Nummer 27.
Zondag 4 April 1897.
20" Jaargang.
Eerste Blad.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
L
Inteekenbiljet,
Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN,
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
Industriëelen
Aan onze abonué's en
aan hen, die wij het gaarne
zouden zien worden.
FEUILLETON.
UITGEVER:
Waalwijk.
Ten einde zooveel mogelijk te
gemoet te komen aan den ons
den laatsten tijd, meermalen te
kennen gegeven wensch,.om wat
meer lectuur te verschaffen in het
Zaterdags uitkomende nummer
hebben wij besloten, te beginnen
met het nummer van heden
aan de «Echo van het Zuiden»
eenige uitbreiding te geven en
wel in dien zin, dat het nummer,
bestemd voor Zondag, als tijd en
omstandigheden het toelaten, in
den regel zal verschijnen in twee
bladen. Zonder prijsverhooging.
Behalve voor de gewone ru
brieken zullen wij de te winnen
ruimte benuttigen voor het opne
men van wetenswaardige mede—
deelingen en mengelwerk, die in
den regel gaarne gelezen worden.
Wij hopen hierdoor de algemeene
tevredenheid te verwerven en
vertrouwen dat dit ons zal blijken
door het toenemen van het getal
abonnementen.
Het geïllustreerde Zondagsblad
blijft als premie aan ons blad
verbonden.
Onderstaand in teekenbiljet ge
lieve men zoo spoedig mogelijk
geteekend op te zenden aan den
uitgever.
Redactie en Uitgever.
Ondergeteekende verlangt vanaf
1 April 1897 een abonnement op
//De Echo van het Zuiden" met,
zonder geïllustreerd Zondagblad.
De Echo van het Zuiden,
Waal«(jksrtc en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag; en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën Smaal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De kamer van koophandel en fabrieken te
Waalwijk houdt zich onledig met het opma
ken van het verslag over 1896.
Heeren industriëelen worden verzocht hunne
opgaven voor het verslag zoo spoedig mogelijk
aan den voorzitter in te zenden.
De kamer van koophandel en fabrieken
voornoemd.
Waalwijk, April 1897.
44
Na een lange, pijnlijke stilte vroeg ze weer:
Ge zult mij denkelijk niet willen zeggen
wie de schuldige is
Hij schudde het hoofd.
Niet zonder goede betaling, mijn kind.
De wetenschap daarvan is de eenige troefkaart
die ik op dit oogenblik bezit.
Zonder dat geheim zou ik nu geheel onbe
middeld zijn.
Hoe zijt ge er aan gekomen, hijgde Made
line, werd het u toevertrouwd
Hij schudde van neen.
Wel neen. Ik zag. Geen levend wezen zou
zoo dwaas zijn van aan mij zoo iets toe te ver
trouwen.
Het meisje strekte de handen uit. Ze trilde
van aandoening.
Gij zaagt het? Bedoelt ge, dat gij het schot
zaagt vallen
Hij knikte.
Ja, ge ziet dus, dat er geen twijlel omtrent
bestaat. Wat ik zeg, dat ik weet, weet ik ook.
En wat ik zeg, dat ik doen zal, kan ik en wil
ik ook doen.
Ge schijnt het in uw hoofd te hebben gehaald,
dat ge onwaardig zijt Frank Anson te huwen,
ofschoon ik gedacht zou hebben, dat het juist
andersom was.
Verliefde menschen hebben vreemde denkbeel
den omtrent dat punt en ik wil de zaak niet met
u betwisten.
Er bestaat geen twijfel, of ge hebt u aan vele
zaken, welke het gerecht af zou keuren, schuldig
gemaakt en de politie
Madeline huiverde.
Lord Melbury zou voor mij spreken, zei
ze, trachtende in die gedachten troost te vinden.
Hij zou verklaren, aat ik het werktuig was in
uw handen. En men zou hem op zijn woord
gelooven 1
Roger Harvey schudde met een uitdrukking
van stil genoegen hoofd.
