Ons feuilleton
Staatkundig overzicht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Lngeiand.
Duitschland.
Griekenland.
het v olgendkwartaal
op dit blad abonneeren, ontvangen
de nog deze maand verschijnende
nummers GRATIS.
Ons tegenwoordig feuilleton
loopt ten einde. In 't begin van
't volgend kwartaal maken wij
een aanvang met een ander, dat,
als wjj ons niet enorm vergissen,
in alle opzichten aan onze leze
ressen en lezers zal bevallen. Wij
raden dus iedereen aan tegen 1
Juli een abonnement te nemen op
de Echo van het Zuiden.
De suikerbietenteelt leverde dit jaar
eene betere opbrengst dan het vorig jaar.
Deze teelt is echter niet te handhaven,
daar zij slechts om het geldelijk voorschot
geschiedt, en zij, die daaraan behoefte
hebben, in den regel het noodige vee
missen tot behoorlijke bemesting van den
grond. Het gevolg daarvan is dat de met
suikerbieten beteelde gronden in een staat
van uitputting geraken, waardoor zij tot
het telen van andere gewassen minder
geschikt worden.
Tanve wordt hier niet verbouwd, wijl
de tallooze huismusschen den oogst ver
nielen en alzoo den arbeid des landbou
wers vruchteloos maken.
De rogge oogst was gunstig', doch in
deze streek wordt alleen rogge gezaaid
voor eigen gebruik, wijl de rogge als
handelsartikel verbouwd, in verhouding
tot de huur van den grond, eene onbe
vredigende geldelijke opbrengst oplevert.
Op grond van het bovenstaande mag
gezegd worden, dat de tuin- en de land
bouw meer steun noodig hebben om te
kunnen blijven wat zij steeds geweest
zijn, namelijkbestaanmiddelen. Komt
daarin geene verbetering, is het te vreezen
dat de tuin- en landbouw in een staat van
verval geraken, waaruit zij niet dan met
ontzaggelijke moeite en kosten zijn op
te heffen.
De steun van den staat wordt door
vele tuinders en landbouwers niet gewaar
deerd wijl, naar hun zeggen, die steun
alleen ten doel heeft de uitbreiding van
eene theorie, die voor de praktijk weinig
of geene waarde heeft. Er wordt te
weinig werkgemaakt van het aankwee-
ken van practische vakkennis; jarenlang
is een deskundige in een proeftuin te
Vlijmen werkzaam geweest, zonder dat
tuinders en landbouwers daaruit eenig nut
hebben getrokken, wijl hij zich toelegde
op een luxe-bouw, die voor den kost-
winnenden tuinder en landbouwer niet
alleen waardeloos, maar zelfs gevaarlijk
was. Zij, die zich lieten verleiden om hun
bedrijf op den zelfden leest te schoeien,
moesten ervaren dat die bouwwijze zeer
nadeelig was.
Wij mogen echter met voldoening
wijzen op de inde gemeente Vlijmen
bestaande inrichtingen voor de kunstma
tige vruchten- en groenteteelt, die getuigen
wat met bescheiden middelen kan worden
gedaan als praktische vakkennis en geest
kracht de helpende factoren zijn tot
uitoefening van het bedrijf.
Met betrekking tot den handel en de
nijverheid dier streek mag gewezen wor
den op merkbaren vooruitgang, hoofdza
kelijk tengevolge van de vergemakkelij
king van het vervoer. Het isolement
waarin de boven Langstraat heeft ver
keerd is door den aanleg der spoorweglijn
Zwaluwe- Bosch door deze streek opge
heven. Thans is nog eene tramweg-ver
binding met 's Bosch Heusden en Waal
wijk tot stand gekomén, die evenals de
bewuste spoorweglijn, slechts een gunsti-
gen invloed kan uitoefenen op de handels
relatien en op de vestiging van nijver
heid. Vóór het tot stand komen dier
openbare vervoermiddelen moesten de
handelsartikelen 'en de voorwerpen van
nijverheid van en naar de naburige haven
plaatsen of het spoorwegnet per as wor
den vervoerd, waaraan zooveel kosten,
tijdverlies enz. waren verbonden, dat con
currentie met andere plaatsen onmogelijk
was. Thans echter worden de grondstof-
ffen voor de nijverheid spoedig en betrek
kelijk voordeelig aangevoerd, terwijl de
producten der nijverheid even spoedig en
voordeelig naar de plaats van bestemming
worden vervoerd. Dit komt vooral de
in deze streek bestaande mandemakerijen
en leerlooierijen ten goede. Mogen handel
en nijverheid bloeien en zich uitbreiden
en tuin- en landbouw krachtig gesteund
worden door hen, die het grootste belang
hebben bij de volks welvaart, dan hopen
wij nog eenmaal ontheven te worden van
de onaangename taak van het leveren
eener treurige schets van den bestaanden
algemeenen toestand.
