Nummer 59.
Donderdag 29 Juli 1897.
20' Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen,
Gemeenteraad van Waalwijk,
ANTOON TIELEN
FEUILLETON.
UITGEVER
Waalwijk.
INGEZONDEN.
M. de R.
Voor onderstaandedat in den geest van
velen zal zijn, een plaatsje s.v.p. in uw
blad.
X.
Een in Belgie verschijnend katholiek blad,
de Courier de Bruxelles, heeft omtrent den
uitslag der onlangs hier te lande plaats
gehad hebbende verkiezingen voor de tweede
kamer, een interview de wereld ingezonden,
dat veel op een pamphlet gelijkt.
Daarin wordt de geheele schuld omtrent
den min gunstigen uitslag der herstemmingen
op ür. Schaepman geschovenen zulks in
eene taal en op eene wijzedie ieder wel
denkend mensch als verachtelijk'en laf moet
brandmerken.
De correspondent van bovengenoemd or
gaan beweert een onderhoud te hebben
gehad met een katholiek afgevaardigde uit
Nederlanddie hoog aangeschreven staat
bij zijne partij. Welnu Wij achten geen
enkel onzer katholieke kamerleden in staat
tot het doen der mededeelingen welke de
redactie van den Courier voor goede munt
opneemt
Want al is het mogelijk dat er onder de
katholieke kamerleden mannen gevonden
worden die den uitslag der herstemmingen
hebben vermoed of voorzien, geen hunner
zal er aan gedacht hebben het ongunstige
resultaat te wijten aan hem die tot het
laatste oogenblik van den strijd onvermoeid
de zijnen wist te bemoedigen en te bezielen,
die met het vaandel in de kloeke hand op
de bres heeft gestaan, en voor de zaak, die
de antiliberalen voorstonden, gestreden heeft
met een talent en een wilskracht, welke
aan vriend en vijand bewondering hebben
afgedwongen.
De correspondent van den Courier de
Bruxelles zal dan ook het verhaaltje wel
uit zijn duim gezogen hebben
Christelijk-historischen en Lihmanianen,
liberalen of tot welke der partijen zij be
lmoren mogendie hunne vreugde hebben
geuit door het zenden van anonyme brieven,
briefkaarten en telegrammen naar Rijzenburg,
met vriendelijke opschriften als bijv, aan
den paap Schaepman enz. enz. zij ter loops
gezegd:
*De gieren dooden den adelaar
niet, al zijn zij nog zoo talrijk
Die anonjme helden en huune confraters
kunnen er verder van verzekerd zijn, dat
wij den strijd zullen hervatten, en de aan
voerder, dien zij onder jubelkreten en slijkwor-
pen zouden verpletterenzal hen dan wel
toonendat noch zijn machtig woord, noch
zijne stoere schouderen onder hun gekrijsch
geleden hebben.
W. 26-7-97.
OPENBARE VERGADERING,
op Maandag- 26 Juli 's namiddag-s ten 7 ure.
Onderwerper) ter behandeling;
I Ingekomen stukken.
II. Onderzoek van de geloofsbrieven der
gekozen raadsleden.
III. Benoeming van twee leden en twee
plaatsvervangende leden van het stembureau
voor alle verkiezingen in 1897.
IV. Aanwijzing stemlokaal voor alle ver
kiezingen in 1897.
Afwezig: de heeren Verbunt en Hoffmans.
Voorzitter: de Burgemeester.
De voorzitter opent de vergadering en de
notulen der vorige, worden, na door den
secretaris voorgelezen te zijn, ongewijzigd
vastgesteld.
liever over zich zelf moeten schamen en over zijn
lady zijn tweede vrouw, de dochter van den graaf.
War scheelt u
Aan de orde:
a Een kennisgeving van den heer Verbunt,
dat hij de vergadering niet kan bijwonen.
b Een schrijven van den heer Claessen,
waarin hij wegens vertrek, zijn ontslag vraagt
als lid der schoolcommissie
De voorzitter: „kunnen de heeren zich ver
eenigen met het voorstel van het dagelijksch
bestuur, om dit verzoek te stellen in handen
der schoolcommissie. Aangenomen.
c Een schrijven van een schipper, Simon
de Been, waarin hij mededeelt, dat op Vrijdag
9 Juli, hij met zijn schip geladen met riet
op een onzichtbaren paal in de haven, gc-
stooten is en daardoor een gat in den boeg
gekregen heeft, en daaruit een schade van f90
ontstaan is.