Woonplaats; Handteekening:
OPENBARE VERGADERING
Op 30 Maart, 's namiddags ten 7 ure.
Aan de orde
I. Ingekomcü stukken
II. Wijziging begrooting 1896 en 1897.
III. Voorstel van burgemeester en wet-
Neen, mijn lieve, neen. Vlei u niet met die
gedachte. Uw ooms woord zou niets beslist
niets uitwerken. En buitendien, voegde hij er
haastig aau toe, hij weet niets van de zaak af.
Hij woonde niet met ons in hetzelfde huis.
Hoe kan hij uw onschuld bewijzen.
Het meisje bracht met wanhopig gebaar de
hand aan het voorhoofd.
Is er geen hoop voor mij? snikte ze.
Niet dat ik zien kan. Dut is te zeggen, in
dien ge met //hoop'* bedoelt de kans om uw
gedeelte van onze gezamenlijke schuld van u te
werpen.
Vader! kreet ze. Ze was hem genaderd en
staarde hem aan.
Ze stonden oog in oog tegenover elkander.
Ge weet zeer goed, dat ik, ware liet niet
om der wille van mijne moeder geweest, liever
gestorven ware, had ik toen dit alles geweten.
Doch nu het kwaad gedaan is onherroepe
lijk gedaan moet ik den schok verdragen. Ik
moet het plan, dat ik reeds gemaakt had, voor
gij kwaamt, ten uitvoer brengen. Ik moet naar
Grantinoor gaan en trachten mijn geliefde
mijn geliefde
Haar stem klonk onvast, ze schokte.
En indien ik hem niet spreken kan, moet ik
hemschrijven en de heele waarheid zeggen. Hij zal
dan zien, dat ik, in wie hij geloofd heeft, die hij
zóó goed, zóó rein, zóó onschuldig dacht, in
werkelijkheid niet beter dan een schelm ben,
zijner onwaardig.
En ik heb hem zoo liefI Ik heb hem zoo lief!
Ik zou liever honderd doodeu gestorven zijn,
dan dat hij zou moeten denken, dat ik zoo slecht
was.
Ge houdt het voor uitgemaakt, dat ge zijner
onwaardig zijt, zei hij. Doch welken waarborg
hebt ge, dat hij niet de moordenaar is
Gij, gijzelf zeidet mij eenige minuten geleden,
dat hij het niet was, hernam Madeline snel. Ge
zeidet, dat ge zoudt kunnen bewijzen, dat hij
onschuldig is.
Maar vóórdien, gegeloofdet in hem, voor ik
u dat verteld had.
Hij had mij gezworen, dat hij onschuldig
was. Uit heigeen hij toen tot mij zeide, maakte
ik op, dat hij den een of ander beschermt, voor
straf behoedt. Dat geloof ik nog.
Hij was een dwaas om hier in Malliscombe
houders, om subsidie uit de provinciale kas
aan te vragen tot verbetering onzer haven.
IV. Aanwijzing lokaal verkiezing.
V. Aanwijzing lokaal stemming.
Afwezig de heeren Baijens, van Tilburg
en Verbunt.
De heer van Tilburg heeft van zijne af
wezigheid kennis gegeven.
Na de opening der vergadering door den
voorzitter, worden de notulen der vorige
voorgelezen, en op de vraag van den voor
zitter. of iemand iets aan te merken heeft,
zegt de heer Quïrijns, »ik meen, dat de St.
Nicolaasmarkt was gesteld op Donderdag voor
St. Nicolaas en niet op Vrijdag
De secretaris verzekert hem, dat ze was
bepaald op Vrijdag.
De heer Quirijns zegtdan is 't ook maar
een gewone en geen groote markt.
Ook de heer van Schijndel heeft iets aan
te merken. Hij zegt, dat toen de heer Tim
mermans van Turenhout in de vorige ver
gadering de vraag stelde, „Hebben de leden
van den gemeeuteraad het recht, om de
werken der gemeente te gaan zien4', dit toch
niet alleen geldig was voor de gasfabriek.
