Nummer 47. Zondag 13 Juni 1897.
Tweede Blad.
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Belgie.
Frankrijk.
Engeland.
Rusland.
Japau.
Vervolg Nieuwsberichten.
Het schijnt dat de koningin van Engeland,
of juister misschien haar ministerie, ter eere
van haar aanstaande diamanten koninginnen-
feest, aan het lang verdrukte Ierland eenig
herstel van onrecht als feestgeschenk wil
geven.
De minister heelt aan het Londensche
parlement aangekondigd, dat hij nog dezer
dagen een wetsontwerp zal voorleggen, om
aan het zustereiland op financieel en staat
kundig gebied eene aanmerkelijke concessie
te doen.
De financieele concessie zal deze zijn. Ten
laste van de Britsche schatkist wordt het
gansche bedrag der Iersche grondeigenaars-
belasiing gebracht en het halve bedrag der
Iersche pachtersbelastingen.
De staatkundige concessie deze. Aan Ierland
zal een locaal beheer worden toegestaan, dat
is hetzelfde als de citycouncils, die sedert
eenige jaren aan het eigenlijke Engeland zijn
toegestaan en vooral op het gebied der be
lastingen belangrijker zijn dan b.v. de alge-
meene raden in Frankrijk.
Om dit goed te begrijpen, herinnere men
zich, dat het sterkste argument der Engelschen
tegen den Ierschen Home Rule dit was, dat
de gcity-councils de bezittende klassen in
Ierland met belastingen zouden overladen ten
bate van de standen der pachters en d^r
werklieden. Eene vrees die vooral werd
voortgeplant, omdat de bezittende klassen er
meest lot de oude partij der protestantsche
suprematie behooren.
Eene vrees, die evenwel ook geene enkele
reden van bestaan meer kan hebben, indien,
naar is gezegd, de geheele belasting van den
eigenaar en de halve belasting van de pach
ter van den Ierschen grond voor rekening
van het Engelsche gouvernement zal komen.
De Iersche parrij, ongelukkig nog ver
deeld in drie vijandige deelen, die het
Iersche episopaat toch nog steeds hoopt te
vereenigen neemt tegenover het wetsont
werp een welwillende, maar tevens gereser
veerde houding aan. En dat is te begrijpen.
De Ieren zijn in de gelegenheid geweest om
te leeren kennen, dat in de politiek der
Engelsche Kabinetten, tenminste voor Ierland,
er nog een onmeetbare afstand is tusschen
den beker en de lippen. Hunne houding is
dus voorzichtig. Maar overigens meenen zij
genoeg vertrouwen te mogen stellen in de
oprechtheid van minister Balfour en dit maal
in de welgezindheid van het Londensche
parlement. En het plan zelf bevalt hun wel.
Het kan nog wel geen volmaakten toestand
in het leven roepen, maar dat is aanvankelijk
ook niet te verlangen. Het „locale beheer"
in Ierland is in ieder geval een karakteristiek
begin van Home Rule. Als al de locale za
ken van Ierland door radeu van eigen keuze
zullen worden beheerd, zal men niet meer
vèr verwijderd zijn van het zelfstandige beheer
dat men verlangt. En eene vergadering van
afgevaardigden uit de verschillende raden
zou niet meer vèr verwijderd zijn van het
nationale parlement, dat men altijd heeft
verlangd.
Het zou wel een Home Rule zijn, zonder
dat er eigenlijk een Home Rule was toege
staan, maar de Ieren zullen wel zoo verstan
dig zijn, om zich niet aan een woord te
hechten, maar alleen op de zaak te letten.
