Nummer 41.
Zondaa 23 Mei 1897.
Eerste Blad.
20 JaargaiigiE
Tbegewyd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen,
Gemeenteraad van Waalwijk.
ANTOON tielen
Dit nummer bestaat uit
twee bladen,
FEUILLETON.
toil ijfonb jim
OPENBARE VERGADERING
Op Woensdag 10 Mei, 'snainitldags ten 7 ure.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken.
II. Verhooging jaarwedde veldwachter.
III. Wijziging begrooting 1897.
IV. Behandeling kohier hoofclelijken om
slag.
Voorzitter de burgemeester.
Afwezig de heer Mombers.
Na de opening door den voorzitter worden
de notulen der vorige vergadering voorge
lezen en ongewijzigd vastgesteld.
Aan de orde
I. Ingekomen stukken
De voorzitter: „er is een schrijven aan
mijn adres gekomen van Mr. Loeff, advocaat
te 's Bosch, maar daar de raad er ook
belang bij heelt zal ik het mededeelen.
X)e Hooge Raad heeft in 't voordeel der
gemeente Waalwijk geconcludeerd in zake
het proces met schipper Janssen. Uitspraak
29 Juni."
II. Schrijven van den commissaris dei-
koningin, dat in onze gemeente de veldwach
ter nog bedieningen verricht buiten zijn
eigenlijken werkking en dat mag niet meer,
men moet hem onafhankelijk maken van de
menschen en hij moet schadeloos worden
gesteld voor 't geen hij gaat missen.
De voorzitter„de veldwachter heeft mij
UITGEVER;
Waalwijk.
een uittreksel gegeven, van hetgeeu hij meer
verdient dan t 400, zijnde zijne jaarwedde.
Hij is benoemd op tractement met emo
lumenten, en die laatste verliest hij nu ge
heel en al.
Hij heeft zoo wat berekend ieder jaar
f 343,16 buiten zijn tractement te krijgen
en dat gaat hij nu heelemaal verliezen. Ik
meen ingevolge het schrijven van den com
missaris der koningin, die zegt, de veld
wachter moet onafhankelijk gemaakt worden
en schadeloos gesteld worden, gerust f 150.
te mogen voorstellen.
Ik zal eerst nog nader toelichten, hetgeen
hij vroeger kreeg
Verkochte boter een jaar f179
een ander jaar - 127
Dus gemiddeld voor verkochte boter f' 153.
Boter voor eigen gebruik f 65.
Magazijnmeester der schutterij - 25.
Enkele andere betrekkingen als
huismeester, aflezer enz. - 75.
Ambtenaar gemeentebelasting - 30.
f 348.—
Samen
Vroeger bracht de hondenbelasting hier
op f 100 thans f 300. Dit is wel een teeken
dat onze veldwachter in de weer is voor de
belangen der gemeente.
Verlangt een der heeren het woord?"
De heer Timmermans van Turenhout: zijn
er door 't dagelijksch bestuur ook pogingen
aangewend om ervan af te komen."
De voorzitter „ja zeker; ik heb gevraagd
aan de commissaris der koningin of Waalwijk
hier niet een uitzondering kon maken."
De heer Timmermans van Turenhout
„onze gemeente is maar zeer beknopt, en
de veldwachter kan buiten zijn dienst goed
eenige postjes waarnemendaar hem veel
werk uit de handen genomen wordt dooi
den veldwachter van den binnen- en bui
dien nog van geld te voorzien, oin die te kunnen
koopen.
Frank begon nu ook honger te krijgen. Hij
had dien dag niets gegeten en gedurende zijn
laatste ziekte waren zijn krachten sterk afge
nomen.
Wanneer hij weer te eten zou krijgen, wist
hij niet; waarschijnlijk eerst over een paar da
gen. Hij kon niet verwachten, dat men hem
voedsel zou geven zoolang als hij het gevange
nispak droeg, tenzij de een of ander zoo vrien
delijk mucht zijn om zijn hart luider dan zijn
plichtsgevoel te doen spreken.
tenpolder en de marechaussee en als we dat
eens schreven aan den commissaris der
konningin en dat wat netjes inkleedden
zouden we er misschien wel af komen, en als
hij dan niet antwoordde dan was het al
goedwant het is weer heel wat f 150 meer
uitgaven ieder jaar.
