Nummer 51. Zondag 27 Juni 1897. 20" Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, Eerste Blad. Onschuldig veroohbeeld, ANTOON TIELEN, Dit nummer bestaat uit twee bladen. Ons feuilleton. Staatkundig overzicht. FEUILLETON. UITGEVER Waalwijk. Zij die ziek voor het volgend kwartaal op dit blad abonneeren, ontvangen de nog deze maand verschijnende nummers GRATIS. Ons tegenwoordig feuilleton loopt ten einde. In 't begin van 't volgend kwartaal maken wij een aanvang met een ander, dat, als wij ons niet enorm vergissen, in alle opzichten aan onze leze ressen en lezers zal bevallen. Wij raden dus iedereen aan tegen 1 Juli een abonnement te nemen op de Echo van het Zuiden. De Echo van het Zuiden, Waalwyksche en Laiigsfraalstfie Courant, :vr Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden er.z., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vau Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Als 'tnu maar niet al te hard gaat: nau welijks is uit Konstantinopel bericht, dat het gevaar voor incidenten vrij wel is afgewend en dat het verloop der beraadslagingen over den vrede alleszins bevredigend is, of de datum van de formeele onderteekening der voorloopige overeenkomst, wordt reeds aan gegeven. 't Zou waarschijnlijk Zaterdag reeds komen tot de bekrachtiging van eèn voor- loopig tractaat met een oorlogsschatting van 62 Het vooruitzicht van een geeseling was voor hem een edelman, die geen raisduad bedreven had en die zijn leven opgeofferd had voor de reputatie van zijn vader een vreeselijk iets. Hij wankelde achteruit. De gevangenbewaarder voerde hem weg. Toen ze zijn cel bereikten trol' een afschuwe lijk geluid hun oor. Het was als het huilen van een wild dier, dat pijn heeft. 'Frank stond, als door het onweer getroffen stil. Hij wist dat dicht bij de plaats, waar hij zich bevond, een vertrek was waar de gevangenen, die een geeseling moesten ondergaan, vastge bonden werden Hij herinnerde zich ook, dat op dien dag een man, genaamd Mashmore 36 slagen zou ontvangen. Wat een lafaard, zei de gevangenbevvaaider, doelende op den man, die een geeseling moest ondergaan. Bij de eerste slagen schreeuwt hij reeds. Hij gaf een ruk aan Franks arm, die bewe gingloos langs liet lijf hing, en riep Vooruit man, spoedig zal je ook met de karwats kennismaken. HOOFDSTUK LV. Den geheelen nacht na dien merkwaardigen «ïag, waarop Malliscombe de nicht van lord Melbury voor den rechter gezien had en de mis daad van Andley Court opnieuw besproken was geworden, verbeeldde Madeline Harvey, die slapeloos in een der cellen van het rechtsgebouw doorbracht de volgende woorden telkens te hooren herhalen,Ik de Heer uw God, ben een ijverig God, die de misdaad der vaderen bezoekt aan de kinderen, tot het derde en vierde lid enz.' Ze meende het in ieder geluid, dat tot haar kwam te hooren, toen ze den volgenden morgen van Malliscombe naar Londen vervoerd werd. Lord Melbury had haar nog even de hand ge drukt en voort ging het haar vijfjarigen dwang- zoo ongeveer 3 millioen Turksche ponden, af te doen in 4 jaar lijd, bij termijneu. 