Het valt niet te ontkeunen, dat het nieuwe
plan van den Engelschen minister zeer vin
dingrijk en zeer belangrijk is dat het, indien
het wet wordt, wat is te verwachten, een groot
herstel zal zijn van grieven van drie eeuwen
en dat het, indien het al eene oplosbare
quaestie niet volkomen regelt, toch in dit
cpzicht de bewondering verdient van alle der
zake kundigen. Het moge vreemd schijnen,
dat een tory cabinet, dat eene ontzaglijke
meerderheid achter zich heeft, de groote
hervorming op touw zetmaar men kan zich
herinneren, dat de emancipatie, die indertijd
aan O'Connell en zijn Ierland werd verleend,
uitging van het Kabinet-Wellington, zeker
geeu mindere tor/ dan het Kabinet-Salisbury.
't Gaat met de onderhandelingen over den
vrede tusschen Turkije en Griekenland, welke
te Konstantinopel gevoerd worden tusschen
Tewfik-pacha voor Turkije en de gezanten der
mogendheden voor Gi iekenland, heel langzaam,
wat, na de herhaalde en nadrukkelijke ver
zekeringen aangaande de volkome eensge
zindheid onder de mogendheden, rechtmatige
verbazing wekt.
Als men nu onderling zoo precies weet wat
men wil en wat niet en als men dan gepor
teerd is voor een snelle oplossing waarom
blijft men dan dagen en wekenlang ronddolen
in een cirkel
Heden vóór acht dagen juist zijn de onder
handelingen te Konstantinopel feitelijk begon
nen na een breedvoerige voorbereiding en na
tallooze terreinverkenningen, wat alles wel
tol de meening mocht leiden dat de heeren
precies wisten wat ze aan elkander hadden.
Donderdag 3 dezer werd de eerste samenkomst
gehouden, Zaterdag d. a v. de tweede, Dins
dag 11. de derde en heden moet zelfs reeds
voor de vierde maal beraadslaagd woiden.
En het resultaat
Men weet eigenlijk alleen, dat de gevol
machtigden heel omslachtig en secuur te werk
gaan er worden rapporten opgemaakt en
protocollen en er is bij dit alles eer reden
tot verbazing over het feit, dat tot dusvej
de eensgezindheid is bewaard gebleven (uiter
lijk althans) dan over de afwezigheid van elk
tastbaar resultaat.
Behalve over een ernstig verschil van mee
ning tusschen Engeland en Rusland, spreekt
men ook weer eens van een geheime aanmoe
diging der Grieken door Engeland en der
Turken door Duilschland, doch dit alles ver
dient geen geloof veeleer zijn de mogendhe
den 't er over eens dat Turkije moet ingaan
op deu vrede met schappelijke voorwaarden
tot bazis.
Edhem pacha moet nu een rapport hebben
gezonden aan den sultan, waarin hij de moeie-
lijkheid betoogt om de troepen rustig te hou
den zonder eenige bezigheid de soldaten wil
len óf ten strijde gevoerd worden óf uit
Thessalië worden teruggeroepen en zelfs
loopen de officieren gevaar hun prestige te
verliezen, waarom Edhem-pacha dan ook bij
voorbaat alle verantwoordelijkheid afwijst voor
mogelijke gebeurtenissen in de naaste toe
komst.
Uit Athene wordt nu bericht dat niettegen
staande de wapenstilstand gesloten is, de
Turken de vrije scheepvaart in de Golf van
Ambracie weigeren en zij troepen concentree-
ren in Thessalië, waar ongeregelde troepen
het dorp Duiri in brand hebben gestoken. De
Griekschc regeering heeft bij de mogendheden
geprotesteerd tegen deze feiten.
In elk geval doet Turkije precies alsof de
oorlog nog moest beginnen de mobilisatie
wordt voorbereid, in Europeesch Turkije wordi
elk balaljon op 1000 man gebracht enz. enz
De beide Petersburgsche bladen Nowosti
en de Nówoje Wremja maken zich er zeer
ougerust over, dat een Engelsche firma van
scheepsbouwers aangeboden heeft gedurende
vijf jaar de Turksche arsenalen te beheere.i
en de vloot van den sultan uit te breiden en
te verbeteren voor één millioen pond sterling
per jaar. Als het bericht waar is, zegt de
Nowosti, dan zou daarmee gehandeld worden,
lijnrecht in strijd met de belangen van Frank-
rijk en Rusland te Konstantinopel. Engeland
bezit nu reeds Egypte op onwettige manier,
wanneer het nu nog de Turksche vloot in
handen krijgt, dan zal Konstantinopel zelf
;n gevaar komen. De Petersburgsche corres
pondent van de Times maakt er zich vroolijk
over, dat men in Rusland zoo bang wordt
wanneer een Engelsche particuliere firma aan
biedt werk te doen voor de Turksche vloot.
