Nummer 8. Donderdag 27 Januari 1898. 21e Jaargang. Toegewijd aan Handel, industrie en Gemeentebelangen. OE NIEUWE KIEZERSLIJST, ANTOON TIELEN, FEUILLETON. De Wraak eener Vrouw Staatkundig overzicht. UITGEVER Waalwijk. De Ech o van het Zuidea Wultyksrhf ra Langstraalselie Courant Dit Blad verschijnt Woensdag en Zaterdagavond. Abonnementsprijs per 3 maanden f 1,— Franco per post door het geheele rijk f1,25. Brieven, ingezonden stukken, gelden enz., franco te zenden aan den Uitgever Advertentiën 1 7 regels f 0,60daarboven 8 cent per regel, groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën 3maal ter plaatsing opgegeven worden 2maal berekend. Advertentiën voor Duitsoh- land worden alleen aangenomen door het advertentiebureau vaa Adolf Steiner, Hamburg. Reclames 15 cent per regel. Het is stellig niet overbodig te herinneren aan de bepalingen der Kieswet, die in acht genom- n moeten worden, wil men zijn naam vinden op de kiezerslijst, die voor 1898 gelden zal. lo. Kiezers kunnen zijn zij, die vóór of op den 15den Mei as. den leeftijd van 25 jaren h» bben bereikt. Die dus na 15 Mei dien leeftijd haalt, kan niet op de kiezerslijst worden geplaatst. 2o. Een ieder zorge vóór Dinsdag 1 Februari, zijn aanslag in de personeele be lasting over 1897 te hebben betaald. De gemeentebesturen beginnen de kiezerslijst in Februari op te maken en wie vóór dien tijd niet betaald heelt, kan niet daarop gebracht worden. Evenwel heeft de wetgever toch aan de niet-betalers nog een kans willen geven om alsnog op de kiezerslijst te komen. Vóór 15 Februari moeten wel de ontvangers der directe belactingen aan den burgemeester opgave verstrekken van allendie in de directe belastingen zijn aangeslagen en van hendie op Februari het laatstverloopen dienstjaar niet geheel hebben afbetaald, doch van betalingen nog in Februari gedaan kunnen de belanghebbenden zelf vóór 3 Maart aan den burgemeester doen blijken. Wie dus in Januari zijn plicht tot belas tingbetaling niet is nagekomen, doch in Fe bruari het verzuim herstelt, kan, als hij er moeite voor doet en den burgemeester zijn voldaan aanslagbiljet toezendt, nog onder de kiezers worden opgenomen. So. Wie in een der Rijksbelastingen (personeele belastinggrondbelasting (min stens f 1), vermogensbelasting of bedrijfs belasting) is aangeslagen en dien aanslag vóór 1 Februari a.s. betaald heett over het laatstverloopen dienstjaar Jwordt ambtshalve OF Herinneringen van een Politie-Commissaris. 44 Een oogenblik later trad Salomé, want deze was het werkelijk de kamer binnen. Zij zag er zeer ontsteld uit, haar gelaat drukte groote bezorgdheid uit en de slordigheid van hare kleeding getuigde van de haast, die zij had gehad om weg te komen. Wat is er? vroeg Ludovicus. Is uwe meesteres erger? voegde Raymond CrJArme juffrouw, zeide Salomél Ik geloof, dat het nu wel het einde zal zijn. Wat zegt gij? c Mijnheer Guillemot zendt mij hierheen. Een half uur nadat dokter Benoit vertrokken was, heeft de juffrouw eene flauwte gekregen, waarin wij allen dachten, dat zij zou blijven, Toen heeft mijnheer mij om den dokter gezonden, maar toen ik aan zijne woning gekomen was, vernam ik daar dat hij naar Parijs was. Benoit? zeide Raymond. Ja mijnheer, men zeide mij, dat hij een telegram had ontvangen en dat hij niet voor mor genavond terug zou keeren ik ben toen zoo spoe dig mogelijk naar huis teruggegaan. Er was daar nog niets veranderd. De juffrouw lag op het bea uitgestrekt en haar vader zat aan het hoofd einde in de hoop dat zij tot zichzelve zou komen. Het was hartverscheurend om aan te zien. Toen ik zeide dat dokter Benoit niet thuis was, dacht ik dat hij wanhopig werd, hij meende