Nummer 3.
Zondag 9 Januari 1898.
21e Jaargang.
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Eerste Blad.
Geillustreerd Zondagsblad,
ANTOON TIELEN
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
P R E M I E,
FEV1LLETON.
ij r
De Wraak eener Vrouw
Staatkundig overzicht.
UITGEVER
Waalwijk.
verkrijgbaar gesteld voor de lezers
van ons blad.
Prijs per 3 maanden 30 CENT,
franco per post 37V2 cent.
„ONSCHULDIG VEROORDEELD."
V
De Echo van het Zuiden,
Waaltybscle cd Lasiplnalsclie Courant,
Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond.
Abonnementsprijs per 3 maanden i' 1,
Franco per post door het geheele rijk f 1,25.
Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden
aan den Uitgever
Advertentiën 1 7 regels f0,60; daarboven 8 cent per regel,
groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing
opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsch-
land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa
Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cerit per regel.
Versch '/jnt elke week in 8 a 10 pagina's met
tal van Illustration en belangwekkenden tekst.
Deze Illustratie verheugt zich in eene
toenemende belangstelling.
Te verwonderen is dit niet, want een zoo
uitgezochte keur van fraaie novellen eti gra
vures, gezonde humor en onschuldige scherts
zooals die in den familiekring past, werd nog
nimmer voor zulk een lagen prijs (30 cent
per 3 maanden) aangeboden.
Deze Illustratie is dan ook voor
de lezers van ons blad een premie
bij uitnemendheid.
Maar de uitgevers willen de premie nog
schooner maken
In het vervolg zullen zij daaraan meer
dere malen een EXTRA BLAD kosteloos
toevoegen.
Dus nog meer lectuur Nog meer gravu
res In 't bijzonder meer afbeeldingen van
actueele voorvallen en treffende gebeurte
nissen.
Pennevruchten van schrijvers van betee-
kenis zullen worden opgenomen.
ii ii.
OF
111
Herinneringen van een Politie-Comraissaris.
39
De moordenaar heeft het misschien vernie
tigd of medegenomen.
Ja maar het slachtoffer kan het ook nog
bewaard hebben.
Laat ons een zoeken.
Goed.
En de twee jongelieden begonnen het slachtoffer
te doorzoeken.
Zij waren juist hiermede bezig, toen zij plot
seling ophieldeu.
Er kwam iemand de trap op.
Dat is de commissaris van politie! zeide
Ludovicus.
Waarschijnlijk wel, antwoordde Raymond.
Bijna op hetzelfde oogeublik werd de deur ge
opend, en verscheen er een man op den drempel.
Het was de hertog van Palmares.
Raymond was opgestaan, terwijl Ludovicus zijn
onderzoek voorzette.
Nadat de hertog Raymond gegroet had en
deze dien groet beantwoord had, zeide de eerste:
Het spijt mij waarlijk, dat ik u hier lastig
kom vallen, maar ik was uitgegaan om u te be
zoeken en aan het hotel zeide men mij, dat ik u
hier zou vinden.
Hebt u mij dan de een ot andere belangrij
ke mededeeling te doen vroeg Raymond.
Ja, antwoordde Palmares; maar ik moet u
eerlijk bekennen, dat toen ik het droevig uiteinde
van Mousseline vernam, de nieuwsgierigheid mij
Earten heeft gespeeld ea ik niet kon nalaten u
ier op te zoeken
Raymond strekte de hand naar het lijk van de
jonge vrouw uit.
Daar ligt zij 1 zeide hij, en zoo gij naderbij
wilt komen
De hei tog kwam eenige stappen nader.
Is zij werkelijk dood 1 zeide hij na een oo-
De uitgevers stellen voor nieuwe inteeke-
naren op het Geïllustreerd Zondagsblad gratis
beschikbaar een boeiende roman, getiteld
een boekdeel, groot 155 bladzijden, in twee
kolommen gedrukt en bevattende een ver
haal, dat den lezer geheel weet mede te
sleepen.
