Nummer V. Donderdag 27 Mei 1897
20e Jaargaiï
yeeiezïng tweede kamee.
foegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
antoon tielen
j}f Cathechismus der Yrijhandelaars,
Dit Blad remhrfj«d»
ITdEYE R
Waalwijk.
Wii vestieeiüe aandacht van allen wie het aangaat, op den in
houd van art.>7 en 58 der Kieswet:
1>a5üf stenhingsdag voor de 2e Kamer is bepaald op 15 Juni a.s.
Gedrulrt lijsten f bedoeld in art. 58 zijn verkrijgbaar bij Antoon
Tielen te Waalwijk tegen betaling van 5 cent.
te zijn Onze Toelichting.
V>
a. V »<**yvay^>qi» wiry
Waalhjksclie en Langstraateche Courant
A b o n n e m e n t s Al P*-1 .mts
BS,P"^óodf kkfn, ïelden om.! franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentie» 1-7 regels f060; daarboven 8 cent per re^el,
trrnnte letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal P o
leven worden 2maal berekend. Advertentiën vOor Da tsch-
fand worden alleen aangenomen door liet advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel*
Het hoof# do bestuurder van een bedrijf of
57 Het hoofdf ;n—- jaren hebben bereikt, arbeid ver-
nelnke personen dentert^ 1 fa a#t ieder ïan die personen,
richten in f tluL mede te werken, gedurende ten minste twee achtereenvol-
Jènde'uref tussln aclit uren des voormiddags en vijf uren des namiddags daartoe ge-
iegenheid viude/ artikel bedoeld is verplicht te
oS. liet kt wprknlaats op eene plaats, waar arbeid wordt verricht,
zorgen dat en op'deó tot stemming bepaalden tijd op eene zicht-
gedurende eene d'oar Jm onderteekpnde lijst de uren, in bet voorgaand
artM bedoel# vermeldende voor elk afzonderlijk of groepsgewijze of voor allen ge-
ZaOpnde woof'en „arbeid" en „fabrieken en werkplaatsen" is 1 der Arbeidswet toe-
*r»/ ztv-mV "Ruilverkeer heeft een twaalftal vragen en antwoorden verspreid,
dieDLVdoddoeoers moeten tungeeren, om de protectionisten voor goed den mond eens
'a Kortwden de vragen gesteld en de antwoorden gaan niet mank aan het euvel, erg
breRlnÓ?f?s'dit2 verweerschrift; het moet dan ook pakken en is een der brisante middelen,
diemiddoi inhet vii^,del;ikeo^erTutoprnrectfelên heeft, houden wij ons aanbevolen;
Als he? Vnje Rmlverkeer E >g Vrijhandelsvesting benauwd gaat uitzien. Als
fh'det tr eT'waarlik ni^t dob haar eige/kracht of het beleid harer
zij beholden blijft zal niet.eensgezindheid harer belegeraren.
verdediprs, m^ar alleen antwoorden, waarachter wij onze toelichting
voegen "'wij zullen trachten in navolging van het Vrije Mineer zoo beknopt mogebj,
1. Dat is een leugen. Wij willen alleen
belasting hebben op vreemden invoer om
werkman en landbouwer in staat te stellen
voldoende te verdienen ten einde in het
levensonderhoud te voorzien.
naar Engeland, Duitschland, Frankrijken
BeDaar graan bij ons als veevoeder wordt
gebezigd, zullen invoerrechten onze veeteelt
benadeelen.
5. Vraag Welke menschen zullen voor
deel hebben van hoogere graanprijzen
Antwoord Duurzaam alleen de eigenaars
van de landerijen, op welke graan verbouwd
wordttijdelijk de pachters zoolangajgeen
hoogere pachten zullen te betalen hebben.
6. Vraag Zijn de belanghebbenden bij
hoogere graanprijzen talrijk
Antwoord Minder talrijk dan men denkt.
Vele boeren, die graan verbouwen, verkoopen
het niet, doch verbruiken het zelve, bij
verhooging van prijzen hebben deze geen
belang. Dikwijls daarentegen koopen deze
boeren nog giaan bij voor hun vee, en dan
hebben zij belang "bij lage prijzen.
1. Vraag: Waarom willen tegenwoordig
in Ntderland sommige menschen belasting
heffer op den invoer van voortbrengselen van
landbouw of nijverheid?
At twoord: Omdat zij de ingezetenen willen
dwingenzich te voorzien op de duurdere
binneolandsche markt.
