Staatkundig overzicht. BINNENLAND. Heeren ADVERTEER DERS, wordt 't KERST. NUMMER bijzonder aanbevolen, wijl dat nummer algemeen verspreid wordt. genomen, dan, zou men zeggen, zullen zij zich allereerst geroepen achten om misstanden onder welke zij zeiven te lijden hebben gehad, weg te ruimen. Och neen, gewoonlijk gebeurt daar niets van. Zij krijgen nu op eenmaal een paar andere oogen. Hadden zij vroeger gemeend, en den volke luide verkondigd, dat de patroons zich verrijkeu ten koste der werk lieden, nu komen zij plotseling tot de erken ning, dat aan dien kant ook alles niet roos kleurig is dat de concessiën die zij voorheen met nadruk eischten, eenvoudig een onmoge lijkheid zijn, en dat de werklieden wel anders zoudeu spreken indien dezen, gelijk zij nu, alles van de zaak konden weten. Vanwaar die ommekeer, is hij inderdaad het gevolg van beter inzicht? Somtijds misschien wel, maar in het algemeen kan dat niet gezegd worden. Doch hel belang heeft zich verplaatst wat men voorheen zelf eischte, zou men nu niet geven. De hartstochtelijke republikein zou monarchaal-gezind worden, indien men hem een troon aanbood. Maar dat is toch wel iets heel treurigs. Indien het zoo blijft, zullen we wel ten eeuwigen dage op de vraagWat is waarheid het antwoord schuldig moeten blijven. Zeker zouden we dat Doch dat mag niet. Objectiviteit alleen voert tot juiste kennis, tot eerlijke waardcering, tot erkenning van recht, tot wegneming van onbillijkheid. We moeten er ons meer op gaan toeleggen, de dingen te zien en voor te stellen in hun werkelijke gedaante. Dat kan alleen, wanneer onze oogen beter worden. Al wat den blik verduistert, moet worden te niet gedaan. En dat is niet weinig. Het is zelf meer dan waarschijnlijk, dat we in deze nooit het ideaal zullen bereiken. Maar dat doet er niet tpe het meer en meer te naderen is ook heel mooi. Laten we ons daartoe dan tenminste beijveren. Wat te dien einde te doen valt, is meest van nagatieven aard. We moeten beginnen met het een en ander af te leggen, dat ons in het zuiver zien hindert. In de eerste plaats moeten we, bij het uit spreken van een oordeel, vooral wanneer het een daad ten gevolge kan hebben afstand doen van hetgeen zoo juist den naam draagt van vooroordeel. Als we reed*, voordat de keus ons is voorgelegd, partij hebben gekozen, dan wordt het een bloot toeval als ons besluit met de werkelijke rechtvaardigheid overeenkomt. Tweedens hebben we aan onze persoonlij ke belangen het zwijgen op te leggen. Naar deze het oordeel in te richten, is zoo on zuiver mogelijk, en omdat bet zooveel gedaan wordt, blijven we nog zoo ver van te vol doen aan de eischen der billijkheid. Ten derde mogen we geen zaken met elk ander in verband brengen, die gescheiden behooren te blijven. Wanneer een quaestie van bloot administratieve.il aard wordt ge steund of bestreden naarmate men tot een bepaald politieke groep behoort, is het reeds mis. Dan wordt aan de subjectieviteit de vrije teugel gelaten. Maar, ook positieve eigenschappen hebben we aan te kweeken. Er wordt weieens tot verontschuldiging van zwakke geesten gezegd, dat hun grvoel heerschappij voert over hun verstand, en dat zij zich daarom meer laten leiden door persoonlijke sympathieën dan door een kalme beschouwing. Dat gevoel is in zeer vele gevallen een voorwendsel, een schamel kleed om geestelijke naaktheid te bedekken. Wij schatten een gevoelige ziel hoog, 't is de schoonste hemelgave, maar er mag geen misbruik van gemaakt worden om er de eerlijkheid mee te verschalken. Scherp waarnemen, met juistheid combineeren, en de zaak in quaestie zorgvuldig afgescheiden houden van hetgeen er niet bij behoort, dat zijfa de middelen om te komen tot die ob jectiviteit, die een eerlijk man sterk zal