De heer Van Schijndel//ik geWof dat
de commissaris meer kleinere gemeente op
't oog. hadwaar de veldwachter allerlei
dingen moet verrichten, die in geheel niet
bij zijn ainht komen."
De voorzitter //de eerste briefdien ik
van den commissaris ontving, behelsde dat
de veldwachter niets meer mocht doen voor
particulieren.
In den tweede brief stond, dat hij niets
anders meer mocht doen dan zijn dienst,
toen heb ik geschreven, en toen is het u
voorgelezen antwoord van den commissaTis
der koningin bij mij ingekomen."
De heer Van Dooren: //zouden we de bo-
terhal dan niet kunnen verpachten."
De voorzitter /,wij hebben er in 't da
gelijksch bestuur breedvoerig over gesproken,
maar dat zou nog zoo heel gemakkelijk niet
gaan, want de veldwachter had daar altijd
nog iemand bij, een assistent; alleen kan hij
het niet af, maar deze zaak zullen we later
nog bespreken."
De heer Van Schijndel: „jammer is 't
dat de veldwachter zooveel er mede moet
lijden vroeger kreeg hij zooveel voor zijn
postjes."
De voorzittter„het is zeker 't ergste
voor den veldwachter, daar hij altijd zoo
goed zijn plicht heeft gedaan, zooals alle
heeren zullen moeten erkennen."
De heer Baijens//nu zal men ook al
weer meer uitgaven krijgen."
De voorzitter„ja dat is waar, maar als
die postjes van den veldwachter aan een
ander komenzullen ze wel wat minder
kunnen, denk ik."
De lieer Van Schijndel„mij dunkt dat
f150 lang niet te veel is naar de postjes,
die de heer Hoft'inans, vroeger eens heeft
opgesomd
De beer Hoffmans „dezer dagen is er
in de vergadering van burgemeester en wet
houders eene discussie uitgelokt, waarover
wij het niet eens zijn kunnen worden.
Het voorstel van f150 is toen met meer
derheid van stemmen aangenomen.
De veldwachter is benoemd op tractement
met emolumenten. Die emolumenten heeft
hij zelf geschapen door te zeggen, als ik
daar niets'voor krijg dan doe ik het niet
meer.
De veldwachter krijgt nu
Tractement f 400,
Kleeren f 75.
f475 en vrij licht en woning
en de belasting wordt voor hem betaald.
Ik beb voorgesteld om hem f 100 ver
hooging te geven."
De voorzitter„pardon, u hebt gezegd
t 125."
De heer Timmermans Wz. bevestigt f 100.
„Als hij dat erbij krijgt, zoo gaat de heer
Hoffmans verder, heeft hij ruim f 11 per
week en vrij wonen en licht; daarvan kan
hij heel onafhankelijk leven. Ik denk dat
de commissaris meer gemeenten op het oog
heeft, waar het tractement een paar honderd
gulden isen ik stel voor het tractement
van den veldwachter te verhoogen met f 100."
De heer Van Schijndel„mij dunkt dat
het voorstel van 't dagelijksch bestuur zeker
niet te hoog is en 't weegt niet op tegen
hetgeen hij aan emolninenten kreeg.
Ik zal mij er nu ook niet tegen verzetten,
maar mijn plan was f 200 voor te stellen
koraeterwijl
'A j,"" i."
'7 9(1
7/];r)V
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnement spr ij s per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f'1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
wnaw
.^9HUjeuEBG»sai^is»»,"a«3t5a«ï*na^ivi"ü>ia«^K3>o«sa:*®iasttt*iï£a^c»
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
56
Binnen een half uur zou de geheele omtrek,
vijf mijlen in het rond, het nieuws van zijn
ontvluchting weten en alle werklui uit de hutten
zouden zich bij de vervolgers voegen, in de hoop
de belooning, op liet aanhouden gesteld, te ver
dienen.