2i Vraag: Zal dat niet voordeelig zijn
voolt hen, die deze zaken in Nederland
V°ïntwomdV Voor dezen, ja, maar nadcelig
vcfor alle andere. Nadeelig voor hen, die
vfïordeel- hebben bij lage prijzen van voedings
middelen of van grondstoffen en werktuigen
N?> leelig ook voor den uitvoerhandel, want -
iv teer wij weinig invoeren, kunnen wij op
cl r duur ook slechts weinig uitvoeren.
Vraa?Maar komt het voordeel der
nenlandsche voortbrengers niet ten langen
te weder ten bate van alle andere inge-
a tenen
li" Antwoord Indien dit voordeel verkregen
OL ten koste van alle andere ingezetenen, is
het voor deze een schrale troost, wanneer
'men hun voorspiegelt dat er van de welvaart
-•der bevoordeeldeelden op het einde nog wel
'i jets op hen zal afdruppnlen. Zij zullen er
voor moeten werken.
4 VraagZullen veeteelten zuivelbe
reiding door belasting op graan worden be-
Ivoovdeeld.
Antwoord: Neenveeleer het tegendeel.
Onze veeteelt en onze zuivelbereiding worden
niet gebaat door invoerrechten op graan. De
anden die deu invoer van ons vee bemoei
lijken zullen dit niet nalaten, wanneer wij
den invoer van graan belemmeren, want die
anden zijn het niet, welke ons granen leveren.
vVii ontvangen de granen uit Amerika, Kus-
iand, Hongarije en Engelsch Indie. Ons vee
een daarentegen wenschen wij uit uit te voeren
2. Bescherming zal voordeelig zijn voor
alle landbouwers, voor geheel de nijverheid,
die thans doodgeconcurreerd worden door
vreemden. Wat hebben onze fabrikanten aan
lage prijzen van grondstoffen als de afgewerkte
goederen tegen zulke lage prijzen uit het
buitenland op onze markten komen, datzij
er niet tegen coucurreeren kunnen. W at
heeft de werkman aan lage prijzen van voe
dingsmiddelen als zijn loon zoo laag is dat
hij niet koopen kan. Als men van uit- en
invoer ons iransito-vervoer aftrekt, zal blijken
dat het gevreesde nadeel slechts voor zeer
weinigen bestaan zal.
3. Dat werkman en landbouwer voor den
kost zullen moeten blijven werken, daar kun
nen zij op rekenen. Indien de binnenlandsche
voortbreugers, boereu en industriëelen, vooi-
deelen hebben Van bescherming, zullen allen
gebaat worden. Zij toch zijn de werkgevers,
die voor loon alle overigen laten werken. Als
de Nederlandsche werkgevers in goeden doen
komen, zal niemand daar meer van profiteeren
dan de werklieden; zij zijn genoeg ontwikkeld
en georganiseerd om daar zelf voor te zorgen.
4. Een vraag die door onnoozelheid uit
munt. en in onnoozelheid nog overtroffen
wordt door het antwoord. Welk protectionist
heelt toch ooit beweerd dat wij ^-«wrechten
willen heffen om de Duitsche, Belgische ot
Engelsche grenzen voor ons vee open te
krijgeu.
Over het nadeel van het gebruik van graan
voor veevoeder zie men o.a. ons artikel van
Zaterdag 15 dezer.
7. Vraag: Waarom echter de landeige
naars, al is hun getal gering, niet te helpen.
Antwoord Omdat wanneer men eenmaal
begint een belastingstelsel te bezigen, ten
einde aan sommige menschen winsten te
verzekereu in hun bedrijf, men het Staats
beleid stuurt op een verkeerden weg. Als
men op die wijze aan sommige ingezetenen
voordeelen verschaft ten koste van het al
gemeen, kan men dezelfde voordeelen aan
anderen niet weigeren.
8. Vraag: Zou men dan niet allen kunnen
beschermen
Antwoord Bescherming is bevoorrechting,
en dit sluit in anderen achter-stellen. Allen
bevoorrechten boven allen is een ongerijmd
heid.
9. Vraag Als andere mogendheden eene
protectionistische politiek huldigen, waarom
wij dan ook niet?
Antwoord Wanneer andere mogendheden
zich willen benadéelen door een protectionis
tisch stelsel, behoeven wij haar slecht voorbeeld
niet te volgen. Nederland, in het bijzonder,
moet als kleine mogendheid zich onthouden
van eene staatkunde, waardoor het in een
tarievenstrijd wordt gewikkeld. Hier vallen
voor Nederland geen eer en geen voordeel
te behalen.
5. Onder de eigenaars zijn vele eigenge-
eride boeren, die zelf hun land bebouwen en
thans met zulk groot nadeel dat zij onder de
schulden als begraven ziju.