't Is heel wel mogelijkdat er uu gang achter wordt gezet en dat men alle vertra gingen wil voorkomen door kortweg, met de hoofdpunten a's bazis, den vrede te bekrach tigen, doch er zal toch wel eenige tijd moeten verloopen eer men goed aan het idéé gewend is en eer men 't volkomen gelooft. Wen- schelijk is een zoo gunstig en snel verloop zeker: in de vergadering der opstandelingen te Kanea moet besloten zijn elke verdere beraadslaging uit te stellen tot na de formeele onderteekening van het vredestractaat tusschen Griekenland en Turkije en zoo hier en daar worden de insurgenten weer onrustig zij kunnen maar niet wennen aan rust en vrede! Terwijl Frankrijks consul op Kreta, Blanc, nu te Parijs is om met Hanotaux, den mi nister van buitenlandsche zaken, in overleg te treden ten aanzien van een reorganisatie plan voor Kreta, en terwijl de mogendheden nog altijd op den zoek zijn naar een geschikt persoon om als gouverneur-generaal van Kreta op te treden (Numa Droz heeft bedankt voor den post, doch men heeft hem nu aangeboden tijdelijk op te treden als her vormer en wegbereider) hebben de opstande lingen bij Kissama de vijandelijkheden hervat, terwijl 't hun plan wordt geheeten binnen acht dagen de Turksche vesting aan te grijpen, 't Mooist is, dat opnieuiv verwacht wordt de landing van vrijwilligersreden waarom Oostenrijksche oorlogsschepen aan de westkust kruisen. Verder moeten de insurgenten heel ontsticht zijn over het voortrukken der Enropeesche troepen naar 't binnenland zij duchten de invoering der autonomie onder medewerking van de Turksche troepen. Sultan Abdul Hamid blijft nog altijd aan 't speculeeren in de politiek nu eeus zet hij alles op Engeland, dan weer op Rusland, doch hij speelt niet bijster fortuinlijk. Als voorbeeld het volgende Muni pachades sultans opperceremonie- arbeid tegemoet. staar vader had twaalf jaar gekregen. Ze gevoelde zelt, dat het onmogelijk voor de jury geweest zou zijn haar onschuldig te verklaren, na de treffende getuigenis, die tegen haar afgelegd was. De leugenachtige verklaringen waren maar half waar geweest en zij besefte in de donkerste uren haar levens hoe de leugen, welke een halve waarheid is, niet bestreden kan worden en niet verpletterend teruggeslingerd kan worden naar haar of hem, die ze uitgesproken heeft, en altijd een smet op den beschuldigde nalaut. Het was haar niet vergund geworden een laatste onderhond met haar vader te hebben, maar toen de rechter het vonnis uitgesproken had, had zij hem haastig een paar woorden van troost en bemoediging toegefluisterd en een bood schap voor Frank Anson medegegeven. Nog een paar woorden waren er gewisseld, woorden van bitter verwijt van haar vaders zijde en van zachte zelfverdediging van de hare. Want het was tengevolge van haar weigering om kapitein Ropers vrouw te worden, dat deze slag hun getroffen had. Het was nog vroeg in den morgen toen de wagen, waarin ze het laatste deel van haar reis maakte in gezelschap van nog vier veroordeelde vrouwen, plotseling stilstond, even wachtte en toen tusschen groote poorten doorging en een plein opreed, aan welks drie zijden groote ge- bouwen^met naakte muren verrezen. De wagen reed tot voor een deur dicht bij de poort. De koetsier sprong van den bok, opende het portier en beval den gevangenen uit te stappen. Madeline volgde wankelend. De anderen staarden haar met onbeschaafde domme gezichten vreerad aan. Een van haar begon te vloekken over haar elegante kleeding, haar schoonheid en omdat zij duidelijk genoeg beter dan de anderen was, alle schoonheid en onschuld was in haar oog hatelijk. Een ruw woord van een der cipiers legde haar het zwijgen op. Daarop gingen ze naar binnen. In een zaal de ontvangzaal werden ze dooreen zwaar gebouwde vrouw opgewachteen groote bos sleutels hing aan haar zijde. Toen begon het opschrijven der namen met alle mogelijke bijzonderheden. meester, is door zijn meester belast met diens vertegenwoordiging bij de jubileumfeesten te Londen, 't Heeft evenwel heel weinig ge scheeld of een zeer bijzondere