Numoier 65. Donderdag 19 Augustus 1897. 20e Jaargang. Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Arme Stumperds. ANTOON TIELEN FEUILLETON. De Wraak eener Vrouw UITGEVER: Waalwijk. faalwpsdie mi Laiigstraalsche Courant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f1,15. Brieven, ingezonden stukkeu, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentie» 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3 ui aal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Onder dit opschrift lezen wij in de N. Br. volgende beschouwingen van de hand van den weleerw. heer Van Winkel Wat zijn er in onze dagen die men nog wel de verlichte dagen belieft te noemen nog een tal van werkende stumperds, die zich door eenige valsche oproerkraaiers bij den neus laten nemen Wat zijn er in onzen tijd nog een tal van werklui, die naar de opruiende taal van volksbeetnemers luis teren, vooral als zij hen tot verzet en werk staking aansporen Wat zijn er heden ten dage nog vele arbeidersdie door verzet en werkstaking de socialistische propaganda hel pen bevorderen en niet inzien dat zij aldus hun eigen ongeluk bewerken De droevige dagelijksche ondervinding leert ons echter dat dit de treurige slotsom van elke werkstaking is. De laatste mijn werkersstaking in het naburige, rumoerige Belgie, waar staking schering en inslag is geeft ons al wederom een degelijke proef op de som. Lustig en kalm hadden onze tal rijke mijnwerkers gedurende enkele maanden met piek en schop gewerkt. Dit verdroot de roode kopstukken, want de roode kliek begon met den dag te verminderendie valsche volksvrienden weten toch zeer goed dat ijverige en rustige werklui nooit vurige socialisten zullen worden. Er moest dus worden gestaakt dan kwam er weer wat leven in de socialistische brouwerij en dan zou die brouwerij ook wel nieuwe roode klanten aanwerven. Men zocht naar een voorwendsel van eene voldoende reden kan er geen sprake zijn en meende die na lang zoeken te hebben gevonden in 't nieuwe mijnwerkers- reglement dat nota bene met goedvinden van patroons en kolendelvers was gemaakt Herinneringen van een Politie-Commissaris. 5 Een kreet van afschuw kon ik niet weerhouden. Dat is iets ontzettends I riep ik, mij tot den meester wendende. Waarom zijt gij hier geko men, mijnheer? Wat wilt gij van mij? Antwoord. Ik wil, dat gij dit lijk in vijf stukken ver deelt, antwoordde hij. Maar dat is afschuwelijk denkt gij er dan niet aan Laat ons den tijd niet met nutteloos gepraat verspillen. Men heeft mij gezegd dat gij zeer bekwaam zijt in uw vak en daarom heb ik mij tot u gericht. En hebt gij gemeend, dat ik er in toe zou stemmen Dat meen ik nog. Nooit zal ik mijn hulp verleenen voor een dergelijke wandaad. (joedmaar ik weet wel een middel, om zaken, die op het eerste gezicht moeielijk schij nen, zeer gemakkelijk te maken. VVelk middel is dat dan Als antwoord haalde hij een revolver te voor schijn, en richtte den loop op mijn borst. Onwillekeurig ging ik eenige passen achteruit. Ziet gij, zeide hij, gij zijt een ontwikkeld en verstandig man, gij zult dus zeker gemakkelijk reden verstaan. Waarom zoudt gij nu weigeren, hetgeen ik u vraag en welke onnoozele angst valligheid zou er u van terughouden. Die man daar is dood, niet waar, er is niets dat hem weer in het leven terug kan roepen, wat komt het er dan op aan of hij in zijn geheel ▼an hier gaat wanneer bovendien uw leven afhangt van het besluit, dat gij zult nemen Al wat die man zeide, was waar en met hoeveel afschuw ik ook vervuld was jegens hem, ik was genoodzaakt te erkennendat hij gelijk had. En dan mijnheer de procureur, eerlijk gezegd begon deze zaak I en na zes weken proef