Hij stelt, evenals de gemeente wel zal doen,
zoo meent hij, eene minnelijke schikking boven
het gerecht. Reden waarom hij van de
gemeente Waalwijk de genoemde som tot
schadeloosstelling verzoekt.
Voorzitter: „bij onderzoek is gebleken,dat
op dien dag, eenige schippers, waaronder ook
genoemde d? Been in de haven een wed
vaart hebben gehouden, en toen is de Been
buiten het eigenlijk vaarwater geraakt, eu
daardoor op eene rij palen, die niet van van
daag of gisteren daar zijn, gestooten, en niet
op ééu paal zooals de man zegt; daarbij komt
nog, dat die schipper meermalen in de haven
geweest is. Dus is het zijn eigen schuld.
Daarom meent het dagelijksch bestuur afwij
zend te moeien beschikken.
De heer Van Schijndel„het komt mij al
zeer vreemd voor om hier in de haven een
wedvaart te houden, en mij dunkt, als het
waar is, dat hij meer hier in de haven ge
weest is, men nog veel eerder schadevergoe
ding moet geven, daar hier wel uit blijkt,
dat het iets heel onbekends was.
Maar als nu goed onderzocht eu dui
delijk bewezen is, hetgeen de voorzitter er
van gezegd heeft, dan leg ik mij gaarne bij
het voorstel van het dag. bestuur neer."
Voorzitter: „het dag. bestuur heeft het
en verklaarde stoutweg de geheele geschiedenis.
onderzoek opgedragen aan den heer Van
Dijk, en die heeft van ooggetuigen vernomen,
hoe het zaakje zich toegedragen heeft.
En dat hij meermalen hier in de haven
geweest is, dat vermoeden we slechts, en
zouden het altijd nog aan den havenmeester
kunnen vragen."
De heer van lilburg: „Als men meer in
de haven geweest is, en ze kent moet men
zeker niet op die palen komen."
Voorzitter„die rij palenis er reeds
sedert lang."
Daarna werd het voorstel van het dag.
bestuur met algemeene goedkeuring aange
nomen.
II. Onderzoek der geloofsbrieven van de
gekozen raadsleden.
De voorzitter stelt de geloofsbrieven in
handen der heeren Timmermans van Tureo-
hout, Gragtmans en van Dooren, met het
verzoek die te gaan onderzoeken, en schorst
gedurende dit onderzoek de vergadering.
Na het onderzoek heropent de voorzitter
de vergadering en zegt dat de heeren de
geloofsbrieven goed bevonden hebben, en de
nieuwe leden dus toegelaten zullen worden.
III. Benoeming van twee leden en twee'
plaatsvervangende leden voor het stembureau
voor alle verkiezingen in 1897.
Gekozen tot leden van het stembureau,
de heerenTimmermans van Turnhout en
Gragtmans.
lot plaatsvervang. leden gekozen na her
stemmingen: de heeren Van Dooren en Van
Tilburg.
IV. Aanwijzing stemlokaal voor alle ver
kiezingen in 1897.
De voorzitter stelt tot dit doel de raad
zaal voor. welk voorstel door alle leden wordt
aangenomen.
Niemand verlangt verder meer 't woord,
en daarom wordt de vergadering door den
voozitter gesloten.
De Echo van het Men,
Waalwpsche en Langslraaisclie Courant,
erdagavond.
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zat
Abonnementsprijs per 3 maanden 1'
rranco per post door het geheele rijk f 1,35.
Blieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentien 1 7 regels f0.60daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentien 3maal ter plaatsing-
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentien voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
69
Mevrouw Turner, zei ze, sir. Eliza Turner,
gelooi' ik
Eliza Turner?
Er ging Frank een licht op. Hij sprak in zich
zelf:
Dan wist Roger Harvey hiervan. Hij wist
en dat was het, wat hij mij trachtte té ver
tellen, toen de dood hem voor eeuwig den mond
sloot.
En luide vervolgde hij
Ga en zeg lady Anson, zooals ze zich
noemt, dat een harer kennissen haar over een
zaak van groot belung wenscht te spreken.
De gejaagde Perkins gehoorzaamde.
