H eemsker k. Staatkundig overzicht. BUITENLAND. Belgie. Frankrijk. Spanje. Engeland. vrienden waren. Zij blijven dan dikwijls ge scheiden dat is nog erger, omdat zij er mede te kennen geven niet hoog genoeg te staan oin van den ander het karakter te eerbiedigen. Niettemin is het van het meeste belang, den vrede zoo lang mogelijk te handhaven. "Want in welken strijd we ook gewikkeld worden, hij veroorzaakt altijd ontstemming ontneemt altijd iets aan onze blijmoedigheid, verhindert ons rustig onze wegen te bewan delen. Niet ten onrechte zijn zij zalig ge sproken, die vrede stichten. Hoe dat geschieden kan In de eerste plaats door de oorzaken van geschil met een heldereu blik te bezien zon der harstocht en zonder vooroordeel. Vaak betreft het iets, dat de moeite niet waard is zich er lang mede bezig te houden, en waarbij het geen opoffering mag heeten, van eigen zienswijze afstand te doenmet een weinig toegevendheid kunnen tal van strui kelblokken uit den weg geruimd worden. Dat men het niet doet, getuigt van te groo- te ingenomenheid met zichzelven de meeste twisten zijn een gevolg van gekwetste ijdel- heid. Doch we weten ook, dat er somstijds groote beginselen in het geding treden en den strijd, die op dat. gebied te voeren is mogen we niet ontloopen. vrijbrief zou zijn om op den verkeerden weg voort te gaan, maar zulk een, die ook voor den dwalenden broeder het hart ont sloten houdt. Er is een vast en onbedrieglijk kenmerk, om den strijd, waarin ieder onzer gewikkeld wordt, te onderscheiden. Laten we slechts de vraag stellen, of wij er toe gedreven worden door een der talrijke vormen, waarin de algemeene vijand, het egoïsme, zich hult. Dat te weten, eischt een zelfonderzoek van niet geringe beteekeuis, moeielijker dan velen zich voorstelleu. Doch de vruchten die het oplevert, zijn van onschatbare waarde. Zijn we daarover tot klaarheid gekomen, dun zullen ook vele dingen, over welke wij ons anders het harnas zouden aantrekken, hun belangrijkheid verliezen. Maar des te meer zullen we ook onze krachten samen brengen op het punt, waar een aanval niet achterwege mag blijven en waar verdediging onze eerste plicht is. En te midden van de hevigste worsteling bewaren we toch den vrede, die kostelijker is dan eenige andere, dien des gemoeds. Er is een handhaving van den vrede, die volstrekt verwerpelijk mag heeten. Laten twee menschen, verdeeld over een van die quaesties van hoogst belangrijken aard, meer gesteld zijn op het behoud van hun trage rust dan doordrongen van den plicht, de waarheid te doen zegevieren, dan zullen zij misschien, zooals het heet, goede vrienden blijven, maar eigenlijk is dat toch maar een scliijnvrede, die hen niet bevredigen mag. Niet alle vraagstukken kunnen onopgelost blijven, want daarmede komen we niet verder; het is ieders plicht, tot den zedelijken voor- uitgang mede te werken, en daartoe behoort in de eerste plaats kloek partij te kiezen voor hetgeen we rechtvaardig achten. Een vrede, die gekocht wordt tot den prijs van eenig beginsel, is te duur betaald. In de zedelijke wereld is strijd onvermijdelijkhij moet gevoerd worden hoe lief de vrede ons ook zijn moge. En al is het ook lang niet zeker dat de overwinning zich aan onze zijde zal plaatsen, toch blijft volharding een ge biedende eisch. Nu wordt bij dat alles gemeenlijk een fout begaan, tegen welke het noodig is op zijn hoede te zijn. De bestrijding van denkbeelden dragen wij over op de personen, die ze ver dedigen, en dan komen er booze hartstoch ten in het spel. Er mengt zich in den kamp een element van minachting, van wantrou wen en van haatwe gaan uit van de on derstelling, dat hij, die onze gevoelens niet deelt, onmogelijk een eerlijk man kan wezen. En dan worden uit een arsenaal, dat