Wie deze illustratie nog niet bij zijne
courant ontvangt, verzuime niet onderstaand
inteekenbiljet in te vullen en aan ons in te
zenden. De prijs is zoo gering, dat het voor
niemand onzer lezers een beletsel kan zijn
zich de geregelde toezending van deze uit
muntende premie te verzekeren.
Be Ondergcleekende verlangt gere
geld te ontvangen het
tegen den prijs van 50 cents, per 5
maanden, franco per post 57»/2 ets.
WOONPLAATS NAAM
Diiitschkind ia 't Uiterste Oosten.
Engeland streeft niet naar verwerving van
grondgebied in China dus heette 't voor
een etmaal uit Londen Rusland begeert geen
Chineesche provincie alzoo wordt bericht
uit Petersburg aan de Fransche SoleilItalië
moet niet met Engeland heulen in de Chi-
neesche wateren, doch zijn steun verleenen
aan Rusland en Duitschland in dezen zin
heeft Crispi zich uitgelaten in een interview
genblik, en dat zoo plotseling!Het is vreemd.
Mijn God hernam Raymonder is geen
menschelijk geheim waarvoor ten slotte geene
verklaring te vinden isen de heer Ludovicus
Malon heelt zoö juist zonneklaar aangetoond
De heer Ludovicus Malon is een groote au
toriteit op wetenschappelijk gebied en zijne mee
ning legt veel gewicht in de schaal. Ik ben daarom
verlangend te vernemen, wat hij denkt van den
dood van deze jonge vrouw.
Deze jonge vrouw is vergiftigd! antwoordde
de dokter.
Vergiftigd! zij! Mousseline! riep de hertog
uit; als dokter Malon zulks verklaart, moet ik
er wel eenig gewicht aan hechten
Maar de goede vrouw had geen enkele
vijand.
Integendeel, mijnheer de hertog, zij had
verschrikkelijke vijanden, hernam Raymond, se
dert eenigen tijd was zij ongerust geworden, het
was alsof zij een voorgevoel had van het ongeluk,
dAt haar zou tieffen en indien gij u nog herinnert,
hetgeen ik u eenige dagen geleden gezegd heb
zult u gemakkelijk begrijpen van waar de slag
gekomen is, die haar thans heeft nedergeveld.
Dus gij zoudt denken, dat men haar ver
giftigd heeft, met liet doel om haar het spreken
te beletten.
Daar ben ik zeker van.
Toch voegde Ludovicus Malon er bij, Ray
mond een brief vertoonende, dien hij bij de on
gelukkige vrouw gevonden had, zouden de moor
denaars wel eens in hunne berekening kunnen
falen, want al hebben zij gezorgd, dat zij niet
meer kon sprekenzij hebben haar althans tijd
gelaten om te schrijven.
De hertog beefde.
Heeft zij geschreven zeide hij met een ge-
maakten glimlach.
Ja, mijnheer de hertog.
En wat schrijft de arme vrouw
- Dat zal ik den heer Raymond dadelijk me-
dedeelen. Maar op het oogeublik....
Palmares keek verwonderd op.
Wat is dat? riep hij uit. Durft u het wagen
de justitie zulk een belangrijk stuk te onthouden.
Mij dunkt in uwe plaats moest u het als uw
heilige plicht beschouwen dit stuk in hare handen
te stellen.
U hebt gelijk 1 zeide Ludovicus; maar ik heb
en nu heeft, luidens een bijzondere editie
van de Duitsche Reichsanzeiger, het officieele
orgaan, de regeering van China met Duitsch
land een accoord getroffen, volgens hetwelk
de golf van Kiaotschau aan Duitschland in
pacht wordt afgestaan, welke vorm voor den
feitelijken afstand, klaarblijkelijk is gekozen
om den anderen mogendheden reeds bij
voorbaat het recht te ontnemen ook maar
aan 't annexeeren te gaan.