Ik meen zoo juist te hebben gehoord, dat
het alleen genoteerd stond voor de gasfabriek.
De secretaris leest het nogmaals voor,
waaruit blijkt, dat het iu orde is en de leden
dus toegang hebben, tot alle werken der
gemeente, om die na te gaan.
Niemand had verder iets op te merken
zoodat de notulen werden goedgekeurd en
daarna ging men over tot behandeling der
ingekomen stukken.
a Het verslag der gascommissie, ligt ter
visie voor de leden.
b Goedkeuring van de gedeputeerde staten
op het raadsbesluit tot het verleenen van
vergoeding aan den marktmeester.
c Goedkeuring van de gedeputeerde staten,
op het raadsbesluit tot gratificatie aan den
gemeentebode.
d Goedkeuring van den verkoop van het
stukje grond aan den Meerdijk aan H.
Mulders.
terug te komen, merkte hij aan.
Hij dacht dat hij veilig was antwoordde
ze. Ziekte en voortdurend lijden hadden hem
zeer veranderd. Hij was pas negen-en-twintig jaar
oud en er liep reeds grijs door zijn haren. Hij
zag er uit naar een man van negen-en-dertig. Hij
zou veilig zijn geweest, ware kapitein Roper niet
hier geweest.
O, d us bet was Roper, die hem herkende
en hem aangaf
Ze boog stilzwijgend het hoofd tot antwoord.
ltoper haat hem, hernam de éx-gevangene.
Hij heeft jarenlang tegen' hem gestreden, den
grond onder zijn voeten weggespit, langzaam en
onzichtbaar, maar verduiveld zeker. Hij kent al
de bijzonderheden van de zaken, waarin gij
deelnaamt.
Hij weet nauwkeurig hoevele malen ik u als
een lokmiddel gebruikte en...
Als een lokmiddel weergalmde Madeline
verschrikt.
Ja, uwe frischheid en schoonheid gebrui
kende omdat ge mooi zijt, weet ge uw
geleerdheid en bekoorlijkheid om de menschen
bij ons te lokken of op andere partijen, terwijl
wij de gelegenheid van hun afwezigheid waar
namen om onze plannen ten uitvoer te brengen
en
O, Vader! spaar mij, spaar mijl Afschuw
en ellende stonden in haar oogen te lezen.
Haar vader vervolgde
Indien kapitein Roper u met deze dingen
bedreigd heeft, is hij volkomen in staat zijn plan
verder ten uitvoer te brengen.
Hij zou mij morgen aan den dag opnieuw
kunnen verraden zonder voor zichzelf bevreesd
behoeven te zijn.
Hij heeft zich altijd knapjes buiten het bereik
van het gerecht weten te houden. Hij heeft het
ei op gezet u te trouwen en hij zal niet vol
daan zijn voor hij zijn doel bereikt heeft.
Hij heeft u vier jaar nageloopen, dus kunt ge
niet ontkennen, dat hij u lief heeft. Menig beter
man dan hij, zou niet zoo trouw geweest zijn.
Wat kan zijn beweegreden zijn? vroeg
Madeline.
Welk voordeel kan hij er bij hebben, mij te
trouwen
Geen, mijn kind. Geen behalve de voldoe
ning zijner liefde.
e Schrijven van den ingenieur, waarbij hij
zijne nota gevoegd heeft, bedragende f 600.
Oppervlakkig beschouwd, zegt de voorzitter,
is 't veel, maar ik heb eens geïnformeerd,
en toen is mij gezegd, dat hij er ook zeer
veel voor heeft gedaan, maar dat neemt niet
weg: f 600 't is een heele som zoo op 't oog.
Verder is er iets dat vergeten is op 't
biljet te zetten, en het dagelijksch bestuur heeft
mij verzocht u toch er over te spreken.