altijd gesloten moest blijven, wapenen te voorschijn gebracht, die den drager bezoede len. De strijd der geesten wordt een vuist gevecht van ruwe knapen, en men gaat elkander met modder werpen, niet beden kende dat we daarmede ook onszelven be vlekken. Hoe vaak wordt het niet vernomen, bij het groote meeningverschil hetwelk ons op godsdienstig, staatkundig of maatschappelijk terrein gescheiden houdt, dat men tot zijn tegenstander allerlei kwaadaardige aantijgin gen richt, van welker waarheid het bewijs achterwege blijft, omdat men dat niet noo dig acht Behalve het onedele, hetwelk die wijze van strijdvoeren kenmerkt, is er nog dit nadeel aan verbonden, dat er geen 'eervolle en eerlijke vrede op kan volgen. Immers, hoe is het mogelijk, naderhand iemand met vriendschap te bejegenen, dien men vooraf heeft voorgesteld als onwaardig zijn gelaat aan de menschen te toonen Daarentegen, als twee tegenstanders zich uitsluitend bepalen bij het voorwerp van den strijd, bij de zaak, over welke zij het niet eens zijn, over het beginsel hetwelk zij niet met hetzelfde oog bezien, dan kunnen zij, zelfs te midden van de worsteling, de ach ting, die we elkauder verschuldigd zijn en die we dan ook voor onszelven mogen eischen, bewaard doen blijven. Strijdende voor het geen we als beginsel belijden, brengen we toch den vrede niet in gevaar, en kunnen we dien ieder oogenblik opnieuw bevestigen, als( het vraagstukdat ons verdeeld houdt, of opgelost is, of opgehouden heeft aan de orde te zijn. We gaan nog een schrede verder, en be weren dat zelfs de strijd, dien we te voeren hebben tegen allerlei ongerechtigheden om ons heen, en dien we in geen geval kunnen opgeven, ons vrede kan doen houden met de personen, die ze bedrijven. Geen vrede na tuurlijk, die hun een onzerzijds uitgereikte Ofschoon hij sinds bijna een tiental jaren niet meer op den voorgrond stond van ons politiek tooneel, zal het overlijdensbericht van mr. J. Heemskerk Azn. toch indruk maken in den lande. Met dezen miuister van Staat daalt een man van groote beteekenis ten grave. Niet een man als Thorbecke of Groen van Prin- sterer, met stieug omlijnde beginselen en hooge idealen, waarvoor hij onverzettelijk strijd voerde, maar een politicus, die doorkneed in alle finesses van staatsleven en administratie en met een verbazende kennis van zaken en personen toegerust, uitnemend de kunst ver stond om ook onder de moeielijkste omstan digheden te regeeren. Hij was'daardoor de aangewezen man, om, toen de partijen scherp tegenover elkander stonden en allengs in kracht gelijk kwamen, als minister-president op te treden. Niemand anders dan hij had wellicht bij dien staat van zaken de Grond wetsherziening van 1887 tot stand knnnen brengen want niemand bezat als hij het vermogen om te geven en te nemen, om tusschen de partijen door te zeilen, nu eens naar links dan eeus naar rechts een bemoe digend knikje gevend. Hij was een „middenmanmaar een midden man van buitengewone soort en die daarom, ook al gaf zijn politiek ons meermalen reden tot teleurstelling, groote diensten heeft bewe zen aan zijn vaderland. Zijn sympathieën waren meest aan den liberalen kant en de Linkerzijde heeft zeker ontzaglijk veel aan hem te danken. Maar desniettemin zorgde hij ervoor de Rechterzijde niet al te zeer van zich te vervreemden. Heel aardig schreef eens de Standaard „dat niemand zich aan Heemskerk bezeerde. Hij was soepel en inschikkelijk en altijd geneigd, om te transigeeren en te plooien. Echter had hij wel degelijk zijn eigen meeuing en hoe meegaand hij zich ook mocht betoonen, toch wist hij doorgaaus de volks vertegenwoordiging juist daar te krijgen, waar hij ze hebben wilde. Toen de partijen twaalf jaren geleden even sterk waren in de Kamer