Nummer 70. Zondag 5 September 1897. 20e Jaargan
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen*
Eerste Blad.
tone's! Leest dit s.v,p,
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
De Oranjestam
FEUILLETON.
I)e Wraak eener Vrouw
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Met het oog op den
a.s. Woensdag inval
lenden R. K. feestdag van O. L. V.
Hemelvaart, zal het volgend num
mer Dinsdagavond verschijnen.
Advertentiën voor dat blad be-
stemd,worden dien dag ingewacht,
uiterlijk tot 12 uur 's middags.
h
4>
De Echo van het Zuiden,
f aalw(jlisclie en Laagstraalscht! Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk fl,I5.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolp Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
mmnTMTWjw^jw
Uitsluitend voor de Abonnees op dit blod
of zij, die zich daarop abonneeren, heeft de
uitgever tot 31 October verkrijgbaar ge
steld tegen den geringen prijs van slechts
30 cents afgehaaldhet werk van den
beroemden volksschrijver H. J. VAN LUM
MEL
voorzien van vier platen, met geïllustreer-
den omslag, voorstellende een Oranjeboom
waaraan de wapenschilden van Nassau, Cha
lons, Baux en Oranje hangen, benevens een
gezicht op de plaatsen Oranje en Dillenburg.
Dit werk, circa 170 bl., wordt fr. per post
verzonden 371/3 ct. tegen toezending van
postwissel of afgehaald aan ons Bureau voor
slechts 30 cent.
DE UITGEVER.
OF
Herinneringen van een Politie-Commissaris.
Mijn God! stamelde de dokter.
Bedenk dat wanneer deze toestand nog
langer duurt, alles in duigen kan vallen. Ieder
oogenblik kan de zoon van den baron komen.
Maar hij zal niet komen meende Benoit.
Hij konit. Hij volgt mij, zeg ik u binnen
een nur zal 1»ij hier zijn.
Wie heeft hem dan gewaarschuwd
Dat komt er niet op aan hij is op weg
naar hier bedenk, als de baron zijn zoon we
derziet en hem herkent ab hij ziet, dat zijn
kind berouw heeft, zijne ziekte wel eens eene
gunstige wending kon nemen en dan
Dan
Medina die u met de verzorging van den
baron belast heeft, zal natuurlijk niet zoo wreed
zij„ het fortuin waarmede hij uwe onderwer
ping gekocht heeft zal hij weder terugnemen
en gij, gij Benoit zult weder in dezelfde ellende
verzinken waaruit hij u heeft opgeheven
Neen neen dat nooit!
Dat wil ik waarlijk wel gelooven, want gij
weet hoever de ellende iemand als gij zijt brengen
kan.
De dokter fronste de wenkbrauwen. i
Fe hertog ging op onraeedoogende wijze voort:
Herinner u de straat Copeau herinner u
het gerechtshof het hoofdgebouw en zoudt;
gij, nadat ik al deze afschuwelijke herinneringen
Uit het verleden in uw geest heb opgeroepen,i
nog langer aarzelen, ons van dienst te zijn j
Ach! gij zijt hard voor mij! stamelde dej
dokter.
Minder hard dan de beul voor u zou zijn
antwoordde de hertog.
De dokter drukte wanhopig de handen tegen
het gelaat.
Stil zwijgzcide hij op verwarden toon,
Keizer Wilhelm II van Duitschland reist
zooveel en praat zooveel, dat 't buiten den
occasional verslaggevers cn misschien enkelen
plaatselijken overheden eigenlijk niemand
interesseert waar de vorst zich juist bevindt
en wat pij precies heeft gezegd.
Wilhelm II, de meest ambulante vorst van
alle tijden, heeft evenwel soms zonderlinge
invallen, zooals toen hij de gedenkwaardige
woorden sprak: „Ich allein bin Herr im Lande
und dulde keinen Anderen neber mir", een
andeimaal toen 't heette „Sic volo, sic jubeo"
£n dan weer toen hij met verplettering be
dreigde elkeen die 't wagen dorst zich tegen
hem te verzetten.