dat alles nu verloren was. Toen sprak ik hem van den heer Ludovicus Malon en beval hij mij, u dadelijk te gaan halen. Ludovicus was opgestaan, gereed om balomè te T°Maar op het oogenblik, dat hij wilde vertrekken wendde bij zich tot Raymond die aan de hevigste op de kiezerslijst gebracht. Die behoeft er dus absoluut geen moeite voor te doen. 4o. Hetzelfde geldt de huur- of woning kiezers die verleden jaar op de kiezerslijst zijn gebracht eu niet zijn verhuisd. Zij be hoeven zich thans niet aan te geven, maar komen van zelf op de lijst. De huurkiezers, die wèl verhuisd zijn in 1897, moeten zich weer aangeven. Die zich opnieuw of voor de eerste maal moeten aangeven, doen dit aan het gemeen tehuis tusschen 1 en 15 Februari. Daartoe moet een biljet van het gemeentehuis worden gehaald. 5o De loon-kiezers moeten zich opnieuw aangeven. Intusschen is de burgemeester verplicht om hem, die reeds op de kiezers lijst staat, een aangifte-biljet toe te zenden; doch men moet daar maar niet al te vast op rekenen en dus.... behoort ieder tusschen 1 en 15 Februari te zorgen, dat hij een aanvrage indient. 6o. Dit geldt ook de inwonende zoons. Ook zij moeten opnieuw een formulier in vullen, evenals verleden jaar. 7o. Pensioen-, grootboek-, spaarbank- en examenkiezers, behoeven zich geen van allen opnieuw aan te geven. Stonden ze dus op de vorige lijst, verhuisden zij niet naar een andere gemeente en behielden ze hun spaar bankboekje enz., dan komen ze ook nu op de lijst. Natuurlijk moeten zij, die thans voor de eerste maal kiesgerechtigd zijn, zich aangeven. De zaak—Dreyfus iu de Franscüc kamer. Men zou in de parlementaire geschiedenis van Frankrijk tot de verste jaren kunnen teruggaan zonder een pendant te vinden van de schandalen, waardoor de kamerzitting van Zaterdag zich heeft gekenmerkt -alleen Oostenrijk's kamer heeft voor ettelijke weken nog ^sterker stukjes te zien gegeven, doch daar verweg in 't Oosten waren de toestanden dan ook van een heel bijzonderen aard terwij! 't aan de Seineboorden feitelijk buiten de directe schuld der regeering om is gegaan! De beide fracties, die 't felst op elkaar ge beten zijn en door gebrek aan plaats en ook doordien het centrum zoo groot is naast elkaar zijn geplaatst (de uiterste linkerzijde en de meest reactionaire vleugel der rech terzijde) hebben B isson, den kamerpresident genoopt tegen kwart voor vier, na een be- raadï laging van even anderhalt uur, de zitting op te heffen, niet op de gebruikelijke wijze, maar door, ten einde raad en geen anderen uitweg wetend, zijn hoed op te zetten en de zaal te verlaten Wat te vreezen was is dus geschiedde beroering van de straat is overgeplant in het parlement niet alleen het parlementaire regime is er ernstig door geschaad, doch tevens is de opgewondenheid er aanzienlijk door toegenomen ende onzekerheid is geenszins opgeheven. De regeeriug heeft, zooal niet meer, dan toch evenveel kans haar bestaan te rekken als voo** Zaterdag, doch de toestand wordt steeds ernstiger en met een votum van vertrouwen zal 't niet uit zijn 1 Feitelijk ging 't Zaterdag dan ook minder over de vraag of kapitein Lebrun-Renault uit Dreyfus' mond een dezen compromitteerende verklaring heett opgeteekend dan wel om het behoud der gematigd republikeinsche for matie onder Méline de politiek, die zooveel jeeds bedorven heeft, die zoo vaak reeds heeft geleid tot averechtsche resultaten had de beteekenis van het te verwachten, beslis sende votum reeds voorat verknoeid. smart ten prooi was. Zoudt gij niet mede willen gaan P zeide hij, terwijl hij zijn overjas aantrok. Jaja, antwoordde Raymond, Laat ons geen tijd verliezenik verlaat u niet meer. Na