„De Duitsche regeering zal, overeenkomstig
een billijken wensch, evenaL de andere mo
gendheden een steunpunt voor handel en
scheepvaart bezitten in de Chineesche wateren"
aldus bericht de Reichsanzeiger. „De af
stand draagt het karakter van een pachtcou-
tract van langen duur. 't Staat der Duitscbe
regeering vrij binnen het aldus afgestane ge
bied alle gewenschte gebouwen op te richten
en maatregelen te treffen voor de bescher
ming ervan. Het afgestane grondgebied omvat
het binuen-bekkeu der Kiaotschau-golf tot
hoogwaterpeil en de groote landtongen ten
zuiden en ten noorden van de golf en is
eenige vierkante mijlen groot, terwijl een
groote grenslijn wordt getrokken rondom de
golf, biunen welk terrein China niets mag
verrichten of ondernemen buiten Duitschlands
goedkeuring. Ook kan Duitschland de water
wegen reguleeren. Ter vermijding van conflic
ten, welke de goede relatieu tusschen beide
rijken zouden kunnen verstoren, draagt, de
Cniueesche regeering voor den duur der
pacht alle haar toekomende rechten op het
betrokken gebied over aan de Duitsche re
geering. De pachttijd is naar 't heel 50 jaar,
de pachtsom woidt niet gemeld. Ingeval de
golf van Kiaotschau mocht blijken niet ge
schikt te zijn zal eeD ander punt aan de
kunst worden afgestaan en dan zal de
Chineesche regeering de reeds opgerichte ge
bouwen als anderszins overnemen tegen den
kostenden prijs."
Aldus de Reichsanzeiger Men ziet dat de
heeien van het Tsung-li-Yamen zoo coulant
mogelijk zijn geweest 't is of het Chineesch
kustgebied eeu bazar of markthal is, waar
twee zeer geldige redenen om dezen brief in mijn
bezit te houden.
En welke zijn die redenen F
Vooreerst is die brief aan mij gericht.
Aan u
Ja; vroeger heb ik die arme vrouw gekend,
zij was toen jong en gelukkig; zij heette Heloïse
Brochon en iudien mijnheer de hertog twaalf jaar
geleden te Parijs gewoond heeft, kan hij zich
misschien nog wel iets van haar herinneren.
Heloïse!... zeide de hertog.... misschien wel.
Maar ik kan mij er toch maar flauw iets van
voorstellenen heeft zij aan u geschreven
Jawel.
Goed, dat is de eerste redenen wat is de
tweede
Vóór dat Ludovicus kon antwoorden, rukte
Raymond met eene driftige beweging den brief
uit de handen van den jongen dokter.
De tweede reden mijnheer de hertog, zeide
hij, zal ik u zeggen Ongeveer een jaar geleden
heb ik een vreeselijken eed gedaan en sedert dat
oogenblik is er geen dag, geen uur voorbijgegaan,
dat ik niet gedacht heb aan de zending, die ik
op mij heb genomen.
Welke zending? vroeg de hertog.
Eene zending van wraak en bloed, die ik
niet aan de zorg van de justitie wensch toe te
vertrouwen.... maar die ik zelf wensch te vol
brengen.
Maar...
Tien jaar geleden, hebben vier ellendelingen
zich vereenied alleen om te stelen en te moorden.
Gedurende die tien jaren, hebben zij, door han
digheid en vermetelheid aan Me nasporingen der
politie weten te ontkomen. Maar God heeft zoo
veel gruweldaden niet ongestraft willen laten en
heeft mij moed en kracht gegeven om de misda
digers te vervolgen.
En zijt gij daarin geslaagd? vroeg de hertog
op spottenden toon.
Van de vier ellendelingen, vervolgde Ray
mond heeft er een bij Straatsburg eene wond
gekregen, die op den duur doodelijk zal zijn
en waaraan ik hoop, dat hij weldra zal bezwijken.
Spavento!
Spavento.... juist mijnheer de hertog; met
den tweede was ik gelukkiger; zonder dat hij een
woord kon spreken, heb ik hem zien vallen door
het moordend lood van mijne pistool.
men niet alleen recht tot kiezen, maar ook
tot proeven heeft
Als de andere mogendheden (Japan, En
geland, Rusland, Frankrijk) nu ook maar niet
aan 't „pachten" gaan met dezelfde mooie
voorwaarden
Zoo heel gesticht schijnt men te Peking
op 't eerste bericht van de bezetting van
Kiaotschau door admiraal Diederichsen niet
geweest te zijn het hof was danig ontsteld
en Li-Hung-Tschang toog onverwijld des
avonds om half twaalf nog naar het Russische
gezantschap r/aar hij een deel van den nacht
in conferentie bleef met den gezant.