delegatie met een hooge politieke zending zou naar Londen gestevend zijn. Dat kwam aldus. Graaf Murawiew Ruslands minister van buitenlandsche zaken, had Turkije's gezant Husnipacha duidelijk en klaar te verstaan gegeven, dat de czaar in geen geval de her vatting der vijandelijkheden tegen Griekenland zou dulden en Ruslands gezant te Konstan tinopel, Nelidow, deed der Turksche regeering dezelfde mededeeling, zonder er doekjes om te winden. Dat was Abdul Hamid te sterk: hij meende op Rusland te kunnen bouwen eu uit wraak wilde hij een toenadering beproeven vis-è.-vis Engeland. Daartoe zou hij een heel bijzondere missie naar Engeland zenden ter gelegenheid van het diamanten jubileum. Niemand minder dan een van des sultans eigen zonen Ahmed Buranheddin Effendi ,-zou aan 't hoold heb ben moeten staan en de eersten van de machtigsten zooals Ghazi- Osman pacha Munir pachaKaratheodory pacha enz., zouden er deel van hebben moeten uitmaken. Philipp Currie, de gezant van Groot Brittannie, die over 't geheel niet vriendelijk is tegen Turkije's regeering, schijnt niet bijster verrukt te zijn geweest over dezen toeleg en opnieuw was de sultan uit zijn humeur, nu tegen Engeland. Ondertusschen had Von Nelidow de lucht gekregen van des sultans woede en hij ging zoete broodjes bakken: zóo had graaf Murawiew het niet gemeend er was een mal a propos enz. En hij had gewonnen spel, dank zij ook de momentaneele stemming tegen John Buil. Aldus geschied in zomermaand 1897 aan den Bosporus tit Het was gisteren de bepaalde dag voor de interpellatie van den heer Delbeke, anti militaristisch afgevaardigde voor Antwerpen. Zij werd naar men weet tot de Belgische Madeline luisterde half bewu9t naar de rap porten. Zij was de laatste. Ze schrikte uit haar verdooving op, toen de bijzonderheden haar betreffend, opscherpen toon gesproken, haar oor bereikten. Ze kor. zich niet verbeelden, dat alles wat ze zag, werkelijkheid was. Stellig was het een droom. Maar neen De groote matrone in haar zwart uniform stond maar al te duidelijk voor haar en die ellendig uitziende vrouwen met wie zc gereisd had wa ren werkelijkheid vei schrikkelijke werkelijk heid. Een kwam var. de gevangenis te Stefford. twee van Londen en een van Liverpool. Die eene van Stefford had haar kind vermoord en het verhaal, dat ze er van opgehangen had, had Madeline zoo geschokt, dat ze in stilte bod haar weg te nemen uit deze wereld, waarvan ze niets meer dan elende te wachten had. Twee nieuwe gevangenen, die na haar aan gekomen waren, stonden in de wachtkamer en sloegen Madeline met verwondering gade. Haar gelaat en manieren vormden zoo'n schrille tegenstelling met de omgeving! Ge noemt u zeker een dame, sprak een an der. Maar als u zoo'n fijne dame bent, wat doet u dan eigenlijk hier? Hier zijn geen menschen, die mooie kleeren kunnen koopen en zich de Wangen kunnen verven Dit laatste was een zinspeling op den blos van schaamte, die Madeline's wangen bij dit gezegde roodkleurde. Stilte 1 riep de matrone met den sleutelbos. Een der vrouwen werd bevolen op een stoel midden in het vertrek plaats te nemen, achter' welken een cipier met een schaar gereed stond. Die vrouw was nog jong, nog geen twintig en ofschoon in lompen gehuld en zeer vuil, was zij de eenige behalve Madeline natuurlijk die er niet uitzag als een verhardde misdadigster. Haar rossig haar was schoon, niettegenstaande de verwarring waarin het verkeerde. Bij het zien van de schaar schrikte ze terug en sprongen de tranen haar in de oogen. Toen, na een tweede bevel, stortte zij zich aan