nog kon en mocht veranderd worden. De roode apostelen, Defuisseaux, Destrée en consortendie den werkman toch in ivoordeno, zoo lief hebbeu, waren er dadelijk bij als de kippen, om met vuur en krachtige stem den stakingskruistocht te prediken. Volgens hen was de toestand der zwarte mijnwerkers nog droeviger en ellendiger dan die der zwarte slaven in Afrika, die nooit betere dagen hebben gekeild en ook hun ellendig lot niet beseffen en begrijpen. De staking was het beste en ook het eenige middel om recht te verkrijgen en dat recht zouden zij met hand en tand in de kamer verdedigen en handhaven. Voor armoede en gebrek geen vrees, zij zouden zorgen dat de stakers gedurende al dien tijd niets te kort kwamen. Wat het eerste betreft, hierin hebben zij ferm woord gehoudenwant in de kamer hebben zij holle ronkende phrazen genoeg gedebiteerd, en zulke bespottelijke aanstellerij kost niets, doch met het tweede punt is het huilen. Ware volksliefde bestaat niet in ivoorden maar wel in daden. Dat is eene waarheid, die de socialistische kopstukken maar niet goed kunnen begrijpen. De inschrijving, door de socialisten ten voordeele der werk stakers van de Borinage geopend, heeft on geveer 10.000 fr. opgebracht. Volgens Le Peuple die zeker de som niet zal verklei nen, heeft men voor fr. 70 000 aan brood uitgedeeldmen heeft dus in het geheel oifceveer 80.000 fr. aan geld of brood uit- gTeven. IWanneer men nu bedenkt dat 20.000 ongelukkige stakers van die fr. 80.000 ge durende 5 weken moesten leven, dan komt men volgens Bartjens tot de conclusie, dat elke mijnwerker nog geen franc per week mijne nieuwsgierigheid te prikkelen, er was iets geheimzinnigs in, dat mij onwederstaanbaar aan trok, misschien, dacht ik, dat een gelukkig toeval mij bij de ontleding op het spoor brengt van een belangrijke ontdekking. Ik gevoelde, dat ik bijna was overgehaald. Maar in mijn eigen belang achtte ik het beter niet da delijk toe te geven. Al wat gij zegt moge waar zijn, mijnheer, antwoordde ik, maar daartegenover staat, dat gij het zeer natuurlijk zult vinden, zoo ik nog aar zel, aangezien het hier niets minder betreft dan de justitie te misleiden en de bewijzen van eene verschrikkelijke misdaad aan hare onderzoekingen te onttrekken. De man begon te grinniken. En welk een gegrinnik! Al word ik honderd jaar, ik zal het nooit vergeten. Mijnheer, zeide de man, ik zie dat gij opziet tegen de medeplichtigheiddie gij op u laadt, door mij uwe hulp te verleenen. Het doet mij genoegen u op dat punt volkomen gerust te kunnen stellen. Er is hier inderdaad een misdaad in het spel, het zou kinderachtig zijn, zulks te omkennen. Maar het is een misdaad, waarmede de Eransche justitie in geen enkel opzicht te ma ken heeft en bij gevolg hebt gij dus van die zijde geene nasporingen te duchten. De misdaad is liet werk van eene machtige vereeniging, die voor de verantwoordelijkheid van hare daad, hoe ver schrikkelijk die ook moge zijn, niet terugdeinst en die u zal weten te beschermen, indien gij be dreigd wordtzoo goed als zij u zal weten te bestraffen indien gij weigert haar van dienst te zijn, wanneer zij u noodig heeft. Na eenige oogenblikken gezwegen te hebben ging hij op ruwen toon voort: -Meer heb ik u niet te zeggen. Gij weet nu wat ik verlang, gij hebt uwe instrumenten bij u. Begin dus en maak spoedig voort, want er is niet veel iijd te ver liezen. Daarop haalde hij een prachtigen siga renkoker van Russisch leder uit zijn zak, nam er een lont uit, die hij aanstak, en terwijl ik mijne gereedschappen voor den dag haaldewerd de kamer met een welriekendenden geur vervuld. Ik zette mij aan het werk, en nauwelijks had mijn ontleedmes het lijk