Nummer 90. Zondag 14 November 1897. 20e Jaargang. Eerste Blad. ST, Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ANTOON TIELEN Dit nummer bestaat uit twee bladen. FEUILLETON De Wraak eener Vrouw Begrijpen. UITGEVER: Waalwijk. Teneinde tegemoet te komen aan den wensch, ons van verschillende zijden te kennen gegeven, zullen wij de Winkeliers in de gelegen heid stellen de bijzonderheden hunner ST. Nicolaas-étalage op WEINIG KOSTBARE WIJZE aan het publiek bekend te maken. Daartoe zullen wij vanat ZA TERDAG 13 NOVEMBER tot en met 4 DECEMBER, advertentiën, betreffende de St. Nicolaas-étalage, BIJ GENOEGZAME DEELNAME in de «Echo van hetZuiden» opnemen, tegen de helft van het gewoon tarief, dus tegen 4 CENT PER GEWONE REGEL. Teneinde die advertentien zoo veel mogelijk aan het doel te doen beantwoorden, zullen wij in dien tijd, deze courant in Waalwijk en naburige gemeenten algemeen ver spreiden, zoodat bedoelde annon ces de grootst mogelijke publici teit genieten. Uit dien hoofde zijn deze num mers dus ook voor andere ad verteerders zeer geschikt om hunne waren aan te bevelen. Spoedige opgave is zeer ge- wenscht. DE REDACTIE. Verstaan en begrijpen zijn niet geheel en al hetzelfde.' Het eerste is voornamelijk een zaak van verstand, dus van het denkend hoofd. Het is het overnemen en vei werken eener ge dachte. Om verstaan te worden, moet men zich verstaanbaar uitdrukkenom te kunnen verstaan behoort men de taal te kennen, waarin de uitdrukking is gedaan. Elk on derdeel van het menschelijk denken, het bewege zich op het gebied van wetenschap, van kunst, op het terreiu eener bijzondere werkzaamheid, heeft zijn eigen taal, zijn eigen woordenkeus als middel van gemeen schapsoefening, en om aan deze laatste te kunnen deelnemen,, is het noodig eerst die taal te leeren. En wie dan iets te zeg gen heeft, doe het zoo klaar en duidelijk, dat geen tweeërlei opvatting mogelijk is van dubbelzinnigheden hebben we een zeer natuurlijken afkeer. Als een schrijver het oor des volks wil verkrijgen en tot het hart des volks wil doordringen, dan bezige hij geen woorden en zinswendingen, die als vreemde klanken ledig terugkeeren tot de plaats vanwaar zij zijn uitgegaan. Misschien dat hij, zulks doende, zichzelven verstaat, maar daar heeft de wereld niet veel aan. Men klaagt tegen woordig veel over taalverbastering, en er bestaat een soort van genialiteit, die zich uitslooft in het zoeken naar nieuwe vormen. Als daarmede nu niet ook de inhoud, of wat men als zoodanig aan de markt wil brengen, buiten bet bereik geraakt derge nen, bij wie de schrijver zich gehoor wil verschaffen, anders is het toch inderdaad zijn schuld, en de zijne alleen, dat hij niet of verkeerd verstaan wordt. Begrijpen is heel iets anders, of liever, 't is is heel iets meer. Het passisieve wordt aangevuld door het actieveer is een wer king, een daad bij. Grijpen is een hande ling, die krachtsinspanning vereischtom het te doen, moeien we vooreerst verlangen be zitten, ten tweede de armen uitbreiden om aan dat verlangen te voldoen. Begrijpen is omvatten, niet maar voor een deel, zooveel liet toeval binnen ons bereik doet vallen, doch geheel, volkomen en zonder iets te laten glippen. De gansche mensch komt er bij te pas, met zijn hoofd, zijn armen en zijn hart. Multatuli heeft //niet begrijpen/7 een slechte gewoonte genoemd. Dat is het ook, maar het is bovendientelkens wanneer het zich voordoet, een slechte daad. Want om te kunnen begrijpen is de mensch toegerust met de hoogste gaven hij neemt feiten en verschijnselen waar en brengt ze met elkaar in verband hij klimt op van de zichtbare gevolgen tot de onzichtbare oorzaken en ontdekt de zedelijke wetten, die de tastbare werkelijkheid beheerschen. De tonen, die de buitenwereld te hooren geeft, vinden weer klank in de snaren zijner ziel, gelijk de geluidsgolven een gelijkgestemd instrument in beweging brengen en dat heerlijk samen stel van gedachte en van gevoel is als de seinontvanger, die van hetgeen er op wordt overgebracht, niets doet verloren gaan. En nu komen tot ons, in een taal zoo eenvoudig dat een kind haar verstaat, in een vorm, die niets geheimzinnigs heeft, de me- dedeelingen uit de wereld om ons heen. We kunnen niet anders dan ze hoorenmaar ach hoe dikwijls blijft niet het begrijpen achterwege. Waarom toch Ja, waarom Een groot deel van de schuld mag wel gebracht worden op rekening van de