li wmm
Met hel oog op de naderende Fransche
Kamerverkiezingen, heelt Z. H. Paus Leo
XIII volgens de Osservatore Romano nadere
insiructien aan de Fransche geestelijkheid
gezonden ter verklaring van zijne leer over
de houding der Fransche katholieken ten op
zichte van de republikeinsche regeering. De
Paus, aldus luidt de publicatie, had in geenen
deele de bedoeling, een voorkeur voor den
republikeinschen regeeringsvorm te kennen
te geven, evenmin als voor den monarchale.
De katholieken zijn dus vrij, hun keuze tus-
schen deze beide regeeringsvormen te doen.
Evenmin lag het in Zijn bedoeling, den eer
bied voor de overlevering te krenken alleen
heeft hij den Franschen katholieken er op
willen wijzen, dat het in het algemeen be-
laug is en in dat van de orde en de hand
having van de maatschappij, practisch zich
bij het nieuwe bestuur neer te leggen dat nu
eenmaal in de plaats van de vroegere regee
ringsvormen getreden is.
Daaruit volgtdat de Fransche katholieken
noch direct, noch indirect het thans ingericht
bestuur moeten bestrijdenook opdat aan
hunne tegenstanders elk voorwendsel ontno
men worde, hun zaak te vereenzelviugen met
die van een politieke partij vijandig aan de
staatsinstellingen.
„De Paus", aldus luidt het slot van het
communiqué autorisé», dat de Osservatore
Romano in staat is gesteld te publiceeren,
„de Paus heeft het vertrouwen, dat, als een
maal de passies gekalmeerd zullen zijn, zijn
woord zal worden begrepen en leerzaam aan
genomen door allen, en hij twijfelt niet, of
de zegen Gods zal overvloediger nederdalen
op hen die voor den bloei van den gods
dienst met edelmoedigheid, zullen hebben
weten aan te brengen, niet alleen hun werk,
maar ook het offer van hunne inzicht n en
van huune persoonlijke tendentién."
Er schijnt geen twijfel meer aan te z:jn
de onderhandelingen tusschen de mogend
heden en Turkije stuiten op groote bezwaren,
niet alleen op het stelsel van uitstel op uit
stel, aan de Oostersche ouderhandelaren eigen,
maar ook op de aanmatigende veroveringzucht
der Ottomaansche regeering ten opzichte van
Thessalie. De sultanzegt men, rijdt erg
op dat stokpaardje. Maar men behoort erbij
te zeggen, dat hij slechts de tolk is van de
stemmiug der muzelmaunen die het niet
goed kunnen uitstaan dat de provincie, die
door hunne wapenen is overwonnen, weder
zonder slag of stoot aan de overwonnelingen
worde afgestaan, vooral nu dezen christenen
zijn.
Hoe de mogendheden, die op dat punt
niet kunnen toegeven, met die Turksche
hardnekkigheid zullen klaar komen is op
het oogenblik nog moeilijk te zeggen. Het
schijnt een zeer zwarte stip te zijn aan de
oostelijke kimme.
Zeker heeft men in die moeilijkheid de
reden of de aanleiding te zoeken voor de
wapeningen en de concentreeriugen vau
troepen, waarmede hel Turksch bestuur schier
met koortsachtigen ijver voortgaat. En even
eens de verklaring van de nu loopende
geruchteu, die niet meer alleen spreken van
eene weinig beteekenende regeling van de
Thessalische grenzen, maar van diep ingrij
pende amputatie die aan Griekenland een
aanmerkelijk deel van die belangrijke provin
cie zou ontnemen.
