Nummer 46. Donderdag 10 Juni 1897
20' Jaargang
tl oegewïjd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
ANTOON TXELEN,
u
Dit Blad rerschijnt Woensdag en Zaterdagarond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f1,15.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
UITGEVER
UITTREKSEL uit het verslag der kamer van
koophandel en fabrieken alhier.
Vervolg.
Gelukkig kunnen wij vermelden, dat de verhouding
tusschen patroons en werklieden (op enkele uitzonde
ringen na) niets te wenschen overlaat.
De fabrikanten klagen voortdurend over langzame
en slechte betalingen hunner afnemers in de Hollandsche
steden. Dit euvel is een kanker vooral voor den kleinen
schoenmakersbaas, want juist met hem toch handelen
de schoenwinkeliers en magazijn-houders in ons land
naar willekeur, zoowel ten opzichte van chicanes als
van geldelijke afdoening.
Zelfs onder de winkeliers, die bekend staan als be
middeld, heeft men er verschillende die zich schuldio-
maken aan onloffelijke praktijken, die hoewel niet straf
baar, toch te laken zijn. Tengevolge der enorme stijging
van alle leersoorten in 1895, was het schoeisel "ook
min of meer duurder geworden doch de verhoogde
prijzen waren lang niet in verhouding met die van liet
leder.
Tegen alle verwachting en berekening in, hield de
verhoogde markt slechts korten tijd stand, en kwam de
daling in het meest slappe seizoen voor de schoenmakerij.
En juist deze omstandigheid werkte deprimeerend op
de reeds zoo zeer geteisterde schoenenindustrie. Het
gevolg kon niet uitblijven. Om de werklieden bezig
te houden was men genoodzaakt de prijzen te vermin
deren, en wel zoodanig, dat deze na korten tijd op het
vorige standpunt terugvielen tot groote schade der fa
brikanten, die van de stijgende leermarkt geen voordeel
maar van de dalende schoenen- en lederprijzen al de
nadeelen ondervonden omdat zij van het dure leder
goed voorzien waren en hunne productie hadden ver
meerderd.
De voortdurende variatie in de modellen, die zich
regelt naar de mode, ook daartegen hebben de schoen
fabrikanten meer dan ooit te kampen. De verandering
der mode geeft telkens een overgangs tijdsperk, dat
zich hier in den lande natuurlijk lang laat gevoelen,
omdat ons het buitenland door zijne groote fabrieken
en gunstige handelstarieven steeds voor is.
Immers in het eigen land van den buitenlandschen
'fabrikant is de nieuwe mode reeds eenigen tijd ingevoerd,,
hij kan voor die bestemming belangrijker quantiteit
fabriceeren, en wat daar niet is te plaatsen kan hij
gemakkelijk als nieuwigheid in Holland invoeren, en
dit alles weer ten nadeele onzer industrie.
Deze toestanden, die het bestaan voor den binnen-
landschen fabrikant al meer en meer bemoeielijken, doen
hem reikhalzend uitzien naar bescherming van eio-en
fabrikaat. 0
Leerlooierij.
De toestand der looierijen, vooral van zoolleder, is
voorzeker ook niet rooskleurig. De looiers, die den
moed hebben gehad om op denzelfden voet door te
W aalwijk.
werken of wellicht tengevolge der gunstige periode
in 't eerste semestre van 1895 hunnen voorraad huiden
in de kuipen nog vermeerderden (en er zijn er velen)
hebben ongeveer zooveel geld verloren als zij in die
veel bewogen spanne tijds mochten oververdienen.
Voor het tegenwoordige zijn de Waalwijksche leer
looiers in dit opzicht niet van de gelukkigsten, daar zij
juist de laatste jaren de meeste uitbreiding aan hunne
zaken hebben gegeven, en voortdurend de beste quali-
teit huiden hebben verwerkt, waarin dus een betrekkelijk'
groot kapitaal is belegd. Meer nog dan de schoenfa
brikanten ondervinden zij den last en de schade van
den vrijen invoer van buitenlandsch leder, 't Is vooral
Belgie en het noorden van Frankrijk, 4ie ons land
overstroomen met kunstmatig bereiden kunstmatig
verzwaard zoolleder. in den vorm van croupons, vaches
lissés enz.
Onze Belgische naburen konden op de eerste plaats
hun zoolleder niet meer in Frankrijk invoeren. Beiden
kwamen toen de proef nemen in Nederland om hunne
overproductie aan zeer lage prijzen aan de markt te
brengen.
