Nummer 86. Zondag 31 October 1897.
20e Jaargang
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Gemeenteraad van Waalwijk.
ANTOON TIELEN,
FEUILLETON.
De Wraak eener Vrouw
Staatkundig overzicht.
UITGEVER:
Waalwijk.
Uithoofde van denj
a. s. Maandag inval-/
lenden feestdag van Allerheiligen,
zal het volgend nummer van deze
courant WOENSDAGAVOND
verschijnen.
Advertenties voor dat nummer
worden dien dag ingewacht tot
des middags 12 uur.
De Echo van het Zoidea
Waalwykscbe ra Langstraatsche Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,35.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
OPENBARE VERGADERING,
op Woensdag 27 Oct. 's namiddags ten 7 ure.
Aan de orde
I. Aanvrage ontslag onderwijzer Van Raaij.
II. Gewijzigd voorstel inzake jaarwedde
van den te benoemen onderwijzer.
Tegenwoordig alle leden uitgezonderd de
heer Van Tilburg.
Voorzitter de burgemeester Jhr. Van Gro
tenhuis.
De voorzitter opent de vergadering en
verzoekt den secretaris de notulen der vorige
voor te lezenwelke daarna ongewijzigd
worden vastgesteld.
Aan de orde
I. Aanvraag ontslag onderwijzer Van Raaij.
Voorzitter: »Er is eene ontslag-aan
vraag van mijnheer Van Raaij, die benoemd
is tot hoofd der school te Wychen, ingekomen,
met verzoek hem eervol ontslag te verleenen
legen 1 November a.s. en het dagelijksch
bestuur stelt voor, zulks te doen.
De heer Van Schijndel„ik heb er niets
op tegen, maar a.s. Maandag is het al 1 Nov.
en nu is er nog geen oproeping gebeurd."
Voorzitter„Het zal gebeuren in overleg
met het hoofd der school, die zal zich zoolang
met kweekelingen behelpen. In Wychen kan
het hoofd veel minder gemist worden, daD hier
een onderwijzer."
11
OF
UI,
Herinneringen van een Politie-Commissaris.
22
Gij schertst, antwoordde zij. Gij hebt dien
treurigen moed tegenover een vrouw, die den
ouderdom nadert. Achgij zijt altijd dezelfde
Mikaël. En toch als gij wist...
Zij wild§ hem vermurwen, maar te vergeefs;
al wat hij zeide, klonk ongevoelig en koud.
Eindelijk kon zij zich niet meer bedwingen.
Zwijg, zeide zij, en luister naar mij. Luister
uit medelijden met mij en uit medelijden met u
zelve. Toen ik daar op die hoeve in Normandië
geheel alleen waswaar gij mij hadt verlaten
zonder hoop u ooit terug te zien, was mijn hart
van toorn vervuld, en in plaats van die innige
lielde, die ik u altijd heb toegedrugen, had ik
slechts één verlangen: de wraak!
Waarlijk
Ogij weet niet waartoe een veouw komen
kan, wier hart men vaneen heeft gescheurd, even
als gij het mijne hebt gedaan. Zoo gij gewild
hadt Mikaël, zou ik u op mijne knieën gediend
hebben ik zou gaarne al mijn bloed gegeven
hebben om één traan van u uit te wisschen
Maar gij hebt met uwe ijskoude onverschilligheid
al die toewijding van u afgestooten, en mij bleef
slechts één toevlucht over: de wanhoop 1
Nog meer? zeide Mikaël.
Zooals ik vroeger van uwe lielde leefde
trachtte ik mij nu met haat te voeden. Ik
lieb alle aandoeningen van mijn hart, die u wilden
vergeven, onderdruktalle stemmen in mij, die
van medelijden sprakeuheb ik verstikt. Een
zaak boezemde mij bezorgdheid in; zoolang hij
weet, dat ik leef, zeide ik tot mijzelve zou hij
nog eens berouw kunnen krijgen en dan zou op
een onverwacht oogenblik één woord, één blik
van hem voldoende zijn, om het geheele weefsel,
waaraan ik al mijne zorgen besteed heb, in een
oogenblik te verscheuren en om dit nu voor
Advertentiën 1 7 regels f0,60daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitseh-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel.
De heer Van Schijndel»zuu daar niet
eene verandering in kunnen gebracht worden
dat de betrekking 3 maanden voor vertrek
werd opgezegd."