traag heid. Grijpen is geen kunst maar we zeiden het reeds, een inspanning. Men moet zich moeite geven, zich indenken in een anderen toestand dan die, waarin men zelf verkeert verschillende gegevens met elkander in overeenstemming brengen, het verstand laten werken. En daarna komt de nog veel zwaardere arbeid van het hart. Deze begint met belangstelling, gaat vervolgens over in medegevoel en daarna.... Een sym pathie die niet verder leidt dan tot' een stille overpeinzing, beteekent ook al niet veelspoedig komen wij tot het punt, waar op wijzelf in het geval worden betrokken en er van ons een persoonlijke daad wordt geëischt. Dat is het lastige van de zaak de gemoedsrust, die we met zooveel zorg aankweeken, in de raeeniug dat daarbij het geluk te vinden is, zij is weg zoodra die kwellende drang tot medewerking, tothnlp- verschaffing, tot een actief optreden in wel ken zin ook, ontwaakt iswe geraken in strijd met onze eigen belangen, niet zelden met de wenschen van lieden, met wie we gaarne op goeden voet zouden blijven we loopen gevaar een verantwoordelijkheid op ons te laden, die misschien te zwaar zou kannen drukken. Kortom, het ware beter geweest, indien we van het eerste oogen- blik af de gedachte op iets anders hadden gevestigd, en niet getracht hadden, wat ons te verstaan werd gegeven, ook te be grijpen. Achter die traagheid verschuilt zich nog Waalwijksche en Langslraalsclie €«urant, Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiïn 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau van Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. l! II. OF Herinneringen van een Politie-Coramissaris. 26 Naar de heit?g vernomen had, had hij verschil lende steden bezocht. Hij was te Baden, Hamburg en Weenen geweest.. In de laatste stad wus wen zijn spoor bijster geworden. Waar was bij gebleven? Niemand, die het wist. l)e hertog zal ongeveer acht dagen Ie Trouville geweest zijn, toen hij op zekeren avond uit het casino komende, eensklaps tegenover Raymond stond. Onwillekeurig greep hij hem bij de hand. Eindelijk boven water, riep hij uit, nu ik hoop, dat ik u dikwijls zal zien. Gij zijt wel goed, antwoordde Raymond hem hartelijk de hand drukkende. - En wat hebt gij toch de laatste twee maan den gedaan? ging de hertog voort. Ik heb gereisd. En wat komt gij nu hier doen? Wel lieve hemel, zeide het jonge raensch, ik kom hier al twee jaar; ik huurde steeds achter het hotel h de zwarte Rotsen" eene villa, waaraan ik al geheel gewoon was. Tot mijne groote spijt, heb ik evenwel van morgen' vernomen, dat die villa reeds verhuurd is. Maar hadt gij ze dan niet besproken Ik had het vergeten.... Maar dit zou minder geweest zijn, zoo niet mijn opvolger een buiten- sporigen huurprijs had geboden. Ik gaf tweedui zend gulden, hij bood er zesduizend voor... En natuurlijk werd dat gaarne aangenomen, Duivelszeide de hertog... maar dan is die opvolger van u een echte Nabob 1 Het moet naar ik hoor een oude edelman uit Walachije zijn. Zoo en hoe heet hij Prins Karpeles... antwoordde Raymond. Ofschoon de hertog zichzelven in den regel meester bleef, kon hij een huivering niet onder drukken, bij het hooren van den naam van prins Karpeles. Prins Karpeles! antwoordde hij, hoe is dat mogelijk Kent gij hem dan zeide Raymond. Ik Hebt gij misschien in Moldavië gewoond, en behoorde de prins daar tot uwe vrienden Ik heb veel over den prins hooren spreken, antwoordde hij, maar ik betwijfel sterk of die te Trouville het badseizoen zal komen doorbrengen. Waarom niet? Orad-it hij al tien jaar geleden gestorven is Maar dan zal het diegene niet zijn, welken gij gekend hebt. Er was er maar een van dien naam. Raymond keek op zijn beurt verwonderd op. Dat is vreemd., hernam hij na een oogen- blik. 