Inderdaad heeft de Chineesche regeering
toen oorlogzuchtige ot juister verdedigings-
lustige aanvechtingen gehad zij beval den
onderkoningen van Hunan en Hupe de kust
verdediging in 't zuiden in gereedheid te
brengen, omdat „in Schautung, uithoofde de
bezetting der Kiaotschaugolf, een ernstige
verwikkeling met Duitschland te vreezen
was."
De onderkoning van Nangkin zond onver
wijld een paar duizend man naar de haven
van Wusung ter verbetering der versterkingen
en er bestond plan nog andere punten te
voorzien, doch de luitjes te Kiaotschau
zeiven dachten aan geen tegenstand, maakten
gemeene zaak met de Duitschers, hielpen hen
bij den aanleg der vet sterkingen en een
Chineesch officier sneed zelfs zijn staart af
en stelde zich ter beschikking van de Duit
schers
Wel is door de groote bankiers der City
geloochend het voeren van directe onder
handelingen over een leening met China, doch
niettemin verzekert de Londensche correspon
dent der Kölnische Zeitung, dat er over dit
bericht in de Londensche Clubs met groote
levendigheid werd gediscussieerd en dat het
denkbeeld eener Engelsche leening algemee-
nen bijval vond. Aan de juistheid van het
bericht twijfelde niemand het werd ook heden
in de ochtendbladen over het algemeen als
juist beschouwd „ofschoon een groot agent-
Colonna!....
Dezelfde.... Ik zie met genoegen, dat gij
uwe vrienden herkent. Wat de derde betreft, ook
dien zul ik niet uit het oog verliezen, dat beloof
ik u; en wanneer ik dan met de drie onderge
schikten heb afgedaan, komt de beurt aan den
meester en hoop ik met hem af te rekenen De
hertog keek Raymond verbaasd aan.
En dien meester dien vierden ellendeling,
vroeg hij, kent gij dien ook
Raymond wreef met zijne hand over het voor
hoofd
O zijn uaam wie zal mij zijn naam noe
men 1 mompelde hij. Een jaar lang reeds zoek
ik hem. Een jaar lang reeds vraag ik zijn naam
aan hen, die hem kennen. Waai om heeft men
steeds geweigerd hem mij te zeggen Waarom
heeft men steeds het uur der openbaring uitge
steld Is er dan nog iemand, die belang bij zijn
leven heeft? Maar hoe het zij! door eer. geluk
kig toeval zal ik den een of anderen dag dien
naam lecren kennen. Mousseline wist hem naar
men zeidewie weet! misschien komt hij in dezen
brief voor. En dan geen vage vermoedens meer,
waardoor de gee9t wordt afgetrokken geen ver
schooning, noch voorzichtigheid, maar alleen een
blinde wraak die raadschaft, en een vaste on
verbiddelijke hand, die treft.
Aldus sprekende, had Raymond meteen bevende
hand, den brief van Mousseline geopend.
Zij schreef daarin, dat zij ging sterven zij
gevoelde wel, dat zij vergiftigd was en zij riep
Ludovicus Malon te hulp, er van overtuigd, dat
zij hem geen wrok toedroeg. Dan volgden er
eenige regels over het verleden, over hare liefde
voor Ludovicus; zij zouden gelukkig hebben kun
nen zijn, maar zij had niet gewild en was daar
nu wreed voor gestraft!
Daarop volgde een verhaal van de misdaad
waarin zij op zoo noodlottige wijze betrokken
was.
Dit verhaal was plotseling afgebroken, maar
wat er stond, was voldoende om den lezer in te
lichten.
Raymond had weinig aandacht geschonken, aan
hetgeen hij las; maar toen hij aan dit laatste ge
deelte kwam, trilde zijn geheele lichaam, zijn oog
schoot vuur, zijne borst ging schokkend op en
neder.
Wordt vervolgd.