Dergelijke uitlatingen vestigen dan weer
even de aandacht op den persoon van Wilhelm
II of juister op de door hem verkondigde
zonderlinge denkbeelden tot hij zijn eigen
record in deze een volgende maal weer eens
slaat
Nimmer wel heeft Wilhelm II zoo duidelijk
en onomwenden uitgesproken hoe hij zijn
taak en zijn plichten als regeerder opvat, als
Dinsdag te Koblentz in een heildronk bij een
feestmaal. Hij sprak er van het koningschap,
dat zulke zware plichten meebrengt en zooveel
moeitevollen arbeid en van zijn geweldige
verantwoordelijkheid tegenover den schepper
alleen, waarvan geen mensch, geen minister,
geen kamer van afgevaardigden, geen volk
hem konden ontheffen. Verder sprak hij aldus:
„Voor ons is het weggelegd het werk ran
den grooten keizerhet leger, in al zijne
onderdeelen in stand te houden, tegen eiken
invloed en inbreuk van buiten te verdedigen,
en ik hoop dat elk generaal er naar streven
zal, dit doel te bereiken. In het vertrouwen
hierop, hef ik mijn glas op, en drink ik op
het welzijn van het 8e armeecorps en op
zijnen commandeerenden generaalhet 8e
armeecorps hoera hoera hoera
Wat keizer Wilhelm verder heeft ten beste
gegeven over ziju grootvader, door hem tot
spreek dat vreeselijke woord niet uit Ik zal
u als een slaaf gehoorzamen ik zal alles doen,
wat gij beveelt, maar hebt dan medelijden, spreek
niet over het verleden, en gun mij mijn ellendig
bestaan, de gekunstelde rust, die gij mij sederi
eenige jaren verschaft hebt.
De hertog stelde zich tevreden met de schouders
op te halen en terwijl hij zich verwijderde,
bega! de dokter ontsteld bevende en bleek van
angst en wroeging zich naar het vertrek van
baron de Pol, waar de stervende lag te zieltogen.
III
Dokter Benoit. (Vervolg.)
Het w»s vrij duister in de kamer.
De lamp, die op de tafel dicht bij het bed
slond, verspreidde een flauw schijnsel in bet rond;
een liefdezuster zat bij bet bed te bidden en de
baron die het blijkbaar zeer benauwd bad, lag
vreeselijk te hijgen, en had an tijd tot tijd stuip
trekkingen, voorteekenen van den naderenden
dood.
Dokter Benoit ging aan het hoofdeinde van het
bed zitten.
Hij was nog bleeker dan de stervende en ze--
nuwaebtige trillingen bewogen al zijne ledematen.
Hij nam de hand van den baron en voelde bera
den pols. Hij was minder gejaagd dan in den
namiddag. Maar zijn gelaatstrekken waren ver
trokken en hij zag er over het geheel wezenioozer
uit.
De dokter wreef het klamme zweet van zijn
voorhoofd, zijn blik was bijna even ontsteld als
van den stervende.
De liefdezuster bemerkte dit.
Gij houdt, geloot ik, veel van den baron
zeide zij op medelijdenden t.ion en het doet u
zeker leed, nem zoo te zien lijden.
Ja ja dat doet het wel, zeide Benoit.
Die beste baron, die edele vriend
Wie weet! zeide de zuster. Hij is zoo heel
oud nog niet en misschien sterker dan wij wel
denken. Het is alleen de verhardheid van zijn
zoon, die hem den dood aandoet.
Daar hebt gij wel gelijk in.
Maar hij zal terug komen, en dat zal hem
misschien wel wat kalmte en rust geven.
Zoudt gij denken zeide de dokter, die niet
wist wat hij zeide. Hij zou terugkomen ja
het is mogelijk
„den Grootec gepromoveerd en zelfs heilig
verklaard en over zijn „hoogzalige grootmoe
der" kan ons onverschillig zijndoch de
verheerlijking van het koningschap bij Gods
genade, geeft weer eens te denken.