heerschte hij daar bijna oppermachtig en had het den schijn, alsof niemand hem ooit als minister-president zou kunnen vervangen. Met de Grondwetsherziening besloot hij zijne ministerieele loopbaan, een waardig besluit, de aphothéose als 't ware van zijn politiek bedrijf. Het type van den idealen staatsman kunnen wij den overledeue zeker niet noemen. Maar wat zijne bekwaamheid en werkzaamheid betreft, zal men zijn wedergade niet licht vinden en blijft hij een groote plaats innemen onder de mannen, die zich aan den dienst van het vaderland hebben gewijd. De kogel is door de kerk in den minister raad van Spanje, die Zaterdagavond van 4 tot acht uur duurde, is het decreet onder- toekend, waarbij maarschalk Blanco wordt benoemd tot opperbevelhebber en gouverneur van Cuba, ter vervanging van generaal YVeiler en tevens werd der Spaansche transatlantische Maatschappij bevel gegeven het vertrek van den mailstoomer deze week later te stellen om den nieuw benoemde gelegenheid te geven onverwijld scheep te kunnen gaan naar Cuba met zijn staf van zes generaals. En aan generaal Weyler werd telegrafisch order ge geven het bevel over te dragen aan generaal markies Ahuraaea, tot dusver onderbevelheb ber op het eiland. Met betrekking tot de Philippijnen is alleen besloten tot de terug roeping van Rivera en tot de afzending van nieuwe versterkingen, terwijl dezen bevelheb ber verzocht is dezeu toestand in den breed- toe te lichten en zijne meening kond te doem aangaande de noodige versterkingen. Een opvolger van Primo de Rivera schijnt uog niet gevonden - Martinez Campos heeft geen zin en nu noemt men Macias. Woensdag reeds gaat maarschalk Blanco scheep met de opdracht onderhandelingen aan te kuoopen met de leiders van dei op stand op de bazis van autonomie, naic het voorbeeld van Canada. Nu heet het uit New York. waar men 't wel weten kan, dat de Geneiaals Gomez en Manuel Garcia even als de republikcinsche junta op Kuba, beslist weigeren in te gaan op een autonomieplan en de volstrekte onafhankelijkheid eischen voor het eiland. Maarskhalk, Blanco's staf zal bestaan uit de generaals Arderius als vice-gouverneur, Gon zalez als chef van den staf en verder Pando, Bernac en Canella. Een legermacht van 20.000 mau zal den nieuwen gouver neur vergezellen. Of hij haar noodig zal hebben, zal de tijd leeren maar vooralsnog kan men het bevredigingsplan van Sagasta geen onmiddelijk succès voorspellen. De Vereeuigde Staten eischen dat op Cuba de rust hersteld wordt. Zij geven zelfs de middelen aan, waardoor dit kan geschieden. Want een telegram uit Washmgton zegt zelfs, dat volgens de persoonlijke overtuiging van president Mc Kinley met de invoering dér beloofde hervormingen moet worden begonnen vóór de nieuwe Cortes bijeenkomen. De eerste eisch der Amerikanen was het terug roepen van generaal Weyler en de vestiging eener regeering, welke humaner optreedt dan de tegenwoordige en, zooals uit Washington gemeld wordt, mocht seoor Sagasta binnen een beperkten tijd den goeden raad van de regeering der Vereeuigde Staten niet aanne men, dan zullen strenger maatregelen genomen worden." Hoe intens de haat der Amerikanen tegen generaal Weyler is, kan men eenigszins op maken uit een hoofdartikel in de New-York Herald, geschreven naar aanleiding van het bericht, dat generaal Weyler zou hebben verklaard, in geen geval genoegen te zullen nemen met zijn terugroepingenals hij teruggeroepen mocht wordeu, dan zijn invloed in het leger zou gebruiken om onlusten in Spanje te voorschijn te roepen, of zich zou verkoopen aan de Carlisten. „Gehoorzaamheid is de eerste plicht van een soldaat. De discipline van een leger hangt daar geheel van af. Een opperbevel hebber is even goed gehoorzaamheid ver schuldigd aan de bevelen, welke