Er is namelijk een schrijven ingekomen
van de Vicinaux of ze van den gemeenteraad
concessie kunnen krijgen
De burgemeestermij dunkt, dat het 't
beste was, dat de heeren de stukken nog
eens inzagen, dan konden we samen nog
eens daarover spreken.
De heer Mombers ik dacht dat daar niet
meer over gesproken zou worden voor het af
wateringskanaal klaar is.
De voorzitter antwoordde dat dit nu niet
zoo schijnt; aat bericht was maar officieus
en niet officieel.
De voorzitter laat voorlezing geven van de
tioodige wijzigingen in de begrooting van'96
en '97. Zij betreffeu hoofdzakelijk de uit
gaven voor raadhuis, haven en gasfabriek, dit
laatste komt door de vele nieuwe aanleggen.
De heer van Schijndel meent, dat zoo'n
aanleg toch zooveel niet kost.
Men krijgt eerst 20 M. vau uit de gevel
cadeau en dan valt dat werk nog niet mee,
antwoordt de voorzitter.
Hierna worden de wijzigingen goedgekeurd.
III. Voorstel van burgemeester en wet
houders om subsidie aan te vragen uit de
provinciale kas in de kosten van verbetering
onzer haven.
De voorzitter merkt op dat er twee plannen
zijn. Hij meent echter dat de raad het meest
geneigd was voor verbreeden en uitdiepen
maar een besluit is nog niet genomen dit
diende toch te geschieden daar in de sub
sidieaanvraag het plan toch moet worden
omschreven.
De heer Mombers vraagt of de ingenieur,
die het plan maakte, ook bereid zal worden
Ze schudde het hoofd.
Ik kan het niet gelooven.
Mannen als hij, hebben niet enkel een vrouw
lief om haarzelf. En toch, ik heb geen geld, dat
hem aan kan trekken.
Neen, noch eenige kans het te krijgen.
Hij stond vlak voor haar en zag haar uitdagend
in het gelaat dat door het maanlicht beschenen,
op dat van een engel geleek. Indien ge hem
huwen wilt, Madeline, zal ik de heele waarheid
uitbrengen.
Ik zweer, dat ik het doen zal. Ik zal het geld
opofferen en vertrouwen, dat gij er voor zult
zorgen, dat ik niet van gebrek omkom.
Meer dan dit, als een waarborg van goed ver
trouwen, zal ik u in liet bezit stellen van de
feiten, die u in staat zullen stellen mij door de
politie op^ te laten pakken, indien ik mijn woord
niet nakom.
Vader, riep ze op heeschen toon.
Hoe kunt ge detfken, dat ik u ooit verraden
zou V
Ik wëét, ik wegt, *v-iel hij haar haastig in
de rede, ik verondérstel geen oogenblik, dat ge
dat doen zult.
Doch het zal een blijk zijn van vertrouwen,
dat ik mij in uwe macht stel.
Indien Frank Anson iemand beschermt, is het
meer dan noodzakelijk, dat de werkelijke feiten
aan het licht worden gebracht. Hij mag zichzelf
niet misleiden.
Welnu, ik zal er eed op doen, dat hij den
schuldige zal zien hangen voor dat
Hij heeft een lont begaan en zijn leven daar
door verwoest. Zijn oogen ziin nog niet geopend.
Madeline week terug.
Is dit mogelijk?,, vroeg ze met droge lippen.
Mogelijk?
Het is zeker. HeL-flFïoo zeker als wij tweeën
hier tegenover elkander staan.
Ik stel het in uwe macht hem te redden.
Ieder uur van den dag ondergaat hij pijni
gingen, iedere week die hij leeft, maakt hem zes
maanden ouder; hij breekt zijn vaders hart en
verliest alles wat de wereld een jong, knap, rijk
en hooggeboren man aan kan bieden.
En dat alles waarom?
Om een fout, een vergissing! Het is een van
de vreeselijkste vergissingen, die een man ooit
maken kon. Wordt vervolgd.