Wel blijft Wilhelm II de door hem gehul
digde beginselen, dat hij niemand rekenschap
verschuldigd is, dat hij vrijelijk kan doen en
laten wat hem belieft zonder anderer meening
intewinnen getrouw; wel doet hij zich dus
telkens weer kennen als de autocraat, wieDS
wil zijn volk tot wet moet zijn
Een geluk bij een ongeluk is, dat Wilhelm
II de »zorg voor zijo land" en de „handhaving
des vredes» als zijn eerste en voornaamste
godgeheiligde plichten beschouwt 't kon
immers even goed anders en nog erger zijn!
Een enkel Duitsch blad waagt 't een kleine
toevoeging te geven tot 's vorsten woorden,
doch die is dan van doodonschuldigen aard
als eens waarlijk mocht gezegd worden
wat er wordt gedacht in Pruisenland, zou men
al heel rare dingen te hooren krijgen
Hoe heel anders klonk 't vóór korten tijd
te Londen bij koningin Victoria's jubileum -
feesten De gedachten van mijn volk zullen
mijn gedachten zijn dus heette 't zijn
doel mijn doel en zijn vrijwillig geboden trouw
mijn goddelijk recht."
De van revolutionaire denkbeelden of be
ginselen onverdachte Kölnische Ztg. was 't,
die toen deze laatste woorden releveerde als
een „verloochening van de phrase van het
koningschap bij Gods genade een forma
liteit, welke een monarch, die zijn plichten
kentin onzen verlichten tijd niet meer
noodig heeft
Opmerking verdient wat juist nu de Voss.
Ztg. in een artikel, getiteld „De protestbe
weging in Elzas—Lotharingen" over de stem
ming der inwoners van het rijksland zegt. Het
blad komt tot deze conclusie
„De groote massa van de bevolking van
het rijksland wil van protesteeren tegen de
Duitsche overheersching niets meer weten.
St I Stil viel de zuster in, scherp toeluis
terende.
Wat is er?
Ik hoor leven buiten.
Waarlijk
Misschien is hij het wel ik ga eens zien.
Zij was opgestaan en begaf zich naar de aan
grenzende kamerterwijl de dokter het hoofd
schudde en een laatst besluit scheen te nemen.
Maar de baron had iets gehoord van hetgeen
zoo juist gesproken was.
Te midden van den doodstrijd, die reeds was
ingetreden, kwam er een glans in zijn oogen en
w«s het hem, of het beeld van zijn kind hem
toelachte.
Een plotseling opkomende kracht bezielde hem,
zijn bloed begon sneller te stroomen hij trachtte
zich op zijn ontvleesde handen op te richten.
Wat doet gij? zeide de dokter hem oplettend
gadeslaande.
Laat mij begaan, antwoordde de stervende,
laat mij begaar.antwoordde de stervende, laat
mij begaan, ik wil hem zien.
Wie dan
Mijn zoon 1
Maar die is niet hier I
Ik hoor hem, zeg ik u, hij is daar. Ik wil
hem te geinoet gaan.
Benoit sloeg den linkerarm om de lendenen
van den baron en terwijl hij hem met kracht
tegen zijn borst drukte, trachtte hij met zijn
linkerhand in zijn hemd eene opening te maken.
üp dat oogenblik was de dokter afzichtelijk om
aan te zien.
Wat deed hij Met welk geheimzinnig werk
hield deze man zich bezig? Welk doel beoogde hij?
Dit duurde nauwelijks eenige seconden; toen gaf
de stervende een hartverscheurenden gildeed
een bovenmenschelijke poging om zicli uit de
armen van den dokter !os te rukken en viel toen
afgemat door vermoeienis en waanzinnig van
smart op het bed terug....
üp hetzelfde oogenblik werd de deur der kamer
met geweld geopend en een jong mensch, slordig
gekleed en met verwilderde gelaatstrekken snelde
naar het bed.
Het was Hendrik de zoon van baron de Pol.
Hij had den kreet van zijn vader gehoord en
hoopte r.og in tijds te komen.