Zaterdag maakte de Turksche gouverneur
van Volo bij proclamatie bekend, dat de
roerende en de onroerende goederen van
personen, die Thessalie verlaten hebben en
niet binnen veertien dagen met hun gezinnen
naar huD haardsteden zijn teruggekeerd, ten
bate van den Ottomaanschen Staat zullen
worden verbeurd verklaard, 't Is wel vrien
delijk van die lieve Turken
Brieven uit Volo melden verder dat de
Turksche soldaten zijn begonnen den oogst
in Thessalie binnen te halen.
De plunderingen duren nog voortgeen
enkel huis in de groote steden wordt gespaard.
Reizigers van Larissa naar Volo hebben
langs den weg lijken van jonge vrouwen
gevonden.
Uit Domokos wordt buitendien nog bericht,
dat de Turken lijken, die zij in de verster
kingen vonden afschuwelijken hebben ver
minkt. Vooral twee lijken van Garibaldiauen
zijn er geschonden. De Turksche soldaten
zien de Garibaldianen voor Engelschen aan.
Te Brussel had Zondag de beraamde groote
betooging plaats ten gunste van de afschaffing
der plaatsvervanging en van eene reorgani
satie van het leger.
Een delegatie van geper.sionneerde generaals
overhandigde den koning een verzoekschrift.
Deze antwoordde hun het volgende
»De veiligheid eu de evenlueele verdediging
van het land liggen mij te na aan het hart,
dan dat ik niet de invoering van den per
soonlijken dienstplicht zou wenschen Het
volk kan niet nala'en de verdediging ie
regelen wanneer het niet de speelbal der
gebeurtenissen wil zijn.
„Wij hebben nationale en internationale
verplichtingen en onze militaire instellingen
moeten in overeenstemming zijn met die der
naburige natiën, die een overheerschenden in
vloed uitoetenen op de lotgevallen van Europa.
Als in de ure des gevaars ons leger zou zijn
samengesteld uit minder geoefende manschap
pen dan er bij onze naburen zijn, zou het
geen ander vooruitzicht hebben dan zich
vergeefs op te offeren. Wegens onze mindere
getalsterkte moeten wij ons des te meer toe
leggen op de krijgskunde.
„Ik heb nooit mijn plicht verzaakt om het
volk te waarschuwen, het zal zelf over zijn
toekomst beslissen."
Aanslag op president Faurc.
De vredelievende en vaderlijke vermaning
van Z. H. Leo XIII is ten opzichte van de
republiek, althans ten opzichte van den pre
sident der republiej# Zondag niet opgevolgd
door één of meer ^anarchisten", of hoe zij
ook worden genoemd of mogen geacht worden
te zijn.
Op den president der Fransche Republiek
is Zondag, toen hij zich als gewoonlijk naar
de wedrennen om den „Grand prix" te Long-
champ begaf een aanslag gepleegd, waarvan
de rechte toedracht nog in het duister ligt,
doch waarvan men althans weet. dat er..geen
slachtoffer door gemaakt is. Nabij den water
val aan het einde der Accaciaslaan hoorde
men achter het struikgewas rechts van den
weg een schot vallen. Niemand werd geraakt;
de paarden ran het presidentieele rijtuig, die
aan 't steigeren waren geslagen, werden tot
kalmte gebracht en de equipage zette zijn
weg tot de weegplaats te Longchamp voort.
Onderwijl was de menigte het geboomte
binnengestormd om den pleger van den aan
slag te zoeken. Enkele onschuldigen, waar
onder een agent van den veiligheidsdienst,
werden aangegrepen en zouden zonder de
tusschenkomst van andere agenten er slecht
afgekomen zijn. Volgens sommige berichten
werd op de plaats der ontploffing een ma
nifest gevonden, dat beleedigingen legen den
president inhield, een pistool, waarop ge
graveerd stonden de woorden„Dood aan
Felix Faure" en een kleine dolk, waarop
bedreigingen met den dood waren gegraveerd.