Prins Albert, zoo meldt de Indépendance,
gaat op het eind van dit jaar een groote reis
door Azie maken, evenals eertijds Leopold II
De groote glasblazerij Eugène Baudoux
te Juinet heeft haar betalingen gestaakt. In
een op de muren van het etablissement aan
geplakte kennisgeving is het personeel verwit
tigd, dat ingevolge toevallige omstandig!-eden
men genoodzaakt was de fabriek te sluiten
zonder de verschuldigde loonen uit te betalen.
Vijf dagen geleden had Baudoux een oven
gedoofd en 45,0 werklieden waren deswege
ontslagen. Maandagmorgen moest de maan-
dehjksche uitbetaling plaats hebben. Het
bedrag der loonen beliep 70000 trs., welke
som Baudoux zich niet heeft kunnen ver
schaffen. Deze onlknooping werd verwacht
want het parquet was gewaarschuwd en er
waren maatregelen genomen om ongeregeld
heden te voorkomen. Het personeel heeft
Donderdagmorgen echter rustig de fabriek
verlaten, die door 100 geudarmes bewaakt
werd. Er waren nog 800 werklieden; mei
de 500 ontslagen werklieden, maakt dit 1300
man die zonder werk zijn. Het actief moet
toereikend zijn om de firma in staat te stellen
haar verplichtingen na te komen. Deze ge
beurtenis heeft in de streek groote opschud
ding veroorzaakt.
De Figaro vindt dat, nu het feit toch
vaststaat, het beter was als Faure niet langer
zoo geheimzinnig deed over zijn reis naar
Rusland. De noodige kredieten moet het
parlement nog wel verleenen, maar zal het
niet weigeren; een invitatie van den Tsaar
maakt het aannemen noodzakelijk. Waarom
dus de natie in het onzekere te laten omtrent
iets wat ten slotte haar alleen aangaat
De regeering zal in de kamer een
krediet van 1200000 francs voorstellen om
de boeren in Algiers, wier oogst mislukt is,
te hulp te komen.
De Zaak-Dreyfus.
In de „uotes du jour," welke de Parijsche
correspondent der Indépendance publiceert,
wordt gewezen op de krasse uitspraak van
den Zwitserschen publicist De Rougemont
ten gunste van den veroordeelden kapitein
Dreyfus. De heer De Rougemont een
strenge Calvinist erkent dat hij feitelijk
een anti-semiet is; zijn artikelen in de Tribune
de Genève hebben dit trouwens vaak be
wezen. Van partijdigheid voor den ex kapitein
D. kan hij niet verdacht worden. Maar daar
hij tevens een erkend grapholoog is, hebben
vrienden van D. een totographie van het
borderel de lijst van geheime stukken, die
de veroordeelde zelf zou hebben opgemaakt
en die, in verkeerde handen geraakt, het
meest tot zijn veroordeeiing moet hebben
bijgedragen aan Rougemont's onderzoek
onderworpen en nu heeft deze geantwoord,
dat hij tot zijn ontzetting (stupéfaction) de
overtuiging gekregen heeft, dat de veroor
deeling gebaseeid is op een document, dat
zeker niet van de hand van D. was. Wij
kunnen het uitvoerig stuk niet overnemen,
maar Rougemont spreekt zich zoo beslist
mogelijk uit en verklaart dat z. i. aan de
dwaling van Bertillon, den deskundige, voor
wien de schuld van D. vaststond, geen twijfel
bestaat.