'Zou men mij dan bedrogen hebben Maar dat kan ik toch niet gelooven.... Laat eens zien:, was de prins, dien u bedoelt, getrouwd? Hij was weduwnaar. De mijne ook, en had hij kinderen Een dochter van negentien jaar. Deze heeft er een van negenentwintig. Nu, negentien en tien, dat komt uit. Dan zal men u misleid hebben, mijnheer de hertog; trouwens ik geloof ook niet, dat mijn zogsman er eenig belang b1 heeft mij te bedriegen. De hertog maakte eene beweging, alsof hij eene onaangename gedachte wilde verdrijven. Dan heb ik mij zeker rergist? zeide hij. Wat kan mij trouwens ook die prins met zijne dochter schelen!Gaat gij nog naar het casino? Ik ga dadelijk naar de muziek luisteren, Komt gij er van avond nog? Waarschijnlijk wel. De twee mannen namen afscheid van elkander en Raymond ging het casino binnen. lederen avond veranderde het casino ir. een reusachtige conversatiezaal er vormden zich al lerleigroepjes; de meisjes brachten een handwerk mede en werkten onder toezicht hunner moeders de heeren bespraken de politiek, ue vrouwen de mode, terwijl het orkest al die gesprekken over stemde, door het spelen van allerlei vroolijke melodieën, Raymond trad de zaal binnen en bbeef vooraan. achter een pilaar staan die hem aan de nieuws gierige blikken der aanwezigen onttrok, terwijl hij zelf het geheel toch goed kon overzien. Het was eerst een paar uren geleden, dat hij uit den trein gekomen was, hij had slechts even zijn toilet een weinig in orde gebracht en was dadelijk naar het casino gegaan, in de hoop daar het meisje aan te treffen, dat hij sedert het bal in de St. Maurstraat niet gezien had. Al spoedig bemerkte hij haar. Zij zat bij haar oude tante en twee of drie jonge meisjes, waarschijnlijk hare vriendinnen. Irene zag er bleek en treurig uit; zij scheen geen deel aan het gesprek te nemen, maar staarde onbewegelijk voor zich uit, en Raymond kon haa- op zijn gemak in oogenschouw nemen, zonder dat zij vermoedde, dat zij van iemand in de zaai de aandacht trok Raymond was getroffen door de verandering, die in haar had plaats gegrepen; bij had niet gedacht haar in zulk een toestand weder te zien en met bitterheid herinnerde hij zich de wreede woorden, die de hertog omtrent haar gesproken had hij werd met een innig medelijden vervuld en het was of zijne genegenheid voor haar nog vermeerderde, toen hij haar daar zoo treurig zag zitten. Gedreven door een gevoel, waarvan hij zich zeiven geen rekenschap kon geven, ging hij eenige passen verder de zaal in. Na eenige minuten daar gestaan te hebben, naderde hij het jonge meisje. Raymond groette eerst de oude dame, wendde zich vervolgens tot de jonge meisjes, die hem nieuwsgierig aanzagen en richtte zieh daarop eerst tot Irène. Gij herinnert u zeker niet meer, mejuffrouw, zeide hij, dat ik eenige maanden geleden de eer gehad heb, bij den heer Guillemot ontvangen te worden. Zoodra ik u herkende, kon ik de be geerte niet weerstaan de kennismaking met u te hernieuwen. Irene richtte haar schoonen blik op den jongen man en na hem gegroet te hebben, antwoordde zij Ik herinner mij nog zeer goed, dat u eenigen tijd geleden een avond bij ons in de st. Maurstraat heb willen doorbrengenzoo ik het had kunnen vergeten, zou een zeker iemand mij er wei aan herinnerd hebben. Wie dan zeide Raymond. Hij als komt ons van tijd tot tijd hij komt, spreekt hij altijd Hector, bezoeken, en over u- Het ijs was nu gebroken. Irene's tante had haar tapisserie-werk weder ter hand genomen; de jonge meisjes waren weder met elkander in gesprek- de twee jonge lieden hadden dus een goede gele genheid om op hun gemak met elkander te praten. II RAYMOND EN IRENE. -7 Wai een uitstekende jongen is die Hector toch I zeide Raymond, na een oogenblik tot mijn groote schande, heb ik in geen twee maanden naar hem omgezien. O I gij behoeft u over mijn neef niet onge rust te maken, hernam Irene lachende; hij maakt het altijd goed; ik weet niet hoe het komt, maar hij is altijd vroolijk en in zijn schikintusschen als ik balome kan gelooven, moet hij op het oogenblik in een alles behalve benijdenswaardigen toestand zijn, de arme jongen I Het is werkelijk jammer van hem, maar hoe ik hem ook beknor het helpt niets. Is hij ook te Trouville? Ja sedert acht dagen. Hij is daar juist even hier geweest. Maar zoodra het negen uur sloeg heeft hij afscheid van ons genomen en is ver dwenen. Waar is hij heengegaan? Natuurlijk gaan spelen. En dat is niet alleen gevaarlijk, maar ook zeer onverstandig van Hoe bedoelt u dat? zeide Raymond, die haar niet begreep. Wel, hernam Irene, omdat hij altijd schijnt te verliezen en zich zoodoende te gronde richt. Als ik hem van avond zie, zeide Raymond beloof ik u hem eens onder handen te zullen nemen. Nu, dat is goed. Ik weet zeker, dat het eene goede uitwerking op hem zal hebben, want hij houdt veel van u. Alleen vindt hij het niet aardig van u, dat gij hem niet medegenomen hebt, toen gij naar Straatsburg zijt geweest. Raymond keek Irene verwonderd aan. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1