N u mm er 96. Zondag 5 December 1897. 20e J aai r^an-; Eerste Blad. YMiliü msiuiiiy Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangea Abonné's, Leest dit s.v.pl.l H. M. Koningin Wilhelmina de Koningin-Regentes, ANTOON TIELEN Dit nummer bestaat uit) twee bladen. Landkaart van Nederland FEUILLETON. De Wraak eener Vrouw Aardige Mensehen UITGEVER Waalwijk. >Naar aanleiding van den a. s. Woensdag 8 December invallenden R. C. feestdag, zal het volgend nummer dezer courant DINSDAGAVOND verschijnen. Uitsluitend voor de abonné's op dit blad heeft de uilgever voor slechts 30 cents verkrijgbaar gesteld de naar de laatste pho- tografieën vervaardigde PORTRETTEN van en Hi Mi uu i\uiinigiiriiügüiiibOi Deze platen zijn keurig afgewerkt en hebben eene afmeting van 78 X 63 cM. Men gelieve deze platen tegen afgifte van den Bon voorkomende op de vierde pagina van dit blad aan ons Bureau af te halen; franco per postzending wordt 15 cents extra voor porto en emballage berekend. Ook de naar den laatsten tijd bijgewerkte met plan van de Droogmaking der Zuider zee, groot 85x71 cM., bieden wij onzen abonné's tot 1 Januari nog tegen 30 cents, franco per post voor 35 Cents aan. De Administratie. Het woord „aardig" is, op inenschen toegepast, een woord van goeden klank het heeft in onze taal eene eigenaardige beteekenis en speelt een eigenaardige rol. Men is gewoon daaraan een tal van denk beelden te verbindendie wel eens zeer onderscheiden zijn, inaar toch dit gemeen hebben, dat ze alle zeer vriendelijk zijn. Welke moeder voelt haar oog niet stralen van blijdschap, als zij haar jongetje een //heel aardig ventje" noemen hoort? Welk een lieflijk beeld stijgt voor onze verheel— ding op, wanneer wij hooren spreken van „een aardig meisje Wat zou menig jonge ling er niet voor geven, als hij de zeker heid had, dat achter zijn rug vele jonge schoon en van hem spraken als van een //aardig jongmensch". Hoevele gedachten liggen er niet in de bewering, dat mijnheer A of B een „recht aardig mensch in gezel schap" is Het is dan ook niet te verwonderen, dat zeer velen, ouden zoowel als jongen, naar dien eeretitel streven ja, dat het een vu rige wensch huns harten is, een wensch, hoogst zorgvuldig voor de inenschen ver zwegen, maar met groote zorg gekoesterd de wensch, „aardig gevonden te worden. Evenals naar Rome, zijn er verschillende - zelfs zeer uiteenloopende wegen, die leiden naar het bezit van den aureool der „aardigheid" Aardig vinden de neefjes en nichtjes den ongehuwden oom, wiens zakken steeds met doosjes bonbons, peperhuizen pralines of „plakken" chocolaad gevuld zijn, of die de dochters zijner zuster vaak inviteert op kome die of paardenspel aardig vinden de jonge dames den galanten cavalier, die keurig danst die de pauzen tusschen de dansen met geestig gesprek te vullen weet en die geen dame aan den muur kan zien blijven zitten zonder haar even tot een tusschentoertje te noodigen. Aardig vinden de bruiloftsgasten den cere moniemeester, die op geestige wijs den heelen avond „den boel aan den gang houdt" of de jonge dame, die aan tafel de taak van haar onhandigen en akelig-bespraakten cavalier op zich nemende, de aanzittenden inpakt met een frisschen, keurigen toast. Wie zal 't dan wraken, wien zal 't verbazen, dat oud eu jong vooral de jonge de alledaagsche paden vermijdende steeds nieuwe middelen uit denken, steeds naar nieuwe wegen zoeken om het te brengen tot den eernaam van een „aardig mensch", om zich dat flauw omlijnd maar streelend bewustzijn te bezorgen, dat men „zich aardig heeft weten voor te doen Dat een jongmensch „aardig" wil wezen, dat is om met Keesje Van Hildebrand te spreken „dat is heel goed". Maar o summum van menschelijk on verstand en zelfverblinding hoe menigeen slaat den averechtschen weg in en handelt, met het doel aardig gevonden te worden, op de meest onaardige wijze. Daar heeft men de jongelieden, die aardig willen zijn ten kosten van zich zeiven j ik bedoel hen, die aardig willen zijn door ver velend opsnijden, door ruwe en onbehoorlijke manieren, welke voor ongegeneerdheid moeten doorgaan, of door zich slechter, veel loszinniger voor te doen, dan zij werkelijk zijn. Het zijn Na eenige oogenblikken van stilzwijgen, zeide Raymond eensklaps alleen lieden van een heel laag standpunt in beschaving en beschaafdheid, die zij met dit systeem een poos voor zich kunnen innemenin kringen van beschaafden en ernstig gezinden kunnen zij niemand tot hunne dupe maken men laat ze voor wat ze zijn. Slechts enkele