Als de groote landeigenaren onverhoopt
voor zich alleen de voordeelen van bescher
ming mochten opeischen, zijn de programma s
daar van Roomsche en anti revol. staatspar
tijen om het pachtcoctract zoodanig te
herzien, dat hierdoor verbetering zal komen.
6. Hoe durft men zulk een aartsdom
antwoord geven? De boeren verbouwen bijna
geen graan, omdat het een arbeid is, die n<"
geen droog roggebrood oplevert. Als gr?3]i
bouw weer loonend wordt zal de ploeg w
gezet worden in land, dat thans braak lig
groen land is.
Graan koopeu voor het vee doet
practische boer meer, de reden waaron£^_
ons art. van 15 dezer. -jgt
En bovendien zoodra de graanbouw wee
floreëren zal, zal er minder vee gefokt worden
en zal de boer er steeds de voorkeur aangeven
een goeden prijs er voor te bekomen dan het
zijn vee te voederen.
7. Om antwoord op vraag 7 Omdat de
millionairs groothandelaren bij maatregelen
tot bescherming schade zouden kunnen lijden.
Om die weinige millionairs al rijker en rijker
te maken, moet het vrijhandelstelsel gehand
haafd blijven. Een bevoorrechting van som
mige ingezetenen ten koste van het algemeen,
is een zeer verkeerd staatsbeleid dat de
massa ten bedelstat brengt, en enkelen schat
schatrijk maakt.
8. Een onnoózele^vraag in den superlatief.
Het antwoord zou moeten luiden: Vrijhandel
is bevoorrechting van zeer weinigen en dit
sluit in de massa achter stellen.
9. Het antwoord moet luiden Omdat
onze liberale regeeringen eigenwijs geweest
zijn Het voorbeeld door alle andere gegeven,
de voordeelen door hen geoogst en de na-
deelen door ons ondervonden, konden onze
liberalen niet bewegen een einde te maken
aan de bevoorrechting van het groot kapitaal.
Het antwoord van het Vrije Ruilverkeer is
zoo'n dooddoener van min gehalte, dat iedere
vrijhandelaar met gezonde hersenen begrijpen
zal dat hier een verloren zaak verdedigd wordt.
Alle cijfers zijn hier tegen het vrijhandel
stelsel dat overal uitgediend heeft."
10. Vraag: Bloeit niet elders der nijver
heid ten gevolge van bescherming
Antwoord In Nederland gaat de nijver
heid sterk vooruit, dank zij ons stelsel van
vrij ruilverkeer. Zoo elders geen bescherming
bestond zou daar de Nijverheid nog meer
bloeien.
11. Vraag Waaruit blijkt, dat onze nij
verheid bloeit?
Antwoord: De bloei onzer nijverheid
blijkt uit de steeds klimmende cijfers van
onzen uitvoerhandel naar vreemde landen
uit het feit dat in ons land het aantal fa
brieken sedert 1877, toen het 1259 bedroeg
eestegen is lot 4089, in het jaar 189o; uu het
feit ook, dat het aantal stoomwerktuigen sedert
1877 van 2775 vermeerderd is tot 4ÖW in
1895. Deze nijverheid verspreidt zich meer
en meer over het geheele land. In tal van
dorpen vestigt zij zich. Daar arbeidt zij
dikwijls in nauw verband mei den landbouw.
Het is dan ook niet waar, dat het platteland
ontvolkt wordt. De 21 volkrijkste gemeenten
buiten rekening gelaten, woonden op 1 ,an.
1860 in de overige gemeenten 2.460.113 per
sonen, en op 1 Jan. 1895 woonden in deze
10. Een leugen is dit antwoord of ....heel
Europa is aartsdom en alleen de Nederland
sche vrijhandelaren zijn wijs. Brutaal en
pedant
11. Uit onzen uitvoer blijkt niets voor den
bloei onzer nijverheid, alleen blijkt er uit dat
onze tusschenhandel groot was. I et grooter
getal fabrieken is evenmin een bewijs; of is
de oprichting van onze roomboterfabrieken
een bewijs voor den bloei van
landbouw. 't Is niets meer dan
en niets anders dan de gewone ontwik
keling van het bedrijlsleven. Het is niet
waar dat liet platteland ontvolkt wordt. Hoe
durft men zoo iets nog wel met cijiers be
wijzen? In 35 jaar is een bevolking van
2.460.113 met 800.000 vermeerderd dat is
on^rekend het jaarlijks klimmend hoofdcijter
0 d pCt Laat het vrije ruilverkeer hiertegen
over eens het pCt. der 21 groote gemeenten
stellen en wij zullen eens zien, of men nog
yan bloei van hel platte land durft spreken.
soms
den