de voeten der matrone, omklemde haar knieën regeering gericht over de manifestatie van den persoonlijken dienstplicht, over de ont vangst der deputatie bij den koning, en over het antwoord des konings. De interpellant gat een uitvoerig overzicht der vroegere geschiedenis van het legervraag- stuk in Belgie, bestreed den persoonlijken dienstplicht, en betoogde dat de koning heeft geluisterd naar het voorlezen van een stuk, dat was gericht tegen de kamermeerderheid en het ministerie. Aan het einde zijuer interpellatie vroeg Delbeke of het kabinet heeft medegewerkt aan de rede van den koning. De heer De Smet de Naaijer antwoordde als hoofd van het ministerie. Hij legde de rede van den koning uittrachtte aan te toonen, dat daarin geen belofte voor het indienen van een nieuw ontwerp gedaan wordt, doch eenvoudig een wensch uitgespro ken ten gunste van den persoonlijken dienst plicht. De regeering is ook voor de opheffing van de plaatsvervanging, daar het handhaven der neutraliteit het land verplichtingen oplegt. De koning heeft aan zijn rede toegevoegd, dat het de natie zelve is, die over haar lot te beschikken heelt, dus is het onvaderlands lievend, zaken in de koninklijke rede te zoeken, die er niet in staan. Na een langdurig debat nam de Kamer, naar aanleiding van de interpellatie, de een voudige orde van den dag aan met alle stem men der rechterzijde tegen die der linker zijde. De „Osservatore Romano" releveert in de langdurige en merkwaardige legeering van de jubileerende koningin Victoria de won derbare richting die de godsdienstige bewe ging in Groot-Britannie na de vereeniging met de Roomsche Kerk heeft genomen, sedert mannen als Newman en Wiseman tot mannen als Manning en Vaughan. Onder Hare regeering is het Romeinsche purper er tot den hoogsten glans gekomen en thans, om slechts van Engeland te spreken, en smeekte: O, knip mijn haar niet af. Om 's hemels wil doe het niet. Haar hartstochtelijk smeeken veranderde in een hartverscheurend gegil. Doch de matrone kende geen erbarming. Het mooie roode haar werd afgeknipt en bedekte den grond, terwijl cog slechts eén enkele lok het on teerde hoofd versierde. Toen stond het meisje snikkend op en nam een vrouwtje van zeventig jaar haar plaats in. Naar haar kwam Madeline aan de beurt. Gedwee, met een traan in de oogen, ging zij zitten, deed haar mantel en hoed af en maakte haar kapsel los. Het prachtige, golvende haar hing op haar groen fluweelen kleed neer en schit terde in het zonlicht. Doch de cipier kende geen medelijden. De schaar begon haar werk en haar lokken vielen op den grond. Na deze behandeling voelde Madeline zich koorts achtig heet en groote tranen biggelden haar langs het gelaat. Wat zou Frank zeggen wanneer kij haar zoo zag? Met een gesmoorden kreet raapte zij haar man tel op en verborg het gelaat in de plooien. Er werd haar een hand op den schouder gelegd. Kom mede I Madeline zag op. De hand, die haar leidde, behoorde aan een vrouwelijke cipier, in het zwart gekleed. Kom mede, herhaalde deze stroef en Madeline door dezen plotselingen ommekeer der omstan digheden beneveld, gehoorzaamde werktuigelijk. Ge kunt uw mantel en hoed wel hier laten, zei haar geleidster. Die hebt ge hier niet noodig. Van uitgaan komt hier niets. Madeline rilde toen zij dit hoorde. Ga voort gebood haar geleidster, snel I Madeline wist intusschen niet, dat zich in de buitenwereld,die zij pas verlaten had,omstandighe den voordeden, die weldra tot haar bevrijding en rechtvaardiging zouden leiden. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1