hij ontvangt van zijn regeering als de minste soldaat aan die van zijn superieuren. Het is bijna on gelooflijk, dat generaal Weyler dit heeft ver geten^ Als hij dat werkelijk heeft gedaan als hij weigert of geweigerd heeft uitvoering te geven aan de bevelen zijner koningin, dau is hij een rebel, zoowel tegen zijn land als tegen de humaniteiten zijn rebellie zal veel meer noodlottige gevolgen hebben dan die der Cubanen. De opstand dezer laatsten was alleen een opstand in een ver afgelegen deel van het Spaansche kouinkrijk. Zijn woorden beduiden een burger-oorlog in Spanje zelf en moesten spoedig en ernstig gestraft worden." Welke straf dan op den generaal zou moeten worden toegepast De Herald is niet malsch in zijn antwoord op die vraag. „Generaal Weyler zon moeten terechtstaan voor een krijgsraad, wegens verraad en insubordinatie. En wanneer de berichten waar bleken te zijn, dat is, wanneer zijn schuld overtuigend bleek, dan zou hij zonder aarzeling moeteu worden doodgeschoten. Deze beschuldiging van den Madridschen correspondent van de Herald, wijst Weyler in pathetische termen aldus terug „De ernstige beginselen, die miju karakter vormeu en mijn bekende militaire loopbaan zijn een stellige waarborg dat ik nooit de wettige regeering in verlegenheid heb gebracht of zal brengen. Altijd en bij alle gelegenheden ben ik de eerste geweest en ik zal de eerste zijn om haar te erkennen, te eerbiedigen en te gehoorzamen en te trachten haar wenschen te vervullen." Wel zijn de 1 urksche troepen nog immer in 1 hessalie en is men eerst doende de grensregelingscommissie saam te stellen, ter wijl de Grieksche regeering de garantie der mogendheden tracht te erlangen voor de naar Thessalie terugkeerenden, doch 't ziet er wel naar uit dat tusschen Turkije en Griekenland alles verder ongestoord in 't reine zal komen en dus treedt Kreta weer meer op den voor grond. Sinds t voorjaar verkeert men ten aanzien van het eilaud eigenlijk in afwachting door den GriekschTurkschen oorlog werd het eiland op den achtergrond gedrongen: de admiraals der groote mogendheden vervulden getrouivlijk hun vrij moeielijke taak en de internationale troepen vormden den scheids muur tusschen insurgeDten en muzelmannen. t Kan na niet langer zoo blijven, er moet verandering komen dat erkeut men in de Europersche hoofdsteden, te Konstantinopel en op het eiland zelf doch hoe I hans weder hebben de Turken op Kreta den sultan driugende telegrammen gezonden o'. er den toestand, en hun bezwaren uiteen gezet om zóó den naderenden winter in te gaan. En de sultan heeft hierop aan de Porte bevolen bij de mogenden op een spoedige regeling der Kretenser quaestie aan te dringen. De Frausche zaakgelastigde Boulinière, die bij den sultan op audiëntie kwam, heeft hierover heel wat moeten hooren. Uit zijn mededeelingen maakt men op dat de regeling der Kretenser quaestie nog heel wat raoeie- hjkheden na zich zal slepen. De padisha is niet voornemens eenige concessie te doen van de autonomie wil hij niet veel weten; hij veroordeelt de instelling der internationale rechtbanken op het eiland, eischt de onmid dellijke opheffing er van, en geeft te kennen, dat het uitvoeren der doodvonnissen, tegen Muzelmannen op het eiland gewezen, wel eens de aanleiding tot groote onlusten kon worden. Al deze zaken zullen door de Porte bij de regeling der Kretenser quaestie worden ter sprake gebracht. De Köln. Ztg. eischt de benoeming van een generaal tot gouverneur; generaals alleen kunnen op zulk eeD woelig eiland de orde herstellen. De Temps acht een goed admi nistrateur vol 'oende, die in staat is op een gegeven oogenblik krachtige maatregelen te nemen. Het Fransche blad noemt het daarom een goed denkbeeld van de mogendheden, dat zij