jaren houden ze dit spel vol, en dan hebben ze niemand beet gehad dan zich zei ven. Maar er is nog een andere, nog een veel treuriger manier om aardig gevonden te wor den het is „aardig zijn" ten koste van an deren. Daar zijn menschen, die aan de zucht om aardig te zijn den goeden naam van de me— demensch opofferen, die om het genoegen te hebben van een geestigheid te zeggen, zich niet ontzien zekere leugens van een be paalden persoon te vertellen, die om de lachers op hunne zijde te krijgen niet schromen een klad op een afwezige te werpen of een trap te geven aan iemand, die zich niet verdedigen kan. Daar zijn menschen die gansch niet.kiesch zijn in hun mededeelingen, als ze denken er den lof van humoristisch te wezen mede te kunnen oogsten, die er zich weinig om be kommeren of ze een ander de kroon van 't hoofd nemen, mits zij zelve maar 't plezier hebben pikanterieën of sarcasmen kwijt te raken. Wij zijn allen menschen en niets menschelijks is ons vreemdindien ooit één onzer aan vechting voelt om tot dit euvel te vervallen laat hem dan dit duiveltje terugdringen en bedenken het is zoo eenvoudig en het wordt toch zoo vaak vergeten dat er heusch maar één middel is om een aardig mensch gevonden te worden, en dat is een aardig mensch te zijn en dat het beste synoniem voor aardigis: „beminnelijk". J. M. V. Morgen rast den eersten trein. Daar gaat gii uw vriend Ludovicus Malon bezoeken en zegt hem, dat hij, het koste wat het wil, naar Trouville moet komen. De Echo van het Zuiden. Waalwpselic en Langstraalsclie Courant Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1, Franco per post door het geheele rijk f 1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentien 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per ree*] groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter nlaatsi J opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duits land worden alleen aangenomen door het advertenticbureau C1~ Adolf Steieer, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. van OF Herinneringen van een Politie-Comraissaris. 31 Raymond hielp de kamerjuffrouw Irene in bed te brengen, hij bleef een oogenblik onbeweeglijk en nadei kend staan. Dat is nu de derde maal all zeide Salomé, het is te hopen, dat het nu voor het laatst is. Raymond bewaarde het stilzwijgen. Hij liep twee of driemaal de kamer op en neder en bleef toen weder bij het bed staan. Ik geloof, zeide hij eindelijk, dat uwe mee steres op het oogenblik buiter. gevaar is, zij haalt geregelder adem. Ik ga even weg om een dokter te halen. Ik geloof niet, oat u dokter Benoit thuis zult treffen, waagde Salomé in het midden te brengen. Dien zal ik ook niet halen, zeide Raymond en wanneer hij morgen hier mocht komen, zeg hem dan, dat mejuffrouw Irene slaapt en dat hij op den dag nog maar eens moet terug komen. Belooft gij na ij dat? U kunt er op rekenen mijnheer. En nu ga ik heen. Ik zal langs het casino loopen en zoo ik Hector mocht ontmoeten hem hierheen zenden. Denkt gij er intusschen aan, dat het leven v«n uwe meesteres voor een deel van uwe goede zorgen afhangt. Raymond wierp nog een laatsten blik op Irene, die thans veel kalmer scheen te zijn, gaf Salomé eenige goudstukken en verwijderde zich. Eensklaps bleef hij staan. Dicht bij het casino gekomen, hoorde hij zijn naam noemen. Het was Hector, die huiswaarts wilde gaan. Nadat de jongelieden elkander de hand gegeven hadden, zeide Hector Zonder onbescheiden te zijn, waar komt gij zoo laat van daan Raymond vertelde ln korte trekken, dat hij door Salomé bij, Irene geroepen was en in welk een toestand zijne nicht thans verkeerde. Eu laat gij haar in zulk een toestand dan maar aan haar lot over zeide Hector. Ik was juist op weg om een dokter te halen antwoordde Raymond, wees gij nu zoo goed bij uwe nicht te blijven, tot i'k met hem te rugkom, Goed, zeide Hector, binnen twee minuten ben ik bij haar en zijn vriend de hand drukkende, snelde hij heen. Hector vond Irene in denzelfden toestand als Raymond haar verlaten had. Na Salomé gelastte hebben bij Irene te blijven waken, begaf hij zich naar de aangrenzende kanier, stak een sigaar op en trachtte zijn tijd te korten met het door bla deren van eene ilustratie. Juist had de marmeren pendule op den schoor steen twaalf ure geslagen, toen hij buiten aan het nek eenig geritsel meende te bespeuren. Zonder lang na te denken, begaf Hector zich naar buiten teneinde zich omtrent de oorzaak van dit geluid te vergewissen. In den tuin gekomen vond hij