maken in den strijd voor waarheid en voor recht. „Port Arihur bezet door een Russisch erkader" dat was een nieuwtje, alleszins geschikt om in Duitschland in de allereerste plaats, groote sensatie te wekken, doch juist was van Berlijn uit, ter kalmeering van lui, die zich in hun veibcelding reeds de vree- selijkste conflicten in 't Uiterste Oosten had den gemaald tusschen de hebzuchtige mogend heden, gemeld, dat Duitschland en Rusland tot een entente waren gekomen over elks tooneel van handeling in China Zaterdag in den laten namiddag werd Ruslands actiet optreden over Hamburg be kend te Berlijn en 's avonds heel laat meldde het Russische telegram-agentschap, dat het Russische eskader onder vice-admiraal Reunow zoo juist te Port-Arthur was binnengeloopen om daar den winter door te brengen met volle toestemming der Chineesche regeering. Aan deze tnededeeling is toegevoegd deze handeling is alleen toe te schrijven aan de behoefte aan een voorloopig winterstation van een gedwongen occupatie en van eenigen vijandigen toeleg tegenover China, Duitschland Japan of eenige andere mogendheid kan geen sprake zijn. De Novoje Wremja heeft, met andere woorden, gisteren deze lezing bevestigd niemand, zegt het blad, zou door Ruslands vreedzaan doen zich tot avontuur lijke ondernemingen aangemoedigd of gerech tigd kunnen wanen, Rusland blijft er conform door aan de door het Eiiropeesch concert erkende rechten. 't Is alles goed en wel, doch te Yokohama heeft men alle reden tot ongerustheid en nu verluidt uit Londen, dat de Engelsche regee ring, wanneer Duitschland Kiao-Tschao an nexeert, zich aan de Chineesche kust zal schadeloosstellen waaruit valt af te leiden de mogelijkheid, dat er geleidelijk weg een quaestie van het Uiterste Oosten zal ontstaan voor de Europeesche mogendheden, met Japan en de Vereenigde Staten als partners En China zal voor al 't gedoe het gelag betalen Verzekerd wordt dat Rusland en Duitschland in China hand in hand zullen optreden, d. w.z. dat zij niet tegen elkaar zullen concur- reeren (waar niets bij te verdienen valt doch samen op buit zullen uitgaan Enge land en Japan ten spijt! Port Arthur, bekend geworden door den Chir.eesch-Japanschen oorlog, ligt op 38 gra den 4L min. noorderbreedte en 121 graden 16 min. Oosterlengte, op de zuidpunt van het schiereiland Liau-Tung ten oosten van katp Lom-tie-Schau Met de ongeveer 158 kil. ten zuidoosten bij kaap Schamtung gelegen haven van Wei-hai-wei, beheerscht het den ingang van de golf van Petchilli. De haven, die 460 lang en 320 m. breed is, is steeds vrij van ijs en werd door Li-Hung-Tschang inge richt als oorlogshaven van den eersten rang. Port Arthur is heel sterk en alleen de on vergefelijke verzuimen der Chiueezen maakten 't den Japanners mogelijk de vesting 22 Nov. 1894 na een kort bombardement te bemach tigen. Ruslands antwoord op Duitschlands hande lend optreden heeft zich in elk geval niet lang doen wachten. Reden tol ongerustheid is er evenwel voor Duitschland geenszins Japan dat feitelijk voor Rusland oorlog heeft gevoerd en de Vereenigde Staten, hebben meer reden tot ontstemdheid 't Meest te beklagen is die ongelukkige prins King, die als president van het Chinee sche Tsjung-li-Yamen de inwilliging van Duitschlands eischen heeft bepleit ter voor koming van erger, (Li-Hung-Tschang was voor verzet, voor een oorlog) en nu alles ziet instortende Europeesche mogendheden steken de lange vingers reeds uit naar de vetste kluifjes. Volgens de offlcieele pers van Spanje zou maarschalk Blanco over de onderhandelingen met invloedrijke leiders der opstandelingen op Kuba, heel wel tevreden zijn de autono misten dienen als tusschenpersonen. Zelfs zou er kans zijn op een spoedige onderwerping, evenals op de