Eenige minuten later werd Frank Anson in
de bibliotheek de bibliotheek van zijn vader
gemten, waar hij de een op een stoel gezeten,
de ander bij het haardvuur zag staan, een donker
uitziende vrouw in praalziek rouwgewaad en
een jongmensch dat hem terstond bekend voor
kwam.
-lk kom van mr. Roger Harvey, kondigde
hij aan, de vraag in de oogen der vrouw ineens
beantwoordende. Hij is dood en zendt u door
mij zijn laatsten groet.
Dood? riep Eliza. Waar? in de gevangenis?
Ja, op Grantmoor, waar hij juist voor zijn
dood een lang onderhoud met mr. Anson had,
hetwelk ten gevolge heeft, dat hij ten tweeden
male gevlucht is en naar ik veronderstel, op weg
naar Holcombe Park is.
Hierheen riep de nieuwe lady Anson. Het
zal hein goed doen. Ik ben meesteres hier en
mijn zoon meester en het is onze bedoeling, dat
hij hier nooit zijn gelaat zal vertoonen. Waarom
zou hij hier komen? Hij is geen kind uit dit
huis. Hij is een onecht kind. Zijn vader was
bigamist. Zie hier!
Hier is onze huwelijksacte. Drieëndertig jaar
geleden had ons huwelijk plaats.
Hij was toen trotsch genoeg op mij, ofschoon hij
zich latertijd over mij schaamde. Hij had zich
Ze deed de vraag haastig, want de wangen van
den bezoeker waren vuurrood geworden en zijn
rechterhand trilde verraderlijk. Zijn moeder
zijn heilige moeder gehoond door die vrouw!
Doch liet vuurrood week en maakte plaats voor
ecu doodelijk bleek terwijl hij het document
doorlas.
De zwarte geschiedenis bleek waarheid te
zijn....
Ieder woord, iedere datum op dit bewijs ge
schreven, stond in zijn hoofd gegraveerd.
Wie zijt ge vroeg Eliza plotseling, dé
verandering op zijn gelaat opmerkende Er is
hier bedriegerij in het spel. Gij gij zijt Frank
Anson, de ontvluchte veroordeelde, de moorde
naar I
Stephen zend om de politie snel 1
Ik verbied het u, riep Frank Anson den
man toe, die reeds aan het bevel wilde gehoor
zamen. Ik ken u. Ik hen haarIk dacht niet, dat
de lady Anson, die mij aan de deur genoemd
werd, en haar zoon, die mij plaats wil vervan
gen blijken zou Eliza Turner en Stephen Gay te
zijn.
Naar dat blad papier te oordeelen hij zag
de vrouw aan en wees naar de huwelijsacte
schijnt het klaar genoeg, dat ge de vrouw van
mijn vader waart.
Dat kan ik niet weerspreken, ofschoon het mij
een groote bitterheid is te denken welke mijn
moeders houding geweest is. Doch niettegenstaan
de dat blijft ge de Elize Turner, van wie Roger
Harvey mij vele leelijke dingen verteld heeft en
gij, Stephen Cay, of ge haar zoon zijt of niet,
zijt de man, dien Roger Harvey een boodschap
medegaf voorden moordenaar van William Talbot
en die met hem strikken spande om Rogc Harvey
indien mogelijk, den dood te verzekeren.
Ik ken u beiden. Ik heb u beiden in mijn
macht. En die macht zal ik gebruiken, zoo ge ui ij
durft verraden.
Doodsbleek zagen de nieuwe lady Anson en
haar zoon hem aan.
Geen van beiden bewoog zich, geen van beiden
trachtte te antwoorden.
Eerst toen hij nadere bijzonderheden vroeg
wat haar aanspraak op zijns vaders naam en
vermogen betrof herstelde Eliza Turner zich
Toen hij het huis drie kwartier later verliet
was hij een geknakt, naar lichaam en ziel gebro
ken man.
Hij had een oogenblik bij zijns vaders doods
kist geknield gelegen bidden, snikkende zonder
tranen.
Men had hem een brief van zijn vader over
handigd, eenige dagen vóór zijn doodgeschreven
en geadresseerd aan
«Mijn zoon in Grantmoor
Gevangenis*.
Hij verliet zijn „thuis* met zulk een bitterheid
in het hart als hij nooit in de vijf afgeloopen
jaren ge\oeld had. Het onrecht, dat zijn moeder
aangedaan was geworden knaagde aan zijn ziel.