In verband met den aanslag zijn drie
personen gevangen genomen, te weten twee
broeders Gallet, zonder beroep, wonende te
Levallois, en een zekeren Lauvin, een bor
stelmaker van Gentilly. Uit de huiszoekingen
in hun woningen en uit de verhooren is
ech'er hun schuld niet onwederlegbaar ge
bleken. Na een laatste verhoor door den
rechter van instructie Athalin werden de drie
verdachten tegen middernacht vrijgelaten.
De aanslag heeft onder zeer zonderlinge
omstandigheden plaats gehad. Uit het korte
onderzoek blijkt, dat er niet alleeD niemand
gewond werd, doch ook, dat er geen schot
in de richting van het presidentieele rijtuig
gelost werd, zooals eerst geloofd is. Op de
plaats in het struikgewas is een cylinder-
vormige bus gevonden, 20 centimeter dik en
met een middellijn van 10 centimeter, welke
met kruit gevuld moet zijn geweest. Deze
ijzeren bus is ontploft, doch op de plaats
zelve eu ze werd niet naar het rijtuig ge
slingerd. Buitendien kan de bus niet sterk
geladen zijn geweest, daar niemand, zelfs niet
de pleger van den aanslag door de brok
stukken gekwetst is. Daar de personeD, die
aanvankelijk gearresteerd werden weer los
gelaten zijn, is dus de dader van dezen
zonderlingen aanslag, welke veel van een
grappenmakerij weg heeft, nog niet gevonden
Op de weegplaats was het nieuws spoedig
bekend. De president van de Republiek,
wien de prefect van politie een der gevonden
brokstukken heeft gebracht, is door de aan
wezige personen, ministers, kamerpresidenten,
leden van het corps diplomatique, grootvorst
Sergius van Rusland, enz. gelukgewenscht.
Tegen 5 uur werd het gerucht van den
aanslag te Parijs verspreid. Om kwart voor
zessen keerde de laudauer van den president
op het Elysée terug, waar het publiek Felix
Faure een hartelijke ovatie bracht.
Over den aanslag op den Franschen pre
sident Faure worden wein g bizonderheden
gemeld, tenzij door de bladen, die meenen
dat het geheele geval is te beschouwen als
een grap aangelegd om niet te gelukken.
Dehelsche machine was, volgens het rapport
van den heer Girard, volkomen onschadelijk
zij was geladen met jachtkruit en bevatte
geen projectielen. Zij heeft enkel den bo lem
wat omgewoeld en van het parkje, waarbij
zij ontplofte, wat bloemen vernield. Het rijtuig
van den president heeft niet het minste krasje
bekomen.
Even weinig gevaarlijk was het pistool, dat
na de ontploffing is opgeraapt Het was met
kruit en hagel geladen en droeg zeker niet
verder daG een paar meters, terwijl de dader
van den aanslag een meter of twintig verwij
derd moet zijn geweest van het rijtuig van
den heer Faure. Op den kolf van het pistool
stonden de woorden „Elzas-Lotharingen, Po
len. Veroordeeling van Felix Faure." De dolk
t droeg het opschrift >11 y a bien d'autres
qui y ont passé".
Noch de heer Faure, noch zijn secretaris
generaal schijnen zich een juist denkbeeld :e
hebben gevormd van wat er voorviel. Toen
de ontploffing plaats had, zagen zij om, maar
zij bemerkten slechts een klein rookwolkje
boven het meergemelde boschje. Beiden ble
ven volkomen kalm Het rijtuig had een
snelleren gang aangenomen; maar de president
gelastte weder den stap aan te nemen en
groette even druk als altijd naar rechts en
links.
De agent in politiek Rousian schijnt het
eenige slachtoffer van den aanslag. Hij was
het eerst op de plaats der ontploffing en raapte
de gesprongen buis op, waarop het publiek,
meenende den dader voor te hebben, op hem
aanviel onder den kreet A mort! A mort!
Hij werd vrij ernstig gewond en naar het
hospitaal Beaujon vervoerd.
De minister Barthau heelt den prefect van
politie doen weten, dat aan Ronstan een
zilveren medaille eerste klasse zal worden
toegekend.