Filippijnsche eilanden. Het gunstige resuhaat op de Filippijnen is voornamelijk vei kregen door het geven van een onbeperkte volmacht aan den gouverneur der Filippijnen, om hervormingen in te voeren, waardoor het beheer der eilandengroep beter geregeld zal wordeu dan tot nog toe. De opstand der Filippijnen heeft bijna anderhalf jaar geduurd, en heel wat financi- eele en persoonlijke offers gevergd. Het is een triomf voor de staatkunde der liberale regeering, dat zij door haar optreden aan dien opstand een einde heeft weten te maken. Er blijkt uit de berichten voldoende, dat alleen willekeur en machtsoverschrijding van de Spaansche ambtenaren tot den opstand hebben geleid. Aan het kabinet-Sagasta is thans de zaak, om in den geest van de voorloopige overeenkomst, door Primo di Rivera aaugegaan, een regeling voor de Philippijnen te ontwerpen, waardoor de rechten der inboorlingen beter worden gewaarborgd en de eilanden worden beschermd tegen een midder.eeuwsche politiek van uitbuiting en fanatisme. Uit New-York wordt gemeld dat de Ame- rikaansche uitlegger „MacLane" zes Spaansche schepen heeft in beslag genomen onder voor wendsel, dat zij brandewijn smokkelden. De bevelvoerder van den uitlegger handelde zon der bijzondere instructies van de regeering. Generaal Marin heeft zijn ontslag genomen als kapit.-generaal van Porto-Rico. De be weegreden van deze daad moet gelegen zijn in de moeielijkheden, waarop de generaal gestuit is bij zijn pogingen om de verschillenne partijen van het eiland tot overeenstemming te brengen betreffende de invoering van de nieuwe autonomie. De Kubaansche opstaudeliugen zijn in Spirili Santi door de Spaansche troepen verslagen. *ftpcTr*HrianrB-A3i3n'i n_ MiwcBir—iiiinn ihjbiimij i WAALWIJK, 22 December 1897. Lezing over Amerika. Gis'eravond had de aangekondigde lezing plaats over Amerika en voornamelijk over de kolonie „Nederland:» in Z O. Texas. De gruote opkomst, ongeveer 200 man, ge tuigde van belangstelling in dit onderwerp eu het moet gezegd worden dat de heer John Oudendijk, op eenvoudige, vriendelijke manier den toestand aldaar duidelijk voor oogen stelde. Het daverend applaus, dat na afloop uit barstte getuigde dat het publiek zeer over de rede van den heer Oudendijk tevreden was. Uitvoerig verslag in 't volgend nummer. Verpachting marktgeld. Door burgemeester en wethouders van Waalwijk, is het marktgeld over 1898, gegund aan H. van Poppel alhier, voor f 845 op dezelfde voorwaarden als vorig jaar. Brand. Maandagnamiddagbrak aan den Hoek alhier, op den zolder bij een slaapsteehouder een binnenbrand uit, die echter zeer spoedig ontdekt en in zijn begin gesmoord werd zoodat er geen noemenswaardige schade werd toegebracht. Ware het nacht geweest, ongetwijfeld had dan een ernstige brand plaats kunnen hebben. Bij koninklijk besluit is aan den heer J. C. Jansen, op zijn verzoek, met ingang van 22 Dec. 1897 een eervol ontslag verleend als minister van marine, met dankbetuiging voor de vele en gewichtige diensten, door hem aan H. M. en aan den lande bewezen, en is het beheer van het departement van marine ad interim opgedragen aan den minister van oorlog, den generaal-majoor K. Eland. Ilollundsck vee iu Duitschland. Te Crefeld is in een zeer druk bezochte vergadering van laudbouwers de volgende motie aangenomen „Overwegende dat een gelijke behandeling van Nederland en Denemarken betrekkelijk de sluiting der grenzen voor vee ons niet is kunnen verkregen worden, houden we het voor noodzakelijk, om het landbouwbedrijf op de zelfde hoogte te houden als waarop het thans staatden invoer van Hollandsch rundvee toe te slaan onder dezelfde voorwaarden en voorzorgsmaatregelen, als geldig zijn voor Deensch vee." Ontslag minister van Mariuc. Onder dagteekening