Zouden de rechters, die den rampzaligen
hebben gevonnist, niet zeiven een stap be
hooren te doen om een nieuw onderzoek
uit te lokken De gedachte aan de moge
lijkheid, dat zij een onschuldige hebben ver
oordeeld, moet toch ook bij hen wel eens
oprijzen en, eenmaal ontwaakt, hen geen
rust meer laten. Naar onze meening zou
mevrouw Dreyfus, wier geloof in de onschuld
van haar man bergen verzetten kan, niet
beter kunnen doen den rechtstreeks bij de
rechters hulp te zoeken door hen aan het
wankelen te brengen in hun overtuiging om
trent de rechtvaardigheid van het door hen
geslagen vonnis.
Een vreeselijk tafereel van het leven van
den veroordeelde op Duivelseiland wordt
opgehangen in een brief uit Cayenne, opge
nomen in het blad »La France» „Onlangs,
zegt de schrijver, had ik gelegenheid om
Dreyfus ie zien. Hij is voor zijn tijd grijs
geworden en lichamelijk zoowel als geestelijk
gebroken, sleept hij zijn bestaan vóott op
het eiland. In weerwil van den afschuw, die
men moet gevoelen voor zijn daad, boezemt
hij toch medelijden in. Als hij buiten komt
voor zijn dagelijksche wandeling in de vrije
natuur, gevolgd door een bewaker, die tot
aan de tanden gewapend is, en geen wooul
met hem spreekt, dan gaat hij eerst eenige
schreden, langzaam loopend als een grijsaard,
naar een der rotsen, die overal opsteken uit
hel vulkanische eiland.
Daarna zet hij zich neer; uren lang be
schouwt hij met omfloersten blik den somberen
grauwen horizont der wijde, wijde zee, waarin
te midden der golven, als een zwarte streep,
het St. Jozefs eiland ligt. De zwarte kruisen
op de donkere heuveltjes wijzeu de bestem
ming aan van dit eiland het dient tot laatste
rustplaats voor de galeiboeven De bewaking,
die dag noch nacht ophoudt, is steeds uiterst
streng. Weliswaar wonlt hij wegens zijn zwakte
niet meer vastgeketend des nachts, maar er is
een talrijk personeel uoodig om hem te be
waken tegen eventaeele coups van de zijde
zijner vrienden; en alleen voor hem heeft
men den post van hoofdopzichter geschapen,
wien de zware verantwoordelijkheid is opge
legd om te zorgen, dat de gevangeue niet
zal ontsnappen.
Jubileumfeesten
In alle graafschappen zullen in den nacht
van 23 op 24 Juni groote vreugdevuren wor
den ontstoken op de berg- en heuveltoppen.
Op 100 hoogten in Yorkshire zijn nu reeds
brandstoffen opgestapeld, Sussex en Somerset
hebben elk 60 brandstapels opgericht evenals
Kent en Middlesex. De stad Londen zal den
5 Juli in Guildhall den prins en de prinses
van Wales, alle vorsten en vorstinnen, am
bassadeurs en gevolmachtigden, vertegenwoor
digers van vreemde mogendheden en hoven,
enz., in het geheel aan 4000 genoodigden
een bal aanbieden. Op het voetspoor van
lord Burton, die Chesterfield House ter
beschikking heeft gesteld van den prins en
de prinses van Napels, heel: lord Iveagh
Grosvenor House ter beschikking gesteld van
den vorst en de vorstin van Bulgarije.
De kuische dochters Albion's laten niet
met zich spotten, Een jonge man, die, be
koord door de mooie taille en de elegante
houding van een jonge dame, het dezer dagen
waagde haar eenigen tijd op straat te volgen,
is door deze schoone voor den rechter ge
daagd. Doch daar zij zelve verklaarde, dat
de jonge man geen enkel beleedigend woord
tegen haar had gebezigd, vond de rechter
geen termen, strar tegen hem te eischen.
De vader van het meisje zei nog, dat de
jongeling herhaaldelijk b j hem had aauge-
scheld en hem papa, verlof had gevraagd, zijne
dochter te mogen spreken.
