palais Bourbon, waar de
dokter meer is dan in de vergaderzaal, te
mid len von een kring van journalisten zijn
standpunt verdedigen en toen trof mij de
zachte gemoedelijke toon van zijn betoog.
Dus toch een overtuigde en het slachtoffer
van de wonderlijke opvatting van zijn gods
dienstplichten.
Met zijn collega's in de kamer staat de
afgevaardigde van Pontarlier reeds op een
gespannen voet. Zij voelen dat het een nieuwe
aanleiding tot bespotting moet geven aan de
velen in Frankrijk en te Parijs, die voor de
vertegenwoordiging en het algemeen kiesrecht
slechts een woord van ergernis of een scha
terlach overhebben. Francois Coppée schreef
onlangs in het Journal naar aanleiding van
de verkiezing te Pontarlier: al wie iets toe
kan voegen aan de belachelijkheid der par
lementaire wereld is mij een reden van plezier
en Gaston Deschamps plaatste deze aanhaling
als motto boven een voor die wereld niet min
der hatelijk artikel in de Figaro. Dergelijke
voorbeeldeu van groote ontstemming ontmoet
men dikwijls in den kring der geletterden.
In het lijforgaan van minister president
Canovas, El Natiul staat een opzienbarende
waarschuwing. Duurt de tegenwoordige
perscampagne tegen de regeering en het
beleid op Cuba voort, zoo heet het daarin,
dan zou het ministerie zich gerechtigd achten
den staat van beleg af te kondigen, alle
bladen te schorsen en slechts de regeerings-
krant te laten bestaan.
Dit wordt nu toch weikelijk al te gek. De
Imparcial verklaart heden onmiddelijk dat hij
van alle berichtgeven omtrent de zaken op
Guba afziet wegens deze ongehoorde bedrei
ging. Maar in het donker en iu het geheim
zoo dreigt he» blad van zijn kant en ter
wijl de machthebbers op geweld bedacht zijn,
worden de groote omwentelingen voorbereid
Generaal Weyler; die beurtelings streng en
toegevend is, heeft tui weer bevolen binnen
drie dagen alle plantages en plattelands
woningen in de provincie Havana te vernielen,
welke voor de opstandelingen nuttig zouden
kunnen zijn. Het bericht bewijst dat de
vrees voor een inval en een verovering vau
Havana door de rebellen niet denkbeeldig is.
Volgens bericht aan de Times uil Havana
toonen de Spanjaarden groote verontwaar
diging over de snoode handelwijze van gene
raal Weyler.
De socialist Hyndman heeft onlangs op de
vergadering van het Mansion-house-fonds de
Indische regeering beschuldigd, dat zij het
Indisch hongersnoodfouds, uit eene bijzondere
belasting op de Indische bevolking verkregen,
voor maatregelen, buiten verband met het
doel van het fonds, gebruikt heeft. De afge
vaardigde Lough heeft nu dit verwijt in het
Lagerhuis lot de de regeering gericht, en de
minister van Indie moest het eigenlijk toe
geven. Hij maakte er zich van af met te
zeggen, dat men in tijd van oorlog geld
noodig had en zoo nauw niet zien kon, waar
het vandaan kwam; zoo had de Indische
regeering iu den Afgaanscheu oorlog uit het
fonds geput. De Daily Cronicle rekent nu
uit, dat de regeering ook voor andere doel
einden, even vreemd aan de bestemming
van het fonds, geld gebruikt heeft, en dat
tot een bedrag vau minstens 5,000,000 pond.
Er zijn bijzonderheden van den moord
op de Engelschen in Benin. Te Gwato ging
het gezelschap met geschenken voor den
koning aan wal, onderweg werd men door
de dorpelingen en boden van den koning
hartelijk begroet, en men was tot dicht bij
de stad Bcin genaderd, toen er uit het struik
gewas op hen geschoten werd. Phillipps, zijn
secretaris, dr. Elliot en Powis werden op de
plaats gedood, majoor Copland Crawford
werd gewond, maar kapitein Boisragon en
Locke voerde hem mede. Hij kreeg toen
echter een nieuwe wond, en voor hij stierf,
smeekte hij, in den steek gelaten te worden.
Campbell werd gevangen genomen maar werd
spoedig ter dood gebracht. Van Gordon is
geen bericht, maar men gelooft dat hij dood
is. De gedoo ien werden onthoofd. Boisragon
en Locke zwierven vijf dagen rond, ofschoon
zij gewond waren, levende van vruchten en
bladeren en douw als eenigen drank. Locke
doodde met zijn revolver nog verscheiden
inboorlingen; Boisragon hield hen met een
stok van het lijf. Eindelijk kwamen zij in een
dorp, waar zij gastvrij ontvangen en ver
pleegd werden. Zij werden naar een ander
dorp gebracht, en van hier in een overdekte
kanoe de rivier afgeroeid, tot een stoomboot
hen ontmoette.
Kolenindustrie.
De bergwerkers in het Ruhrgebied beginnen
zich te roeren. De stemming onder hen is
zeer opgewonden en het schijnt niet onmo
gelijk, dat in het voorjaar een groote staking'
zal uitbreken. Volgens velen zal zulk een
staking zeer gewettigd zijn, want terwijl de
toestand der arbeiders slechter is geworden,
is die der industrie zelf verbeterd, zooals men
wil bewijzen uit de volgende prijzen
1892 1893 1894 1895 1896
Mark Mark Mark Mark Mark
Gas- en vlamk. 9,75 8.08 8.30 8.40 9.75
Vetkolen 8.50 7.29 7.50 8.00 9.00
Magere kolen 7.75 7 50 8.00 9.00 13.75
Gaskoieu 11.75 9.79 10.30 10.50 10.50
De looneu zijn daarentegen gedurende deze
jaren bijna constant gebleven, zooals uit de
volgende opgave blijkt: 1892 3.28 Mark;
1893 3.14; 1894 3.16; 1895 3.18; 1896 324.
De Italianen in Afrika.
Uit Agordat wordt gemeld dat generaal
Vigano daar is aangekomen en de maatregelen
ter verdediging van de plaats tegen de Der-
wischen genomen, volkomen goedkeurde. De
troepen zijn ruim voorzien van krijgsvoorraad
en levensmidcelen, en de telegrafische ge
meenschap met Kassala is verzekerd, ook
zijn maatregelen genomen, om zich van 's
vijands bewegingen op de hoogte te houden.
De. hoofdmacht der Derwischen staat nu,
bij Chaget en de voorhoede halfweg tusschen
die plaats en Agordat. Men schat de sterkte
der Derwischen op 5 a 6000 geweren en
eenige duizende lansen.
De correspondent der Frankfurter Ztg.
te Rome seintHet trekt de aandacht dat
géneraal Baldissera bij zijn aankomst aan het
station alhier niemand aantrof om hem te
verwelkomen, en dat hij vier maanden ver
lof heeft genomen. Baldissera voegt dè
correspondent er bij, die als een dapper
krijgsoverste bekend staat, schijnt dus de
gedragslijn der regecring af te keuren.
Berichten uit verschillende bron, ook
een schrijven van Ras Aloela zelf aan den
Italiaanschen vertegenwoordiger te Adi Kwala,
(op de grens van Tigré) melden dat den 19en
dezer tusschen Ras Aloela en Ras Agos een
gevecht heeft plaats gehad, waarin laatstge-