Het Nederlandsche stelsel van libre-échange gaf hun
daartoe de volle gelegenheid.
Advertentien 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
iand worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
Behoeven wij ook hier nog nader te doen uitkomen,
dat de Hollandsche leerlooiers verlangend uitzien naar
herziening van in- en uitvoerrechten
Voor de belangrijke paardeleerlooiers was het jaar
1896 evenmin gunstig. De in bewerking zijnde huiden
waren tegen de zeer hooge prijzen van f 12 a f13
ingekochtterwijl het bereide paardeleer, tengevolge
van de enorme aanvoeren van Amerikaansch satijnleder,
tot een zeldzaam lagen prijs daalde. Gevoelige verliezen
werden geleden en het gevolg was, dat een ieder zich
van den aankoop van paardehuiden op de Europeesche
markt onthield, waardoor toch gelukkig weldra de on
gemotiveerde duurte en verdere onheilen in de looierij
werden bezworen.
In het najaar en in den winter van 1895 noteerde
men voor paardeleder f2,50 a f2,70 per kilogram en
in Januari-Februari 1896 f 1,80 a f2,om successieve
lijk nog te dalen van f 1,80 tot fl.60.
Eerst in de maanden Juli-Augustus kwam er verbe
tering, als wanneer ook de ruwe huiden, die inmiddels
gedaald waren tot f8 a f9 weder in prijs opkwamen.
De directe oorzaak werd ook hier weer toegeschreven
aan verhooging van Amerikaansch satijnleder.
De onbereide stuiten in de haar golden in Oct.-Nov.
1895 f5.a f5,25 om successievelijk terug te loopen
van f4,— tot f3,75 in 1896.
De paardeleerlooiers in deze streek verstaan hun vak-
goed. Zij fabriceeren bepaald mooi en goed leder, dat
gemakkelijk met het beste buitenlandsche fabrikaat kan
wedijveren. Deze looierij zou waarschijnlijk nog zoo
kwaad niet zijn, indien de fabrikanten niet zoo zeer
waren overgeleverd aan de nukken hunner collega's in
het buitenland. Zij hebben altijd rekening te houden
met het Amerikaansch satin glove, om niet te spreken
van vele andere fijne ledersoorten.
Deze omstandigheid oefent grooten invloed uit op
de voortzetting en uitbreiding van dit bedrijf Het ver
schil is gemiddeld p.m. lOpCt. met de geproduceerde
waar van buitenin het nadeel van Nederlandsch fa
brikaat.
Men vraagt zich wel eens af waarom in ons land
naast de paardeleerlooierijen nog niet meer fabrieken
van fijne leersoorten opgericht worden.
Het navolgende als antwoord Weinigen zullen onder
iet tegenwoordig in Nederland gehuldigd vrijhandel
stelsel eene nieuwe onderneming durven wagen op 't
gebied der lederfabricage. Overigens zou ook de re
geering de Nederl. leder- en schoenenindustrie meer
in de hand kunnen werken, door militaire lederwerken,
zooals schoenen en immers alle andere equipementen,
publiek aan te besteden, of althans het leder en andere
grondstoffen daartoe benoodigd. De Staat zou dan in
sommige gevallen zelf voor de confectie kunnen zorg'en
met de bepaling, dat alles zooveel mogelijk door bin-
nenlandsche fabrikanten moet worden vervaardigd.
Ten opzichte van bezuiniging ten voordeele der schat
kist zou deze maatregel ook wellicht doeltreffend zijn.
De lijmfabriek werkte gedurende de campagne 1896
geregeld door.
Er werden ruim 30.000 kilo lijm gefabriceerd.
Niettegenstaande de scherpe concurrentie van het
buitenland vermochten de prijzen wat hooger te loopen
en besteedde men dientengevolge ook iets meer voor
het lijmvleesch. Het lijmvleesch wordt door fabrikanten
echter pro rato de verhoogde lijmprijzen, naar de
meening der looiers, maar te laag gehouden.
De zeepziederij neemt in bedrijvigheid toe. Het
fabricaat wordt meer gezocht.
De vernisstokerij bleef geregeld doorwerken zooals
voorheen.
De courant- en boekdrukkerijen gaan steeds vooruit,
even als de daaraan verbonden boekhandel en de han
del in aanverwante artikelen.
In de van ouds bekende bierbrouwerij »de Witte
Klok was dezelfde bedrijvig'heid van vroeger waar te
nemen.