Voorzitter: „we zullen inlichtingen inwinnen
en later erop terugkomen, dan kunnen we
eerst den schoolopziener raadplegen."
De voorzitter wijst ook nog op de moeie-
lijkheid voor den sollicitant. Als er bijvoor
beeld twee op de voordracht staan en de
eerste kan pas over 3 maanden en de andere
direct zijn ambt aanvaarden, dan zal de laatste
zeker gekozen worden.
II. Gewijzigd voorstel inzake jaarwedde
vaD den te benoemen onderwijzer.
Voorzitter„in de voorgaande vergadering
hadden we besloten een oproeping te doen
voor een onderwijzer met salaris van f 600
met acte voor teekenen en nu stelt het da
gelijksch JM^ur voor die oproeping zoodanig
te_ wijzi^^^H^L voor het gewone onderwijs
f 500 en v^^reekenen f 200 wordt uitge
loofd
De beide teekenonderwijzers hier hebben
nog veel meer dan t 100 en hiervan heeft
een geen acte de andere acte voor huison
derwijs in teekeneu. Binnenkort zullen we
aan den minister een subsidie voor onze
teekenschool aanvragen en ik heb er goeden
moed op, dat we die zullen krijgen."
De heer Baijens: „is het noodig om subsidie
te krijgen, dat men geëxamineerde teekenon
derwijzers heeft?"
Voorzitter: »het is niet bepaald noodig,
maar we moeten er toch een hebben; de klas
van mijnheer Van Delft is veel te groot."
De heer Van Schijndel„zou het niet"
hoogst noodig zijn, een onderwijzer met
Fransch eu Duilsch op te roepen? Mijnheer
Van Raaij had die toch
Voorzitter„ik heb er met het hoofd der
school over gesproken. Er zijn andere heeren
die acte Fransch hebben en die kunnen op
schuiven.*
De heer Van Schijodel„ik geloof, dat bij
deze oproeping, waartoe nu besloten is, nog
wel eene mocht geschieden voor een onder-
altijd onmogelijk te maken, liet ik het gerucht
van mijn dood verspreiden en werd ik zelfs op
korten afstand van de plaats, waar ik destijds
woonde, begraven.
Mikaël sloeg de oogen op en liet zijn blik op
Hermine rusten.
Maar weet gij wel, dat gij zeer vindingrijk
zijt, zeide hij op spottenden toon en dat gij mij
veel belang inboezemt
De ongelukkige vrouw beet zich tot bloedens
toe op de lippen.
O, Mikaël 1... Mikaëlkeer tot u zeiven in
zeide zij, tart God niet langer. Welke woorden
moet ik dan spreken om uw hart te vermurwen
en u gevoelig te maken maar weet gij dan
niet, dat ik het geheimzinnig drama van Clamart
ken I dat ik u sedert tien jaar in een nocdlottigen
cirkel gevangen houd, die iederen dag enger
wordt en dat tr-orgen, heden misschien, u geen
enkele uitweg meer zal overblijven.
Denkt gij dat?
Daar ben ik zeker van.
En wat heb ik dan gedaan zeide hij, om
de straf te duchten, waarmede gij mij bedreigt?
Wat hij heeft gedaan? Vraagt gij dat? riep
Hermine. En de baron de Pol! mijnheer de
hertog en de schoone Nida, Mikaël en prins
Karpeles, Marcus de Zigeuner.
En bij ieder der woorden, welke zij uitsprak
kwam Hermine met de armen „over elkander
opgeheven hoofd en dreigende blikken een stap
nader bij Mikaël.
Bij den eersten naam bewoog deze zich niet
bij den tweede kleurde een licht rood zijne wan
gen; maar bij den derde bij het Jnoemen van
Marcus de Zigeuner, rilde zijn geheele lichaam.
Genoeg 1 zwijg zwijg bulderde hij knarse
tandend en als gij weet op welke wijze de
dochter van prins Karpeles is gestorven, zorg dan
maar dat u hetzelfde lot niet wedervaart!
Ha I gij zijt bang zeide Hermine op een
uitdagenden toon; gij beeft!
Ik
Ik heb u zien verbleeken.
Mikaël stiet een woesten schaterlach uit;
Het kan zijn, antwoordde hij op veel kalmer toon,
maar Nida heeft mij ook zien verbleeken, en zij
wist wel, dat dit niet uit vrees voortkwam.