Maar toen hij den dokter bemerktebegreep
Daarentegen vindt men bij haar ook geen
levendig vaderlandsch gevoel de arbeiders
vooral zijn als socialisten aan het denkbeeld
van vaderlandsliefde minder gaan hechten
maar zij zijn in hun eigeu welbegrepen
eigenbelang bereid eerlijk deel te nemen aan
het politieke leven der natie. Een echte
protestbeweging bestaat daarentegen nog in
de rijke en beschaafde klassen der maat
schappij en deze vijandige houding is de
grootste hinderpaal voor een spoedige ver
smelting van den Elzas en Lotharingeu met
het overige Duitschland.
Van deelneming aan het politiek leven is
bij deze klassen geen sprake. Voor den
ambtenaarsstand, die tot leedwezen van een
groot deel der bevolking uit Duitschers uit
andere streken bestaat, leveren zij geen solli
citanten, hun zonen gaan naar Frankrijk
om er hun opvoeding te krijgen. Slechts
een klein deel is in het Duitsche "volk opge
gaan.»
Nu zou 't Griekenland weer zijn dat den
knoop doorhakt door middel van een aanbod
aan de mogendheden tot afstand van de
inkomsten der zetelbelasting tot afdoening der
oorlogsschatting. Deze belasting zou jaarlijks
meer dan elf millioen opbrengen en de
regeering zou haar goede trouw verder ma
nifesteeren door de instemming met een goede
contróle.
Verder heet 't dat de premier Ralli den
mogendheden heeft dank gebracht voor haar
tusschenkomst een betuigingwelke de
goedkeuring der kamer heeft gevonden, omdat
algemeen wordt erkend dat Griekenland
Europa veel verschuldigd is: Europa's optreden
heeft het Turksche leger belet voort te
rukken.
Badeni, de minister-president vau Oostenrijk
heeft eindelijk door den nood gedwongen
partij gekozen in de vergadering der meer
derheid, Woensdag op verlangen der regeering
saamgeroipen zeide de Pool Jaworski, dat
hij aan verschrikten somberen blik, dat alles ge
ëindigd was en een lievige zielesmart maakte
zich van hem meester.
Hij, viel op de knieën, kuste de koude hand
van den baron en zond voor het eerst, sedert
langen tijd een vurig gebed ten hemel.
Maar het was te laatniets kon den doode
meer in het leven terugroepen.
Intusschen was de hertog van Palmaras, die
den jongen man in de kamer gevolgd was toen
hij deze bij zijn vader geknield zag liggen, het
bed genaderd en gaf den dokter een onmerkbaar
teeken.
Deze laatste begreep dit. Hij nam de lamp
hield die boven het reeds verstijfde lichaam
schoof het hemd zacht terzijde en wees den hertog
een klein zwart vlekje boven de borst.
In orde! fluisterde de hertog onhoorbaar.
Daarop boog hij zich over den doode, kuste op
ziju beurt een der handen en trok zich .toen
terug, om Hendrik met zijne smart alleen te
lnten.
Toen de hertog den volgenden morgen ontwaakte
was het reeds zeven uur. Hij haastte zich het
park te verlaten. Hij had nog geen twee hon
derd meter geloo.pen toen hem een man met
haastige schreden trachtte in te halen.
De hertog herkende hem dadelijk.
Het was Spavento.
Ik verwachtte uzeide de hertog, gij zijt
goed op tijd.
Dat ben ik altijd, mijnheer; zooeven heb ik
het goede nieuws vernomen,
De baron is dood 1
Ja, de baron is dood en wij zijn rijk. Het
is nu zaak dat Medina, die schurk van een ban
kier, zoo spoedig mogelijk de zaken regelt; ga
dus morgen naar hem toe en verzoek hem met
de bepaalde som bij mij aan huis te komen.
Daar zal ik voor zorgen.
Hebt gij lticordi en Celonna gewaarschuwdP
Jawel mijnheer.
Welke afspraak hebt gij met hen gemaakt?
Morgenavond om negen uur zullen zij bij u
zijn.
Dat is waar ook, zeide de hertog, dat zou ik
bijna vergeten ik heb u nog iets belangrijks
mede te deelen. Gisteren heb ik te Longvilliers
eer. jongmensch ontmoet, die mij een dienst heeft
bewezen en die ik nu op mijn beurt moet ver
plichten, Wordt vervolgd.