Zijn moeder - een aanzienlijk dame uit een
trotsch, aanzienlijk geslacht geboren was nooit
zijns vaders vrouw geweest!
Hij, haar verafgoode zoon, nooit zijn kind
O, de smart ervan! de bijtende schaamte de
onuitsprekelijke, krankzinnig makende verne
dering.
Hij was weer een uitgeworpene,
De wereld, die alles weten zou, zou haar hoo-
nen, haar, de vrouw uit deu hoogen adelstand,
vlekkeloos als een lelie in haar verheven rein
heid.
Die gedachte smartte zijn ziel.
Deze en de wetenschap van Madeline's vreese-
lijken toestand, deden de wereld rond hem heen
draaien donker, van boosheid vervuld.
Ja, zijn leven was in werkelijkheid een wrak....
Hij knarste de tanden.
Hij zou naar lord Melbury gaan onderwijl
opende hij den brief van zijn vader en las hem.
Misschien zou hij eenig licht op het mysterie
van zijn leven werpen
Misschien zou hij hem hoop geven.
Het was een vreemde brief.
Hij begon jmet te vermelden, dat zekere ver
klaring aan hem gedaan was, waarin hij reden
had te gelooven, aat zijn zoon onschuldig was
aan de misdaad, waarvoor hij veroordeeld werd.
De naam van den waren schuldigen was hem
nog niet bekend evenmin als hij er in geslaagd
was bij zichzelf na te gaan wie deze zijn kon.
Spoedig zou hij sterven en dus niet in staat zijn
zijn invrijheidstelling te bewerken.
Evenwel was het hem duidelijk zoo gir.g
hij voort dat Frank iemand voor verdenking
*-- rii' ■■sf^r"iV.Tr
vrij waarde.
Indien dit zoo was, dan smeekte hij zijn zoon
bij al wat liem heilig was, die gedragslijn te
veranderen en al wat hij wist openbaar te ma
ken om zonder smet voor de wereld te verschijnen.
Verder ging de rechter voort met de verklaring
dat hij de eerste vier jaar na de misdaad ge
dacht had, zelf de misdadiger te zijn.
Toen Frank zoover gelezen had schitterden
zijn oogen. Haastig las hij verder.
Om dit uit te legger., mijn zoon, moet ik
teruggaan tot den aanvang van mijn loopbaan
en u een geheim vertellen, dat mij langen tiid
gedrukt heeft. J
Toen ik nog student in de rechten was was
ik arm. Ik werd verliefd op een meisje beneden
mijn stand en huwde haar. Na eenige maanden
verdween ze. Of ze mij alleen of met een anderen
man verliet ben ik nooit te weten gekomen
Maanden daarna hoorde ik dat ze dood was Ik
had hiervan naar mijn overtuiging voldoende
bewijzen en twee jaar daarna huwde ik uw
moeder.
Gedurende zeeentwintig jaar was ik zoo ge
lukkig als ik maar wezen kon, tot dat op dien
Novemberavond William Talbot vermoord stierf
en er een einde aan mijn geluk kwam. Mijn
eerste vrouw verscheen en trachtte mij geld af
te persen, raii vertellende, dat ze mij tot nu toe
arm geloofd had, want anders zou zij haar rech
ten 'als mijn vrouw hebben doen gelden of mij
reeds jaren duizenden guldens hebben afgezet.
Denk eens lioe groot mijn angst was! De ge
dachte aan uw moeder neen, ik kan daar nu
nog met over schrijven. Zij mijn eerste vrouw
verhaalde alles aan Talbot, die zooals ge weet
uw moeders neef was en dientengevolge had ik
met hem juist voor deu moord dat onaangenaam
onderhoud.
Hij stormde op mij los, vervloekte mij omdat
ik een lid van zijne familie bedrogen had (vol
gens hem.) Hij vertelde mij dat uw moeder niet
langer met mij mocht samenwonen. Hij dreigde
mij koelbloedig dat hij de geheele zaak den
volgenden dag zou publiek maken. Dat maakte
mij razend. Ik was buiten mijzelf van angst
om «Ier wille van uw moeder. Het was ongeveer
halfeen. Hij stond bij de schrijftafel en ik tegen
over hem. Een revolver lag op de schrijftafel. Ik
nam ze op en zei
(Slot volgt.)