De sedert onheugelijke jaren alhier bestaande, tabak
en snuif-kerverij met aanhoorende sigarenfabriek blijft
haren roem handhaven. In een voldoend debiet mogen
zich ook de andere sigarenfabrieken van kleineren om
vang verheugen.
De stoom- en windmolens voor schors en granen
bleven tamelijk druk bezig, doch tengevolge van den
algemeen gedrukten toestand van den landbouw en
van de leerlooierijen wordt er ook dit bedrijf niet
beter op. Een der windmolens werd gesloopt.
De magazijnhouders van stik- en naaimachines ver
heugen zich nog steeds in uitbreiding van clientèle,
evenals de depothouders van velocipèdes, daar ook in
dit ariikel hier veel omgaat.
De koffiebranderij werd op denzelfden voet voort
gezet.
De brood- en koekbakkerijen en de runds- en var
kenslagerijen werken, ondanks de groote concurrentie,
druk. De uitvoerders dezer bedrijven schijnen reden
te hebben tot tevredenheid.
De hier gevestigde banketbakkers met aanverwanten
verkoop van comestibles enz. verheugen zich in een
toenemend debiet, ook met bestemming naar buiten.
De oude zoowel als de nieuwe zilver- en goudsmids
affaires, de laatste vooral op meer uitgebreide schaal,
verdienen allen lof voor hun degelijk en mooi werk.
Vandaar dat deze zaken in bloei toenemen.
Met niet minder succes werken de alhier gevestigde
gunstig bekende inrichtingen tot het vervaardigen van
heeren- en dames kleedingstukken.
Ook de magazijnen van mode-artikelen en galan
terieën doen hunnen goeden naam eer aan. Tot het
aanschaffen van al die benoodigdheden behoeft men
waarlijk niet naar andere plaatsen. Integendeel de
ondernemers verheugen zich in eene ten zeerste door
hen gewaardeerde clandisie van buiten de gemeente.
Op het gebied van bouwkundige vakken en am
bachten alstimmerlieden, metselaars, schilders, smeden,
koperslagers enz. enz. is onze gemeente niet misdeeld.
Men mag daarvan met voldoening gewagen.
In het afgeloopen jaar werden weer verschillende
huizen voor particulieren zoowel als voor den werkman
nieuw gebouwd of herbouwd. Over 't algemeen had
de ambachtsman in bijna alle vakken voortdurend werk
tegen goed loon.
Uittreksel uit het verslag der exploitatie van
de gemeente-gasfabriek over 1896.
Even als vorig jaar kunnen wij weer gewag maken
van een toenemend gasdebiet, ondanks het bijna uit
sluitend gebruik van gasgloeilicht. Vele werkplaatsen,
vroeger met petroleum verlicht, bedienen zich thans
van gasgloeilicht.
Het aantal verbruikers is met een twintigtal toege
nomen; verschillende leidingen zijn vernieuwd en een
aantal uitgebreid. Proeven werden genomen met een
zestal munt-gasmeters, doch daarvan werd de verwach
ting niet geheel vervuld en zijn de verbruikers voor-
loopig nog niet door een raadsbesluit verplicht
gesteldhet voorgestelde minimum van 300 Ms gas
per jaar te verbruiken door deze minimum verbruiks-
lijders zijn al de nieüwe aanvragen uitgesteld. Het
particulier verbruik bedroeg 75630 M3 tegen 73241 Ms
in 1895, de prijs voor particulier verbruik bleef 8 ets.
per M8.
De verkoop van cokes bedroeg 4886 HL. De
productie van de fabriek is niet toereikend om aan de
vraag geregeld te kunnen voldoen.
De opbrengst van koolteer was minder dan 't vorig
jaar en bedroeg slechts 10131 liter, dat echter aan
de gasproductie belangrijk ten goede kwam.
Het amoniacwater bracht weinig optengevolge
van den gedrukten marktprijs van de zwavelzure a .noniac.
Het voorgestelde onderzoek naar den toestand van
het buizennet is ten deele uitgevoerd. Er was reeds
merkbare vermindering van gasverlies in het laatste
kwartaal waargenomen het verlies daalde met ongeveer
5 pCt.
De straatverlichting bleef gelijkdoch het aantal
brandingsuren vermeerderde met bijna 16000 uren.
Door de gemeente werd verbruikt
Aan straatverlichting 20722.5& M3.
te Bezooien 1895.60
teekenschool 1675.
openbare school 532.j
raadhuis en kazerne 1464.
politie 348.—
Wiiiilwijksclie ra Langstraatsdie Courant,