Het zou dus goed zijn, wanneer hij deze vrij
willige politie voor was; niet dikwijls hadden
deze lui de, kans zooveel geld ineens te ver
dienen en die kans zou hen lot groote energie
aansporen.
Zeker zouden zij slechts gewapend zijn met
hooivorken en dergelijke werktuigen, terwijl hij
ongewapend was.
En zelfs al was hij gewapend zou hij in
liet grootste gevaar zijn vrijheid niet verde
digd hebben ten koste van het leven van een
dezer arme kerels.
Zij, immers, deden hun plicht.
De maan werd helderder.
Hij kon niet vlug voort in die half gebogen
houding en de met steenen en heidestruiken
bedekte bodem was moeielijk om overheen te
kruipen.
Hij kende den weg volstrekt niet en kroop
dus maar blindelings voort, tot dat hij eindelijk
ver buiten het gebied van de gevangenis kwam.
Wanneer hij acht of ringen mijlen ver zou
zijn, kon hij eens nagaan waar hij eigenlijk was
en onderzoeken hoe hij het best naar Londen
kon komen
Waar hij het eerst behoefte aan had, was een
ander pak kleeren en dat zou hij alleen kunnen
krijgen, wanneer hij iemand in het vertrouwen
nam.
Zijn veiligheid zou dus van de keus van den
persoon afhangen, wien hij hulp zou vragen.
En van den anderen kant beschouwd, zouden
negen van de tien vreemdelingen eer bereid zijn
liern aan te houden dan met hem van kleeren
te verwisselen, of aanwijzing te doen, waar hij
zich kleeren kon verschaffen, en hem boven-
Doch hierop mocht hij niet rekenen.
Ündertussclien kon hij van honger omkomen,
doch hier zou hij niet om geven, zoo hij Made
line vóór zijn dood slechts gezien had.
Moedig dus vooruit. 1 Hij ging zoo omzichtig
mogelijk te werk. Toen hij nog drie kwartier
geloopen had, schrikte hij, toen hij plotseling
een donker voorwerp zich over de heide zag
voortbewegen.
Hij stond stil met een gevoel van doodelijken
angst in het hart.
Dit gevoel was vreemd voor hem, die altijd
zonder vrees zich onder de menschen bewogen
had en die in de vier jaren, die hij in gestadigen
angst had doorgebracht, iedereen vlak in het
gelaat had durven zien,
Hij hurkte, wachtende tot dat de gedaante
voorbij zou zijn, hopende dat deze hem niet
gezien zou hebben.
Toen de gedaante nader kwam, zag hij dat
het een vrouw was, een vrouw in elegante
kleedir.g. Dat was alles wat hij zag, op 't oogen-
blik kori hij haar gelaat niet zien, want zij liep
in de schaduw.
Een vrouw 1
Hij beefde van ontroering en een traan welde
in zijn oog.
Gedurende een jaar had hij geen vrouw aan
schouwd, noch een vrouwenstem gehoord.
Het was zelfs den gevangenen van Grantraoor
niet vergund, een van de sombere vrouwen uit
de cipierswoningen te Kingstown te zien.
En de gedachte nu zoo dicht bij een vrouw
te ziiu ontroerde hem zoo als maar weinigen
kunnen begrijpen, het doortrilde zijn geheel
gestel en verzachtte voor een oogenblikde bitter
heid, welke een lang lijden iu hem had opgewekt.
Hij had voor die naderende vrouw, wier ver
schijning hem levendig had doen beseffen, dat
hij zich in de vrije wereld bevond, wel willen
knielen.
Toen zij nader kwam kreeg hij plotseling een
ingeving om zich aan haar voeten te werpen
en haar genade te vragen.
Haar verschijning was hem een zegening. En
hoe onduidelijk haar omtrekken nog waren,
toch was er iets in haar houding in haar
geheele verschijning, dat hem de zekerheid gaf,
dat. zij hem medelijden zou betoonen.
Hij besloot dan ook zijn vrijheid op het spel
te zetten en zich aan haar «goedheid over te
geven.