aangeraakt of ili vergat al wat er gebeurd was en verrichtte mijne droe vige bezigheid met dezelfde opgewektheid van geest en met dezelfde vastheid van hand, als zat ontving. Hoe verschillen dus de woorden en daden van die lage en huichelachtige volks bedriegers, wier doel en inzet steeds is en blijft eigenbelang, ikzucht en zelfverheffing. Met nog geen dubbeltje per dag dank die socialistische vrijgevigheid moest dus een huisgezin van 6 tot 10 personen leven of liever verhongeren en gebrek lijden. Men telde ze dan ook bij tientallen, de in lompen gehulde kinderen, die met het kenmerk van ontbering en gebrek op het gelaat, de beenige vermagerde hand uitstaken zeggende Ma rrière est malade et mon pere n'a pas d'ouvragepour Vamour de Dieu donnés nouz une petite charité, car nous avons faim. Ja die moeder, die zorgzame moeder, die altijd met zooveel zorg en spaarzaamheid haar huishouden had bestuurddie den laatsten spaarcent had opgeteerd ten einde armoede en gebrek het hoofd te kunnen bieden, die het laatste meubelstuk dat nog eenige waarde hadverpandde om den schreeuwende honger van hare kinderen eenigszins te kunnen stillen, die moeder lag daar bleek uitgeput en vermagerd op het ziekbed uitgestrekt, want haar lichaam kon de nijpende armoede en ontbering niet langer meer verduren. Middelerwijl begaf zich de stakende man naar socialistische vergaderingen en oproerige meetings en zag niet in dat hij vrouw en kinderen ruineerdeen zichzelf voor tijd en eeuwigheid ongelukkig maakte. We geven hier slechts een flauwe schets van de allerdroevigste werkelijkheid, die we dezer dagen meer dan eens met eigen oogen hebben aanschouwd. Niet minder dan de aanzienlijke som van fr. 1.280.000 is er alleen werkloon gedurende deze stakingskoorts te loor gegaan; de ko lenmijnen hebben een verlies geleden van ir. 1.200.000 en verloren bovendien vele ik in liet hospitaal voor de snijtafel. Het lichaam, dat ik onder handen had, was klaarblijkelijk d^it van een grijsaard. Hij was hoogstens eerst eenige uren dood en het zou moeielijk geweest zijn om te bepalen of de dood het gevolg geweest was van eene misdaad. Geen enkel spoor van geweldgeen optrekking der spierende borst scheen in goeden toestand, al wat ik bemerkte, was dat de uiteinden der nagels een weinig verkleurd waren. De twee beenen had ik minder dan tien minu ten afgezet. Voor de twee armen had ik nog min der tijd noodig, en juist wilde ik opstaan, toen het volle licht op een gedeelte van het lichaan viel, dat tot nog toe in de schaduw was gehuld. Een rilling voer mij door de leden. Wat scneelt er aan vroeg de meester met zijn afschuwelijk gegrinnik. Mij niets, stamelde ik een weinig verschrok ken. Tracht mij niet te bedriegen. Gij hebt die kleine zwarte vlek gezien onder de borst, dien naaldenbrik, niet waar? Maar mijnheer Bawaartoe het te ontveinzen Het kan mij niets schelen, dat gij mij mijn geheim kent. Ik ga heen en gij zult mij nooit terugzien. Ik heb dus voor de toekomst niets van u te vreezen. En voor het oogenblik heb ik mijne maatregelen goed genomen. Gij wordt hier opgeslotenover drie dagen, juist op hetzelfde uur, zal er iemand komen, om u in vrijheid te stellen. Alleen raad ik u, wat voorzichtig te zijn met den persoon, die u zal bevrijden, want bij het minste geschil, zou hij in staat zijn u een poets te spelen. Er was weinig hiertegen in te brengen en ik liet hem dus maar begaan. Ik werd op een donkere kamer op de eerste verdieping opgesloten, met levensmiddelen genoeg voor den dnur mijner gevangenschap. En wanneer heeft men u bevrijd vroeg de procureur. Dezen nacht. En de familie Brochon Heloïseherhaalde Ludovicus meteen glim lach. Gedurende