van 20 December heeft de minister van marine, de heer Jansen, den volgenden brief aan den voorzitter der Tweede Kamer gezonden Naar aanleiding van den uitslag van het debat over het VI de hoofdstuk der Staats- begrooting, gehouden in de zitting van de Tweede Kamer der Staten-Generaal op Woens dag 16 December jl., werd door mij tot Hare Majesteit de Koningin-Weduwe, P.egentes, het eerbiedig verzoek gericht tot het bekomen van eervol ontslag als minister van marine. l)aar het in afwachting van de beslissing van Hare Majesteit de Koningin noodzakelijk is iu den dienst te voorzien, heb ik de eer U Hoogedelgestrenge hiernevens te doen toekomen eene Nota van Wijziging in het ontwerp van wet tot vaststelling van het VI de hoofdstuk der begrooting vau Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1898, met toelichting en gewijzigd ontwerp van wet. Tweede Kamer. De Tweede Kamer zetie de behandeling van hoofdstuk VIII der Staatsbegrooting (Oorlog) voort en behandelde daarbij de Vestiging- begrooting voor 1898. Op art. 4 der laatstgenoemde begrooting was door den heer Bahlmann een amen lemeut voorgesteld, strekkeude om den post te ver minderen met f 25,000, besterad als eerste termijn voor het maken van bomvrije gebouwen in verschillende werken van de stelling van Amsterdam. Dit amendement werd met 44 tegen 41 stemmen verworpen. De vestingbegrooting werd vervolgens zon der hoofdelijke stemming goedgekeurd en Hoofdstuk VIII werd aangenomen met 80 tegen 6 stemmen. De manslag te Knspijk. Omtrent den manslag op een heer J. Rit. deurwaarder te Zaltbommel, kan de Tel. nog mededeeleu Woensdag 15 December begaf de heer J. Rit zich ten huize van J. H. Van Asch te Enspijk ter verzegeling van diens roerende goederen, wegens wanbetaling. De heer Rit was vergezeld van zijn zoon en de getuigen De Keizer en Mulder. A niet thuis zijnde, werd door zijne vrouw geroepen, waarna de heer Rit het doel zijner komst bekend maakte en aanving zijne ambisbezigheden uil te oefenen. Een kast nog gesloten ziende, verzocht de heer Rit aan v. A. deze te openen, hem nog aanmanende het verschuldigde geld alsnog te betalen. Hierop verwijderde zich v. A., zeggen de „Dat zal niet gebeuren.'' De heer Rit, die nu ging vermoeden, dat v. A. iets kwaads in den zin had, stond nu ook op, om te zien, waar v. A. bleef. Deze kwam daarop onver hoeds op den heer Rit toeloopen en gaf hem met eene spade uit alle macht een slag op het hoofd. De steel van de spade brak bij het ijzer af en, terwijl de heer Rit bewusteloos ineenzaakte, gaf de woesteling hem met den gebroken steel nog een slag, die op de hand en den arm neerkwam. Dit gebeurde zoo snel, dat de heer Rit Jr. en getuige De Keizer eerst den moge lijk volgenden slag konden afweren door deu aanvaller te grijpen. In eene worsteling, die nu volgde, zich overmand ziende, eischte v. A., dat men hem losliet, hetgeen werd toegestaan op voorwaarde, dat hij geen aanval zou herhalen. Het was toch hoog noodig naar den geval lene om te zien, daar de anaeie getuige zich had verwijderd, om volgens zijn zeggen, naar politie uit te zien. V. A., zich weer vrij ziende, greep nu een zeer scherp hakmes en viel daarmede op den heer Rit Jr. aan, die den slag ontweek en den aanvaller bij de keel greep ook getuige De Keizer schoot weder toe en hielp den onverlaat ontwapenen. Nu in het eerste oogenblik geen aanval meer duchtende, geleidden zij den heer Rit, die weer eenigszins was bijgekomen doch hevig bloedde, naar de naastbijliggende herberg, waar een voorloopig verband werd aangelegd. Omdat geen geneeskundige hulp iu het dorp was te verkrijgen, werd besloten den heer Rit naar Geldermalsen te vervoeren. Onderweg wei d ten huize van den burgemeester Veunis van het voorgevallene