een beroep deden op Numa Droz oud-president der Zwitsersche republiek, doch als deze bekwame jurist beslist mocht weigeren als gouverneur van Kreta op te treden, dan zijn er nog andere landen, waar de noodige mannen te krijgen zijn. Belgie en Holland hebben, de eene in haar Indische koloniën, de andere in den onaf- hankelijken Congostaat, een kweekplaats voor mannen, die gewend zijn, snel de elementen van een verwarden of een zich veranderenden toestand te overzien, practische oplossingen te bedenken, conflicten te regelen met elkaar vijandige stammen, een eenvoudig en geregeld fiscaal stelsel te organ iseeren, met beperkte middelen een krachtig politietoezicht uit te oefenen, om, zonder bureaucratie, de ver schillende functies uit te oefenen, welke in één persoon vereenigd moeten zijn. Drie of vier hoofdambtenaren, meer niet, genomen uit dit personeel van initiatief en geestkracht, zouden voldoende zijn om de materieele orde te herstellen en het hervatten van den arbeid mogelijk te maken." De correctioneele rechtbank te Luik heeft Emile Behrend (den pseudo- aartshertog) we gens het dragen van een valschen naam tot acht dagen gevangenisstraf veroordeeld. In den loop van deze week zullen werk lieden-deputaties bij de directies der steen kolenmijnen een loonsverhooging van 15 per cent vragen den 24sten October wordt in een vergadering van de „Fédération socialiste boraine" te Mons rapport uitgebracht en een beslissing genomen in zake de algemeene werkstaking. De royalistische partij welker beteekenis in Frankrijk er toch al niet op vooruitgegaan is in den laatsten tijd, raakt alleugs in twee kampen verdeeld, welke men het hartstoch telijke en het platonische zou kunnen noemen. De jonge royalisten vormen de strijdvaardige partij; zij zijn nu pas te Parijs saamgekomen en hebben bij motie den wensch uitgesproken; dat de partijhoofden zoo gauw mogelijk de verkiezingscampagne zouden beginnen met zuiver royalistische candidaten. De parle mentaire royalisten zijn meer geueigd om ook conservatieve candidaten, ralliés of cen- trumsmannen te steuuen. Wat Philippe van Orleans eigenlijk wilis niet geheel zeker; maar hij zendt kalmeereude antwoorden op de telegrammen van zijn al te opgewonden aanhangers. Op uitdrukkelijk verlangen van de regentes zal het ministerie zich zoo spoedig mogelijk bezighouden met de zaak der gevangenen van Monjuich. De dossiers van elk hunner zullen worden onderzocht, waarna hun -verbanning, uitzetting of in vrijheidsstelling zal volgen. De regentes heeft den pater der jezuieten Co oma verzocht de gezinnen der terechtge stelde anarchisten te helpen en in de opvoe ding hunner kinderen op haar kosten te voorzien. Volgens een telegram uit Havana is mej. Cisneros de nicht van den president der Cubaansche republiek, die beschuldigd was van medeplichtigheid aan een complot tegen den gouverneur van het eiland Pinos, uit de gevangenis ontsnapt. De ijzeren staven van haar cel waren doorgeveild. De beide gevangenbewaarders zijn gearresteerd. Te Maidstone zijn thans 1500 personen, dat is de helft van de bevolking, door de typhus aangetast. Te Londen bedroeg het aantal typhuslijders in de afgeloopen week 1 e? ,me.n, maS aanQemen, dat de epidemie zich uitbreidt, daar het aantal gevallen inde laatste 24 uur geheim wordt gehouden. Een aantal Joodsche handwerkslieden van Jeruzalem, die in groote ellende ver- keeren, hebben tot koningin Victoria een petitie gericht, waarin ze verzoeken, dat voor hen een landbouwkolonie op Cyprus worde gevestigd. Het gerucht loopt, dat de minister van oorlog het voorstel zal doen de vrijwilligers ook voor den dienst in het buitenland te gebruiken. De stad Nikki in het Nigergebied is

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 2