De rechter vond, dat zoo iets wel zeer
vervelend moest wezen en stond het eindelijk
toe eene aanklacht wegens ongeoorloofd
deurtjeschellen in te dienen. Tevens gaf hij
zijn voornemen te kennen, maatregelen te
nemen dat de verliefde jongeman zijn inede-
menschen niet meer zou lastig vallen.
De Times behelst een verslag van het be
zoek van her Engelsche gezantschap aan
koning Menelik. Na een tocht door een
verrukkelijk schoon en vruchtbaar land kwam
het gezantschap den 28en April te Adis Abeba.
De heeren werden begroet door den Zwitser
schen ingenieur Hg, die de functien van
minister van buitenlandsche zaken scheen te
vervullen. De negus, die hen niet zoo spoedig
had verwacht, kon hen eerst den volgenden
dag ontvangen. Hij moest nu bij de inwijding
van een nieuwe kerk tegen.voordig zijn.
Den 22en morgens kwamen [lig en de
hoofdrechter Afa negus om de Engelschen
naar het paleis te vergezellen. Zij waren ver
gezeld van ongeveer 1U,000 Abessinische
krijgers. „Het was een prachtig gezicht", zoo
schrijft de correspondent der Times, „deze
groote menigte over den heuvel te zienaan-
komen de zijden gewaden van de aanvoer
ders, de vele vlaggen, het glinsteren van de
met zilver beslagen schilden, dat alles was
een schouwspel van barbaarsche praal, als
Europeanen niet dikwijls hebben. Ofschoon
de kleuren hel en zelfs bont waren, gaf niets
den indruk v^n opschik of smakeloosheid.
„Wij bestegen onze muilezels en werden
naar het paleis geleid. Hier werden wij ver
welkomd door de krijgstrommenBinnen
de laatste poort van het paleis stegen wij af,
gingen door een artilleriepark van een vijftig
bergstukken. Toen wij een trap van een
dozijn treden beklommen hadden, bevonden
wij ons in een grooten zaal, waar aan het
audere eind onder een zijden troonhemel de
koniug gezeten was. Toen wij hem genaderd
waren, sprak de koning woorden van welkom,
in antwoord waarop het hoofd van het ge
zantschap Rennell Rodd boog. Een aanzien
lijk opperhoofd, Geraazmatsj Joesef, die wat
Fransch verstond, diende als tolk. Daarop
werd ons verzocht te gaan zitten, en de ko
ning deed een aantal vragen, o.a. of te Bom
bay de pest geweken was. Het gesprek werd
eenigszins gehinderd door een saluut van
zeventien schoten, dat na ons binnenkomen
afgevuurd werd. Rodd overhandigde den brief
van koningin Victoria, en sprak daarbij den
koning in het Engelsch toe. De Abessinische
tolk van het gezantschap bracht zijn woorden
in het Amharisch over. Kort daarop namen
wij afscheid, en hetzelfde geleide bracht ons
thuis."
bt. PE 1 ERSBURG, 10 Juni. De keizerin
is te Peterhof vau eene1 dochter bevallen.
De prinses heeft den naam van Tatjana
gekr gen.
Nog altijd houden de Japanners vast aan
hun gewoonte om hun woningen van hout te
bouwen; bovendien springen zij met vuur
heel zorgeloos om. Zoodat het niet verwon
derlijk is, dat er telkens branden voorkomen
als te Hatsjwoji, waar 3700 huizen in de asch
gelegd zijn en een vijftigtal inwoners zijn
omgekomen. En waarschijnlijk meer nog
verscheidene inboorlingen worden vermist.
- Bij het verdrag^ van Sjimonoseki was
bepaald, dat al de Chineezen op Formosa
die hun nationaliteit wenschten te bewaren
het eiland moesten verlaten. In het begin
van Februari waren er 2,600,000 Chineezen
en daaronder slechts weinigen, die niet waren
ingeschreven als onderdanen van Japan. Bij