eenige minuten waren zij aan de villa van den heer Guillemot, die niet ver van de woning van Ludovicus verwijderd was. Het hart van Raymond sloeg hoorbaar toen hij de kamer binnenkwam, waar Irene lag, kon hij zich zeiven nauwelijks meester blijven. Na eenige stappen gedaan te hebben, zag hij het arme kind onbewegelijk en bleek op haar bed uitgestrekt, terwijl haar arme vader snikkend er bij zat. Hij stond stil en hield zijne handen voor den mond om het snikken te onderdrukken. Intusschen was Ludovicus den heer Guillemot genaderd en meende, alvorens zijn onderzoek aan te vangen, hem eenige vragen te moeten doen. Is het lang geleden, dat uwe dochter in dezen toestand verkeert P vroeg hij zonder een oog van het jonge meisje af te slaan. Een goed uur mijnheer... antwoordde de heer Guillemot. En heeft zij zich volstrekt niet bewogen Neen. En hoe heeft zich deze flauwte geopen baard De heer Guillemot keek wezenloos voor zich uit en hield de handen voor het hoofd als om zich te bezinnen. Hoe dat gekomen is? mijn God, dat herinner ik mij nu niet meer, antwoordde hij. Ik had aan zoo iets volstrekt niet geducht; de dokter vond haar een weinig lijdende schreef haar een drankje voor. Het arme kind wilde het eerst niet innemen, maar ik drong er op aan en beknorde liaar en toen heeft zij, om mij genoegen te doen er twee groote lepels van uitgedronken. En wie heeft den drank gereedgemaakt? De dokter zelf. Hebt u het fleschje. waarin die drank geweest is, bewaard? De heer-Guillemot ondervroeg Salomo. Ode heer Benoit heeft alles medegenomen, zeide het meisje op scherpen toon. Hij be weerde dat het onvoorvichtig ^ou zijn, het fleschje Cavaignac richtte tot Méline, die met de ministers Billot, Barthou, Besnard, Cochery Lebon en Millard aanwezig was, tegen halfdiie deze vragen: „Bestaat het getuigenis van kapitein Lebrun-Renault?» en Waarom heeft de regeering de documentenrakende dit getuigenis; niet openbaar gemaakt?" Ten aanzien van het eerste punt van Ca- vaignae's interpellatie antwoordde Méline de premier bevestigend; de verklaringen van kapitein Lebrun-Renault bestaan werkelijk en met betrekking tot het tweede punt antwoord de MéÜne, dat de inmenging der verklaring in de openbare besprekingen, zou gelijkstaan met een herziening van het proces-Dreyfus en dus tegen de wettelijke voorschriften, terwijl het tevens zou leiden tot de meening dat, zonder dit stuk, het vonnis waardeloos zou z'jn. Cavaignac sprak aldus „Het is de vraag of de regeering door te zwijgen niet den twijfel ten opzichte van het gewezen vonnis in de hand werkt. Is de regee ring niet te kort geschoten in eerbied voor het gewezen vonnis door een tweede proces te openen Als het gouvernement meent, dat er gevaar bestaat voor het bekendmaken van den naam van een vreemde mogendheid, die in het document wordt genoemd, misschien ook in het rapport, dan zal niemand blijven aandringen." Cavaignac zeide verder dat niet zoozeer de weigering om het bewuste rapport mede te deelen als wel het verzet der regeeriug onrust verwekt. De spreker verweet het kabinet dat het dubbelzinnige verklaringen heeft af gelegd. Hij constateerde vervolgens eenige contradicties in het gedrag der regeeriug en vraagt haar, om toch het reddende woord uit te sprekendat door een onverklaarbare oorzaak op haar lippen wordt teruggehoudeu. Méline's verzekering dat het rapport bestaat, wekte vrij wat agitatie, hoewel eigenlijk de publicatie der Agence Havas, hedeu voor een week, in dezen geen twijfel liet, en Méline's pleidooi ten gunste van de geheimhoudiug, ook niet nieuw was. Méline gaf een historisch overzicht van de zaak Dreyfus, welke volgens hem het uitgangspunt