De politie doet nog in alle logementen na
sporingen naar verdachte personen. Er zijn
drie nieuwe aanhoudingen geschied. Men
zoekt een accordeonspeler, die na de ont
ploffing sne' is vveggeloopen.
Vrijdagavond te half elf is bij het station
Welshamton, op den Cambrischen spoorweg
een pleziertrein, vau Barmouth naar Oldham
terugkeerende, ontspoord. Negen reizigers
werder. gedood en 25 gewond. De machinist
en stoker kwamen met lichte kwetsuren vrij.
CALCUTTA, 12 Juni. Om vijf uur des
namiddags was hier een ernstige aard
beving, die vijf minuten duurde. In sommige
wijken is nauwelijks een huis van schade
vrijgebleven. De hoofdkerk, het stadhuis en
andere openbare gebouwen hebben ernstig
geleden. Acht inboorlingen zijn gedood en
velen gekwetst; geen Europeanen.
Tengevolge van de aardbeving zijn te
Calcutta een aantal inboorlingen en arme
Europeanen dakloos geworden/Ook te Bom
bay, Simla en Manipoor zijn schokken waar
genomen. Bijzonder hevig waren ze te
Darjeeling, waar een aantal huizen vernield
zijn. Op de spoorlijn van Bengalen naar
Assam is een spoortrein omgeworpen.
De overval der Britsche troepen aan
de Afghaansche grens, zoo wordt uit Simla
bericht, was mogelijk geworden, doordien de
Britten vriendschappelijk ontvangen en in het
dorp gelokt waren. Na den maaltijd werd
plotseling op de dicht opeengedrongen troepen
hef vuur geopend. Bij de eerste schoten vielen
dc officieren. De terugtocht duurde onder
het vuur van den opdriugenden vijand negen
uur lang.
Generaal Albedyll, die langen tijd chef
van het militaire kabinet vau keizer Wilhelm
I is geweest, is Zaterdagmorgen te Potsdam
overleden.
Zaterdag middag zijn te Aken de
spinnerijen van Schneider en Fenger en
Lennartz, de weverijen van Robert Salomon
en Emil Kahr, de lakenfabriek van.Schneider
en Burckhardt en de gieterij van Walbert
verbrand. De schade wordt op twee millioen
mark geschat.
Een gedeelte van de Rijnbrug bij
Rheinfelden is Zaterdagavond in brand ge
raakt, in de rivier gevallen en brandend
stroomafwaarts gedreven.
BERLIJN, 12 Juni. Vau avond is de
luchtschipper Wölfert in gezelschap van een
Mechaniker op het Tempelhoferfeld, in de
nabijheid der stad, met zijn bestuurbaren
ballon opgestegen. De benzin-motor ontplofte,
de ballon vloog in brand, verbrandde in de
lucht, en de brandende boot plofte met twee
lijken neer.
De gouverneur van Volo heeft in een
proclamatie doen weten dat de roerende en
onroerende eigendommen van hen, die Thes
salie verlaten hebben en met hunne gezinneu
niet binnen vijftien dagen in hunne woningen
terugkeeren, zulleu geconfiskeerd worden ten
bate van den Turkschen Staat.
Op verzoek van den Sultan aan den
Russischen en den Duitschen keizer om zijn
eischafstand van Thessalie, te steunen,
antwoordden de beide souvereiuen met den
raad om wijs en gematigd te zijn, en met
een duidelijken wenk om hem te verstaan
te geven dat zij eensgezind bleven met de
vier andere regeeriugen. De Oostenrijksche
gezant Calice moet Vrijdag iets dergelijks
aan den Sultan hebben verklaard. De Porte
schijnt nu in te zien dat er niets aan te doen
is, en zal binnenkort wel van Thessalie af
zien. Intusschen komt het oude gerucht weer
op, dat de Porte Kreta tegen Thessalie zou
willen ruilen. Wat er van dat gerucht aan is,
wee^ men niet, maar het is niet waarschijnlijk
dat de ruil zal geschieden.
Er schijnt thans wat meer schot te komen
in de bijeenkomsten van Tewfik en Said