mijne opsluiting heb ik mij nog al bezorgd over haar gemaakt, maar dat was waarlijk niet noodig geweest. Hoe zoo Ja, ziet u mijnheer, die Heloïse is nu eigen klanten, die zich elders moesten voorzien. Want nog op 't oogenblik worden er dage lijks duizenden en duizenden kilos Duitsche en Ëngelsche kolen in het zoo kolenrijk Belgie ingevoerd. Niet alleen de industrie maar ook de handel is in die streken getroffen en ge slagen. Vele winkels en magazijnen hebbeu in 't begin crediet moeten geven en einde lijk uit nood en geldgebrek magazijn en winkel moeten sluiten. Men spreekt nu reeds van meer dan 20 faillissementen en dit treurig cijfer zal wellicht binnenkort nog verdubbeld worden want er zijn handels huizen te Bergen en omstreken die door de staking eene schade lijden van 50.000 a 60.000 fr. Eindelijk werden er niet minder dan 22 mannen en 20 vrouwen de zoogenaamde zwakke sekse staat daar hij elke werkstaking voorop voor den rechter gedaagd en uit hoofde van aanslag tegen de vrijheid van den arbeid of verzet tegen de politie tot boete on gevangenisstraf veroordeeldnog 5 andere werkstakers zullen binnenkort om dezelfde reden met Mevrouw Justitie moeten afrekenen. Armoede en gebrek, kommer en ellende, boete en gevangenisstraf, oneer en schande, ziedaar wederom het droevig eindresultaat van die zesweeksche ongelukkige werkstaking. En wat hebben de stakers met al hunne lawaaiige betoogingen en schreeuwerige ver gaderingen gewonnen? Niets, hoegenaamd niets. Er is aan geen enkel hunner eischen de minste voldoening gegeven en de arbeids reglementen blij venon veranderd in aide mijnen toegepast. Arme stumperdsdie luisteren naar de verleidende taal van eenige oproer kraaiers, arme stumperds, die niet inzien dat de staking een der grootste rampen voor den werkman is, arme stumperds, die aldus he- g—iii lijk de oorzaak, dat ook deze zaak nog een grap pige zijde heeft. Ik dacht natuurlijk haar half dood van koude angst of honger terug te vinden. Zoodra ik dan ook bevrijd was, haastte ik mij naar den kelder, waar ik meende, dat zij verbor gen zou zijn, maar tot mijne verbazing bemerkte ik, dat de deur openstond en de gevangene de vlucht had genomen. Maar zijt gij dan nieteens naar de LaBruyère- straat geweest? Natuurlijk, dat was mijn plicht. Maar daar wachtte inij de wreedste aller teleurstellinngen. Verklaar u nader. In de La Bruyèrestraat kon men mij geen enkele inlichting omtrent haar verschaffen ik wilde dan ook zeer ongerust naar huis gaan, toen de huisbewaarder mij een brièf van de trouwe- looze overhandigde Wat wilt gij hiermede nu zeggen Dat mijn ongeluk volkomen was, want Heloïse schreef mij, dat zij met een ander was vertrok ken. En hebt gij dien brief bewaard Zonder twijfel. Van welke dagteekening is hij Er staat geen dagteekening op. Waar is nij ter post bezorgd? Er komt geen enkel stempel op voor. Wilt gij mij dien brief toevertrouwen t Ludovicus aarzelde. Vergeef mij, mijnheer zeide hij, na een oogenblik nagedacht te hebben, maar die briefis zoo vol fouten dat ik aarzel Geef hier, geef hier drong de magistraat aan het is alleen om den inhoud te doen. De procureur las het volgende ,Mijn beste vrienttot mijn spijt moet ik u verlaten, toch bemin ik u en zal u nooit ver- geetten. U Heloïse." Dit vreemdsoortige briefje deed een glimlach op het gelaat van den magistraat te voorschijn komen, maar tegelijkertijd teekende zijne trekken teleurstelling, toen hij na het briefje omgekeerd en nog eens omgekeerd te hebben, niets vond, dat hem eenige opheldering kon verschaffen. Niets, niets, mompelde hij, het briefje in elkander frommelende. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1