kennis gegeven. Door dr. Hermanides te Geldermalsen, bij wien men aan huis reed, werd den heer Rit de eerst geneeskundige hulp verleend. Deze constateerde hersenschudding en ver moedde b'j de gapende wonde aan het hoofd schedelbreuk. Daar de geneeskundige verbood den heer Rit verder te vervoeren, werd deze te Geldermalsen bij zijn zwager, den heer C. Van Wijk, opgenomeu. Na een proces verbaal in handen vau de politie te Geldermalsen te hebbeu gelaten, reed de heer Rit Jr. met getuigen naar het gerecht te .Tiel om eene aanklacht in te dienen. Nog dienzelfden avond vervulde majoor Huibrechts met ijver zijn plicht door v. A. geboeid voor den burge meester Van Deil te brengen. De gelastte echter v. A. op vrije voeten te stellen. Inmiddels was een officieel telegram uit Tiel gekomeu, om den dader gevankelijk ovcr te voeren, waarop majoor Huibrechts nogmaals voor de taak weid gesteld, v. A. in hechtenis te nemen. Ook nu gelukte dit, waarna v. A. des anderen daags naar de gevangenis te Tiel werd gevoerd. In zijn meer dan dertigjarige ambtsvervulling waren nog nooit handtastelijk heden tegen deu heer Rit gepleegd. V. A. staat te slechter naam en faam bekend, en wordt door de dorpelingen gevreesd. Diep Verval. De heer D. R. Hendersen, taalkundige en tolk, 8 Burton Street, Londen W. G. schrijft de 16 December aan de N. R. Ct „Eenige dagen geleden werd in de straten van Londen een armoedig gekleed man, van ougeveei dertig-jaiigen leeftijd, bewusteloos gevonden. De omstauders meenden eerst met een dronken lucifers koopman te doen te hebben, doch bij onderzoek bleek, dat de man letterlijk uitgehongerd was. Ofschoon het beroep van lucifers-koopman drijvende, zoo blijkt evenwel uit papieren op hem gevonden, dat de uitgeteerde man een gediplomeerd Hollandsch onderwijzer is met akten voor Fransch eu Engelsch, Volgens die papieren zou hij voorheeu onderwijzer te Nieuweudijk (N.- B) en hoofouderwijzer te Brussel (Place Ste Catherine) geweest zijn. Liefdadige menschen hebben hem uit me delijden tijdelijk opgenomen, ofschoon zij het niet al te ruim hebben. Hoe het komt dat een man van opvoeding zoo diep gevallen is, behooren wij thans niet te vragen. Bij toeval bevond ik mij „in the crowd", toen hij bewusteloos op het trottoir uitgestrekt lag eu was ik het middel, eeu collega vau den hongerdood te redden. Volgens eigen verklaring zouden zijne familie-betrekkingen in Amsterdam, Almkerk (N.-Ben Samaraog (Java) wonen, doch hij weigert beslist hunne adressen op te geven. Ik deel u deze treurige geschiedeuis mede^ in de hoop dat zijne familie-betrekkingen zich zijner willen ontfermen.» Vccsmokkclcn. De Belgische commiezeu hebben in den nacht van Donderdag der vorige week in de nabijheid van de gemeente Koewacht eene belangrijke aanhouding gedaan, waarbij twee smokkelaars werden gearresteerd, en acht koeien in handen vielen. Nu verspreidde zich Vrijdag het gerucht, dat één der smokkelaars voor de som van 50 francs de ambtenaren op de hoogte had gebracht, eu men daaraan dien ongunstigen uitslag te danken had. Men kan begrijpen, welke algemeene ver ontwaardiging er heerschte eu wraak, bloedige wraak werd gezworen. De verdachte werd dienzelfden avond nog aangevallen eu zoo mishandeld, dat men hem nog niet naar huis heeft kuunen, vervoeren. De ambtenaren brachten het er nog slech ter af. Zij werden door eeu grooten troep smokkelaars overvallen. Een kon ofschoon gewond, nog de vlucht nemen de andere bleef met uitgerukten baard bloedeud op den weg liggen. Het veesmokkelen aan de Zeeuwsch-Belgi- sche grenzen is tegenwoordig meer dau erg, zoo zelfs dat op deu middag groote partijen van 100 en meer stuks vee door een aantal

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1897 | | pagina 2