Hij stond uit zijn gebogen houding op en
stapte op den steenachtigen bodern op haar toe.
Zij stond st.il, eer.igszins onthutst door de
spookachtige wijze, waarop hij op eens uit het
donker naar voren sprong.
Ra een oogenblik stapte ze weder met spoed
voort.
Ineens stond hij vlak naast haar en deed zijn
smeekende houding haar weder stilstaan.
Toen hij haar beter aanzag, kwam de vrees
in hem op, dat zij wellicht een lid van des
directeurs familie kon zijn en voelde hij 't bloed
in zijn aderen stollen.
Haar figuur, haar bewegingen waren die van
een welopgevoede vrouw. Toch wat kon de
vrouw van den directeur of een zijner dochters
op dit oogenblik op de heide -doen
Maar al was zij de vrouw van den directeur,
dan kon hij toch niet meer te.rug. Hij had zich
geopenbaard en moest spreken.
Hij smeekte haar met den :moed van een, die
tot het uiterste gedreven is, h»sm te helpen.
Zijn stem had de oude gratie, de oude hoffe
lijke openhartigheid, voor welke zoovele vrouwen
in vroegere dagen gevoelig wooren geweest.
Vergeef mij, mevrouw, sprak hij, dat ik u
aan durf spreken. Ik ben eeu vluchteling en
verdien als zoodanig misschien geen medelijden,
doch om der wille van ons beider „menach-
zijn" verraad mij niet en geef mij een weinig
geld om voedsel te koopen. Ik vraag het niet
als een aalmoes. Indien ge mij wilt', zeggen, wie
ge zijt, zal ik het u teruggeveu, als ik thuis
zal zijn altijd wanneer ik zoover kom. Sle-chts
een weinig geld, opdat ik niet van. honger cm-
Frank I Frank! zijl gij het?
Hij sprong achteruit.
Madelinestamelde hij ontroerd. Madeline.
HOOFDSTUK LIL
Zijn toon klonk ontsteld; hij kon nauwelijks
zijn blik, die haar nu gedeeltelijk achter den
dichten sluier herkende, gelooven, noch zijn ge
hoor hetwelk haar stem herkende, noch zijn
hart, dat koortsachtig joeg bij het uitspreken van
zijn naam. Hij staarde haar aan en stamelde
haar naam, terwijl hij trachtte zijn gedachten
te verzamelen.
Hij vergat zijn toestand het gevaar, waarin
hij zich bevond, zoo volkomen, dat hij den der
den persoon, die haastig naderde, voor hem
stilhield en dan verschrikt terugweek, gelijk
Madeline gedaan had, niet opmerkte.
Groote God, zei de nieuw aangekomene op
onderdrukten toon.
Madeline wendde zich tot hem.
Trimballkreet ze verrast. Hoe komt gij
iiier
De kleine kapper verontschuldigde zich nederig,
terwijl hij den veroordeelde voor hem onafge
broken aanstaarde.
Ik waagde het u te volgen, miss Madeline.
Ik aebtte het niet veilig voor u, alleen in de
duisternis over de heide te gaan; neem liet mij
niet kwalijk. Ge moet u herinneren, dat ik met
u njL'deging om u van dienst te zijn en wanneer
ik op gevaarlijke plaatsen niet aan uwe zijde
ben, wat nut heeft dan mijn verblijf alhier?
Trimball, gij hier? kreet Frank verward.
Ik.... ik dank.... heb dank voor uw brief. Ik ben
u zooveel verschuldigd.
Ik, o iGod, (inoom ik Kan dit schouwspel
werkelijkheid zijn
Hij nam zijn pet af en liet den kouden nacht
wind over zijn hoofd waaien
In zijn verwarring wist hij nauwelijks wat
hii zeide.
Hij zag van Madeline naar den kapper en van
den kapper weer naar Madeline, die nu haar
sluier opgeslagen had.
Hij strekte de armen naar haar uit, om haar
te omvatten.
Doch terstond liet hij ze weer slap langs het
lijf hangen. Wordt vervolgd.