Waaruit dan
Dat gaat u niet aan P
wijzer met acte Fransch en Duitsch. Er wordt
hier bepaald weinig gedaan voor het lager
onderwijs; het laat zeer veel te wenschen over;
het onderwijs is voor eene plaats als Waalwijk
veel te min.
Ik schaam mij dikwijls als ik brieijes krijg
van mijn knechts uit Baardwijk en Bezooien,
veel -beter geschreven en gesteld, dan van
mijne Waalwijksche werklui.
Het. hoofd der school kan hier nooit de
klassen rondgaan, om te controleeren; hij moet
'altijd pal in de zijne blijven staan, ik zeg
nog eens, het onderwijs laat hier zeer veel
te wenschen over.»
De heer Baijens „de heer Van Schijndel
schijnt te meenen dat het hoofd der school
alleen acte Fransch heeft.
Ook mijnheer v. d. Heijden en mijnheer
Princen zijn in 't bezit.»
Voorzitter „ik geef den heer Van Schijndel
groot gelijk, in zijne meening, dat aan het
hoofd der school nog een onderwijzer moet
worden toegevoegd en men moet er niet laDg
mede wachten; hij kan nooit de andere klassen
nagaan; zijn eigen klas is nog verdeeld in
3 klassen en als hij aan een der drie les geeft,
zullen de andere niet veel uitvoerenen
daarom kan het hoofd ook niet verantwoor
delijk gesteld wordeD, voor hetgeen er in de
andere klassen der school voorvalt, want hij
kan er nooit zijn ronde ter controleering
doen.
Ik kan zeer goed met mijnheer Van
Schijndel meegaan, maar vindt hij het goed
dat ik dit alles aan het dagelijksch bestuur
voorstel om het te overwegen en later er op
terugkomen en dan nu de heeren vragen of
ze het goedvinden een oproeping te doen
voor een onderwijzer met salaris van f 500
en f 200 voor teekenen.
De heer Verbunt„ik ben niets tegen
hetgeen mijnheer Van Schijndel en de voor
zitter gezegd hebben; maar mij dunkt, dat de
schoolcommissie hierin niet geuegeerd moest
worden en er over geraadpleegd dien te
wordendie mag dat toch wel weten als
schoolcommissie.
O! verharde en misdadige ziel, wie zou ooit
uwe afschrikwekkende afgronden kunnen peilen?
Mikaël was eensklaps stil geworden. Zijn toorn
was bedaard, maar hij liep gejaagd de kamer op
en neder.
Eensklaps stond hij vlak voor de ongelukkige
vrouw stilhij greep hare handen en schudde
die krachtig heen en weder.
Misdadig! zeide hij, het laatste woord van
Hermine herhalende. Misdadig! Ha! zoo er iemand
wasdie tot op den bodem van mijn ziel kon
doordringen, wat zou hij zich "verbazen over de
vreemde gevoelens, die daar verborgen zijn. Ja,
ik heb prins Karpeles gedood. Ja, ik ben het,
die zijne dochter, de schoone Nida getroffen heeft.
Het was een donkere nacht, juist vooreen moord
geschikt.
De grijsaard smeekte mij voor zijne dochter
de dochter vroeg genade voor haar vader. En
ik vermoordde eerst Nida, opdat de oude Karpeles
zijn eigen kind zou zien sterven.
Vreeselijk, vreeselijk, stamelde Hermine.
Vreeselijk, zegt gij en gij durft van wraak
spreken Welnu, ga dan naar iiet kleine dorpje
Mirzil en vraag daar aan hendie er vijf en
twintig jaar geleden woonden, hoe prins Karpeles
Marcus den Zigeuner behandeld heeft.
En indien zij op hun beurt mochten vragen
wat er van mij geworden is, zeg dan, dat op
den dagdat Marcus zich hertog van Palmares
genoemd heel'thij zijn hart gesloten heeft en
alle gevoelens, die hij vroeger gekend heeft, daarin
begraven zijndat hij het leven doorgaat zonder
ooit op zijn weg terug te keeren, alles wat hem
weerstand biedt, verbrekende, dat hij niet meer
aan de vriendschap gelooft en zich niet herinnert
ooit liefde gekend te hebben.
Mikaël
En toch!... ging hij voort op een halfdroo-
merigen tooneens ik herinner het mij nog,
scheelde het weinig of ik was overwonnen 1
Zij was schoonbeminnelijk zooals er geen
vrouw ter wereld bestaat; wanneer dan mijn blik
in den hare rustte, wanneer onze zielen in één
zelfde gevoel van teederheid samensmolten.... zou
men gezegd hebben, dat er eene verandering ten
goede in mijn leven gekomen was en dat God
mij nog niet geheel en al had verlaten.