is geworden van een betreurenswaardige campagne. Een iliustre schrijver onteert het leger. Hij keurde het te hier te laten en vond beter hat maar bij zich steken Ludovicus vroeg niet verder. Nu, zeide hij, dal fleschje is nu juist niet onmisbaar, wij zullen ons zeiven wel zekerheid verschaffen. - Hij ging een stap verder en nam de hand van Irene. Raymond, de heer Guillemot en Salomé volgden hem in angstige spaning. Maar Ludovicus had al zijne koelbloedig heid bewaard en hij begon zijn onderzoek met dezellde kalmte en flinkheid, als bevond hij zich alleen in de kamer tegenover eene onbe- kende* Hij hield de hand var. Irene vast en boog zich voorover om de ijskoude vingers van nabij tc beschouwen. Salomé had de lamp genomen om hem dij te lichten. Hij onderzocht den pols, de polsslag scheen geheel weghij hield de hand op het hart, maar ook dit had opgehouden te kloppen. Vreeselijk vreeselijkl zeide de heer Guille mot snikkende... Arme, lieve engel.., Mijn God 1 al wat ik bezit, zou ik willen geven, als ze ons nog een oogenblik aan kon zien... Ach dokter kunt gij uiet maken, dat zij ons nog eens even aanziet? T s j Als eenig anl woord hield Ludovicus den vinger op zijne lippen en zette het afgebroken onderzoek voort. Dit duurde ongeveer tien minuten, tien minu ten die voor de getuigen van dit tooneel eene eeuwigheid schenen. De diepste stilte hecrschte in het vertrek, in afwachting van des dokters onderzoek. Eensklaps slaakte Raymond een kreet en boog zich over Ludovicus heen. Wat hebt gij bemerkt? zeide hij opgewon den Ik zag daar, dat gij ontsteldet. Acli! ant woord... Spreek zeg ons... Hebt gij eenig spoor gevonde anlwoorcide de dokter. En gij weet de oorzaak... Misschien. Is zij dood ol kan zij nog gered worden Wie weet De heer Guillemot viel zonder een woord te spreken voor Ludovicus op de knieën en greep zijne handen, die hij met kussen bedekte. Ach, voorzichtig, mijne vrienden 1... voor zichtig! zeide Ludovicus, ik heb verkeerd gedaan mijne aandoening te verraden, maar het gevaar is nog groot en bestaat nog in al zijn omvang. Ik stueek u dokter.,, geet ons haar terug... en wij zullen u nooit dankbaar genoeg kunnen zijn, kreet de heer Guillemot. Ludovicus was naar de tafel gegaan, waar hij den uitslag van zijn onderzoek opschreef. Vervolgens schreef hij in koortsachtige haast eenige regels op een stukje papier, dat hij aan Salomé overgaf. Beste meid, zeide hij, ga dadelijk naar de dichtst bij zijnde apotheek en breng mij oogen- blikkelijk wat men u daar zal geven. Salomé vertrok en was binnen eenige minuten al weder terug, maar zonder het tegengif, waar Ludovicus op wachtte. Welnu? vroeg deze laatste een weinig verwonderd over het verlegen uiterlijk van het meisje. Ja, mijnheer, antwoordde Salomé, ik breng niets mede. Hoe is dat mogelijk De apotheker heeft mij gezegd, dat hij van morgen al wat hij van dien drank had, aan dokter Benoit heeft afgegeven. Benoit 1 riep Ludovicus uit, heeft hij dien naam genoemd Ju zeker wel, mijnheer. De ellendeling! U! nu begrijp ik alles. Op dat men dit arme kind niet zou kunnen redden, heeft hij voor hij naar Parijs ging, zich meester gemaakt van het eenige tegengif, dat hier kan helpen. Maar zouden wij het misschien niet in een andere apotheek kunnen krijgen zeide Raymond. Zoudt gij het denken Wij kunnr-n het althans beproeven. Gij hebt gelijk. Salomé ga dadelijk, verlies geen oogenblik en denk er aan, dat het leven van uw meesteres in uwe handen is. Salomé vertrok opnieuw. Maar zij had nauwelijks de kamer verlaten of Raymond, die haar nakeek, deinsde twee stappen achteruit. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1898 | | pagina 1