het hek geopend, maar op zijne vraag wie daar was, bekwam hij geen antwoord terwijl in de doodsche stilte, welke er heerschie, hij het geluid van zich snel verwijderende voetstappen meende te verne men. De heerscliende duisternis belette hem even wel iets te onderscheiden. Terwijl hij nog over dit zonderlinge voorval zat na te denken, kwam Raymond terugevenwel zonder dokter, daar hij deze niet thuis getroffen had en men ook geene enkele aanwijzing had kunnen geven, waar Raymoud hein zou kunnen vinden. Daar de toestand van Irene bevredigend was en het gevaar voorloopig geweken scheen te zijn, verlieten de twee jongelieden de villa, na liet jonge meisje nogmaals aan de zorg van hare ka menier te hebben aunbevolen. VI RAYMOND BIJ MEDINA Raymond nam den arm van zijn vriend en overreedde hem met hem naar het hotel. #De zwarte Rotsen" te gaan. Onderweg vertelde Hector, hoe men tijdens Raymonds afwezigheid, vermoedelijk de villa had willen binnendringen en zij verdiepten zich in gissingen, wie dut geweest zou kunnen zijn. Hector, ik weet gij hebt een hart van goud, en ik ben dankbaar iemand gevonden te hebben, voor wien ik mijn hart kan uitstorten en wiens hulp ik kan inroepen ter bereiking van het doel dat ik mij gesteld heb. Welk doel zeide Hector verwonderd. Dat zal ik u later zeggen. Voor het oogen blik, moet gij vooral niet te vee! trachten te begrijpen, dat misschien duister voor u zal zijn. Laat het u voldoende zijn, dat het dóel hetwelk ik najaag heilig is en dat indien ik slaag, gij geholpen zult hebben, eene schitterende wraak genomen te hebben over de afschuwelijkste aller misdaden. Als het Ricordi of Medina betreft, zeide Hector, heb ik er niets op tegen. Het betreft hen en ook nog anderen.... Luister nu verder. Morgen ga ik voor u naar Medina. Gij, om wat te doen Om uwe schuldbekentenissen op te eischen en daarvoor in plaats hem de som te betalen, die gij hem schuldig zijt. Honderdduizend gulden I riep Hector ver baasd uit. Gij wilt dien uitzuiger honderdduizend gulden geven Is dat dan de som niet, die gij schuldig zijt? Dat heeft hij mij tenminste gezegd mis schien is het meer misschien minder maar toch... Hoeveel of het ook is, ik zal het betalen. Hector schudde ongeloovig het hoofd. Gij moogt wel bedenken, zeide hij min of meer ver legen, dat de schuldbekentenis, die gij van mij krijgt misschien niet veel waard zal zijn, want het is lang niet zekerdat ik nog ooit iets zal erven. Daar vraag ik niet naar. Neemt gij het aan Iiector scheen nog te aarzelen. Bedenk wel, ging Raymond voort, dat dit de eenige manier is, om de onbeschaamdheid raD Ricordi te tuchtigen. Ja! goed, goed. Met dat vooruitzicht, laat ik mij tot alles overhalen. Maar wat zal ik doen, terwijl gij naar Medina gaat? Gij, Hector, gij moet naar Parijs. Naar Parijs? Wanneer Dadelijk. Maar hij heeft zoo weinig tijd.... Malon heeft het altijd even druk. In'dien hij mocht aarzelen, zeg hem dan dat het de zaak van Claraart betreft en ik tw'ijfel niet of hij zelf zal zijn reis hierheen verhaasten Dat is dus afgesproken? Hector keek op zijn horloge. Drie uur 1 zeide hijik neem den trein van zes uur, ben dan twaalf uur in de Tournonstraat, ik spreek met hem, wij dineeren en als wij dan zes uur vijftig vertrekken, kunnen we van nacht om twaalf uur hier zijn. Afgesproken tot van avond dus 1 Tot van avond I zorg er voor dat gii Q niet te veel door die Medina laat inpakken. De twee jongelieden schudden elkander harte lijk de hand. Raymond wierp een laatsten blik op het venster van Irene, en daar hij zag dat alle lichten waren uitgedoofd, sloeg hij den weg naar ,De zwarte Rotsen* in en kwam weldra aan zijn hotel, Den volgenden morgen tegen negen uur begaf Raymond zich op weg naar Medina. Hij ging langs het strand en had nauwelijks vijftig passen geloopen, toen hij werd aangesproken door een man in een blauwen kiel, die hem sigaren eu vuur aanbood. Raymond sloeg in het eerst geen acht op dien man; maar zijn volhardend aandringen begon hem te vervelen, cn Raymond stond stil om den man te verzoeken hem ongestoord zijn weg te laten gaan. e Maar nauwelijks had hij den man aangezien of hij gnf een gil van verbazing Lefiot t rien hij uit. F De man hield den vinger op de lippen. Zacht wat, zacht wat, mompelde hij er is wel niet veel volk op dit uur aan het strand maar dat komt er niet op aan, men moet altiid' voorzichtig zijn. J En terwijl Raymond zich van zijne verbazing herstelde, ging hij voort. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 1