En die vrouw I Wie was die vrouw? vroeg
Hermine.
Voorzitter „u loopt de zaak eigentlijk wel
wat vooruit; wie zegt dat we dat niet zouden
doen; dat zouden we natuurlijk wel uit ons
zeiven gedaan hebben,"
Niemand iets tegen het voorstel van 't da
gelijksch bestuur?
Aangeuomen."
Hierna sloot de voorzitter de openbare
vergadering.
De vice-president der Kamer van Oosten
rijk dr. Abrahamoviks, heeft gisteren de op
zienbarende mededeelinggedaan, dat Kathrein
de president, die behoort tot de partij van
Dipauli, schriftelijk zijn ontslag heeft genomen
en dat hij de stad aan den blauwen Donau
ijlings heeft verlaten om de mogelijkheid van
ovetreding tot aanblijving geheel af te snijden,
't Komt als een onweersbui op een helderen
zomerdag zelts de vice-presidenten wisten
er niets van. En de reden van dit plotseling
besluit
Het bureau der Kamer heeft eergisteren
vergaderd ouder presidium van Kathrein, om
energieke maatregelen te beramen tegen de
obstructie-tactiek der oppostie en wel werd
er veel gepraat, doch tot een overeenstemming
kwam het nietKathrein toonde zich niet
gezind met meer kracht op te treden tegen
de Duitsche oppositie, hij weigerde kortweg
als stormram tegen de Duitschers dienst te
doen omdat hij zelf een duitscher is. Dat
wil dus zeggen dat mèt Kathrein's terugtre
ding de kans is geopend op een nauwe aan
sluiting tusschen de meerderheid tegen de
obstructie der minderheidonder den Pool-
schen dr. Abrahamovics en den jong-Tsjechi-
schen Kramarz kan er wel iets verwacht
worden I
Zal 't nu ook komen tot afval van de
katholieke volkspartij en tot aasluiting van
deze krachtige fractie bij de minderheid
't Kan zijn, doch al 't mogelijke zal wel
beproefd worden om de twijfelmoedigen te
bewegen tot trouw aan de meerderheid er
Dat weet ik niet meerzeide hij.
Ach 1 denk eer.s na! denk eens na!
Waar zou dat goed voor zijn? Alles is nu
toch geëindigd. Ik ben oud en de liefde is voor
de jongen.
Maar Mikaël, bestaat dan, bij gebrek aan liefde
de vriendschap niet?
Toewijding veroudert toch niet? En kan men
met zoovele stormen des levens achter zich geen
schuilplaats vinden in een veilige haven
Neen, neen, zeide hij beslist, ik wil mij niet
meer inlaten met de leugens van het leven en ik
wensch ten einde toe mijn eigen weg te gaan.
Alzoo verstoot gij mijl zeide Hermine wan
hopend; mijn laatste verzoek is vergeefsch geweest
en gij wilt naar mijne ernstige waarschuwing
niet luisteren
Is dat weder een bedreiging
Het is een bede, zoo gij dat liever wilt.
Het is te laatAl het kwaaddat men mij
gedaan heeft, zal ik den menschen vergelden en
de beul zelf zou mij daarvan niet terug kunnen
houden.
Dus dit is uw laatste woord
Mikaël zag de ongelukkige met een onheil-
spellenden blik aan.
En gij... gij 1 beet hij haar toe, zoo gij er
behagen in mocht scheppen om mij tegen te
werken en met mijne vijanden te heulen, herin
ner u prins Karpeles en vergeet nooit het lot
van zijne dochter Nida.
Met deze woorden verliet hij het huis en begaf
zich naar zijne woning. Het was ruim drie uur
in den morgen.
Toen hij zich naar bed wilde begeven, bracht
zijn kamerknecht hem een brief, dien men des
avonds bezorgd had.
De hertog haastte zich den brief te openen.
Hij las
„Ik vertrek. Ik heb slechte teekenen om het
altaar gezien. Vooral een. Ik zal u zeggen
welke*.
De brief was niet onderteekend, mair de
vele fouten in taal en spelling deden den hertog
den afzender vermoeden.
De hertog hield den brief boven een kaars eu
wachtte tot hij geheel tot asch vergaan was.
Wordt vervolgd.